Ds. Bodaan zingt voor de centen
Oordeelsdag
Sovjet-soldaten en de godsdienst
Aziatische zendelingen
straks naar Nederland
Sociëteit
voor
artiesten
Nog veel
vooroordelen
tussen hervormd
en gereformeerd
Nederlands enige zingende dominee
Kerken in de
wereld
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1965
Erbij
PAGINA TWEE
door
EUy van Hoeven
Predikantsvrouwen
ftmrtmmmi/mmmffimmmi.
iniuiiiiiiniiiiuiiiinniRiniiiiiiiiitiiniiiiiHiinininiiHiiiiiHmiinniiiniiininnni
Vietnam
Ds. A. ter Stee ge
„Met Bodaan'zegt een sonore mannenstem in antwoord
op ons dringend getelefoneer. En dan: „Ja, graag, komt u
maar naar mijn kantoor, dat is mijn trots". Terecht, dachten
wij, toen wij op een van die schaarse zonnige zaterdag
ochtenden binnenstapten. Het kantoor van de „Hervorm
de Zeemansraad" ligt aan de Amsterdamse Prins Hendrik
kade, recht tegenover de plek waar het begin van de IJ-
tunnel wordt gemaakt, de raamkozijnen zijn net lijsten
om een steeds bewegend schilderij: zware Hollandse wol
ken, daaronder het profiel van hijskranen, masten en
schoorstenen van boten, driftig golvend water, langsschie-
tende rondvaartbootjes en nu en dan een trage aak.
„Het uitzicht interesseert mij niet,
het kantoor des te meer: daar hen ik
belachelijk trots op", zegt Laurens A.
Bodaan, Nederlands enige zingende
dominee. „De kerk heeft me de op
dracht gegeven om de Hervormde Zee
mansraad afdeling Amsterdam op po
ten te zetten, met een equipment van
0,00 repetent. En kijk: nu staat dit er
toch. Mag ik dan trots zijn of niet?
Vraag niet hoe ik alle centen bij el
kaar heb gescharreld. Ik ben berucht
vanwege mijn praten en bedelen, ik
verkoop na afloop van een kerkdienst
ansichtkaarten, boekjes die ik uitgeef
en plaatjes die ik maak. Zo komen de
centjes binnen. De haven weet dat ik
hier zit en het hele zaakje loopt."
Deze onwereldse niet-zakenman,
die er inmiddels al 25 dienstjaren op
heeft zitten (vijf in West-Terschelling,
vijf als vlootpredikant, zeven in Dor-
drecht en sinds maart 1957 als leider
van de Hervormde Zeemansraad in
Amsterdam) is ondanks zijn 55 jaren
nog één stuk activiteit. Hij heeft een
zeecomplex, zegt hij zelf: het zee-
mansbestaan ligt hem, hij vindt het
een door-en-door mannelijk bestaan in
de beste zin van het woord. Zelf is hij
ook een stoere verschijning: grijzend
haar, heldere blauwe ogen, fors van
stuk, breed in de schouders, een man
die zo te zien beter op de brug van
een schip dan op de preekstoel past.
„Ik wilde ook helemaal geen predikant
worden, maar ja, ik voelde dat ik toch
moest, ondanks al mijn tegensputte
ren."
Ook Laurens Bodaan is ontdekt, zo
als dat vandaag de dag aan de lopende
band met jonge pubers gebeurt. Om
dat hij zo gezellig kan praten („ze den
ken van een dominee altijd dat hij
zichzelf graag hoort, maar eigenlijk
zwijg ik liever") kwam hij in Jan Koop-
mans „Palet", het programma voor
de zieken, terecht om er een bemoedi
gend woord te spreken.
„In die paletten heb ik veel artiesten
ontmoet, onder anderen mijn grote
vriend Ad van der Geyn. Die zei te
gen me dat ik moest gaan zingen. Dat
heb ik toen maar gedaan: een beetje
meer geld voor mijn Hervormde Zee
mansraad kan ik altijd gebruiken. Het
werd „I'm dreaming of a white Christ
mas" en zeven weken later kwam „De
Loodsboot". Geinig hè, dat er naast
alle zingende paters nu ook een zin
gende dominee rondloopt?
Ja. ik ben natuurlijk geen echte zan
ger, dat weten ze bij Phonogram waar
nu net een nieuw plaatje van me is
uitgekomen ook wel (Philips JF327869
„Kijk naar omhoog" „Dan weet
ik"). De wereld van het chanson,
daar heb je anderen voor voor mij
tellen alleen de centen. Niet voor me
zelf, begrijp me goed, maar voor het
werk.
Ik zit hier op dit moeilijke punt om
als getuige van Christus op te treden.
Ik vind het gewoon fijn om te mer
ken dat de kerk hier iets doet dat aan
geslagen is. Dat ik dat nou toevallig
doe is bijzaak. Soms heb ik van al
dat gebedel en van al dat rennen en
draven meer dan genoeg. Dan denk ik:
geef mij maar een fijne baan public
relations bijvoorbeeld, dat betaalt ook
beter.
Maar goed, je bent predikant of je
bent het niet: je kunt toch niet an
ders, al ben ik dan veel te mobiel om
op één plek te zitten, al ben ik dan
een cosmopoliet, al kan ik dan niet te
gen onwaarachtig gezanik. Daarom is,
sinds ik hier zit, mijn hele leven één
voortdurende publiciteitscampagne, al
leen maar om dit belangrijke werk
doorgang te laten vinden. Daarom zing
ik ook, niet omdat ik mezelf zo graag
hoor of verkocht zie. Gelukkig heb ik
veel supporters, zakenlui, alles van
hoog tot laag, en fotograaf Rotgans
geeft me voor mijn boekjes „Plaat
praat" en voor mijn tijdschrijftje
„Roer en radar" gratis foto's, en dat
zijn me dan ook foto's.
Het hoofdbestuur van de bond v?an
Nederlandse predikanten heeft begin
juli aan 1566 hervormde predikants
vrouwen een uitvoerig enquêteformu
lier gezonden. Daarin wordt onder
meer gevraagd of zij voor haar huwe
lijk een beroep uitoefende en welke
vaste werkzaamheden zij in de ge
meente van haar man verricht.
Verder zijn er vragen over het huis,
de huishoudelijke hulp, de besteding
van de vakanties, de hobby's. Ook of
en wat zij leest en of zij naar con
certen, schouwburg en bioscoop gaat
wordt in het formulier gevraagd. Ten
slotte wordt het oordeel van de do
mineesvrouw gevraagd over het pas
torieleven-
De dag des oordeels leek aangebro
ken op de zitting van het kantonge
recht te Klerksdorp (Zuid-Afrika). Je
remiah en Jericho legden de eed af,
terwijl rechercheur Thomas optrad als
getuige a charge tegen Salomo.
Zacharias en Zephemia kwamen na
hem in de getuigenbank om verklarin
gen af te leggen in een zaak, waarin
Johannes Petrus een zekere Israël van
veediefstal betichtte.
De zitting werd een half uur ge
schorst om iemand te zoeken, die naar
de naam Handrem zou luisteren. Ha-
bakuk, die bij het zoeken hielp, kwam
tenslotte tot de conclusie dat hij die
Handrem moest zijn.
Aan het slot van de dag werden
Isaak en Elias in staat van beschuldi
ging gesteld voor een moordaanslag op
Lucas. Zij waren gearresteerd door de
politieagent Adam.
/s/f/S* r-, A"/.v/ 'VV
■likt
Een moderne kerk in Rijswijk van architect Jan de Jong uit Schaik.
De Nederlandse zendingsraad het
overkoepelend orgaan van de protes
tantse zending in Nederland heeft
aan de aangesloten kerken en corpo
raties een door de raad aanvaarde
nota toegezonden over de plaatsing
van Aziatische zendingsarbeiders in
Nederland.
Tot nog toe is de richting waarin
zendingsarbeiders in de wereld wer
den uitgezonden bijna uitsluitend van
„west" naar „oost" geweest, dat wil
zeggen van Europa en Amerika naar
Azië, Afrika en Zuid-Amerika. In de
internationale missionaire en oecume
nische discussies is de laatste tijd
sterk de visie naar voren gekomen
van zending als een beweging van we
derkerigheid in het zenden van zen
dingsarbeiders.
De zendingsraad meent dat ook de
kerken in Azië en Afrika de gelegen
heid moeten krijgen haar leden over
de grens te sturen. Dit moet niet ge
beuren omdat er voor een bepaald
werk geen Nederlanders beschikbaar,
zouden zijn, maar als een teken in
Nederland, dat de kerk van Jezus
Christus op aarde in principe een we
reldgemeente is.
De zendingsraad stelt zich voor dat
de samenwerkende kerken in Neder
land een brief zenden aan het secre
tariaat van de East Asia Christian
Conference een raad van kerken in
Oost-Azië met het verzoek om twee
zendingsarbeiders naar Nederland te
sturen. Gedacht wordt aan personen
uit het industrie-apostolaat in Japan,
die uitstekende medewerkers in het in
dustrie-apostolaat in Nederland zouden
kunnen zijn.
De zendingsarbeiders, die vanuit het
oosten naar Nederland zouden komen,
zullen een goede voorbereiding moeten
hebben voor hun missionaire taak. Zij
zullen de Nederlandse taal moeten le-
Ook de pers is op mijn hand. Als u
mij nou zou willen helpen, zet dan in
uw krant dat die boekjes schitte
rend hoor! voor drie gulden bij mij
te bestellen zijn via giro 375541 ten na
me van Bodaan. Soms geloof ik dat
ik veel te hard van stapel loop, de
dokter heeft me al gezegd dat ik het
wat kalmer aan moet doen. Maar hoe
zou het kunnen? De mensen hebben je
nodig, dan kun je toch niet stil stit-
ten?"
Maandag 6 september zal kardinaal
Alfrink aan de Spieghellaan te Hilver
sum de nationale artiestensocieteit
openen. Artiestenaalmoezenier Theo
Kloeg kreeg in 1958 van de kerkelijke
overheid de opdracht zich in de ar
tiestenwereld te gaan oriënteren, met
daarbij de uitdrukkelijke richtlijn zich
niet alleen tot de rooms-katholieke ar
tiesten te beperken.
Beginnend bij de radio-omroepen is
hij zich een beeld gaan vormen van
het werk- en leefmilieu van de Ne
derlandse artiest en hij kwam weldra
tot de conclusie, dat er op sociaal
maatschappelijk terrein ontzettend
weinig voor de artiesten is gedaan.
Vele kunstenaars blijken behoefte te
hebben aan gesprekken met mensen
die hun vak verstaan en begrip heb
ben voor hun problemen.
„Er moet een gelegenheid gescha
pen worden waar deze mensen onder
elkaar kunnen zijn en iemand kunnen
ontmoeten die hun problematiek be
grijpt", vertelde aalmoezenier Kloeg.
Dit heeft geresulteerd in de oprich
ting van de nationale artiestensocie
teit, die zich van alle andere reeds
bestaande artiestensocieteiten onder
scheidt door het feit dat er naast ge
zelligheid ook aandacht besteed zal
worden aan het sociaal-maatschappe
lijke element. Het centrum zal geves
tigd worden in de woning van de aal
moezenier, die daarvoor verbouwd is.
Uitdrukkelijk wees aalmoezenier
Kloeg er op, dat de sociëteit niet op
rooms-katholieke leest geschoeid is,
doch slechts is voortgekomen uit een
initiatief uit de rooms-katholieke we
reld. Met uitzondering van zaterdag
en zondag is de soos dagelijks de ge
hele dag geopend. B. en W. van Hil
versum zullen het sluitingsuur nog na
der vaststellen. Ook is een volledige
vergunning aangevraagd.
„Want dit werk kost meer jenever
dan wijwater", lichtte de aalmoezenier
toe. Het ligt tevens in de bedoeling
een sociaal noodfonds te stichten om
de artiesten in geval van langdurige
ziekte of invaliditeit in de kosten tege
moet te kunnen komen. De contributie
bedraagt 25 gulden per jaar. Tot dus
ver hebben zich tweehonderd Neder
landse artiesten als lid aangemeld.
Volgens aalmoezenier Kloeg zullen er
echter nog velen volgen.
De Wereldraad van Kerken geeft op
ongeregelde tijden een bulletin uit,
waarin gegevens worden verstrekt
over da kerken in Oost-Europa. Het
laatste vertelt het een en ander over
de militaire dienst en de godsdienst
in de Sovjet Unie.
„Wat is de houding van de commu
nistische en de godsdienstige oorlogs
ideologie ten opzichte van de militaire
dienst?", zo wordt gevraagd in een pu
blicatie van het Sovjet-ministerie van
oorlog in Moskou. „In welk opzicht
zijn godsdienstige vooroordelen en bij
geloof nadelig voor het vormen van
het moreel en voor de militante hou
ding van de Sovjet soldaat? Waarom
is de militaire dienst in de Sovjet-Unie
de plicht van alle mannen, teneinde
hun volk en hun socialistische maat
schappij te beschermen tegen imperia
listische agressie? En waarom moet
deze plicht tot het onzelfzuchtig be
strijden van de vijanden van het so
cialistische vaderland gezien worden
als een innerlijk zedelijk bevel?"
In de inleiding van het boekje wordt
gezegd dat „godsdienstige tradities het
voor de gelovigen moeilijk kunnen ma
ken de noodzaak van Sovjet-militaire
dienst te beseffen en die te onderne
men. Het boekje stelt de vraag op
welke wijze de godsdienst de strijd
voor het communisme kan verzwakken.
..Het is waar dat de Kerk heden ten
dage, onder invloed van de gemeenten,
een progressieve houding aanneemt in
zaken van algemeen belang. In feite
evenwel, en op grond van zijn dogma,
is de godsdienst nog altijd een ideolo
gie die tegenover het communisme
staat.
Het volk van de Sovjet-Unie begrijpt
dat de economische en militaire macht
van de U.S.S.R. en van de landen van
het socialistische blok de belangrijkste
voorwaarde is voor het voorkómen van
oorlog. Het volbrengt en met het
volk ook de gelovigen de plicht te
genover het vaderland. Sommige gelo
vigen echter hebben 'n andere mening
wat betreft het probleem van het voor
kómen van een nieuwe oorlog. Zij zeg
gen dat het probleem van „Oorlog en
Vrede" uitsluitend een zaak is van de
Almachtige en dat geen aardse activi
teit ook maar in de geringste mate de
loop der gebeurtenissen kan verande
ren, zoals God die wil. Zij zeggen dat
oorlog een straf is van God voor de
zonde van de mens. Zolang de zonde be
staat zullen er oorlogen zijn. Willen wij
Gods toorn niet opwekken dus een
oorlog vermijden dan moeten wij
eerst niet meer zondigen, zo zegt de
zedewet van het Evangelie. Het Cen
trale Comité van de Communistische
Partij heeft echter verklaard, dat de
godsdienst nog nooit het uitbreken van
een oorlog heeft voorkomen. In rooms-
katholieke en protestantse kringen in
West-Duitsland bijvoorbeeld wordt al
les gedaan om de theologische en ethi
sche rechtvaardiging van een atoom
oorlog te steunen".
Het boekje verwerpt de bewering van
het Russisch Orthodoxe Patriarchaat
in 1945, als zou de overwinning van
het Russische volk in de grote natio
nale oorlog behaald zijn met de hulp
van God. „Op deze wijze verduisteren
de geestelijken het inzicht van de ge-
lovigen in belangrijke socio-politieke
vragen. Volgens hen (de geestelijken)
heeft God, ondanks de zonde van het
Sovjet-volk, zijn wraak doen verande
ren in genade. De kerk beweert, dat
de „Almachtige" zijn oordeel ten gun
ste van het Sovjet-leger heeft gewij
zigd. Wat een ongehoorde aanmatiging
van de kerk om te denken dat haar
steun de nederlaag van de fascisten
heeft bewerkt."
Nog enkele citaten uit het boekje:
„Sovjet soldaten zijn overtuigde
atheisten, aan wie alle mystiek
vreemd is. Onder hen zijn gelovigen,
die voortgaan met aan God te geloven
uit traditie. Zij zijn slechts uiterlijk
aan de godsdienst gebonden zij heb
ben er geen innerlijke band mee. In za
ken van politiek en cultureel idealis
me verschillen zij heel weinig van
atheisten. En toch zijn er mannen die
hun militaire dienst verrichten en die
gevangenen zijn van hun godsdienst en
dit verzwakt hun wilskracht. De gods
dienstige mentaliteit, de godsdienstige
gevoelens passen slecht bij het Sovjet
volk en de soldaten. Zij zijn er op ge
richt de godsdienstige soldaten zedelijk
te ontwapenen en hen te beletten het
socialistische vaderland te verdedigen
tegen agressie."
Het verloop tot nu toe van het Tweede
Vaticaans Concilie is voor de Evange
lische minderheidskerken in Spanje en
Aflossing van de wacht in Moskou.
Latijns Amerika niet zonder bepaalde
gunstige uitwerking gebleven, zo heeft
de voorzitter van de Evangelische kerk
in Spanje en de leider van het Evan-
gelisch-theologisch seminarium in Bar
celona, professor dr. Gutierrez Marin
in Duisburg verklaard.
Professor Marin, die ook in ons land
enkele malen voordrachtsreizen heeft
gehouden, was in Duitsland, waar hij
in Duisburg en in Dinslaken lezingen
hield. Hij stelde daar vast dat men
kan spreken van een begin van ver
lichting voor de Evangelische kerk in
Spanje. In dit verband wees professor
Marin op zijn zo juist verschenen
boek „Fe y Accion" („Geloven en
Handelen"). Het is de eerste theolo
gisch wetenschappelijke publicatie van
een protestantse Spanjaard, die door
de Spaanse regering is toegestaan.
Als teken van de beginnende toena
dering tussen de verschillende confes
sies noemde professor Marin de vor
ming van een commissie van zeven
leden, die een oecumenische uitgave
van het Nieuwe Testament in de
Spaanse taal voorbereidt. Van deze
commissie maken deel uit vier Spaan
se rooms-katholieke theologen (Fran
ciscanen en Dominicanen) en drie pro
testantse theologen uit Spanje, Peru
en Puerto Rico. De besprekingen van
deze confessioneel-gemengde commissie
zijn eind juli in Barcelona begonnen
en zullen in september in Rome wor
den voortgezet.
Professor Marin deelde tenslotte mee
dat de Evangelische kerk in Spanje op
het ogenblik dertigduizend leden telt
met dertig dienstdoende predikanten.
De Spaanse protestanten hebben de
beschikking over 52 kerkgebouwen. Het
grootste met vierhonderd zitplaat
sen bevindt zich in Madrid. De kerk
leeft van de vrijwillige bijdragen van
de gemeenteleden en van giften van
buitenlandse kerken.
Kerkelijke leiders van de East Chris
tian Conference hebben een schrijven
gezonden aan de nationale raden van
kerken in de Verenigde Staten en in
Groot-Brittannië en vier punten voor
gesteld om een beëindiging van de oor
log in Vietnam te bereiken. Zij ver
zoeken de leiders van de raden van
kerken om alles te doen wat in hun
macht is om hen die in hun land de
beslissingen moeten nemen, te steu
nen. De vier punten van de brief zijn:
1. Wij geloven niet dat een duurzame
oplossing van het probleem in Vietnam
mogelijk is tenzij het uitgangspunt het
simpele feit is dat Vietnam één land
is. De demarkatielijn tussen Noord- en
Zuid-Vietnam is alleen een staakt-het-
vuren-lijn.
2. Het is niet mogelijk een nationa
listische beweging middenin tot staan
te brengen. Toen de Fransen Vietnam
verlieten had er een weg gevonden
moeten worden om geheel Vietnam te
bevrijden.
3. Naar ons inzicht moeten drie din
gen gelijktijdig aan de onderhande
lingstafel geregeld worden: de eenwor
ding van .Vietnam; de garantie voor
ren spreken, de geschiedenis en cul
tuur van Nederland, het godsdienstige
denken en de kerkgeschiedenis van de
Nederlandse kerken moeten bestude
ren.
De uitnodigende Nederlandse kerken
zullen het grootste deel van salaris en
overtochtskosten moeten betalen. Doch
ook de zendende kerk zal een deel
moeten bijdragen aan deze zendings
arbeiders, die voor onbepaalde tijd in
ons land zouden moeten werken.
Hervormden en gereformeerden koes
teren nog steeds veel vooroordelen te
genover elkaar. Zo vinden de gerefor
meerden zich veelal beter thuis in de
leer der kerk, achten zij zich offer
vaardig, recht door zee, en vinden zij
dat ze verstandelijk redeneren. Van de
hervormden menen zij veelal dat de
zen lid van de kerk zijn omdat het „zo
netjes" staat, dat zij niet op de hoogte
zijn van wat er in hun kerk leeft, dat
zij geen principes hebben en dat bij
hen de levenspraktijk sterk afwijkt
van de leer.
De hervormden daarentegen, die
zichzelf nogal vaak vredelievend ach
ten, vol begrip voor de mening van
een ander en recht door zee, zijn ge
neigd van gereformeerden te denken
dat zij hun geloofsgenoten voortrekken
in het bedrijfsleven, dat zij niet mo
gen fietsen op zondag, dat zij altijd
de boventoon willen voeren, star,
schijnheilig en heerszuchtig zijn en
vaak anderen als stropoppen gebrui
ken.
Dergelijke tendenties zou men kun
nen opmaken uit een onderzoek over
„beeldvorming van Nederlands her
vormden en gereformeerden omtrent
elkaar en over zichzelf" in het jaar
boek van de Nederlandse organisatie
voor zuiver-wetenschappelijk onder
zoek. In het kader van het onder
zoek werd een enquête in Amersfoort
gehouden, waar de kerkelijke samen
stelling der bevolking wat gerefor
meerden en hervormden betreft over
eenkomt met die in Nederland. Er
werden 77 vragen voorgelegd en boven
dien 38 kaartjes uitgereikt, waarop al
lerlei uitspraken waren vermeld en
waarbij werd gevraagd welke van de
uitspraken zij van toepassing achtten
op gereformeerden of hervormden.
Het was niet zo, dat de bovenge
noemde eigenschappen volkomen eens
gezind aan de „eigen" of „andere"
partij werden toegedicht. Maar een ze
kere neiging tot stereotypievorming
was toch wel duidelijk, zodat het po
sitieve in de eigen situatie werd aan
gedikt, en het negatieve in de situatie
van de andere groep werd geaccen
tueerd.
Toch heeft het onderzoek uitgewezen
dat de stereotypievorming minder
sterk is dan bij de opzet werd ge
dacht. De meeste hervormden en een
gelijk percentage gereformeerden
meenden dat gereformeerden niet mo
gen dansen, dat zij overal de bijbel
bijslepen, dat zij conservatief zijn en
dat zij niet naar de bioscoop mogen.
Overeenstemming tussen hervormden
en gereformeerden bestond ook over
de hervormden op het punt dat zij niet
erg bijbelvast zijn en dat er in de Ne
derlands hervormde kerk plaats is
voor allerlei opvattingen.
werkelijke vrijheid voor alle burgers in
Vietnam, ongeacht hun godsdienstige
of politieke overtuiging en de onafhan
kelijkheid van Vietnam ten opzichte
van zijn buren,
4. Het is mogelijk dat er behoefte is
aan drie gelijktijdige onderhandelin
gen: tussen de strijdende partijen in
Vietnam, tussen Zuid- en Noord-Viet-
nam en tussen alle betrokken machten
die de overeenkomsten die bereikt zijn
bij vorige onderhandelingen moeten
garanderen.