Abdij in Königsmünster een teken van vrede Modern klooster bestaat een jaar ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1965 Erbij PAGINA TWEE Bep Andreas Ds. D. ter Stee ge Vredeskerk Söderbiom Noorwegen Geioof en eenheid www Deze maand is het een jaar geleden dat de Benedictijner abdij Königsmünster in Meschede (Westfalen), de stad die in 1959 haar duizendjarig bestaan herdacht en die in het aan natuurschoon zo rijke Sauerland is gelegen, door aarts bisschop dr. Lorenz Jaeger uit Paderborn werd gewijd. Gelegen op de Klosterweg, tussen het reeds bestaande klooster van de Benedictijner monniken en het gymnasium, annex internaat, torent deze aan Christus-Koning gewijde domkerk hoog boven de stad uit. Deze imposante abdijkerk is in moderne stijl opgetrokken naar een ontwerp van de Keulse architect Hans Schilling. De bezoeker van deze waarlijk koninklijke kerk, die in de eerste plaats een kerk des vredes wil zijn, kijkt ver uit over de huizen met de leien daken van Meschede, over het dal van de Ruhr, over de brede bergruggen van het zo schone en afwisselende landschap bergen, meren en schier oneindig uitgestrekte dennenbossen van Sauerland. zielszorg, lesgeven, verzorging van de jongens'in het internaat, huishoudelij ke arbeid, zowel in het klooster als ook op het land (achter het klooster Königsmüuster bevindt zich een fraaie moestuin) en tenslotte ook met zelf studie. Geloof en eenheid in de gehele wereld, en in het bijzonder in Europa. Innerlijke en uiterlijke vrede voor alle Europeanen, in dit werelddeel helaas zo moeizaam te bewaren en eeuwig bedreigd. De Benedictijner monniken werken onvermoeid aan deze doelstellingen van hun schutspatroon St. Benedictus, tot heil van de mensheid. Reeds op 2 maart 1928 ondertekende de aartsabt van de Benedictijnercon gregatie van St. Ottiliën, welke con gregatie al lang in het noordwestelijk deel van Duitsland uitzag naar een mogelijkheid een nederzetting te stich ten, een verdrag met de stad Mesche de, waarbij deze laatste zich verplicht te een stuk land van vijftig morgen boven op de heuvel in het noordelijk deel van de stad voor de stichting van een klooster ter beschikking te stel len. In de buurt van de school werden de broeders en paters in eerste in stantie ondergebracht in een huurhuis. In 1930 kochten deze pioniers een huis aan de rand van het stuk grond waar in de komende jaren met onderbreking van de oorlogsjaren 1940-1945 het hui dige klooster zou worden gebouwd. In een daaraan gebouwde barak richtten de kloosterlingen een noodkerk in. In tussen betrokken ook reeds dertig jon gens het „oude klooster" naast de school als internaat. Gedurende de oorlogsjaren moesten de monniken de wapenrok aantrekken. Acht jaren na oprichting van het kloos ter werd het in een lazaret omgezet, ten dele vrijwillig teneinde het niet voor andere doeleinden te laten mis bruiken. In 1941 werden de monniken door de Gestapo uit het klooster ver dreven. Na de oorlog moest men vol ledig opnieuw beginnen. De overleven den keerden gaandeweg naar Mesche de terug, waar zij boven de klooster poort een beeltenis van Stalin aantrof fen. Het klooster bleek in gebruik te zijn als ziekenhuis voor buitenlandse arbeiders. Sedert 1946 was het grootste gedeelte van het huis in gebruik als tbc-ziekenhuis voor de inheemse bevol king en pas in 1954 zouden de laatste patiënten en het verplegend personeel het klooster verlaten. Doch het verlangen naar een waar dig kerkgebouw om Gods lof op fees telijke wijze te zingen bleef bestaan. Na de oorlog kon paus Pius XII het prioraat tot abdij verheffen. In 1956 kozen de monniken hun onderprior en directeur van het gymnasium, P. Har- duin Bieszle als hun geestelijke „va der". Op 15 januari 1957 werd hij tot abt gewijd. Zo kreeg abt Harduin, van geboorte een Beier, de eervolle doch moeilijke opdracht de abdij zowel van binnen als van buiten te voltooien. Zo ontstond in de jaren 1957 en 1958 het fraaie, moderne gymnasium op de Kloosterberg, waaraan in de komende jaren nog een turnzaal en een sport hal werden toegevoegd. Tegenwoordig telt dit gymnasium, uitsluitend voor jongens en door de staat erkend, 520 leerlingen uit de stad Meschede en wijde omgeving, waaronder ook vele evangelische leerlingen. Zeven leden van de orde en twintig lekenleraren geven er les. Desondanks bleven de Benedictijner monniken van Königsmünster toch een bouworde. Want ook de na de oor log provisorisch ingerichte werkplaat sen werden bouwvallig en moesten vernieuwd worden. Het zou echter nog vele jaren vergen voordat men tot de bouw van de huidige, moderne kerk In de sacristie De abdij met abdijkerk en gymnasium. Nathan Söderblom in Oslo. In de strijd tussen orthodoxie en vrijzinnigheid is echter een vrije „gemeentefaculteit" opgericht door particulier initiatief. Op het ogenblik zijn beide opleidingen gelijkelijk er kend en is de situatie zo, dat er onge veer honderd studenten aan de staats- faculteit studeren en de gemeentefacul teit er driehonderd telt. Na het einde van de tweede wereldoorlog werd voor gesteld, dat de staatskerk meer de be voegdheid zou krijgen tot zelfstandige regeling van haar aangelegenheden. Maar het Storting wees dit af en zo is tot heden toe de Noorse kerk een zui vere staatskerk gebleven. De achtduizend rooms-katholieken in Noorwegen worden verzorgd door hon derd priesters, zodat daar de verhou ding wel heel anders ligt: één priester op tachtig leden! Dit heeft tot gevolg, dat de rooms-katholieken zeer actief zijn en evenals in Zweden trachten een belangrijke rol te gaan spelen. zou kunnen overgaan. In 1960 werd aan architect Schilling de opdracht verleend met een definitief bouwplan te komen. In 1961 werd de eerste steen gelegd. De totale bouw duurde drie jaar en op 1 september 1964 werd de nieuwe abdijkerk door de aartsbisschop van Paderborn, dr. Lorenz Jaeger, in te genwoordigheid van een Afrikaanse aartsbisschop en vele abten, geestelij ken en uiteraard met medeleven van de bevolking, gewijd. Vóór alles wil deze kerk de vrede in de gehele wereld bevorderen en zo mo gelijk waar maken. Daarvan getuigen ook de gezalfde stenen die in de mu ren van deze fraaie, stijlvolle kerk on der de apostelkandelaars zijn ingemet seld. als toeristen uit de gehele wereld men hoort er alle talen spreken be zoeken graag dit rustpunt, gelegen op de kruising van de Bundesstrassen 55 en 7. De een ziet deze kerk als een burcht uit de tijd van de Noormannen of als een burcht Gods, de ander als het Sauerlandse Ronchamps. Want zonder twijfel roept deze kerk, wat het exte rieur althans betreft, herinneringen op aan het kerkje van Ronchamps in de Vogezen van de grote Franse bouw meester Le Corbusier, die op 27 au gustus aan de Cöte d'Azur het leven liet. Voor alles heeft bij de architect en ook bij degenen die deze kerk lie ten bouwen de gedachte voorgezeten dat zij zowel wat het exterieur als het interieur betreft een eenheid zou moe ten vormen. Een bedehuis dus, waar mensen uit de gehele wereld, ieder naar zijn eigen geloofsovertuiging en geaardheid zouden kunnen komen bid den. Wanneer de bezoeker de Königs münster betreedt en deze machtige kerk, met het diffuse licht, waar het zonlicht binnenvalt door de fraaie glas- Reeds nu staat de Zweedse kerk voor een precaire situatie wegens het steeds toenemend tekort aan predikanten. Dit wordt in de eerstkomende vijftien jaar nog meer acuut, omdat in die periode bijna zestig percent van de predikanten de leeftijdsgrens bereikt waarop zij met emeritaat mogen gaan. De in diezelfde periode te verwachten aanwas van het predikantental zal afgezien van andere oorzaken van achteniitgang van het aantal predikanten de afvloeiing door emeritaat niet kunnen bijhouden. Er zijn nu al 299 predikantsplaatsen vacant. an de 2714 geestelijken zullen er volgens de statistieken tot 1980 1587 met pensioen gaan. Slechts 1127 van de predikanten zijn nog niet 50 jaar oud. Er zijn er 627 tussen 50 en 59, nog 406 tussen 60 en 64 jaar en 80 zijn op het ogen blik al boven de 65 jaar. Westelijk aanzicht van de abdij. Zij zijn ondermeer afkomstig uit Je ruzalem; uit Frankrijk van het evan gelische klooster Taizé; uit Konstanti- nopel van de Aya Sofia; uit Dachau, waar duizenden van alle volkeren der aarde Christus' kruisweg moesteji gaan; uit Paderborn, uit Monte Cassi- no (tussen Rome en Napels) waar Be nedictus in 529 het eerste klooster stichtte; van de Jordaan, waar Chris tus werd gedoopt. Tienduizenden uit de gehele wereld maakten de bouw van deze kerk finan cieel mogelijk en ook arbeiders, onder meer een aantal Nederlandse metse laars, droegen daadwerkelijk hun steentje bij aan de bouw van deze kerk. Zo werden stenen uit Dachau en uit Hirosjima vastgeklonken aan het grote, alles beheersende altaarkruis, dat bo ven het hoogaltaar is opgehangen. De ze „Friedenkirche" in het Duitse Med- schede is een teken aan de wand, een pleidooi voor „nooit meer oorlog". Zowel de inwoners van Meschede Volgens berichten van de vereniging van Zweedse predikanten volgt slechts een klein deel van hen die theologie studeren een geestelijke loopbaan. Het grootste deel van de vrouwen onder hen zoekt een plaats als lerares en bij na allen die afkomstig zijn uit de Vrije kerken gaan weer daarheen terug. Voor een deel wordt dit verschijnsel geweten aan de betrekkelijk lage hono rering van het geestelijk werk. Daar evenwel in Finland een periode van overschot aan geestelijken voor de evangelisch-lutherse kerk te verwach ten is. hoopt men in de Zweedse kerk op hulp van die zijde. Een door de bisschoppen ingestelde commissie om maatregelen te bera men om aan het gebrek aan predikan ten tegemoet te komen heeft zijn on derzoekingen afgesloten, maar moest meedelen geen „toverformule" gevon den te hebben. De commissie beveelt intensivering van.de voorlichting over het geestelijk ambt op de middelbare scholen aan. vooral doOr persoonlijke contacten. De commissie taxeert de behoefte aan nieuwe predikanten voor de eerste vijf jaar op tweehonderd per jaar. Alleen al voor het opvangen van de emeritering van dienstdoende pre dikanten zijn er jaarlijks negentig no dig. Maar met het teruglopen van het aantal nieuw-ingeschrevenen van 91 in 1960 tot 85 in 1964 aan de theologische faculteit van Uppsala en van 89 op 74 in Lund zal thans het getal afstuderen de theologische studenten, die ook pre dikant worden, nauwelijks de zeventig halen. si tie" te komen tot een werkelijke oecumenische houding. De oecumenische beweging heeft een nieuwe Nathan Söderblom nodig, heeft de Engelse methodistenbisschop Per kins gezegd. Misschien heeft zij nog meer een betere fundering op plaatse lijk niveau nodig. Dr. Visser 't Hooft bedoelde, dat gesprekken op hoog ni veau alleen niet voldoende zijn. De oecumensiche beweging moet ook in de gemeenten en tussen de kleinste on derdelen van de verschillende geloofs gemeenschappen een realiteit worden. Daartoe zal dan ook het „Jaar der christelijke eenheid" dienen, dat met deze plechtigheden in Zweden werd in geleid en duurt tot de herdenking van de honderdste geboortedag van Söder blom. In dit jaar kan de oprechte wil tot eenheid der christenen in Zweden In de middeleeuwse kapel van de Stockholmse Xicolaaskerk heeft de Zweedse aartsbisschop Gunnar Hult- gren aan de vooravond van de herden kingsplechtigheden van de in 1925 op initiatief van de aartsbisschop dr. Na than Söderblom in Stockholm bijeen geroepen eerste wereldconferentie der kerken een tentoonstelling geopend van documenten, foto's en brieven uit de voorbereidingstijd van die conferentie. Een drietal medewerkers van Söder blom sprak over de gebeurtenissen van die jaren. Söderblom zag er het belang van in om door kennismaking en ont moeting elkaar te leren kennen alvo rens over dogmatische kwesties te gaan discussiëren. Eenzelfde doel stond de tegenwoordige, leider van het oecumenisch archief in Münster, prof. Siegmund Schulze voor ogen, die in de eerste augustusdagen van 1914 op een conferentie van kerken in Konstanz de wereldbond voor kerkelijke samenwer king oprichtte. Al enige tientallen jaren had Söder blom geijverd voor een oecumenische beweging, die toen te Stockholm vorm begon te krijgen. De conferentie voor praktisch christendom, later bekend als beweging voor „Life and Work" was na de conferentie in Edinburgh 1910 de eerste stap, die geleid heeft tot de stichting van de Wereldraad van Kerken. In Stockholm trad nog een pionier der oecumene op de voorgrond, de Noorse bisschop Berggraf. Andere nog levende mannen uit die tijd waren in Stokholm aanwezig en voerden het woord. De 86-jarige Berlijnse bisschop dr. Otto Dibelius preekte in de Stockholm se Engelbrektskerk. Dr W. A. Visser 't Hooft stemde met dr. Dibelius in, dat in de verlopen veertig jaar het ge meenschappelijke christelijke geloof boven alle uiteenlopende tendenzen de kerken tot elkaar gebracht heeft, maar stelde dat zij daarom nu nog niet mo gen rusten. Alle kerken moeten blijven streven naar het bijbels ideaal van ge meenschap. Werd in 1925 het isolement der kerken onderling voor het eerst doorbroken, we zijn nu veel verder ge komen: de kerken van Azië en Afrika en vrijwel de hele orthodoxe gemeen schap zijn toegetreden tot de oecume nische gemeenschap en ook is er een geweldige verandering gekomen in de verhouding tot de rooms-katholieke kerk. Toch is nog geenszins de volle christelijke gemeenschap bereikt. Er is een nuchter en heel concreet begrip nodig om de rooms-katholieke kerk te helpen van haar „mono-centrische po- tot uitdrukking komen, zo verklaarde aartsbisschop Hultgen in een toe spraak. Noorwegen heeft in de loop der ge schiedenis twee opwekkingsbewegin gen gekend. De in 1030 gestorven Olaf de Heilige leidde de eerste en Hans Nielsen Hauge was de leidende fi guur in de tweede (1740), die piëtis tisch van aard was en een enorme uitwerking onder de Noren had. In die tijd zijn vele instellingen van de inwendige zending in Noorwegen tot stand gekomen. Intussen was in Noorwegen in 1537 de Reformatie ge komen en de kerk luthers geworden. Het is opvallend dat in de Noorse kerk de invloed op theologie en leiding der kerk vanuit Duitsland heel sterk was. De Noorse lutherse staatskerk omvat volgens de laatste volkstellings- cijfers 96 pet. van de bevolking. De andere groeperingen (pinkstergemeen ten. een vrije evangelische lutherse kerk, methodisten, baptisten, adventis ten en rooms-katholieken) zijn behal ve de laatsten vooral het resultaat van Engelse en Amerikaanse invloeden. Het aantal personen, dat zich niet tot enige groep of kerk wil rekenen neemt de laatste tijd toe en dan vooral onder de arbeidende bevolking. Maar ook on der de academici treft men antire- gieuze en atheïstisch ingestelde lieden aan. Toch is het nog zo, dat 83 pet. van alle huwelijken ook kerkelijk gesloten wordt en doop, belijdenis en begrafe nis zijn de kerkelijke plechtigheden van vrijwel de hele bevolking. De Noorse kerk is een typische staatskerk. De leiding berust bij het Storting (het parlement) en bij de ko ning als hoogste bisschop. De koning oefent zijn bevoegdheden uit door het departement voor kerkelijke aange legenheden. Het hele land is verdeeld in negen diocesen. Er zijn 1035 ge meenten en er werken in totaal 930 predikanten. Elke predikant heeft ge middeld 4000 gemeenteleden te verzor gen, een te groot aantal. Naast de pre dikanten zijn er echter vele lekenorga nisaties. Evangelisten reizen rond door de dun bevolkte delen van het land. In 1868 werd de „Innere Mission" offi cieel opgericht en sindsdien zijn er vele instellingen, scholen en semina ries ontstaan. Hoewel radicale politici voorstelden de godsdienstige opvoeding op de scholen af te schaffen, heeft het Storting dit voorstel niet aanvaard. Tot 1908 studeerden alle toekomstige predikanten aan de staats-universiteit Daarvan getuigt ook zondags de evangelische (protestantse)dienst die in het souterrain van deze r.k.kerk op hetzelfde uur als de mis wordt ge houden. Geloof en eenheid, dat zijn de twee zaken, die St. Benedictus zowel aan zijn volgelingen als aan alle volkeren van de wereld voorhield. Aan zijn or den droeg hij op dit geloof en die een heid ook uit te dragen. Derhalve houden de Benedictijner monniken in Meschede zich naast bid den ook intensief bezig met het missie werk, waar ook ter wereld; met han denarbeid in velerlei vorm, met de in loodramen, edelstenen op vele plaatsen aangebracht, rondgaat, dan wordt hij vóór alles getroffen door de allesoverheersende gedachte dat men sen verschillend van taal, ras, natio naliteit of godsdienst zich hier thuis zullen voelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 14