De rechercheurs van de toonbeelden van evenwichtigheid OOSTERSE KRIJGSLISTEN, VAN DJINGIZ KHAN TOT VIETCONG PANDA EN DE YINX Ons vervolgverhaal Uiterst strenge selectiegevolgd door nog veel strenger opleiding 34 en 11 door Marjorie Kinnan Rowlings Overuren Geen emoties Wrede Mongolenheerser gebruikte dieren als vliegende brandbommen door dr. Robert van Gulik WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1965 (Geautoriseerde vertaling van Mien Crabberton) wuvwwvwwuww GOUDEN OOGST 55) Hij had haar lichaam geweld aangedaan, maar hij had liefde en tederheid, peinsde hij, met zijn schending doen samensmel ten. De bij zocht op deze wijze de bloesem, de kardinaalsvogel zijn wijfje, de hond een vrouwtjeshond, en in de handeling lag extatische levensuiting, met het onnaspeurlijke doel van scheppingsdrang. Het was absurd, dat tussen mannen en vrou wen iets goeds kwaad kon stichten. Huwelijk de wetten der mense lijke gemeenschap de maatschap pij. Hij bewoog geërgerd het hoofd. Hij was niets aan anderen of hun opinies verschuldigd. Allie Het kind Het kind, dat geboren werd in een vreemde onbekende wereld, onwe tend van de vele complicaties en ver houdingen. Een kleine bastaard in het oer woud. Die misschien blauwe ogen zou hebben als Allie en ze even vrees achtig zou opslaan naar een omcir kelende, onvriendelijke wereld. Hij dacht: „Ik moet er mij niet aan onttrekken." Er lag geen vreugde in dit besluit. Hij herinnerde zich opeens de kleine kolibri, die hij in de beker van zijn handen had gehouden. Hij herinner de zich ook de eerste aanraking van het meisje, zacht en schuw als de vogel. Hij dacht aan de zandige Pal- menbaai en aan al de stille, verbor gen weelde. Nu was het zoet dezer vreugden voorbij, alsof de honing uit een honingraat was weggedropen en hij nu stond met in zijn handen de droge, geurloze was, die de honing had omsloten. Het vuur op de haard verminderde en de kamer werd kil, zelfs in de zon. Hij beurde zijn armen voorzich tig op en schoof lager onder de dekens. Een verre deur ging open en dicht. Hij luisterde gespannen. Je kon een hard gevecht winnen, maar als je gewonnen had, zeer eenzaam zijn. Hij verlangde naar de warmte van Albury's aanwezigheid. Toen hij stappen over de gang hoorde komen die stilhielden voor zijn kamerdeur, werd hij levendig en hunkerend. De deur ging open. „Albury!" De kleine roodwangige man liep snel op het bed toe en leunde erover heen. Albury keek bezorgd in de don kere ogen, die voor de eerste maal sinds de gehavende, bewusteloze aankomst naar hem opgeslagen wer den. Het smalle, jonge gelaat was ouder geworden. Om de mond groef den diepe lijnen. De ogen waren rustig. Albury zei: „Mijn jongen, het maakt me zo gelukkig, dat je weer bij kennis bent." Tordell dacht: „Hij veracht me niet." Hij voelde zich verwarmd en ver troost. Hij vroeg aarzelend: „U weet het?" Albury knikte. „Luke vertelde het me. Albury was zenuwachtig en schar relde onrustig rond, zag het gedoof de vuur en begon het onmiddellijk nieuw op te bouwen. Over zijn schou der heen zei hij: „Er is een bel koord rechts van je bed. Je moet bellen, als er iets aan je verzorging ontbreekt." Hij nam nieuwe blokken uit de mand van palmweefsel, legde ze op de haard en kroop er dichtbij om de as weer aan te blazen. De ronde rug leek oud en gebogen, alsof hij, zon der het rozigblanke kinderlijke ge zicht dat hem weersprak, verraden kon hoeveel zware lasten deze man te torsen had. Albury stond op en schoof de gemakkelijke stoel naar het ledikant. Tordell zei: „Ik heb nooit gedacht, dat ik u zóveel last zou bezorgen." Hij zag met verwondering, dat Al bury's ogen zich met tranen vulden. „Stil toch, stil toch, jongen." Hij barstte opeens uit: „Ik kan je niet zéggen, hoeveel verdriet het me ge daan heeft en nog doet Het is iets dat hier soms gebeurt zij be doelen er goed mee te doen, het is een vreemde poging om recht te doen, maar er zit ook haat en wreedheid in verborgen. Maar dat het jou moest overkomen dat het jou moest overkomen dat het jou moest overkomen „Het is goed zo". „Maar ik wenste een vriendelijker lot voor je in Florida. Tordell zei: „Laten we het niet uit pluizen." „Ik weet het. Ik begrijp het." Albury streek over de witte sprei, in gedachten, alsof de behoefte te troosten hem overweldigde. Tordell keek naar hem. Hij zei: „U was het niet met mij eens, dokter, indertijd, toen ik be weerde, dat liefde iets wreeds en on meedogends is, omdat ze altijd op de een of andere manier het verraad in zich meedraagt." De dokter keek hem aan en liet zijn blik door de kleine kamer dwa len. Hij vouwde zijn handen en staar de naar buiten. Hij zag onzichtbare, sinds lang begraven gezichten. Hij zei zacht: „Zo is het. Zo is het." Hij sprak meer tot zichzelf dan tegen de magere jonge man op het bed. „Ik heb veel liefde ontvangen in mijn leven. En vroeger of later is ze altijd een middel geweest om me pijn te bezorgen. Ik had de vrouw lief die mij het leven gaf en ze stierf. Ik had de man lief die mijn vader was en hij stierf. Ik had de moeder van mijn zoon lief en ze stierf bij zijn geboorte. Ik kreeg een andere vrouw lief en ze ging weg en wilde niets meer van me weten. Het eindigde alles in pijn en verdriet." Hij leunde voorover en streek ov?r de lange, smalle hand op de beddé- sprei. „En toch zeg ik, ik zou het niet hebben willen missen. Zelfs niet om de bitterheid van dood en verraad te ontkomen, zou ik de liefde hebben willen missen in mijn leven." De verse houtblokken vlamden krachtig op. Tordell bepeinsde, dat de levensvlam even krachtig brand de in deze kleine, blozende man. Hij kon hem bijna benijden. Hij dacht: „Maar hij is zeer kwets baar. Hij staat bloot aan elke toe vallige wind. Zelfs om mij heeft hij geleden." Hij vroeg onverwacht: „Albury, waarom ben je zo verbazend goed en vriendelijk voor me? Waarom heb je me niet eenvoudig verbonden en weer naar mijn bossen gestuurd?" Albury hief het hoofd op, met een huivering. „Mijn jongen, je was niet in een toestand om weer weggebracht te worden. En ik wou je hier houden. Ik heb je al eerder hier willen heb ben. als mijn gast." Hij zei: „Werkelijk, Tordell, ik ben zelfzuchtiger in deze geschiedenis dan je denkt. Ik heb aldoor gewenst, dat je mijn zoon zou leren kennen, dat je zijn vriend zou worden. Hij heeft geen vrienden. Hij heeft ken nissen met wie hij rijdt en speelt en drinkt, maar geen vriend." Tordell was verbaasd. Hij vroeg: „Wat heb ik hem te geven?" Albury rimpelde zijn glimmend voorhoofd. De rimpels trokken tot over zijn schedel. „Het is moeilijk uit te leggen. Jij hebt het leven tegenover je gehad, op meer dan één manier en je houdt je hoofd op. Je zult me begrijpen als je hem leert kennen." Tordell dacht: „Er is iets. dat hij zichzelf niet bekennen wil. Iets met zijn zoon. Albury zei: „Hij heeft beloofd van daag thuis te komen." Zijn gelaat helderde op, alsof hij een kind was, aan wie een heel bij zondere attractie werd beloofd. Tordell vroeg, in plotselinge schrik: „Moet hij het weten?" „Neen. Hij hoeft het niet te we ten." „Dank u." (Wordt vervolgd). QUANTICO (Virginia). De stalen klerenkasten van de leerlingen aan de nationale academie der FBI (de Ameri kaanse federale recherche) zijn anders dan andere. Zij heb ben geen sloten, maar nog nooit is er iets uit de kasten ge stolen. Trouwens: de FBI heeft in zijn 41 jaar onder leiding van de directeur J. Edgar Hoover nooit in eigen gelederen een schandaal gekend. De bedden in de slaapzaal zijn allemaal gelijk en alle kamers en zalen zijn kraakhelder. Een man die zich zou onttrekken aan onprettige kleine karweitjes als corveedienst zou zich ook kunnen onttrekken aan de onprettige kanten van een door hem te verrichten onderzoek, zegt Henry (alias Hank) Sloan, directeur van de academie, daaraan toevoegend, dat er „heel wat onprettige kanten" zijn. WAT VOOR soort mannen zijn de 6300 agenten van de FBI? Wat eist Hoover vanjde jonge mannen die uitgekozen wor den voor zijn élitekorps? Op de academie en later in dienst van het ministerie van Justitie in Washington, vertonen zij zon der uitzondering een prima lichamelijke conditie. Niemand is dik. Iedereen is glad geschoren en goed geknipt. Voor een bui tenstaander lijken ze in uniform te zijn conservatieve donkere kostuums, gewoon lijk zwarte schoenen en donkere sokken, decent gestreepte dassen en een zakdoek keurig gevouwen in de borstzak. Geen schreeuwende dassen of idem sportjasjes. De hoeden kunnen verschillen, maar grij ze gleufhoeden zijn in de meerderheid. Een veteraan van de FBI vertelde: „Wij willen dat onze mannen op conservatieve jonge zakenlieden lijken. Zij moeten zo wel bankdirecteuren als prostituees en misdadigers verhoren, en we willen dat ze altijd keurig gekleed zijn en correct optreden. Maar je moet ook eens zien wat ze aan hebben als zij niet herkend mogen worden." Als jongelui solliciteren weten ze wat van hen wordt verlangd toewijding, trouw, altijd klaar staan en hard werken met veel overuren, waarvan er maar weinig worden betaald. De normale werkdag is van negen uur tot half zes maar vorig iaar hebben de agenten gemiddeld twee en een half uur overwerk per dag ver richt. Elk hunner heeft altijd een gemid delde van 23 zaken te handelen. De be ginnende agent heeft een jaarsalaris van 7900 dollar (ruim 28.000, maar in koop- waarde ongeveer gelijk te stellen met 8000 gulden) en kan opklimmen als hij in de buitendienst is tot 15.800 dollar. Een paar topmensen komen tot 24.500. Zij moeten Amerikaanse burgers zijn, bereid om overal in het land dienst te doen, tenminste een college hebben afge lopen en zo mogelijk een graad hebben behaald in de rechtswetenschappen. Bij het solliciteren moeten zij tussen de 23 en 41 zijn, niet korter dan 1 meter 75 en vrij van gebreken die het efficiënt gebruik van vuurwapens of de prompte uitvoering van gevaarlijke taken kunnen verhinderen. Zij ondergaan een grondig verhoor, een reeks tests en een strenge lichamelijke keuring. Komen ze daar door, dan volgt een zeer intensief onderzoek naar hun persoon en verleden. Daarbij gaat de FBI terug tot de dag waarop de man is ge boren. Er wordt gepraat met onderwij zers en leraren, buren, vrienden, werkge vers en andere contacten. Er wordt ge ïnformeerd bij de politie en naar zijn mi litaire staat van dienst. Niets wordt over geslagen. EEN BLANCO strafregister is een ver eiste. De kandidaat mag geen emotionele of drankproblemen hebben gehad, niet op vliegend zijn of in een situatie verkeren die afbreuk zou kunnen doen aan z'n loya liteit, zoals het bezit van famileileden die in potentieel-vijandige landen onder druk kunnen worden gezet. Zelfs als hij oneer lijk is geweest bij eer. schoolexamen of verdachtis geweest van een diefstalletje, kan toetreding tot de FBI voor hem on mogelijk worden. De agenten moeten im mers voortdurend getuigen in rechtszaken en het moet daarbij niet kunnen voorko men dat een handige advocaat een agent van de FBI aan de kaak stelt wegens een smet op zijn verleden. De beste man voor de FBI is iemand met een stabiliteit die boven het gemid delde ligt en die onder grote druk kan werken. REDENEN voor ontslag zijn er vele. Drinken in diensttijd is verboden, zelfs bier bij de lunch. Verkeerd gebruik van FBI-materiaal, zoals een auto of een pistool, of het gebruiken van een dienst auto voor particuliere doeleinden zijn hoofdzonden. Het ergste wat een agent DE AMERIKANEN hebben totnogtoe weinig voldoening beleefd van hun gewapende interventie in Zuid-Vietnam. Zij hebben daar thans een strijdmacht van 100.000 man ingezet, uitgerust met het modernste materieel. Maar de ver hoopte successen blijven uit. Het zijn veeleer de tegenstanders, de Vietcong, die succes boeken: een ongrijpbare vijand die beslissende veldslagen mijdt, maar de Amerikanen door brandstichting, snelle overvallen en listige valstrikken in verwarring brengt, en hun grote verliezen aan mankracht en materieel berokkent. ZO GAAT het vaak in een jungle-oor- log. Een efficiënte kleine strijdmacht kan op die manier een overmachtige vijand vrijwel tot machteloosheid doemen: de ge schiedenis is vol van zulke voorbeelden. En de Vietcong is een efficiënte strijd macht, daar hoeft niemand aan te twijfe len. Meesters in de improvisatiekunst, vinden zij de ene krijgslist na de andere. Hun boobytraps en andere primitieve strijdmiddelen maken zij veelal zelf. Be rucht is b.v. de „schoonveger": een zwa re boomstronk die, aan lianen bevestigd, in een boomtop boven een smal jungle pad gehangen wordt. Betreedt nu een vijandelijke patrouille dat pad, dan komt die „vliegende bom", hangend aan zijn slinger, met razende snelheid omlaagsui- zen. Hij scheert laag over het pad en maait, bezet met duizenden messcherpe bamboesplinters, de hele vijandelijke ko- lonne neer. DE AZIATEN zijn meesters geweest in trouwens altijd het uitdenken 44 Nadat Mo een tijdje had gekeken naar de kring van Yinx, die zich rond de jammerende Joris vorm de, maakte hij plotseling juichend een luchtsprong. „Hela.' Wat mankeert jou opeens?!" vroeg Panda ver baasd. „Afweermiddelen tegen Yinx! juichte de reus. „Mo weet nu hoe! Mo weet nu wat! Voortaan Mo wan delen in blijde gedaante! Voortaan Mo licht als lente wind in bloeiende bloesem!" Met deze en dergelijke uitroepen verliet hij Huize Hobbeldonk en verdween luchtig huppelend uit het gezicht. Panda en Jolliepop staarden hem verbluft na. „Hij heeft eindelijk een af weermiddel tegen Yinx gevonden, geloof ik", merkte Panda op. „En daarom kon hij nu zo vrolijk weg gaan. Mij heeft hij niet meer nodig. Maar.eh..het zou toch aardiger geweest zijn, als hij ons eerst verteld had, wat dat voor een afweermiddel was!" „Dat heeft hij gedaan, meneer Panda", zei Jolliepop. „Het beste afweermiddel is opgewektheid". „Dat begrijp ik niet", zei Panda. „Hoe bedoel je?" „Plaaggeestjes worden door jammerklachten aangetrokken", legde Joliepop uit. ..Maar als men zich opgaruimd over te genslagen heenzet, hebben zij er geen plezier van en blijven weg. De blijde levenslust, die de heer Mo thans ten toon spreidde, zal de Yinx ervan weerhouden, hem nog verder te volgen". „O", mompelde Panda. „Maar .eh - dan zijn ze dus nu in Hobbeldonk achterge bleven!" van helse verrassingen. Een klassiek voorbeeld daarvan is de grote verove raar D.iingiz Khan, die in de dertiende eeuw de toenmalige Oosterse wereld, maar ook het Midden-Oosten en een groot deel van het huidige Rusland onder de voet liep. Djingiz Khan begon zijn zege tocht nadat hij in 1206 door een rijksdag van Mongoolse stammen tot Vorst der Vorsten was uitgeroepen en een sjamaans heilige hem de heerschappij over de ge hele wereld voorspeld had. Plunderend en brandend trok zijn ruiterleger oostwaarts naar het Mandsjoerijk Kin (het tegen woordige China) en overschreed de Grote Muur. Het enorme Chinese leger dat de „barbaren" opwacht, lijdt een verplette rende nederlaag en nu ligt heel het Chi nese rijk voor hen open. Als een vloed golf overstromen zij het land. Alleen de steden houden stand. Het zijn sterke, ommuurde vestingen waartegen de storm lopen van 't vermetele ruitervolk te plet ter slaan. De muren houden stand, de poorten blijven gesloten. ZO IS DE toestand als Dzingiz Khan in 1209 met zijn hoofdmacht voor Wo-Lo-Hei aankomt: een grote stad en een machtig bastion. Het stadsbestuur weigert, zich over te geven en de „Vorst der Vorsten" besluit tot een beleg. Weken verstrijken, maar Wo-Lo-Hei versaagt niet. Met lange ladders proberen de belegeraars de mu ren te overwinnen. Zij worden telkens te ruggeslagen. kan overkomen is het verlies van zijn wa pen of zijn identiteitsbewijs. Onbehoorlijk gedrag in het openbaar, in of buiten dienst, kan het einde van de carrière betekenen. Ook kleine wetsover tredingen. Een FBI-agent die voortdu rend bekeuringen krijgt b.v. wegens te snel rijden, ondervindt moeilijkheden. De F.B.I. maakt geen cijfers bekend over het aantal ontslagen uit zijn dienst, maar men weet dat het er opvallend wei nig zijn. De jonge agenten wordt bijge bracht dat zij uiterst nauwgezet moeten zijn in hun rapporten. Hun schietopleiding is bijzonder zwaar. Zij moeten snel en precies kunnen schie ten. Dit is ook belangrijk omdat hun te genstanders niet zo snel geneigd zijn hun wapens te gebruiken daar zij weten hoe goed die F.B.I.-man kan schieten. De schietschool van de academie heeft een „verrassingsbaan". Uit deuren en ra men aan de linkerzijde van de recruten verschijnen plotseling kartonnen silhout.en. De agenten moeten leren om de kwade jongens in een flits te onderkennen. De schietinstructeur George Zeiss roept: „Je hebt net een jongetje dat een speelgoed pistool droeg gedood." of „Die man ge baarde dat hij zich overgeven wilde, toch heb je hem doodgeschoten". Een der vreemdste monumenten in Engeland staat op een verre uithoek van de Londense St. Pancras-be graaf - plaats, waar het dertig jaar geleden werd opgericht door een aantal zie kenhuizen uit dankbaarheid jegens de man, wiens graf het siert. Het is een levensgroot standbeeld van Henry Croft, de eerste der Londense „parel koningen". Deze „pearly kings" (en „queens") zijn straatventers wier kle ding van onder tot boven bestikt is met paarlmoeren knoopjes. Ze zijn ook nu nog bekende figuren in de Londense volkswijken, op de renba nen e.d. Henry Croft opereerde altijd in rokkostuum met hoge hoed en zo heeft de beeldhouwer hem ook vereeuwigd: een enorm karwei omdat de duizenden knoopjes van 's mans „ambtsgewaad" een voor een in steen uitgebeiteld moesten worden. Het beeld heeft dan ook een klein kapi taal gekost, maar dat hadden de dankbare Londense ziekenhuizen er graag voor over. In de tijd vóór de Nationale Gezondheidsdienst (waar bij de ziekenzorg „van de wieg tot het graf' staatszorg is geworden) wa ren de meeste ziekenhuizen vrijwel geheel op vrijwillige bijdragen aan gewezen en in dit opzicht heeft Henry Croft prachtig werk gedaan. Samen met een grote groep andere parelkoningen en koninginnen orga niseerde hij een inzamelingscam pagne, die elk jaar miljoenen voor de hospitaalfondsen opleverde. Zijn voor beeld heeft vrucht gedragen: nog al tijd verlenen de Londense „pearlies", bij collecties en liefdadigheidsacties voor allerlei doeleinden grif en be langloos hun medewerking. Dan komt er gemor in de rijen der Mongolen. Gewend als zij zijn aan snelle overwinningen, worden ze ongeduldig en tenslotte moedeloos. De heerser begrijpt het gevaar en zint op middelen om een beslissing te forceren. Als geweld niet helpt, moet list uitkomst brengen EEN AFGEZANT verschijnt voor de poorten der belegerde stad. Hij laat de commandant uit naam van Djingiz Khan weten, dat het beleg zal worden opgebro ken als de stad binnen twee etmalen twee duizend levende katten en twaalfduizend vogels aan de Mongolen kan leveren. De commandant beschouwt dit als een bizar re gril der barbaren die, zo meent hij, verzot op kattevlees en vogelgebraad zijn. Hij organiseert een grote dierenjacht en na twee dagen zijn de gevraagde aan tallen bijeen. Katten en vogels in hoofd zaak zwaluwen worden over de muren aan de belegeraars uitgeleverd de poorten hield de commandant wijselijk gesloten. Djingiz Khan glimlacht als de dieren hem gebracht worden. Hij laat zijn lijf wacht aantreden en beveelt, elke kat en vogel een prop katoen aan de staart te binden. Als dat gebeurd is laat hij de ka toen aansteken en de dieren in vrijheid stellen. De arme dieren zijn door het dol le heen. Twaalfduizend vogels vliegen als brandende fakkels de stad binnen om hun nesten en schuilplaatsen te zoeken. Tweeduizend katten springen als bezeten tegen de muren op en schieten weg in holen en gaten, schuren, pakhuizen en wo ningen. Wel slagen de geschrokken Chi nezen erin, honderden der bradende die ren te doden, maar zij kunnen niet ver hinderen dat alom in de stad vuurhaar den ontstaan waartegen hun bluspogingen niet opgewassen zijn. Wo-Lo-Hei gaat in vlammen op en nieuwe bestormingen zijn niet meer nodig. Djingiz-Khan kan dank zij zijn wrede krijgslist de vesting zonder slag of stoot innemen. Brandend en moor dend trekken zijn ruiterhorden verder door het onmetelijke Chinese Rijk. Vijf jaar later wordt de zegetocht voltooid met de verovering van de hoofdstad Yen- King, het huidige Peking, die leeggeplun derd en platgebrand wordt. Daarna richt Djingiz zijn schreden naar het Westen. Perzië wordt onder de voet gelopen, Bo= chara, Samarkand en Oergendsj volgen, de Russische legers worden vernietigd bij de Zee van Azow. Zijn rijk strekt zich dan uit van de Dnjepr tot aan de Chinese Zee Dan besluit Djingiz dat het genoeg is; te groot wordt dit rijk om door een man bestuurd te worden, te groot het risico van nog meer veroveringen. Daardoor ont snapt West-Europa aan zijn doem: in 1227 sterft de heersen en valt zijn wereldrijk uiteen. ...DAT SPOOK SCHIJNT STEEDS TE WETEN WAAR TSJIAO TAI IS .LATEN WE SAMEN WAT IN DE STILLE STRATEN GAAN WANDELEN.. MISSCHIEN ZIEN WE HET WEER ALS LOERT LAAT U MIJ ALLEEN GAAN. EDELACHTBARE: HET IS TE RISKANT, VERBEELDT DAT... ONZIN IK VERMOM ME WEER ALS WAARZEGGER...MAAR TREK JU NU MAAR EEN ANDER PAK A AN... ANDERS HERKENT HET LEVEND UJK JE...BETER DAT HEM EERST ZIEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 11