Monumentenzorg houdt grote schoomaak Reiniging van gebouwen zelfs voor deskundigen een precair werk m POLLE, PELLI EN PINGO PANDA EN DE MEESTER-MACHINIST AMMETJE FOK Ons vervolgverhaal Comp Bestuur benoemd van het „Fonds voor de Letteren11 0 Rechter Tie en het levende lijk door dr. Robert van Gulik door Marjorie Kinnan Rowlings Dure beunhazen Bouwbeschermer romissen Kernprobleem: vocbt Stem uit de praktijk Voor en na de behandeling Analyseren Ol 15 (Geautoriseerde vertaling van Mien Crabberton) WEET U C IT VAN DE KLEDING rm GOUDEN OOGST Mrs. ge- mijn 72) Claude antwoordde:/„O, maar we zijn er ten slotte toch nogal kieskeu rig mee. Ik geef mijn paarden heus niet zomaar aan iedereen, hoe gaat het met mijn veulen?" Tordell ging hen voor, de veranda op. „Ze is een schat, doodgewoon, een prachtdier. Ik heb iedere dag gere den sinds ik weer thuis ben." „Goed zo". Ook Claude voelde zich blijkbaar op zijn gemak en was in goede stem ming. Tordells vertrek uit Sawgrass Landing scheen hem rust t'e hebben gegeven. Luke Brinley verscheen om de hoek van het huis. Tordell riep: „Hallo Brinley! Van Dyne heeft de entloten bracht!" Luke kwam gretig aanlopen. Camilla begroette hem. „Ha, vriend Luke. Het enthout is voor jou ook, hoor." „Hebt u het gesneden? Ik heb daar werkelijk over in angst gezeten!" Tordell overhandigde hem het bun deltje. Camilla legde uit: „Ik heb ze met één hierheen gebracht, Luke. Ik had geen tijd ze eerst in mos te pakken. Kun je er zelf voor zorgen?" „En of! Ik heb al wat mooi zacht dennezaagsel opgespaard, om ze daar tot de lente in te bewaren." Hij wiegde het bundeltje zoete sinaasappelloten in zijn armen. „Deze schatjes zullen de hele win ter door verzorgd worden zoals nog geen enkele baby ooit verzorgd is!" Ze lachte weer. „Daar twijfel ik niet aan, Luke jij en ik spreken dezelfde taal." Luke verliet hen. Tordell duwde de deur naar zijn vertrekken open. Ca milla liep rakelings langs hem heen. Hij hardde zich tegen haar zo dichte nabijheid. Ze liep vrijmoedig de ka mer rond en keerde dan weer terug naar zijn boekenplanken en bekeek de titels. Ze zei: „Ik kan onmogelijk begrij pen waarom mensen toch lezen." Hij voelde zich geschokt. Claude zei: „Camilla is één en al lichaam, Tordell. Ze kent geen geestelijk leven." Ze viel hem in de rede: „Dat is niet waar." „Natuurlijk niet", zei Tordell. „U hebt een zeer heldere geest. Maar zeggen de weergegeven gedachten en gevoelen: van anderen u niets?" „Nee. Ik voel alleen contact met anderen van aangezicht tot aange zicht. Als ze niet in mijn eigen leven treden, bestaan ze niet voor me." „U bent tenminste eerlijk". Claude liep rond en bekeek de sportgravures, die aan de wanden hingen. Hij zei: „Je zult nooit een tweede vrouw ontmoeten als Camilla, Tor dell." „Dat geloof ik graag." Zij vervulde de hele kamer van haar aanwezigheid, zoals wind, die gedraaid is, de temperatuur van een ganse woning veranderen kan. Clau de ging gemakkelijk bij de haard zit ten. Tordell bleef staan, wachtend tot Camilla plaats zou nemen. Maar ze bleef rusteloos heen en weer lopen. Ze zei: „Je huis bevalt me. Het hoort bij je zoals het is." Hij gaf geen antwoord. „Dit is je eerste Kerstmis hier, is het niet? Was het moeilijk?" „Een beetje." Ze knikte ernstig. Toen ze naar het haardvuur keek, kregen haar grijze ogen een violette tint. „Een volgende maal zal het niet zo moeilijk meer zijn." zei ze troostend. Ze was dus óók gekomen, omdat ze zijn eenzaamheid aanvoelde en begreep. Hij zei: „Brinley en ik hebben van daag kwartels geschoten. Maar we misten een hond". Ze hielp onmiddellijk: „Ik zal in het voorjaar een jonge pointer voor je reserveren." Toen liep ze opeens naar de haard, bleef daar staan en keek Claude aan. „We zullen hem moeten vertellen wat we hier verwachten, geloof je ook niet?" Claude glimlachte en knikte. Ze hief het hoofd op. „Tordell, wij zuiderlingen drinken altijd een spe ciale advocaat op Kerstmis." En Claude vulde aan: „De gehele kerstdag de gehele dag..." „Ik zou wel wat meegebracht heb ben, maar het laat zich niet zo best vervoeren. Maar als je eieren hebt en sterkedrank zal ik het klaarmaken". „Dat zou prettig zijn. Ik heb beide. Zeg maar wat je nodig hebt. Wil je het hier doen?" „Het geeft nogal rommel. Ik geef de voorkeur aan je keuken. Is je dienstmeisje thuis?" Hij aarzelde. En zei: „Allie zal je wel willen helpen." Camilla liep naar de deur. Hij opende een kast, nam een fles bran dewijn en hield ze vragend omhoog. Ze knikte goedkeurend en hij volgde haar door zijn kamer en de gang naar de keuken. Claude riep hem na: „Niet minder dan een kwart voor mij alsjeblief! 't Is nog een duivelse rit terug straks." De schemering was duisternis ge worden. Op de keukentafel brandde de petroleumlamp. Luke was er niet. Door het zuidraam was nog een laat ste glimp zichtbaar van de zonson- dergangsgloed. Allie stond bij de ka chel te roeren in een ijzeren ketel. Ze draaide zich om. Haar gezichtje leek een wit driehoekje boven het zwart van de kachel. Tordell zei: „Mrs. Van Dyne dit is Allie. Allie, zou je willen zorgen dat mrs. Van Dyne alles krijgt wat ze nodig heeft, eieren geloof ik, en melk..." Camilla glimlachte. „Geen melk". Ze liep levendig naar de tafel. In haar rijkostuum leek ze een klassie ke amazone. Ze vulde de kleine keu ken. Allie was een klein wit poesje in haar schaduw. Tordell liep haas tig de keuken uit. Het was hem won derlijk te moede. Hij ging naar zijn kamers terug met een gevoel van zwakte en hulpeloosheid. Claude had zijn korte benen naar de haard toege keerd. (Wordt vervolgd). (Van onze correspondent) UTRECHT In Frankrijk en Engeland is het begonnen, maar ook in ons land ziet men het steeds vaker: oude gebou wen en monumenten, die in stalen stei gers staan en worden afgebikt, met sta len borstels en bijtmiddelen bewerkt of gezandstraald. Gaat dat om een gewone schoonmaakbeurt van een gevel zonder historische of culturele waarde, dan is er weinig bezwaar tegen zo'n hardhandige face lift. Maar betreft het waardevolle architectonische gebouwen, dan wordt het een heel wat penibeler zaak. Men moet dan uiterst voorzichtig te werk gaan. an ders kan het middel wel eens erger blij ken dan de kwaal. Vele Nederlanders zagen er wel brood in en begonnen bedrijfjes, die zich specia liseerden in het schoonmaken van gevels en gebouwen. Of al die bedrijfjes bona fide zijn? Het antwoord laat zich mede afleiden uit de bedragen, die soms wor den gevraagd voor het schoonmaken (met grote hoeveelheden water en een paar chemicaliën): vijftig a zestigduizend gul den voor een niet omvangrijk werk, dat aan steigerhuur; arbeidsloon en mate riaalkosten niet duurder behoeft te zijn dan zo'n vijftienduizend gulden. Lucratief is het werk 'wel, vooral omdat er talloze mensen zijn, die hun vuile gevel graag in een wat helderder kleur zien. Ook de Rijksdienst voor Monumenten zorg bedient zich voor deze werkzaamhe den van „schoonmakers" maar dat zijn dan gerenommeerde deskundigen die via restauratiearchitect en aannemers worden aangetrokken. Een van de mensen, die er voor ver antwoordelijk zijn dat onze monumenten niet al te zeer door het vocht en de ver ontreinigde lucht worden aangetast is de heer B. Esbach, ambtenaar bij Monumen tenzorg in Voorburg. „Een helder wit huis is prettiger dan een vettige beroete gevel. Toch vraag ik mij af of dat schoonmaken door niet uiter mate deskundige mensen wel zo goed is. Het gevaar is dat behalve het vuil ook de natuurlijke beschermingslaag van de steen wordt verwijderd, zodat we na ver loop van tijd van de regen in de drup komen. Een drup, wel te verstaan, die kwalijker gevolgen heeft dan de regen," meent de heer Esbach. ZIJN bezorgdheid is niet ongegrond. De natuur zelf zorgt namelijk al voor een be schermende laag op de steen. Deze aan- slaglaag met een mooi woord patina gehe ten, ontstaat door inwerking van het zwa velhoudende groefwater op de opper vlakte van de steen. Deze laag is erg dun en kan er met een stevige borstel snel verwijderd worden. Hierdoor kan a: 't regenwater en de verontreiniging snel ler in de steen dringen dan voorheen en b: krijgt het gebouw een ander uiterlijk dan de architect bedoelde, die dikwijls op zettelijk een steensoort uit een bepaalde groeve toepaste omdat deze in zo'n mooie kleur patineerde. Wat het gebruik van chemicaliën be treft is er dit bezwaar. „Het is onmoge lijk op een bouwwerk elke soort steen schoon te maken met het juist voor die steensoort beste afbijtmiddel. De schoon maker zal dus werken met gemiddelden en compromissen, wat voor een utiliteits gebouw minder erg is dan voor een mo nument, waarin zoals dat vroeger vaak gebeurde tientallen steensoorten zijn gebruikt." CORROSIE kan alleen plaatsvinden in aanwezigheid van vocht. Het is daarom zaak, het water buiten de muren te hou den en het vocht, dat in de muren zit, gelegenheid te geven tot ontsnappen, de muren te laten „ademen" dus. Het idea le middel daarvoor is nog niet uitgevon den. Men gebruikt daartoe thans siliconen. Deze dringen ongeveer zes a acht milli meter diep in de oppervlakte van de steen en maken de capillaire openingen daarin zo klein, dat het water (b.v. in de vorm van regen) er niet meer in kan, de damp in de steen er wel uit. De waterdamp in de lucht kan echter wel in de steen dringen en vormt, nadat het verzadi gingspunt is bereikt water. En dit kan niet ontsnappen via de huitenkant, waar door het een weg zoekt via de binnenzijde oudste verflaag, die probeer ik zoveel mogelijk intact te houden," aldus deze 53-jarige „meesterschilder" die zijn oplei ding op de Brusselse Sint Lucas schilders school heeft gehad. „Vijf jaar geleden ben ik als chemisch bouwbeschermer begonnen met het reini- Als de dikke verfkoek is verwijderd, blijkt dikwijls het originele ornament daaronder heel kunstig en scherp te zijn uitgehakt. Er komen meestertekens en inscripties te voorschijn, die duiden op de oorsprong en ouderdom van een bepaalde steen, zaken dus, die niemand heeft ge- JS i 1' V». van de muur. De gevolgen daarvan laten zich raden. Bovendien beschermen silico nen de muur niet tegen optrekkend vocht. Tientallen laboratoria op de hele wereld zoeken al sinds jaar en dag naar een pre paraat dat de bezwaren ondervangt. In Nederland is dat o.a. het „centraal labo ratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschappen". Ook voor het verwijderen van roetaanslag e.d. op steen is nog geen afdoende middel gevon den. EEN DER praktijkmensen is de heer Jan Koeken uit Utrecht: „Ik haal niet al leen roet en vuil van de gevels, ik be werk ze ook met siliconen en verwijder oude verflagen van steen en hout. Niet de gen en restaureren van gevels en stenen. Daarbij ben ik verbazingwekkende dingen tegengekomen, bij voorbeeld eeuwenoude fresco's en tapijtschilderingen in de Bos sche Sint Jan." „Voor ik de verflagen van steen of hout verwijder, schraap ik een klein beetje af en laat dat analyseren. Op die manier is vrij nauwkeurig de ouderdom van elk der (soms twintig) lagen verf vast te stel len. Elke laag haal ik voorzichtig weg met een apart preparaat. wet'en. Ook bij het schoonmaken van ge- Een paar eeuwen geleden Textiel gebruikt mén niet bestonden er nog geen mo. alleen voor kleding. Totaal debladen. De modehuizen wordt deze stof voor500 stuurden toen aangeklede verschillende doelein. poppetjes rond. den gebruikt Het kostuum'v.d. Romein se koning Tullius is 560 jaar lang in gebruik geweest De bonthandel kent ruim 600 200 miljoen mensen opde verschillende soorten vellen, wereld dragen nooit kleding. 1IPS Ongeveer de helft v.d.mens. heid is onbekend met het gebruik vaneen overjas veis gaat de heer Koeken uiterst voorzich tig te werk: „Het eerste, wat ik doe. is alweer het afkrabben van een aantal stuk jes vuil en het laten analyseren daarvan. De samenstelling van het vuil op de steen is zeer verschillend. Meestal zijn het samenstelling van roet met sulfaten, fosfaten en carbonaten. Maar ook worden er verontreinigingen als ijzer en lood in aangetroffen. Een treffend voorbeeld hier van is de ijzeraanslag op de westzijde van het paleis op de Dam. Aan die kant zat namelijk aanmerkelijk meer ijzer in de aanslag dan elders op de paleismuren, wat niet zo vreemd is, want aan dezelfde kant ligt Velsen De anderhalve maand geleden opgerich te stichting „Fonds voor de Letteren" lieeft een bestuur gekregen, waarin zijn benoemd door minister mr. M. Vrolijk van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk: prof. dr. N. A. Donkersloot van de afdeling Letteren van de Raad voor de Kunst, prof. dr. G. Stuiveling van da Vereniging van Letterkundigen, D. Fren- kel Frank en H. A. Gomperts (op voor stel van de Raad voor de Kunst), J. J. Klant en mr. M. A. Verdaasdonk (op voorstel van de Vereniging van Letter kundigen), en D. van der Stoep van da Vereniging tot Bevordering van de Be langen des Boekhandels, R. Visser van de Kon. Ned. Uitgeversbond en dr. J. Huls- ker, hoofd van de afdeling Kunsten van het ministerie. Het fonds heeft ten doel de Nederlandse letteren te bevorderen, onder meer door het verlenen van opdrachten en het toe kennen van stipendia en additionele hono raria, wat vroeger gedaan werd door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. goed opletten), dax niemand het kruis UITWIST, ANDERS WETEW WE NIET WAAR HET .HUIS MOET STAAN'. KUK EENS WAT ZEER08 EEN MOOI ^KRUIS HEEFT GETROKKEN l ONZE KRUISJES ZIJN ZEKER. ZO MOOI ALS DAT VAN ZEEROBI( MAAR Plaats meer DAN HATEN WIJ DE PLANKEN HA, MAAR DAT KAN IK OOK JA,IK ZAT 60ED OP LETTEN 1893-P. yjCOKNIjMIN niiiiiiiiiii MASTW TOOM" Q-86 9. Terwijl Panda de kok over de schok van zijn weggewaaide flensjes heen hielp, kregen ze beiden een nieuwe schok. Dat was toen de trein onverwachts krachtig remde en met een ruk tot staan kwam. Star van ontzetting staarde de kok naar een zout vaatje, dat door de schok in een pan tuimelde. „M'n overheerlijke Sauce Bonjourdaise!" gilde hij. Panda begreep dat er nu niets meer te troosten viel en bovendien maakte het stoppen van de trein hem ongerust. Zich afvragend wie er nu het meest onge rust mnart rfi-n d« ctnper de hemnkpr. de conducteur of alle drie, holde hij over de spoordijk naar de loco motief. „Zo, ben je daar eindelijk, conducteur?" riep de ma chinist ongeduldig. „Onderzoek die seinpaal eens vlug! Ik wil weten of het baanvak veilig is, zodat we door kunnen rijden. Tel het aantal boutjes, waarmee het sein aan de paal zit". Verbaasd voldeed Panda aan deze opdracht. „Het zijn er twee!" riep hij naar beneden. „Dacht ik het niet!" gromde de meester. „Dan is de lijn dus vief veJUo 346. Zelden tevoren had Bram zó hard gelopen als nu hij door de tijger en de wilde katten werd achtervolgd. Alle bek ken vol wrede tanden waren wijd open gesperd en Bram kon zich wel voorstel len, wat er zou gebeuren, als die lieverd jes hem te pakken kregen. Al spoedig konden de katten hem nau welijks meer bijhouden. Maar de tijger was sneller dan zijn onderdanen. Reeds sperde de geweldige muil zich open. Hij zat Bram nu zo vlak op de hielen, dat de volgende sprong het laat ste restje afstand tussen hen beiden zou overbruggen. Scheepskat Karo kneep de ogen van ont zetting dicht. Ditmaal leek er niets aan te doen. tegen de tijger kon zelfs een Brammetji Fok niet op. Nog even perste Bram er met zijn laat ste krachten een sprintje uit, maar hij wist, dat hij het niet lang zou volhouden. Reeds voelde hij de hete adem van-het ondier langs zijn huid strijken. Achter hem krijsten alle wilde katten van vreugde en victorie .IK HIELP HAAR YLUCHTEM WEG VAN DIE OUWE ZONDER- LINGDIE DA6 EN NACHT IN ZN o LABORATORIUM HOKT.EN DAN NOG DE SCHOL» VAN HAAR DOCH TERS PLOTSELINGE DOOD... EEN KWARTER OF ZO, EDEL ACHTBARE.WE HADDEN AF GESPROKEN CAT ZIJ TEGEN MIDDERNACHT HIER ZOU ZIJN...MAAR ZE MOET EERDER ZIJN GEKOMEN ,TOEN IS ZE OVERVALLEN. WAS ER NIEMAND AAN BCORD BEHALVE DE SCOTSMAN TOEN U KWAM HOE LANG BENT U AL AAN BOORD MENEER LAU NEEN,EDELACHTBARE ...ZES MATROZEN ZOUDEN TEGEN MIDDERNACHT KOMEN,EN- MEVROUW HWA KOMT 8U LATEN WE DAN HOREN WAT ZE TE ZEGGEN HEEFT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 15