Herinneringen aan Kennedy rollen van de drukpersen Houw uw toekomst op staal HOOGOVENS IJMUIDEN EN NU FEIJENOORD" zei een lachende Francisco Gen to Real Madrid is nog een van de sterkste ploegen m ia*! ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1965 8 Duizend dagen: John Kennedy in het Witte Huis' Dertig experts Kerkelijk nieuws Secretaresse moest de afspraakjes met vriendinnetjes maken Leesbaar Dit is een personeelsadvertentie van Hoogovens om over na te denken. Hij gaat over de toekomst van staal. En over uw eigen toekomst. Staal heeft toekomst. Van staal worden bijvoorbeeld bruggen gemaakt. En er zijn steeds meer bruggen nodig om steeds meer auto's (van staal) en treinen (van staal) te laten rijden. Van staal worden schepen gemaakt en huizen en ramen en meubelen. Stofzuigers: staal. Was machines: staal. Haarden: staal. Oneindig veel apparaten en instrumenten: staal. Steeds meer en meer staal. Daarom gaat Hoogovens nu ook de 6e hoogoven bouwen: een reus, die per jaar een miljoen ton ruwijzer kan produceren om nog meer staal te maken. Meer staal dus in de toekomst en meer zekerheid in uw werk bij Hoogovens, voor smelters, walsers, elektro- monteurs, kraandrijvers, apparaatbedienden, transport en havenpersoneel en al die andere functies. Meer werk. Vast werk. Werk met toekomst. Ook voor u. Denkt u daar eens over na. En schrijf naar Hoogovens IJmuiden, afd. Personeelszaken, gebouw „Buitenhof", Staalstraat, Velsen-Noord. A nders Prachtig maar 't is voorbij Geen tweede wonder "fr Serieus WASHINGTON Sinds de tragische dood van president John F. Kennedy in november 1963 zijn tientallen schrijvers in de pen geklommen om onder woorden te brengen wat zij dachten en voelden over de briljante jeugdige leider, die door zijn dood nog meer dan door zijn leven een symbool was geworden van de hoop op een betere toekomst voor Amerika en de wereld.. Boeken en boekjes werden gewijd aan Kennedys charme, zijn humor, aan het aantrekkelijke uiterlijk van hem zowel als van zijn vrouw en kinderen en zelfs verschenen er een paar bundels met opstellen van journalistenen politici over zijn betekenis als politicus. Maar kennmerkend voor wat er verscheen in het eerst anderhalf jaar na Kennedy's dood was het ontbreken van verslagen en herinneringen van de hand van mensen, die in het Witte Huis tot de intimi van de president behoord hadden. Weliswaar redigeerde Kennedys pers chef Pierre Salinger een herdenkings boek, maar de dikke, sigaren rokende, kleurrijke ex-pianist uit Califomië lever de Kennedy wel veel stof om te lachen (vooral op het golfveld) maar politiek behoorde hij nooit tot de toonaangeven de groep rondom de president. Die kring bestond voornamelijk uit McGeorge Bundy, Ted Sörensen, Arthur Schle- singer, Larry o'Brien en Ken o'Donnell. Ex-perschef Pierre Salinger. BUNDY EN O'BRIEN zijn nog steeds in het Witte Huis, de eerste als presiden tieel adviseur voor nationale veiligheid, de tweede als verbindingsofficier tussen de president en het Congres. Beiden heb ben in hun huidige posities uiteraard wei nig tijd of zin om zich te wijden aan een terugblik op de regeringstijd van hun vorige meester, John Kennedy, vooral niet omdat zij daarmee wellicht ook wei nig sympathie zouden oogsten bij hun hui dige, zo veeleisende meester: Lyndon Johnson. Maar Sörensen en Schlesinger namen kort na Kennedys dood ontslag en wijd den zich aan biografieën van de vermoor de president. Ongetwijfeld uit financiële overwegingen gaven zij allebei kort gele den delen van hun binnenkort verschij nende boeken aan populaire weekbladen, waardoor de aandacht van de Amerikaan se natie uiteraard op grote schaal gericht werd op de biografieën van de twee schrijvers, wier lezerspubliek anders mis schien beperkt was gebleven tot de intel lectuele gemeenschap. De proeve van Sörensens boek in het tijdschrift „Look") baarde overigens niet veel opzien. Hoewel Sörensen Kennedy politiek en persoonlijk wellicht nader stond dan wie ook bracht het uittreksel in Look weinig opzienbarends. Maar dat hoeft natuurlijk niet voor het hele boek op te gaan. Schlesinger daarentegen koos voor „Li fe" een paar stukken voor zijn boek uit, die politiek dynamiet bevatten, zoals een beschrijving van de dag waarop Kenne dy, toen nog alleen maar democratisch kandidaat voor het presidentschap, Lyn don Johnson vroeg naast hem als kandi daat voor het vice-presidentschap te fun geren. Volgens Schlesinger had Kennedy hele maal niet verwacht dat Johnson het aan bod ooit zou aannemen en zou Robert Kennedy, de jongere broer van de presi dent en één van Schlesingers beste vrien den, na afloop van alles verzucht heb ben „Als we allemaal niet zo doodmoe waren geweest zou dit (Johnsons kandi datuur voor vice-president) nooit gebeurd zijn". DIT VERHAAL was natuurlijk niet zo grappig voor Johnson, die inmiddels be woner van het Witte Huis is geworden, en het zal de verhouding tussen de ijde- le president en de vrienden Schlesinger en Bobby Kennedy geen goed gedaan hebben. Maar op nog meer tenen trapte Schle singer met zijn aflevering in „Life", waarin hij vertelde dat Kennedy hoogst ontevreden was met zijn ministerie van Buitenlandse Zaken, dat hij betitelde als „een kom met gelei, vormloos en ondoor dringbaar", en dat Kennedy van plan was geweest minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk te ontslaan. De enige reden, waarom hij dat nog niet gedaan had toen de dodelijke kogel hem trof in november 1963, zou zijn geweest dat hij Rusk „zo'n aardige man" vond. Ook meldde Schlesinger dat Kennedy wel eens gedacht had aan de instelling van een groep van dertig experts, die werkelijk het buitenlandse beleid zouden bepalen, waarnaast dan het State Depart ment als een fagade van schuivers met zinloze documenten zou kunnen blijven voortbestaan. Over Rusk schreef Schlesinger verder dat zijn diplomatieke kundigheid, zijn lo yaliteit en talent om ingewikkelde zaken glashelder te formuleren boven alle twij fel verheven waren, maar dat Rusk ook zeer conventioneel was, dat hij alles wan trouwde wat sensationeel en opzienbarend Ned. Herv. Kerk Beroepen te Wapserveen (toez.) C. Mondt, kand. te Leiden; te Brummen (\ak. C. I. Dijkhuis) J. Adolfsen te Neede. Bedankt voor Oosterwolde (Gld.) J. Vos te Rijssen. Evang. Luth. Kerk Beroepen te Nijmegen C. Schroder te Amstelveen. was en dat hij volmaakt op zijn gemak leek met middelmatigheid en banaliteit in het diplomatieke verkeer. Desondanks beoordeelde Schlesinger minister Rusk als de meest effectieve bewindsman op Buitenlandse Zaken sinds Cordell Hull met andere woorden de meest effectieve in ruim twintig jaar. SCHLESINGERS onthullingen leidden zelfs tot een verweer van minister Rusk op een persconferentie, waar hij een plei dooi hield voor „saaie diplomatie",, en hatelijk opmerkte dat iedereen die met hem te maken had gerust kon zijn om dat hij niet van plan was ooit hem in vertrouwen meegedeelde dingen te publi ceren. Daarmee suggereerde hij uiteraard dat Schlesinger misbruik had gemaakt van het vertrouwen dat Kennedy in hem had gesteld, een suggestie die velen in Wash ington lijken te volgen. Gezegd wordt namelijk al dat Schlesin gers boek, dat onder de titel „A thou sand Days: John F. Kennedy in the Whi te House" zal verschijnen kennelijk niet het evenwichtige objectieve boek wordt dat velen van de bekende Harvard histo ricus verwacht hadden, maar dat het meer een „sleutelgatbiografie" zal blij ken te zijn, vol gepakt met anecdotes, in tieme feiten en andere, volgens deze cri tici, niet ter zake doende gegevens. Een oordeel over Schlesingers werk zal natuurlijk moeten wachten op de ver schijning van het hele boek. Maar nu al lijkt zeker dat Schlesingers biografie een pittig werk zal worden, dat misschien de overgevoelige heren in Washington wel hier en daar zal ergeren, maar dat in elk geval origineel, intelligent en conventio neel zal worden en, gezien zijn vorige boeken zoals die over Jackson en de ,New Deal" van Roosevelt, zeer leesbaar zal zijn. Voor wie Sörensen of Schlesinger te zware kost is, is er dan nog Kennedys secretaresse mevrouw Evelyn Lincoln, die verslag uitbrengt van twaalf jaren uit zijn carrière in de „Saturday Evening Post". Haar relaas bevat tot nu toe geen poli tiek buskruit, maar heel wat lezers zul len hun -hart ophalen aan Evelyn Lincolns verslag, waarin men lezen kan hoe Ken nedy als vrijgezel afspraakjes met meis jes voor een avondje naar de film liet maken door zijn secretaresse, hoe ver geetachtig hij was en hoe dynamisch, hoe doelbewust en (alles volgens mevrouw Lincoln) hoe perfect in alle opzichten. Advertentie Schaarman plaatafwcrkinj MADRID 2 september „Zo! En nu Feyenoord!", zegt lachend Francisco Gento, z(jn bezwete shirt uittrekkend. Heel even kykt hij geschrokken naar een hoek van de kleedkamer. Daar staat Di Stefano omringd door luid snaterende Spaanse reporters. „Gelukkig, Alfredo heeft het niet gehoord", lees ik in Gento's ogen. „Straks!", zegt hjj tegen me, met zijn hoofd een beweging makend in de richting van die kleedkamerhoek. Pra ten over Europacupwedstrijden is pjjnljjk in het bijzijn van „El Viejo". Dat „El Viejo (oudje) klonk vanavond, toen Real Madrid in het goudgele licht van schijnwerpers speelde tegen de Zuidameri- kaanse ploeg River Plate weer vele malen van de volgepakte tribunes van het Bernabeustadion. Nu echter niet, zoals twee jaar geleden, smalend, maar vererend voor de nu 39-jarige Di Stefano. Opnieuw een wedstrijd tegen Argentij nen, maar met minder spektakel dan en kele dagen geleden in New York tegen Independiente, toen Gento en Puskas hun ontevredenheid over een scheidsrechter lijke beslissing uitten door de referee te gen de schenen te schoppen, iets wat men hier in Madrid maar al te graag wil vergeten. Deze wedstrijd werd ge speeld als huldeblijk voor elf jaar trouwe dienst in de voorste gelederen van Euro pa's snelste linksbuiten Francisco Gento. Op zijn verzoek werd Di Stefano uit Bar celona gehaald, waar hij in „Espanol" speelt, om nog eens het beroemde trio De Stefano-Puskas-Gento te vormen. Van avond schreeuwden bijna 110.000 bijna hysterische Spanjaarden tevergeefs een roemrucht verleden terug. Een „bolhoed" een van die exclusieve Real-supporters, zei het na de wedstrijd filosofisch starend in zijn glas wijn: „Maravilloso, sino pasado." (Prachtig, maar 't is voor bij). „Pasado, si," geeft Gento even later, als we in het clubgebouw aan de Caille de Alfonso zitten, toe. „Maar Don San tiago de Bernabeu zou Bemabeu niet zijn, als Real niet spoedig terug zou ko men. Misschien dit seizoen nog niet, om dat we nog in de overgangsperiode zitten, de tijd tussen het Di Stefano-tijdperk en de volgende glansperiode, die ze mis schien later wel het Amancio-tijdperk zul len noemen. Si, si, Real Madrid is niet meer het onoverwinnelijke team van 1956-61, maar mag toch lijkt mij nog steeds een van de sterkste verenigingen van Europa genoemd worden. Om lange tijd met negen man toen Puskas en ik er uit gestuurd waren tegen een club als „Independiente" stand te houden, een club die 8 september tegen Inter moet spelen om de wereldbeker, zegt toch wel iets. Real is alleen anders geworden. Hadden we vroeger enkele „matchwin ners" nu moeten we het veel meer van teamwork hebben. Mannen als Di Stefano en Puskas de jongere Puskas wel te verstaan konden een stempel drukken op een wedstrijd, konden ons team ma ken. Nu moet het team Puskas maken, nu moet de hele ploeg schitteren om tot prestaties te komen. Een uitzonderlijke speler wil ik u noemen, een naam die over de grenzen misschien nog niet zo bekend is, maar die hier al in een adem genoemd wordt met Di Stefano: de naam Amancio Amaro Varela, onze 24-jarige rechtsbuiten, die zich al vele malen op de rechtsbinnenplaats liet zien als een Alfredo-in-spe. Waarschijnlijk zal hij als Puskas en ik van het toneel verdwe nen zijn heel snel de grote ster van Real worden." „Wie er 8 september in Rotterdam in het veld komen? Vraag het trainer Mu- noz. Hij alleen is zeker van zijn plaats op het coachbankje, is hier altijd het pa rool. Het zou een hele slag zijn voor Puskas of voor -mij als wij er niet bij zijn," zegt Gento plotseling heel ernstig. Geschrokken vraag ik snel: „Om die affaire in New York?" Hij wuift die ge dachte weg. „Als men daar werk van maakt, zal dat niet voor 8 september zijn beslag krijgen. Nee, daar denk ik niet aan. Misschien heeft het weerzien van Di Stefano in het Real-shirt mij wat somber gestemd. Scherper dan ooit heb ik die dinsdagavond gevoeld, dat ook Puskas en ik eens een streep moeten zetten. Ik hoop, dat ik tegen Feyenoord echter mijn elfde Europa-cupseizoen mag beginnen." „Van onze toekomstige tegenstanders weten wij hier weinig. Eigenlijk alleen negatieve dingen. Ik bedoel zij hebben geen superdotado (genie). Wij onder schatten Feyenoord niet. Een club die tot de halve finales van de Cup doordringt moet iets in zijn mars hebben. Wilskracht is, voor zover ik weet, het sterkste wa pen van uw kampioen. Daar is kunde meen toch dat men in de zuidelijke lan den intellgenter het voetbalspel beoefent, dan in de Noord-Europese landen. Soepe ler, meer flexibel. Denk niet dat men ons vroeger met een bepaalde taktiek het veld instuurde. De taktiek bepaalde het team zelf tijdens de wedstrijd naar gelang het spel van de tegenstanders. De grote kracht van het huidige Real is, dat de hele ploeg uit een sterk defensieve hou ding overrompelend snel tot een massale soms niet tegen opgewassen in het voet balspel. Ik herinner mij van de finale te gen Benfica in Amsterdam dat uw pu bliek zeer sportief en sportminnend is. Het is fijn om voor zo'n publiek te spe len, het inspireert je tot correct spel. Als er correct en goed gevoetbald wordt in uw stadion, dan geef ik ons de beste kan sen, in ieder geval om bij de returnmatch hier in Madrid uw kampioen te elimi neren." We hebben het toch gewaagd ook „La Saeta Rubia" („De Blonde Pijl") naar zijn mening over de wedstrijd Feyenoord- Real te vragen. Di Stefano was heel wat positiever: „Real Madrid is nog steeds een mach tige ploeg met een ongekende ervaring in Europa-duels. Ik wil niets denigre- rends zeggen over uw voetballers, maar aanval over kan gaan. Denk ook niet, dat de Real-mensen dezelfde fout zullen maken als in 1962 tegen Anderlecht, toen we de Belgische kampioen onderschat ten. Die Belgen wipten Real. Maar een wonder gebeurt maar één keer „Onze Amerikaanse tournee heeft ons ondanks het feit dat we vakantievoet bal speelden een goede voorbereiding gegeven op de aanstaande partij tegen uw club," zei tenslotte Ferenc Puskas, de wel langzamer geworden, maar nog steeds even schietgrage derde man van het beroemde trio. „Die Zuid-Amerikanen zijn niet om zonder handschoenen aan te pakken. Ik verwacht tegen Feyenoord ook een harde wedstrijd. Niet zozeer omdat uw spelers gemeen zijn, maar omdat zij met heel hun hart willen winnen en het verschil in techniek zullen proberen te ni velleren door er van de eerste tot de laat ste minuut tegen aan te gaan. Ik ken uw kampioen niet, maar weet wel dat het een moeilijk te overwinnen tegenstander is omdat het speelt met een betonnen de fensie, waaruit enkele snelle en bijzonder gevaarlijke tegenstoten kunnen komen. Dat is het prototype spel van Noord- europese clubs, waar voetbal nog niet het niveau heeft als in Zuid-Europa. Doelpun ten zullen, vooral in Rotterdam, heel duur zijn. Wees er echter van overtuigd, dat men in Holland een geladen Spaans team zal zien, dat bijzonder graag zijn leider Don Santiago de Bernabeu plezieri ge momenten bezorgen wil. En waar in twee spelers rond lopen, die nog eens iets bewijzen willen Jan Dassen VOETBAL De Russische voetbalploeg bereidt zich op het toernooi om het wereld kampioenschap voetbal 1966 voor met een nieuw „geheim wapen": een psychologe. De persoon in kwestie, juffrouw Galina Mik- hailovna, is, volgens de eerste berichten, van „grote hulp".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 8