De rechercheurs van de
toonbeelden van evenwichtigheid
OOSTERSE KRIJGSLISTEN, VAN
DJINGIZ KHAN TOT VIETCONG
PANDA EN
DE YINX
Ons vervolgverhaal
Uiterst strenge selectiegevolgd
door nog veel strenger opleiding
34
en
11
door Marjorie Kinnan Rowlings
Overuren
Geen emoties
Wrede Mongolenheerser gebruikte
dieren als vliegende brandbommen
door dr. Robert van Gulik
WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1965
(Geautoriseerde vertaling van Mien Crabberton)
wuvwwvwwuww
GOUDEN OOGST
55) Hij had haar
lichaam geweld aangedaan, maar hij
had liefde en tederheid, peinsde hij,
met zijn schending doen samensmel
ten. De bij zocht op deze wijze de
bloesem, de kardinaalsvogel zijn
wijfje, de hond een vrouwtjeshond,
en in de handeling lag extatische
levensuiting, met het onnaspeurlijke
doel van scheppingsdrang. Het was
absurd, dat tussen mannen en vrou
wen iets goeds kwaad kon stichten.
Huwelijk de wetten der mense
lijke gemeenschap de maatschap
pij.
Hij bewoog geërgerd het hoofd. Hij
was niets aan anderen of hun opinies
verschuldigd.
Allie
Het kind
Het kind, dat geboren werd in een
vreemde onbekende wereld, onwe
tend van de vele complicaties en ver
houdingen.
Een kleine bastaard in het oer
woud. Die misschien blauwe ogen zou
hebben als Allie en ze even vrees
achtig zou opslaan naar een omcir
kelende, onvriendelijke wereld.
Hij dacht: „Ik moet er mij niet
aan onttrekken."
Er lag geen vreugde in dit besluit.
Hij herinnerde zich opeens de kleine
kolibri, die hij in de beker van zijn
handen had gehouden. Hij herinner
de zich ook de eerste aanraking van
het meisje, zacht en schuw als de
vogel. Hij dacht aan de zandige Pal-
menbaai en aan al de stille, verbor
gen weelde. Nu was het zoet dezer
vreugden voorbij, alsof de honing uit
een honingraat was weggedropen en
hij nu stond met in zijn handen de
droge, geurloze was, die de honing
had omsloten.
Het vuur op de haard verminderde
en de kamer werd kil, zelfs in de
zon. Hij beurde zijn armen voorzich
tig op en schoof lager onder de
dekens. Een verre deur ging open
en dicht. Hij luisterde gespannen. Je
kon een hard gevecht winnen, maar
als je gewonnen had, zeer eenzaam
zijn. Hij verlangde naar de warmte
van Albury's aanwezigheid. Toen hij
stappen over de gang hoorde komen
die stilhielden voor zijn kamerdeur,
werd hij levendig en hunkerend. De
deur ging open.
„Albury!"
De kleine roodwangige man liep
snel op het bed toe en leunde erover
heen. Albury keek bezorgd in de don
kere ogen, die voor de eerste maal
sinds de gehavende, bewusteloze
aankomst naar hem opgeslagen wer
den. Het smalle, jonge gelaat was
ouder geworden. Om de mond groef
den diepe lijnen. De ogen waren
rustig.
Albury zei: „Mijn jongen, het
maakt me zo gelukkig, dat je weer
bij kennis bent."
Tordell dacht: „Hij veracht me
niet."
Hij voelde zich verwarmd en ver
troost. Hij vroeg aarzelend: „U weet
het?"
Albury knikte. „Luke vertelde het
me.
Albury was zenuwachtig en schar
relde onrustig rond, zag het gedoof
de vuur en begon het onmiddellijk
nieuw op te bouwen. Over zijn schou
der heen zei hij: „Er is een bel
koord rechts van je bed. Je moet
bellen, als er iets aan je verzorging
ontbreekt."
Hij nam nieuwe blokken uit de
mand van palmweefsel, legde ze op
de haard en kroop er dichtbij om de
as weer aan te blazen. De ronde rug
leek oud en gebogen, alsof hij, zon
der het rozigblanke kinderlijke ge
zicht dat hem weersprak, verraden
kon hoeveel zware lasten deze man
te torsen had. Albury stond op en
schoof de gemakkelijke stoel naar
het ledikant.
Tordell zei: „Ik heb nooit gedacht,
dat ik u zóveel last zou bezorgen."
Hij zag met verwondering, dat Al
bury's ogen zich met tranen vulden.
„Stil toch, stil toch, jongen." Hij
barstte opeens uit: „Ik kan je niet
zéggen, hoeveel verdriet het me ge
daan heeft en nog doet Het is
iets dat hier soms gebeurt zij be
doelen er goed mee te doen, het is
een vreemde poging om recht te
doen, maar er zit ook haat en
wreedheid in verborgen. Maar dat
het jou moest overkomen dat het
jou moest overkomen dat het jou
moest overkomen
„Het is goed zo".
„Maar ik wenste een vriendelijker
lot voor je in Florida.
Tordell zei: „Laten we het niet uit
pluizen."
„Ik weet het. Ik begrijp het."
Albury streek over de witte sprei,
in gedachten, alsof de behoefte te
troosten hem overweldigde. Tordell
keek naar hem.
Hij zei: „U was het niet met mij
eens, dokter, indertijd, toen ik be
weerde, dat liefde iets wreeds en on
meedogends is, omdat ze altijd op de
een of andere manier het verraad in
zich meedraagt."
De dokter keek hem aan en liet
zijn blik door de kleine kamer dwa
len. Hij vouwde zijn handen en staar
de naar buiten. Hij zag onzichtbare,
sinds lang begraven gezichten.
Hij zei zacht: „Zo is het. Zo is
het." Hij sprak meer tot zichzelf dan
tegen de magere jonge man op het
bed. „Ik heb veel liefde ontvangen
in mijn leven. En vroeger of later is
ze altijd een middel geweest om me
pijn te bezorgen. Ik had de vrouw
lief die mij het leven gaf en ze
stierf. Ik had de man lief die mijn
vader was en hij stierf. Ik had de
moeder van mijn zoon lief en ze
stierf bij zijn geboorte. Ik kreeg een
andere vrouw lief en ze ging weg en
wilde niets meer van me weten. Het
eindigde alles in pijn en verdriet."
Hij leunde voorover en streek ov?r
de lange, smalle hand op de beddé-
sprei.
„En toch zeg ik, ik zou het niet
hebben willen missen. Zelfs niet om
de bitterheid van dood en verraad te
ontkomen, zou ik de liefde hebben
willen missen in mijn leven."
De verse houtblokken vlamden
krachtig op. Tordell bepeinsde, dat
de levensvlam even krachtig brand
de in deze kleine, blozende man. Hij
kon hem bijna benijden.
Hij dacht: „Maar hij is zeer kwets
baar. Hij staat bloot aan elke toe
vallige wind. Zelfs om mij heeft hij
geleden."
Hij vroeg onverwacht: „Albury,
waarom ben je zo verbazend goed en
vriendelijk voor me? Waarom heb je
me niet eenvoudig verbonden en
weer naar mijn bossen gestuurd?"
Albury hief het hoofd op, met een
huivering.
„Mijn jongen, je was niet in een
toestand om weer weggebracht te
worden. En ik wou je hier houden.
Ik heb je al eerder hier willen heb
ben. als mijn gast."
Hij zei: „Werkelijk, Tordell, ik ben
zelfzuchtiger in deze geschiedenis
dan je denkt. Ik heb aldoor gewenst,
dat je mijn zoon zou leren kennen,
dat je zijn vriend zou worden. Hij
heeft geen vrienden. Hij heeft ken
nissen met wie hij rijdt en speelt en
drinkt, maar geen vriend."
Tordell was verbaasd.
Hij vroeg: „Wat heb ik hem te
geven?"
Albury rimpelde zijn glimmend
voorhoofd. De rimpels trokken tot
over zijn schedel.
„Het is moeilijk uit te leggen. Jij
hebt het leven tegenover je gehad,
op meer dan één manier en je houdt
je hoofd op. Je zult me begrijpen
als je hem leert kennen."
Tordell dacht: „Er is iets. dat hij
zichzelf niet bekennen wil. Iets met
zijn zoon.
Albury zei: „Hij heeft beloofd van
daag thuis te komen."
Zijn gelaat helderde op, alsof hij
een kind was, aan wie een heel bij
zondere attractie werd beloofd.
Tordell vroeg, in plotselinge
schrik: „Moet hij het weten?"
„Neen. Hij hoeft het niet te we
ten."
„Dank u."
(Wordt vervolgd).
QUANTICO (Virginia). De stalen klerenkasten van de
leerlingen aan de nationale academie der FBI (de Ameri
kaanse federale recherche) zijn anders dan andere. Zij heb
ben geen sloten, maar nog nooit is er iets uit de kasten ge
stolen. Trouwens: de FBI heeft in zijn 41 jaar onder leiding
van de directeur J. Edgar Hoover nooit in eigen gelederen
een schandaal gekend.
De bedden in de slaapzaal zijn allemaal gelijk en alle
kamers en zalen zijn kraakhelder. Een man die zich zou
onttrekken aan onprettige kleine karweitjes als corveedienst
zou zich ook kunnen onttrekken aan de onprettige kanten
van een door hem te verrichten onderzoek, zegt Henry (alias
Hank) Sloan, directeur van de academie, daaraan toevoegend,
dat er „heel wat onprettige kanten" zijn.
WAT VOOR soort mannen zijn de 6300
agenten van de FBI? Wat eist Hoover
vanjde jonge mannen die uitgekozen wor
den voor zijn élitekorps? Op de academie
en later in dienst van het ministerie van
Justitie in Washington, vertonen zij zon
der uitzondering een prima lichamelijke
conditie. Niemand is dik. Iedereen is glad
geschoren en goed geknipt. Voor een bui
tenstaander lijken ze in uniform te zijn
conservatieve donkere kostuums, gewoon
lijk zwarte schoenen en donkere sokken,
decent gestreepte dassen en een zakdoek
keurig gevouwen in de borstzak. Geen
schreeuwende dassen of idem sportjasjes.
De hoeden kunnen verschillen, maar grij
ze gleufhoeden zijn in de meerderheid.
Een veteraan van de FBI vertelde: „Wij
willen dat onze mannen op conservatieve
jonge zakenlieden lijken. Zij moeten zo
wel bankdirecteuren als prostituees en
misdadigers verhoren, en we willen dat
ze altijd keurig gekleed zijn en correct
optreden. Maar je moet ook eens zien wat
ze aan hebben als zij niet herkend mogen
worden."
Als jongelui solliciteren weten ze wat
van hen wordt verlangd toewijding, trouw,
altijd klaar staan en hard werken met
veel overuren, waarvan er maar weinig
worden betaald. De normale werkdag is
van negen uur tot half zes maar vorig
iaar hebben de agenten gemiddeld twee
en een half uur overwerk per dag ver
richt. Elk hunner heeft altijd een gemid
delde van 23 zaken te handelen. De be
ginnende agent heeft een jaarsalaris van
7900 dollar (ruim 28.000, maar in koop-
waarde ongeveer gelijk te stellen met
8000 gulden) en kan opklimmen als hij in
de buitendienst is tot 15.800 dollar. Een
paar topmensen komen tot 24.500.
Zij moeten Amerikaanse burgers zijn,
bereid om overal in het land dienst te
doen, tenminste een college hebben afge
lopen en zo mogelijk een graad hebben
behaald in de rechtswetenschappen. Bij
het solliciteren moeten zij tussen de 23 en
41 zijn, niet korter dan 1 meter 75 en vrij
van gebreken die het efficiënt gebruik van
vuurwapens of de prompte uitvoering van
gevaarlijke taken kunnen verhinderen.
Zij ondergaan een grondig verhoor, een
reeks tests en een strenge lichamelijke
keuring. Komen ze daar door, dan volgt
een zeer intensief onderzoek naar hun
persoon en verleden. Daarbij gaat de FBI
terug tot de dag waarop de man is ge
boren. Er wordt gepraat met onderwij
zers en leraren, buren, vrienden, werkge
vers en andere contacten. Er wordt ge
ïnformeerd bij de politie en naar zijn mi
litaire staat van dienst. Niets wordt over
geslagen.
EEN BLANCO strafregister is een ver
eiste. De kandidaat mag geen emotionele
of drankproblemen hebben gehad, niet op
vliegend zijn of in een situatie verkeren
die afbreuk zou kunnen doen aan z'n loya
liteit, zoals het bezit van famileileden die
in potentieel-vijandige landen onder druk
kunnen worden gezet. Zelfs als hij oneer
lijk is geweest bij eer. schoolexamen of
verdachtis geweest van een diefstalletje,
kan toetreding tot de FBI voor hem on
mogelijk worden. De agenten moeten im
mers voortdurend getuigen in rechtszaken
en het moet daarbij niet kunnen voorko
men dat een handige advocaat een agent
van de FBI aan de kaak stelt wegens een
smet op zijn verleden.
De beste man voor de FBI is iemand
met een stabiliteit die boven het gemid
delde ligt en die onder grote druk kan
werken.
REDENEN voor ontslag zijn er vele.
Drinken in diensttijd is verboden, zelfs
bier bij de lunch. Verkeerd gebruik van
FBI-materiaal, zoals een auto of een
pistool, of het gebruiken van een dienst
auto voor particuliere doeleinden zijn
hoofdzonden. Het ergste wat een agent
DE AMERIKANEN hebben totnogtoe weinig voldoening beleefd van hun
gewapende interventie in Zuid-Vietnam. Zij hebben daar thans een strijdmacht
van 100.000 man ingezet, uitgerust met het modernste materieel. Maar de ver
hoopte successen blijven uit. Het zijn veeleer de tegenstanders, de Vietcong,
die succes boeken: een ongrijpbare vijand die beslissende veldslagen mijdt, maar
de Amerikanen door brandstichting, snelle overvallen en listige valstrikken in
verwarring brengt, en hun grote verliezen aan mankracht en materieel berokkent.
ZO GAAT het vaak in een jungle-oor-
log. Een efficiënte kleine strijdmacht kan
op die manier een overmachtige vijand
vrijwel tot machteloosheid doemen: de ge
schiedenis is vol van zulke voorbeelden.
En de Vietcong is een efficiënte strijd
macht, daar hoeft niemand aan te twijfe
len. Meesters in de improvisatiekunst,
vinden zij de ene krijgslist na de andere.
Hun boobytraps en andere primitieve
strijdmiddelen maken zij veelal zelf. Be
rucht is b.v. de „schoonveger": een zwa
re boomstronk die, aan lianen bevestigd,
in een boomtop boven een smal jungle
pad gehangen wordt. Betreedt nu een
vijandelijke patrouille dat pad, dan komt
die „vliegende bom", hangend aan zijn
slinger, met razende snelheid omlaagsui-
zen. Hij scheert laag over het pad en
maait, bezet met duizenden messcherpe
bamboesplinters, de hele vijandelijke ko-
lonne neer.
DE AZIATEN zijn
meesters geweest in
trouwens altijd
het uitdenken
44 Nadat Mo een tijdje had gekeken naar de kring
van Yinx, die zich rond de jammerende Joris vorm
de, maakte hij plotseling juichend een luchtsprong.
„Hela.' Wat mankeert jou opeens?!" vroeg Panda ver
baasd. „Afweermiddelen tegen Yinx! juichte de reus.
„Mo weet nu hoe! Mo weet nu wat! Voortaan Mo wan
delen in blijde gedaante! Voortaan Mo licht als lente
wind in bloeiende bloesem!" Met deze en dergelijke
uitroepen verliet hij Huize Hobbeldonk en verdween
luchtig huppelend uit het gezicht. Panda en Jolliepop
staarden hem verbluft na. „Hij heeft eindelijk een af
weermiddel tegen Yinx gevonden, geloof ik", merkte
Panda op. „En daarom kon hij nu zo vrolijk weg gaan.
Mij heeft hij niet meer nodig. Maar.eh..het zou
toch aardiger geweest zijn, als hij ons eerst verteld
had, wat dat voor een afweermiddel was!" „Dat
heeft hij gedaan, meneer Panda", zei Jolliepop. „Het
beste afweermiddel is opgewektheid". „Dat begrijp ik
niet", zei Panda. „Hoe bedoel je?" „Plaaggeestjes
worden door jammerklachten aangetrokken", legde
Joliepop uit. ..Maar als men zich opgaruimd over te
genslagen heenzet, hebben zij er geen plezier van en
blijven weg. De blijde levenslust, die de heer Mo thans
ten toon spreidde, zal de Yinx ervan weerhouden, hem
nog verder te volgen". „O", mompelde Panda. „Maar
.eh - dan zijn ze dus nu in Hobbeldonk achterge
bleven!"
van helse verrassingen. Een klassiek
voorbeeld daarvan is de grote verove
raar D.iingiz Khan, die in de dertiende
eeuw de toenmalige Oosterse wereld,
maar ook het Midden-Oosten en een groot
deel van het huidige Rusland onder de
voet liep. Djingiz Khan begon zijn zege
tocht nadat hij in 1206 door een rijksdag
van Mongoolse stammen tot Vorst der
Vorsten was uitgeroepen en een sjamaans
heilige hem de heerschappij over de ge
hele wereld voorspeld had. Plunderend en
brandend trok zijn ruiterleger oostwaarts
naar het Mandsjoerijk Kin (het tegen
woordige China) en overschreed de Grote
Muur. Het enorme Chinese leger dat de
„barbaren" opwacht, lijdt een verplette
rende nederlaag en nu ligt heel het Chi
nese rijk voor hen open. Als een vloed
golf overstromen zij het land. Alleen de
steden houden stand. Het zijn sterke,
ommuurde vestingen waartegen de storm
lopen van 't vermetele ruitervolk te plet
ter slaan. De muren houden stand, de
poorten blijven gesloten.
ZO IS DE toestand als Dzingiz Khan in
1209 met zijn hoofdmacht voor Wo-Lo-Hei
aankomt: een grote stad en een machtig
bastion. Het stadsbestuur weigert, zich
over te geven en de „Vorst der Vorsten"
besluit tot een beleg. Weken verstrijken,
maar Wo-Lo-Hei versaagt niet. Met lange
ladders proberen de belegeraars de mu
ren te overwinnen. Zij worden telkens te
ruggeslagen.
kan overkomen is het verlies van zijn wa
pen of zijn identiteitsbewijs.
Onbehoorlijk gedrag in het openbaar, in
of buiten dienst, kan het einde van de
carrière betekenen. Ook kleine wetsover
tredingen. Een FBI-agent die voortdu
rend bekeuringen krijgt b.v. wegens te
snel rijden, ondervindt moeilijkheden.
De F.B.I. maakt geen cijfers bekend
over het aantal ontslagen uit zijn dienst,
maar men weet dat het er opvallend wei
nig zijn. De jonge agenten wordt bijge
bracht dat zij uiterst nauwgezet moeten
zijn in hun rapporten.
Hun schietopleiding is bijzonder zwaar.
Zij moeten snel en precies kunnen schie
ten. Dit is ook belangrijk omdat hun te
genstanders niet zo snel geneigd zijn hun
wapens te gebruiken daar zij weten hoe
goed die F.B.I.-man kan schieten.
De schietschool van de academie heeft
een „verrassingsbaan". Uit deuren en ra
men aan de linkerzijde van de recruten
verschijnen plotseling kartonnen silhout.en.
De agenten moeten leren om de kwade
jongens in een flits te onderkennen. De
schietinstructeur George Zeiss roept: „Je
hebt net een jongetje dat een speelgoed
pistool droeg gedood." of „Die man ge
baarde dat hij zich overgeven wilde, toch
heb je hem doodgeschoten".
Een der vreemdste monumenten in
Engeland staat op een verre uithoek
van de Londense St. Pancras-be graaf -
plaats, waar het dertig jaar geleden
werd opgericht door een aantal zie
kenhuizen uit dankbaarheid jegens de
man, wiens graf het siert. Het is een
levensgroot standbeeld van Henry
Croft, de eerste der Londense „parel
koningen". Deze „pearly kings" (en
„queens") zijn straatventers wier kle
ding van onder tot boven bestikt is
met paarlmoeren knoopjes. Ze zijn
ook nu nog bekende figuren in de
Londense volkswijken, op de renba
nen e.d. Henry Croft opereerde altijd
in rokkostuum met hoge hoed en
zo heeft de beeldhouwer hem ook
vereeuwigd: een enorm karwei omdat
de duizenden knoopjes van 's mans
„ambtsgewaad" een voor een in steen
uitgebeiteld moesten worden. Het
beeld heeft dan ook een klein kapi
taal gekost, maar dat hadden de
dankbare Londense ziekenhuizen er
graag voor over. In de tijd vóór de
Nationale Gezondheidsdienst (waar
bij de ziekenzorg „van de wieg tot
het graf' staatszorg is geworden) wa
ren de meeste ziekenhuizen vrijwel
geheel op vrijwillige bijdragen aan
gewezen en in dit opzicht heeft
Henry Croft prachtig werk gedaan.
Samen met een grote groep andere
parelkoningen en koninginnen orga
niseerde hij een inzamelingscam
pagne, die elk jaar miljoenen voor de
hospitaalfondsen opleverde. Zijn voor
beeld heeft vrucht gedragen: nog al
tijd verlenen de Londense „pearlies",
bij collecties en liefdadigheidsacties
voor allerlei doeleinden grif en be
langloos hun medewerking.
Dan komt er gemor in de rijen der
Mongolen. Gewend als zij zijn aan snelle
overwinningen, worden ze ongeduldig en
tenslotte moedeloos. De heerser begrijpt
het gevaar en zint op middelen om een
beslissing te forceren. Als geweld niet
helpt, moet list uitkomst brengen
EEN AFGEZANT verschijnt voor de
poorten der belegerde stad. Hij laat de
commandant uit naam van Djingiz Khan
weten, dat het beleg zal worden opgebro
ken als de stad binnen twee etmalen twee
duizend levende katten en twaalfduizend
vogels aan de Mongolen kan leveren. De
commandant beschouwt dit als een bizar
re gril der barbaren die, zo meent hij,
verzot op kattevlees en vogelgebraad
zijn. Hij organiseert een grote dierenjacht
en na twee dagen zijn de gevraagde aan
tallen bijeen. Katten en vogels in hoofd
zaak zwaluwen worden over de muren
aan de belegeraars uitgeleverd de
poorten hield de commandant wijselijk
gesloten.
Djingiz Khan glimlacht als de dieren
hem gebracht worden. Hij laat zijn lijf
wacht aantreden en beveelt, elke kat en
vogel een prop katoen aan de staart te
binden. Als dat gebeurd is laat hij de ka
toen aansteken en de dieren in vrijheid
stellen. De arme dieren zijn door het dol
le heen. Twaalfduizend vogels vliegen
als brandende fakkels de stad binnen om
hun nesten en schuilplaatsen te zoeken.
Tweeduizend katten springen als bezeten
tegen de muren op en schieten weg in
holen en gaten, schuren, pakhuizen en wo
ningen. Wel slagen de geschrokken Chi
nezen erin, honderden der bradende die
ren te doden, maar zij kunnen niet ver
hinderen dat alom in de stad vuurhaar
den ontstaan waartegen hun bluspogingen
niet opgewassen zijn. Wo-Lo-Hei gaat in
vlammen op en nieuwe bestormingen zijn
niet meer nodig. Djingiz-Khan kan dank
zij zijn wrede krijgslist de vesting zonder
slag of stoot innemen. Brandend en moor
dend trekken zijn ruiterhorden verder
door het onmetelijke Chinese Rijk. Vijf
jaar later wordt de zegetocht voltooid
met de verovering van de hoofdstad Yen-
King, het huidige Peking, die leeggeplun
derd en platgebrand wordt. Daarna richt
Djingiz zijn schreden naar het Westen.
Perzië wordt onder de voet gelopen, Bo=
chara, Samarkand en Oergendsj volgen,
de Russische legers worden vernietigd bij
de Zee van Azow. Zijn rijk strekt zich dan
uit van de Dnjepr tot aan de Chinese Zee
Dan besluit Djingiz dat het genoeg is; te
groot wordt dit rijk om door een man
bestuurd te worden, te groot het risico
van nog meer veroveringen. Daardoor ont
snapt West-Europa aan zijn doem: in 1227
sterft de heersen en valt zijn wereldrijk
uiteen.
...DAT SPOOK SCHIJNT
STEEDS TE WETEN WAAR
TSJIAO TAI IS
.LATEN WE SAMEN WAT IN DE
STILLE STRATEN GAAN WANDELEN..
MISSCHIEN ZIEN WE HET WEER ALS
LOERT
LAAT U MIJ ALLEEN GAAN.
EDELACHTBARE: HET IS TE RISKANT,
VERBEELDT DAT...
ONZIN
IK VERMOM ME WEER ALS
WAARZEGGER...MAAR
TREK JU NU MAAR EEN
ANDER PAK A AN... ANDERS
HERKENT HET LEVEND
UJK JE...BETER DAT
HEM EERST
ZIEN