DE DONKERE KAMER VAN WINNETOU" (2) AMERIKAANSE MAATSCHAPPIJ IN FEITE NOG POTDICHT VOOR DE 550.000 INDIANEN 3 i Lange weg scheidt deze gekooide folkloristische vogelsvan een zinvolle plaats in de samenleving Omzien in wrok Bitter isolement Papegaaien Gekooide folklore PANDA EN DE MEESTER^MACHINIST Made in Japan en 11 Ons vervolgverhaal door Marjorie Kinnan Rowlings If? 1 Hij had 157 vrouwen door dr. Robert van Gulik WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1965 (Geautoriseerde vertaling van Mien Crabberton) I HWWVHWWMWWWV' i M GOUDEN OOGST 67) Hij zei: „Het spijt me zo, dat ik je dit aangedaan heb." Ze riep: „Het doet er niet toe. O Cap'n het doet er niet toe. Er is aan u veel méér kwaad gedaan." Ze begon te snikken. „Luke en ik hadden er niets mee te maken. We zouden u niet door die mannen hebben laten aanraken. Ik en Luke wisten er helemaal niets van". „Daar was ik zeker van." „Ik en Luke hoorden het pas toen het al gebeurd was." Zij was het, die hém vergeving vroeg. Ze klemde zich aan zijn benen vast. Hij liet haar stil zitten waar ze wilde en streelde haar hoofd, tot ze rustig werd. Daarna vroeg ze: „Wilt u wat eten?" „Nee. Maar wel graag thee." Ze ging weg en kwam na een poos je terug met thee, suiker en melk, koude biscuit en wilde oranjemarme lade. Ze zette alles op tafel met een kopje en bord en bleef wachten. Hij vroeg haar niet, met hem mee te eten of te drinken. Ze ging op de rand- van een der rechte stoelen zitten, te genover de tafel en sloeg hem gade met hongerige ogen, alsof de aanblik van het magere, donkere hoofd voed sel voor haar was. Hij scheen haar tegenwoordigheid vergeten. Toen hij klaar was, stond ze op om de schotels en schaaltjes weg te nemen. Hij zei: „Ik ben moe. Ik denk, dat ik een slaapje zal pakken. Als je de deur achter je dicht zou willen doen..." Ze stond even stil, alsof ze zich schrap zetten moest om dit wegsturen te verdragen. Dan begon ze met ge bogen hoofd de tafel verder op te ruimen. Ze verliet de kamer en sloot de deur, zoals hij haar gevraagd had te doen. Toen ze weggegaan was, stond de man op en liep de kamer rond, hier en daar zijn eigendommen aanra kend: een geweer, een hengelroe. Zijn vingers gleden langs zijn boe ken. Hij ging naar een der voorra men en keek over de veranda heen, over de zandweg- De ontginning aan de andere zijde van de weg lag open in de zon. De lage wilde stompen der oranjebomen met hun jonge uitspruitsels waren hoog met aarde omgeven, zover zijn ogen reikten. Ze waren nu stompe bruine kegels, als grote mierenhopen op onregelmatige afstanden, zoals ze in voorbije tijden toevallig opgeko men waren. De nieuwe groene sprui ten staken er als veren boven uit. De palmen en magnolia's die Luke gespaard had, stonden hoog en glan zend in het zonnelicht. De sinaasap- peltuinen zouden eenmaal een stuk schoonheid zijn. Hij liep de lange kamer op en neer. Hij wendde zich naar het oostelijke raam. Het stuk erf was smal. Het bos lag er achter en sloot huis en ontginning in een donkere omlijsting. Het was goed, dat het daar was. Er zou, opnieuw, een aanval kunnen ko men, een molestatie van geest of li chaam. Maar hij zou nooit meer plot seling, onvoorbereid, overvallen kun nen worden. Hij was nu sterk genoeg om ook dat te doorstaan. Een lange tijd stond hij zo, uitkijkend in het donker van het oerbos. Hij voelde zich veilig en onbevreesd. HOOFDSTUK XXVIII Luke Brinley kwam overeind uit zijn zware arbeid van voortdurend gebukt staan. Hij strekte langzaam zijn dikke rugspieren tot het uiterste uit. Ze waren pijnlijk en stijf. Het maakte hem boos, dat hij genood zaakt was het werk te staken en uit te rusten. Hij vreesde de inval van hevige kou. De opgehoogde aardheu- vels rondom de oranjeboomstompen waren bolwerken tegen een ijzige adem, die hij met zijn geestesoog even duidelijk zag als damp. Hij was bij de weg begonnen en had de bo men ingeaard in een brede heuvelrug die al in een boog doorliep tot dicht bij de noordgrens van het bos. Hij hoorde, hoe de grote roerdompen in het moeras hun sombere, boemende kreten deden weerklinken. De zon ging vroeg onder. Hij bere kende in gedachten zijn tijd. Dit was een van de kortste dagen van het jaar. Dit was ook de maand waarin het enthout gesneden moest worden. Hij had reeds op de Van Dyne-kwe kerijen moeten wezen, om de twijg jes te snijden, die precies hun juiste structuur moesten hebben, stevig, hoekig en toch rond, met de ogen er aan, die de wordingskiemen waren van de nieuwe, zoete sinaasappeltuin. Alleen de vruchten van de streek langs de Indianen-rivier, had mrs. Van Dyne hem verteld, konden met de noord- en midden- Floridese sinaasappelen wedijveren, de ananas-variëteit noemde zij ze. De vrucht was langwerpig-rond, zeer zacht en glad van vruchtvlees en had een prachtige rood-gouden kleur; in de smaak was zoet en zuur tot een bijzonder aangename menge ling ineengevloeid. Luke maakte zich ongerust. Hij kon de plaats niet verlaten, voordat Tor- dell weergekeerd was. Zijn uiterste bezorgdheid was dat de Engelsman nooit meer zou terugkomen. Soms ging deze vrees lijken op hoop. Al leen, zonder hulp, had hij zelf de nieuwe ontginning zover gebracht als ze nu was. Met een beetje geluk kon hij het ook verder alleen af. Hij en Allie en de baby zouden dan hier, ongehinderd kunnen leven. Maar hij schaamde zich over deze gedachte. Het was alsof hij Tordell aan een uiterste duisternis prijsgaf. Vroeger op de dag had hij paarde- hoeven gehoord. Maar er was geen geluid bij geweest van wagenwielen en niemand had hem geroepen, zodat hij meende zich vergist te hebben. Hij zag tegen de ontmoeting op, wan neer die eenmaal zou komen. „Als hij de een of andere gewone, laag bij de grondse kerel was," stond hij te denken, „dan zou ik mijn ge weer op hem richten en hem en Al lie naar de dominee slepen. Maar dat kan ik met Cap'n niet doen." Na hetgeen Purley Tordell had aangedaan, was hij van mening, dat hij zelf alle recht had verloren, de man lastig te vallen met vragen of eisen. Hij dacht: „Ik heb toen lopen slaapwandelen bij dag, maar ik ben nog niet klaar met op Allie te passen en voor haar op te komen. Ik heb niemand anders daarvoor nodig." Maar hoe het ook met Allie verder zou gaan, de wilde oranjetuin moest in de lente geënt en geoculeerd worden. De opzichter van de Van Dy ne-kwekerijen zou er misschien wel aan denken enthout voor hem apart te leggen. Maar hij kon niemand toe vertrouwen het veilig voor hem te be waren tot april. Als cap'n met Kerst mis nog niet thuis was, zou hij Allie naar de weduwe Raynes brengen en zelf naar Sawgrass Landing gaan. Dit besluit gaf hem rust en hij bukte zich weer tot zijn arbeid. Hij gebruik te een brede schoffel om de aarde rondom de boomstronken te bren gen, dan legde hij de schoffel neer en gebruikte zijn handen voor het eigenlijke inbedden. Hij moest de aar de tussen zijn vingers voelen en de enkele centimeters lange uitspruit sels, die er boven uit mochten blij ven steken eveneens. Hij werkte voort tot de zon achter de eiken daal de, die het huis voor zijn blik verbor gen hielden. Het rode licht kleurde de ontginning. Hij mopperde inwen dig op de nu spoedig invallende duis ternis, die hem noodzaakte het ar beidsveld te verlaten. Hij wierp de schoffel over zijn schouder en stapte door het rulle zand naar huis. Wilde boseenden vlogen laag over hem heen en streken neer in het loofhout. Hij hoorde hun gesnater, het klonk zacht en welluidend door de avond schemer. (Wordt vervolgd). V""'" fev X Een Navajo-moeder met haar dochter, rijdend op hun pony. Het kind is met een speciale deken aan de moeder ge bonden. De vrouwen van de Navajo- stam zijn beroemd om de tapijten die zij knopen. j riJVfc '41 (Van onze correspondent) WASHINGTON Wie zijn oog laat dwalen over de gegevens omtrent Amerika's 550.000 Indianen en wie dan de ambtenaren van het Bureau of Indian Affairs hun roerende verhalen hoort vertellen over de dapperheid der Indianen in de beide wereldoorlogen en over hun onge kende bruikbaarheid voor de communicatie te velde, omdat zij in hun onontcijferbare Indiaan se talen berichten konden doorgeven, zal misschien de indruk krijgen dat het de rood huiden nog zo gek niet gaat in de Nieuwe Wereld, die voor hen natuurlijk de oude we reld is. MAAR WIE GAAT kijken naar de Indiaanse werkelijkheid komt op andere ideeën. Ik ben zelf niet lang geleden in Oklahoma geweest, waar ik uitgebreid met Indianen heb kunnen praten, zowel als met de bewindvoerende „bleekge- zichten" van het Indian Bureau. En wat langer geleden bezocht ik de Cherokees in hun prachtig gelegen reservaat in de Smoky Mountains. De allesoverheersen de indruk, die ik van die reizen mee bracht was dat de Indianen een tragedie vormen, niet alleen om hun verleden, waarin zij langzaam maar zeker onder de voet werden gelopen door de niets ontziende kolonisten, maar ook om hun huidige omstandigheden. Vele Indianen leven nu, bijna vijf eeu wen nadat Amerika werd ontdekt nog in omstandigheden, die veel lijken op die waarin zij door Peter Minuit en andere dat in een officieel handboek van de Amerikaanse regering (van 1907) wordt genoemd, nl. 846.000, lijkt aan de lage kant voor hét enorme Amerikaanse con tinent. Hoe het ook zij, tienduizenden, zo niet honderdduizenden, werden afge slacht door de blanken in de afgelopen eeuwen, daaraan bestaan geen twijfel. En niet alleen is er wrok als zij om zien naar het verleden. Voor vele India nen, die niet tot de'jongste generatie be horen, is ook het hedendaagse Amerika een vijandige technische wereld, waar mee het leven in de reservaten niets uit heeft te staan. HET IS TRAGISCH om te zien hoe de huidige Indianen, de afstammelingen van trotse nomaden die nog in allerlei stam- oorlogen verwikkeld waren toen de uit veel ontwikkelder culturen stammende blanken hen overweldigden, nu voor een groot deel in een bitter isolement leven en zich alleen nu en dan als vreemde dieren uit de oertijd in hun traditionele krijgskostuums en kleurige hoofdtooien y.v..- hun kleurrijke tradities, maar omdat de Indianen eeuwen lang geen kans hebben gekregen een rol in de Amerikaanse maatschappij te spelen, waardoor de folk lore voor hen niet alleen een handig onderdeel is van de toeristenindustrie, maar vaak het enige raakvlak tussen In diaans leven en Amerikaanse maatschap- Pij. TREURIG stemt het als men in Okla homa de vaak straatarme wijken en schamele huizen bezoekt van de Indianen, als men merkt hoe de oudere generatie zich dikwijls alleen weet uit te drukken m een van de schriftloze Indiaanse ta len, als men ziet hoe alleen overgelever de trots een schrijnende achterlijkheid verhult. Ik ervoer het tenminste alleen maar als pijnlijk en gênant toen de ambte naren van het Indian Bureau in de plaats Anadarco in Oklahoma twee oude Indiaanse vrouwen in hun kan toor haalden, die daarna kwetteren V* Een Indiaan in het Navajo-reservaat in Arizona op weg naar huis met zijn hele familie. Het gezin heeft inkopen gedaan in een van de win kels (zogenaamde trading posts) die de meest uiteenlopende waren verkopen en die regelrecht stam men uit de pioniers tijd. Datzelfde geldt trouwens ook voor het vervoermiddel van het gezin, een atavisme uit het Wilde Westen, toen de blanke belagers van de Indianen zich van dit soort wagens bedienden op hun tochten dwars door 't Amerikaanse con tinent. vormen, die de stap naar integratie in de Amerikaanse samenleving zullen kunnen of moeten doen. Voor hen ligt de taak weggelegd, die vijf eeuwen werd opge schort: volledige aanvaarding en opname te bewerkstelligen in de technische blanke maatschappij, die als een kaasstolp over hun land werd gestulpt. REEDS NU is het verschil tussen de jonge, goede scholen bezoekende genera tie en de in reservaten levende oudere Indianen, enorm. Reeds nu zijn deze In diaanse scholieren door radio, televisie, en kranten meer geïntereseerd in de we reld buiten de reservaten dan hun voor ouders, die tot 1885 toe (toen de beroem de Apache Gerenimo in opstand kwam te gen de Amerikaanse overheid) vaak mi litair geweld tegen de blanken prefereer den boven versmelting, ooit waren. Maar de weg naar een zinvolle plaats voor de Indianen in de Yankee-samenle ving lijkt nog lang. Langer nog dan van de negers, die beter georganiseerd zijn, numeriek veel sterk en die bovendien in de afgelopen eeuwen cultureel veel meer deel hebben gehad aan de blanke samen leving dan de Indiaan. Een terwijl het langzaam maar zeker tot de blanke Amerikanen lijkt door te dringen dat men aan de negers iets goed te maken heeft, ziet het er naar uit dat er nog veel zal moeten gebeuren voordat men een dergelijk gevoel ook tegenover de Indianen zal ontwikkelen en op zal houden dezen te zien als folkloristische vogels uit een opwindend verleden, waar van men alleen nog de cinema-aspecten wil erkennen. ZELFS in de zo sterk Indiaanse staat Oklahoma leek weinig besef te bestaan voor het feit dat de Verenigde Staten een „onverwerkt verleden" hebben wat de In dianen betreft, iets waarover tot nu toe eigenlijk alleen president Kennedy ooit gesproken heeft. Ook in Oklahoma sprak men over het Indiaanse verleden in de befaamde eufemismen uit de Amerikaan se geschiedenisboekjes, volgens welke de Indianen steeds „verhuisden" (als zij in feite verdreven werden) of hun aantal terugliep" (wanneer zij in werkelijk heid werden uitgemoord). Een tocht naar Indianenland in de Ver enigde Staten is interssant maar treurig. Het is een excursie naar de donkere ka mer van Winnetou, een van de dichtge timmerde vertrekken in de geschiedenis en het bewustzijn van de Amerikaanse natie. kwieke Europeanen werden aangetroffen. Met wrok zien zij vaak nog om naar hun geschiedenis, die er een is van nederla gen, verdrijving en onderdrukking door de blanken en wellicht ook van massa-uit roeiing. Hoeveel Indianen er waren in de zes tiende en zeventiende eeuw, is natuur lijk moeilijk vast te stellen. Een getal 4. „Geen conducteurs op m'n loc!" riep de machinist korzelig. „Verdwijn!" Panda nam beduusd zijn conduc teurspet van het stapeltje hoofddeksels. „M-maar ik ben niet alleen conducteur," wierp hij tegen, „ik b-ben ook„Bewaker," viel de meester hem in de re de. „Dat zie ik. Bewakers horen in de goederenwagon. Hier is alleen plaats voor mij en m'n stoker!" Panda tastte haastig naar zijn hoofd en nam de tweede pet af. „Maar ik ben ook stoker!" riep hij uit. „Wat sta je daar dan te teuten?" hernam de machinist. „Vlug! Aan het werk! breng je ketel op temperatuur! Gooi de vuurmond open! Zet de veiligheidsklep los! Re gel de stoomdruk! We hadden allang weg moeten zijn!" Panda gehoorzaamde en enkele ogenblikken later stoomden zij het station uit, nagestaard door de sta tionschef. „Gelukkig.die is weg, zij het met een lichte vertraging," mompelde deze. „De vraag is nu of ze ooit zullen terugkomen. laten bekijken door welgedane toeristen, om zo tenminste nog iets mee te pikken van de dollarstroom, die langs raast in de vlaktes en dalen, waar de Indianen vroeger heer en meester waren. HET IS tragisch als men in het plaatsje Cherokee ziet hoe in opperhoofd kostuums uitgedoste Indianen zich verne deren door met 'n dollarglimlach de auto's met toeristen tegemoet te stappen om hen te verlokken, tot aankopen in de overvolle winkeltjes met zogenaamde In diaanse volkskunst en souvenirs (voor een flink deel: made in Japan). Tragisch niet, omdat zij goede dollars verdienen met het overeind houden van als papegaaien, hun handen fladde rend bij de gebarentaal in hun Indiaan se dialect vertelden hoe goed de bleek- gezichten hen wel behandelden. En die bij het weggaan zich uitputten in een eindeloos herhaald „aho, aho", het „dank u" in de taal van de Kio- wa-stam. NIET TRAGISCH, maar toch ook niet zonder meer hoopvol is het onderwijs, dat de Indiaanse kinderen nu genieten. Twee scholen bezocht ik in Oklahoma en er is geen twijfel aan dat het goede scholen waren en dat de Indiaanse pubers er van af komen met een even grondige of op pervlakkige scholing als de rest der Amerikaanse jeugd. Het grote probleem voor de nu goed opgeleide Indiaanse kinderen is echter, dat zij de eerste generatie van Indianen TEHERAN (AP). De 67-jarige Ali Zuhurian uit Teheran in Perzië heeft in 51 jaar 157 vrouwen gehad. Zondag heeft hij die vrouwen woor den van lof toegezwaaid. Voor hun moeders echter had hij weinig bewon dering: „Een vrouw kan het leven van haar man verdubbelen mits er geen schoonmoeder is". Volgens „Ettelaat", een Perzisch avondblad, heeft Ali slechts 20 offi ciële vrouwen gehad. Daarnaast had hij echter 137 contractvrouwen. Volgens de mohammedaanse traditie kan een man vier officiële vrouwen hebben en een onbeperkt aantal con tractvrouwen. DE MATROOS DIE NEERLIST!! DAT IS WAAR DE ORAKELSPREUK U VOOR WAAR SCHUWDE, DEZE WAARSCHUWING DAT IS EEN MATROOS...N, DE TWEEDE ORAKELSPREUK IS UITGEKOMEN ,TSJIA0 TAI KIJK,ZIJN HOOFD HANST HELEMAAL SLAP. ZIJN NEKISGEBRO KEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 11