Ds D. ter Steege
maakte
bootreis naar Canada
25
jaar
De christen agnosticus
„Taize" bestaat
Als boordpredikant op HAL
Boeken over geestelijk leven
Weekeinde Jeugd
en Evangelie
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1965
Erbij
PAGINA TWEE Z,
Kinderarbeid
Samenwerking
Studenten
Bejaarden
Montreal
KORT NIEUWS
Schaamte
en
existentie
„Deze bootreis van drie weken naar Canada vice versa is een ware belevenis
voor mij geweest, waaraan ik de beste herinneringen bewaar". Dit zegt ds. D.
ter Steege, medewerker aan deze pagina „Geestelijk leven", die op donderdag
26 augustus is teruggekeerd in zijn Overveense woning aan de Pernambuco-
laan. Op 5 augustus begon zijn reis van negen dagen. Drie dagen bleef
hij in de havenstad Montreal aan de wal, waar hij gretig van de gelegen
heid tot sightseeing gebruikmaakte, en daarna volgde de terugreis, die
opnieuw negen dagen in beslag nam. Beide reizen werden gemaakt aan boord
van het ss. „Rijndam" van de Holland-Amerika Lijn, telkens met ongeveer acht
honderd passagiers en een bemanning van ongeveer driehonderd koppen. De
teamgeest was zeer goed.
„Acht jaar geleden is de H.A.L. er
toe overgegaan bij wijze van proef een
protestantse en een r.-k. geestelijke
mee te nemen voor de geestelijke ver
zorging aan boord. Dit bleek dermate
op prijs te worden gesteld, dat nu
met elke passagiersboot van deze
maatschappij een priester en een pre
dikant meevaren. Soms een hervormde,
dan weer een remonstrantse, lutherse
of gereformeerde predikant. De oecu
menische gedachte dringt hiermee dus
ook door op deze trotse zeekastelen",
zegt ds. Ter Steege ervan.
„Twee maanden geleden kreeg ik
een telefoontje van de hervormde
emigratiecommissie, die voor het aan
trekken van de predikanten zorgt, of ik
men toen de „Rijndam" de naam gaf
van AOW-boot."
Met tal van deze bejaarden heb ik
lange gesprekken gevoerd. Zij wilden
hun ervaringen in dat vreemde land,
hun moeilijkheden of hun emoties
kwijt, dat kunt u wel begrijpen. Het
waren meest boeren of maatschappe
lijk gezien eenvoudige lieden, die vroe
ger nooit een dergelijke reis hadden
kunnen bekostigen of er zelfs maar
van hadden durven dromen. Nu kon dit
dank zij de A.O.W. en de zeer gewaar-
derde hulp van de organisatie „Wij
komen". Een van hen vertelde mij:-
„Ik ben nu vijf maanden weg ge
weest. Als ik straks in Holland terug-
Wat het uitgaansleven in deze dyna
mische stad betreft heb ik ook voor
verrassingen gestaan. Zo is er een
nachtclub waar een groepje van vijf
kinderen van zes tot twaalf jaar elk
uur optreedt. Een vorm van kinder
arbeid, die ons onbegrijpelijk en be
schamend voorkomt. Ik was er ten
minste bepaald „upset" over, zegt ds.
Ter Steege.
„Daartegenover een verheugender
facet: in een café zag ik driehonderd
mannen met open shirt en een pot
bier voor zich met begeleiding van
een band community-singing bedrij
ven. Een navrante tegenstelling met
de zo juist genoemde kinderarbeid.
De samenwerking met mijn collega
priester aan boord was prima. Op de
heenreis was dit een veertigjarige
Amerikaanse pater, die leraar Latijn
is aan het seminarie in Ohio. Tot
besluit van de reis dineerden wij sa
men in Montreal, wèl een bewijs hoe
goed de onderlinge samenwerking was.
Op de terugreis was mijn collega een
veertigjarige Nederlandse pater, die
bij de missie in Borneo had gewerkt,
nu naar Holland ging voor familiebe
zoek, daarna nog een jaar in Amerika
ging studeren om dan weer naar de
missie op Borneo terug te keren. Van
de officieren en bemanning hadden wij
alle medewerking om het herderlijk
werk aan boord goed te laten functio
neren.
evangelische Kirehe in Wupperthal.
Sinds 1960 is hij leraar in de gods
dienstkennis aan het Huygens-lyceum
in Voorburg.
Dr. Van Raalten maakte al in zijn
vroege studententijd kennis met het
oeuvre van de existentialistische filo
soof Kierkegaard in de Deense taal.
Dit werk bestaat in de nieuwste edi
tie uit niet minder dan vierentwintig
delen en even omvangrijk zijn Kierke-
gaards nagelaten papieren, die voor
een verantwoorde studie van zijn per
soon en denkbeelden onmisbaar zijh.
Dr. Van Raalten meent dat bij Kier
kegaard de meest omvattende en diep
ste analyse van het verschijnsel der
schaamte te vinden is en dat deze
analyse onlosmakelijk verbonden is
met het onderzoek van andere mense
lijke verschijnselen, zoals angst, ge
weten en dergelijke, omdat deze wijs
geer als geen ander de existentie van
de mens als één geheel behandelt.
Het proefschrift begint met een al
gemene oriëntering.
Het tweede hoofdstuk is gewijd aan
de wijsbegerige benadering van het
onderwerp, waarin onder meer de
denkbeelden van Aristoteles, Descar
tes, Spinoza, Jaspers, Scheler en Nietz
sche belicht worden.
In het derde hoofdstuk heeft de heer
Van Raalten uitvoerig het fenomeen
schaamte met betrekking tot Kierke-
gaards oeuvre behandeld, het vierde
en laatste hoofdstuk is gewijs aan bij
belse overwegingen inzake de schaam
te. In een in het Engels gestelde sa
menvatting heeft de auteur tenslotte
een overzicht van zijn studie gegeven.
Niet onvermeld blijve de definitie,
welke dr Van Raalten van de schaam
te heeft gegeven en welke ook zijn
eerste stelling vormt. Deze luidt al
dus: „de schaamte is een ontologisch-
antropologisch verschijnsel, dat met
de structuur van de menselijke exis
tentie is gegeven. Zij bepaalt de wer
king van deze existentie door haar een
nooit aflatende dialectiek te verlenen:
afremming en stimulering van het psy-
chisch-spontane, verhulling en onthul
ling van het lichamelijke, kritische
terughouding en tegelijk zelfrealisering
van het geestelijke, besef van distan
tie, maar ook van verbondenheid met
het heilige".
deze reis wilde meegaan. U begrijpt
dat ik er oren naar had!"
Als boordpredikant moet je zondags
twee kerkdiensten leiden, één in het
Engels en één in het Nederlands. Bo
vendien is er elke dag een dagsluiting
in de avonduren en dagelijks een
spreekuur voor de passagiers. Voorts
maakt de predikant uiteraard aan
boord zelf de nodige contacten.
De bevolking aan boord was op de
heen- en terugreis totaal verschillend.
Op de heenreis maakten namelijk
driehonderd studenten van allerlei na
tionaliteit in het kader van onderlinge
uitwisseling deel uit van de passa
giers, op de terugreis waren het meest
bejaarden.
Zet u er vooral in, dat de jongeren
zich zeer correct gedroegen, ook ten
opzichte van de oudere mensen. Zij
deden in positieve zin mee aan het sa
menstellen van een attractief pro
gramma ten behoeve van alle passa
giers. Zo hadden zij een zigeunerband
gevormd, die enige keren per dag op
trad; zij organiseerden spelen en hiel
den lezingen over onderwerpen als de
rassendiscriminatie, levensgewoonten
in Amerika en Europa en de oecume
ne. Deze lezingen werden meestal
door een honderdtal mensen bezocht.
Op elke boot bevindt zich, zoals u
weet, scheepspolitie. Doch deze hoefde''
nooit in te grijpen en ik heb nog nooit
zo'n rustige bootreis gemaakt als met
deze studenten aan boord. Het heeft
mij weer vertrouwen in de hedendaag
se jeugd gegeven. Een van onze, pas
sagiers, een oude boer uit Sneek. zei
ervan: „Ik dacht dat de gehele jeugd
„rot" was tegenwoordig, doch hier
kijk ik werkelijk,mijn ogen uit!"
„Op de terugreis kreeg ik weer met
een geheel andere groep mensen te
maken. Toen maakten vierhonderd
bejaarden die hun naar Canada ge-
emigreerde kinderen hadden bezocht,
deel uit van de passagiers. Vandaar dat
Ds. ter Steege gaat voor in een
kerkdienst op de „Rijndam".
kom kan ik aan het postkantoor weer
1500 AOW afhalen, dat is toch ge
weldig!"
Voor de meesten van hen was dat be
zoek aan Canada een feest geweest, ook
al kenden zij hun schoonzoon of -doch
ter vaak slechts per brief. Soms moest
men ook wel even aan elkaar wennen.
Een moeilijkheid was in het begin
vaak dat zij de kleinkinderen (die uit
sluitend Engels spraken) niet konden
verstaan. Tóch waren al deze ouders
blij weer terug te gaan, want zij zou
den niet in Canada willen blijven wo
nen.
Ds. Ter Steege had op de heenreis
al geconstateerd dat het aantal emi
granten zeer gering is (op deze boot
slechts vijftig) en dat op de terugreis
veel meer repatrianten waren. In de
welvaartsstaat waarin wij leven is
emigratie niet meer zo nodig, aldus de
predikant. Vijftien jaar geleden was
dat anders. Een voordeel van emigra
tie is echter, dat men daar in Canada
dadelijk een huis heeft.
„Toen wij in Montreal stillagen, heb
ik ruimschoots gelegenheid gehad de
ze imposante stad te verkennen", zo
vervolgt ds. Ter Steege zijn reisver
haal. „Een Frans-sprekende stad met
anderhalf miljoen inwoners (2% mil
joen met de voorsteden). Men is er
sedert 1961 druk bezig met de aanleg
van een subway (ondergrondse) in
verband met de wereldtentoonstelling,
die daar in 1967 gehouden wordt. Mont
real bezit bovendien de grootste
Franstalige universiteit buiten Frank
rijk. Een modern gebouw dat plaats
biedt aan maar liefst dertigduizend stu
denten en waar drieduizend professo
ren hun colleges geven. In het cen
trum bevindt zich een St. Pieterskerk
in miniatuur, een kerk die, honderd
jaar oud, een getrouwe kopie van de
kerk in Rome is."
Een zeer belangrijke uitgave van
de laatste tijd is de brochure „De ver
lenging van het leven" van het Ne
derlands Gesprek Centrum. Het
boekje bevat een samenvatting van
de discussies over dit onderwerp in
een commissie, die bestond uit dr.
L. A. Boeré, dr. A. Daan, dr. H.
Faber, prof. dr. ir. A. F. van Leeu
wen, S. J., prof. dr. G. A. Lindeboom,
J. Reehorst, dr. V. W. D. Schenk en
mevr. C. M. Versteeg-Solleveld, arts.
In het hoofdstuk over de ethische
vragen komen de verschillen tussen
de verschillende levensbeschouwingen
voortdurend naar voren, maar vaak is
men het toch ook wel met elkaar eens.
Zo waren de commissieleden in het al
gemeen van mening, dat men de
vraag mag stellen of het leven in be
paalde gevallen nog leefbaar is.
De euthanasie blijkt in dit hoofdstuk
aanleiding tot diepgaande discussies,
waarbij eenstemmigheid onmogelijk
blijkt door verschillende theoretische
benadering. Evenals bij de behande
ling van de zelfmoord komt hier naar
voren dat het bij de gesprekken be
palend was of men de eenheid met de
medemens als (voorlopig) eindpunt zag
of meende dat met de andere een ab
solute verhouding tot God bestaat.
Alle commissieleden zijn het er over
eens dat het medisch handelen ten
aanzien van de vraag van de ver
lenging van het leven redelijk, barm
hartig en eerbiedig moet zijn. Redelij
ke zorg mag niet omslaan in onrede
lijke voortzetting van een reanimatie-
behandeling (het weer tot leven bren
gen) of het beginnen daaraan. Tot een
redelijke beslissing is in het algemeen
de arts bij uitstek geroepen. Niet-
medische factoren mogen en moeten
bij zijn beslissingen meespreken, bij
voorbeeld, om welke patiënt het gaat,
of de familie de zorg voor de gereani
meerde aankan en of de gemeenschap
het kan opbrengen.
De slotconclusie van de commissie is
dat zij niet de indruk heeft gekregen
dat de reanimatiemogelijkheden onder
de handen der Nederlandse artsen tot
weinig aanvaardbare opvattingen en
werkwijzen hebben geleid, al zal men
hier en daar leergeld hebben moeten
betalen en bittere ervaringen hebben
moeten boeken. Voor juridische rege
lingen lijkt de tijd niet gekomen.
Van het bureau van de hoofdraads
man van het Humanistisch Verbond
bij de Nederlandse strijdkrachten ont
vingen wij het boekje „Met raad en
daad",waarin recruten worden inge
licht over de humanistische geestelijke
verzorging. Achterin het boekje zitten
formulieren, om zich op te geven voor
deze verzorging.
Noemen wij verder de uitgave „Het
humanisme in de moderne wereld" 3)
van het Humanistisch Verbond, waar
in onder meer wordt uiteengezet, dat
veel mensen momenteel gebukt gaan
onder de zinloosheid van het bestaan.
Zo lezen we in een bijdrage van H.
Bonger: „Bisschop Robinson zou veer
tig jaar geleden als een aartsvrijden
ker beschouwd zijn. Zo zien ydj het
verschijnsel dat het geloof geïnstutio-
naliseerd is en dat het heilsverlangen
een bijha vreemd verschijnsel is ge
worden in de westerse samenleving.
Misschien is de zuiverste vorm van
echt geloof zoals het eeuwen beleden
is nog te vinden in de diensten van
de negerkerken in de V.S. Zó werd
het geloof beleden in de Middel
eeuwen. Een diep verlangen en ver
trouwen dat het hemelse Jeruzalem er
is."
Maar Bonger zegt dan dat kenmer
kend voor onze tijd is het pogen om
de vraag naar de zin, die wel knaagt,
op allerlei manieren te ontwijken, het
gat haastig te vullen. God behoorde er
te zijn, wij kunnen niet meer in hem
geloven, maar er is een lege plaats.
Hij wijst er dan op dat het huma
nistische antwoord zegt dat de zin van
het bestaan ligt in het doen van zin
rijke dingen. De dood dienen wij te
aanvaarden, niet als een straf of een
ramp, maar als een grote uitdaging,
als de grote zingever van elk streven.
Ondanks het menselijke tekort, zonder
hoop op beloning, zonder een Vader,
die ons bij de hand neemt, zonder een
schijnveiligheid, zonder die zekerhe
den, kan het bestaan de moeite waard
zijn, want er is geen lege plaats nu
God dood is.
De boodschap van het humanisme in
de wereld ligt in een versterking van
het besef dat het bestaan, toeval, doel
loos, als zinvol beleefd kan worden als
de mens de uitdaging van zijn tijd
aanvaardt. Als hij de menselijkheid be
tracht en zichzelf en anderen tot ont
plooiing brengt, gericht dus op de
medemens. Aldus H. Bonger.
1) „De verlenging van het leven" (Kok-
Kampen, Het Spectrum-Utrecht, Van
Stockum-Den Haag).
2) „Met raad en daad" (Bureau hoofd
raadsman Humanistische Verzorging, Drie
bergen).
3) „Het humanisme in de moderne we
reld". (Uitg. Humanistisch Verbond).
De 72-jarige dr. Leslie Weatherhead,
een der meest vooraanstaande metho
distische geestelijken, zal de komende
maand een boek laten verschijnen on
der de opzienbarende titel: „De chris
ten agnosticus." Het boek belooft een
sensatie te worden.
Hier volgen enkele uittreksels:
„Vele verklaarde agnostici staan dich
ter bij het geloof aan de ware god dan
vele gewoontekerkgangers, die geloven
in een fictief wezen, dat niet bestaat
en dat zij ten onrechte God noemen".
„Werkelijk, ik vraag me vaak af,
waarom zoveel mensen naar de kerk
gaan. Het christendom moet wel een
wonderbare innerlijke kracht hebben,
anders hadden de kerken het allang
vermoord".
„Niemand kan bij gebrek aan gege
vens, die niet te krijgen zijn, zeggen,
dat Christus De enige zoon van God
is. Er is misschien een zoon van God
op Mars".
„De moderne leek kan de gedachte
aan een vastgestelde dag des oordeels
uit zijn hoofd zetten."
Dr. Weatherhead, die president van
de methodistische conferentie in En
geland is geweest, is ereburger van de
city of London.
Op de vraag, of hij critiek op het
nieuwe boek verwachtte, antwoordde
hij: „Ik ben mijn hele leven becriti-
seerd. Ik ben nu tenminste emeritus."
En met een lach vervolgde hij: „Als
je al weg bent, kunnen ze je niet
meer wegjagen."
Dr. Weatherhead heeft onvermoeid
gestreden voor het opruimen van ver
ouderde dogma's en voor eenheid van
de kerken.
Hijzelf zegt over zijn boek, dat ver
schijnt bij Hodder and Staughton: „Het
is mijn bedoeling geweest, te proberen
het christelijke beginsel opnieuw uiteen
te zetten, wat essentieel is en wat er
werkelijk niet op aan komt."
Kinderarbeid in een Canadese
nachtclub.
Kort geleden is een handelseditie
verschenen van de dissertatie, waarop
dr. F. van Raalten aan de universi
teit van Amsterdam tot doctor in de
theologie is gepromoveerd. Dit proef
schrift draagt de titel van „schaamte
en existentie een onderzoek naar
de plaats en de werking van de
schaamte in de menselijke existentie
in het bijzonder met betrekking tot
het werk van Soren Kierkegaard".
Voor de totstandkoming van deze
studie heeft de heer Van Raalten des
tijds een reisbeurs van de Nederlandse
organisatie voor zuiver-wetenschappe-
lijk onderzoek mogen ontvangen. Deze
stelde hem in staat om twee maan
den in de koninklijke bibliotheek in
Kopenhagen de nieuwe Kierkegaard-
litteratuur te bestuderen en voorts om
met Deense Kierkegaard-kenners ge
sprekken te voeren, zoals met ds.
Niels Thulsturp en met zijn vriend ds.
Johs Langhoff, die hem ter zijde
stond bij de vertaling en de linguisti-
sche interpretatie van bepaalde Kierke-
gaard-teksten.
Dr. Van Raalten is van 1953 tot 1958
Nederlands-hervormd predikant in
Veghel geweest; van 1958 tot 1960 was
hij godsdienstleraar-predikant bij de
Het protestantse klooster Taizé heeft
dezer dagen gevierd dat prior Roger
Schütz vijfentwintig jaar geleden een
huis kocht in het ten dode opgeschre
ven Bourgondische dorpje Taizé en
daar het werk van zijn broederschap
grondvestte. „Verzoening" is het mot
to van de broeders van Taizé, die aan
vankelijk op grote tegenstand stuitten,
maar gaandeweg het pleit hebben ge
wonnen. Onder meer paus Joannes
XXIII was een groot bewonderaar van
het werk, dat door de broeders wordt
verzet.
Concluderend zegt ds. Ter Steege:
„Deze service van de H.A.L. is be
paald een vinding geweest die volko
men aan haar doel beantwoordt. Want
tal van passagiers (zoals bovenge
noemde ouders) zoeken op dit drij
vende dorp contact met een priester of
predikant, al naar gelang van hun ge
loofsovertuiging, juist omdat ze hem
voordien niet kenden en dan gemakke
lijker tot een gesprek kunnen komen.
De H.A.L. heeft hiermee een daad ge
steld en ik heb als predikant aan
boord van het s.s. „Rijndam" weer
veel geleerd en er mijn leven mee ver
rijkt."
Bep Andreas
Bij het broederhuis is ter gelegen
heid van het jubileum een oosters-or-
thodoxe kapel gewijd en een orthodox
centrum geopend in aanwezigheid van
zeer veel vooraanstaande leden van or
thodoxe en protestante kerken. Ook
een rooms-katholieke kardinaal woon
de de jubileumviering bij.
In de zomer van 1940 stichtte
Schütz. een 25-jarige theologische stu
dent, de broederschap, die zich in
dienst stelde van de omgeving, van de
Franse hervormde kerk, de wereld en
de oecumene.
De omgeving profiteerde van het
werk, want de boeren van Taizé zijn
nu dank zij de broeders in een krach
tige coöperatie verenigd. De Franse
hervormden ontvingen sterke stimu
lansen voor hun werk uit Taizé, in an
dere werelddelen werd zelfs de invloed
van de broederschap merkbaar. Zuid-
Amerika is momenteel zelfs het hoofd
doel. Taizé speelt verder een belangrij
ke rol in de toenadering tussen Rome,
de protestanten en orthodoxen en bij
de jubileumviering is dat weer eens
duidelijk gebleken.
Rondom het klooster staan nu vesti
gingen van rooms-katholieken (bedien
door Franciscanen) en orthodoxen
(gesticht in speelde opdracht van pa
triarch Athanasius). De broederschap
heeft twee waarnemers op verzoek van
Rome naar het concilie gezonden.
Van het ordeleven kan men zeggen
dat men er tyoisch protestantse trekken
vindt naast kenmerken, die al in de
Middeleeuwen kloosterlingen typeer
den. De mannen zijn allen gelijk en
oefenen elk beroep uit. Zij hebben de
beloften afgelegd van armoede, ge
hoorzaamheid en kuisheid.
In de jaren zestig bouwden Duitse
jongeren in plaats van het oude
dorpskerkje van Taizé een moderne
verzoeningskerk als poging tot mo-
Het Nederlands-Israelietisch kerkge-
genootschap houdt op 15 september in
de grote aula van het koninklijk insti
tuut voor de tropen in Amsterdam een
plechtige bijeenkomst, waarin zal wor
den herdacht dat het genootschap hon
derdvijftig jaar geleden zijn huidige
organisatievorm kreeg.
Roger Schütz, de stichter van de
broederschap van Taizé
reel herstel van wat in de oorlog was
misdaan. De belangstelling voor Taizé
neemt steeds meer toe. In 1963 waren
er honderdvijftigduizend belangstellen
den.
Jeugd en Evangelie in Haarlem
opent op 18 september het seizoen met
een weekeinde, waar onder meer de
volgende onderwerpen zullen worden
besproken: „De bijbelkring", „De so
ciëteit", „De toneelgroep", „De krin
gen" en de „Kern-energie". Als spre
ker zal zaterdagavond fungeren ds. G,
van het Wout, baptistenpredikant te
IJmuiden. Ook de heer De Wit van
het centrum zal zijn medewerking
verlenen.