POLLE, PELLI EN PINGO
PANDA EN DE MEESTER-MACHINIST
KRAMMETJE FOK
Vorser van het licht
Rennies
WOON- EN WERKRUIMTE VOOR
AMSTERDAMSE KUNSTENAARS
Ons vervolgverhaal
Amsterdams
x Allerlei
x
Rechter Tie ee het levende
11
f ÏK --0 - ':-v
door Marjorie Kinnan Rowlings
Beeldhouwers Couzijn en Visser
hebben eindelijk atelierruimte
door dr. Robert van Gulik
Ing. Prinsenuitvinder van het
automatisch diafragma wordt 70
DINSDAG 28 SEPTEMBER 1965
Brandend maagzuur
helpen direkt!
ORCELSTRIJD
(Geautoriseerde vertaling van Mien Labberton)
Restanten van oude
Romeinse weg gevonden
PAARDENBANKET
BROERTJE
IK. Wit NAAR
HUIS I
KOM, WE 6AAN EEN 6RAPJE
UITHALEN MET HET HUIS, DAT
ZEEROB AAN HET BOUWEN
COP.MAITtN TOONOH
MUN HEMEL ...WE VAREN OOSTWAARTSIk
ZIE DE ZEEARM AL!...HET ZIT HIER VOL El-
L LANDJES ...HOE .a.KOMEN WE RAAR
I DOORHEEN
K HOOP DAT U DE WAARHEID
SPREEKT, REDER LAUHET ONTVOS -
REN VAN EEN KEIZERLIJKE BEAMBTE
IS EEN HALSMISDAAD
MENEER LAU ...06 BOOT
GAAT ERG HARD...WAAR GAAN
l WE HEEN ...KUNT U NIETS J
DOEN
AMSTERDAM De beeldhouwers
Wessel Couzijn en Karei Visser hebben
eindelijk atelierruimte gekregen. Ze heb
ben nu de beschikking over een voor
malig tussenstation van het gemeentelijk
energiebedrijf in het zuidelijke deel van
de stad. Dit is door de gemeentelijke
stichting „Woon-werkruimte voor kun
stenaars" ten koste van 100.000 gulden
voor dit doel geschikt gemaakt. Ook een
Japanse schilderes, Masae Aoki, die met
een beurs aan de rijksakademie voor
beeldende kunsten studeert, heeft een
plaatsje gekregen in het oude GEB-
station. Het gebrek aan atelierruimte in
A'dam is hiermee eclUer slechts een wei
nig verlicht. Want zoals nog tienduizen
den A'dammers wachten op een goede
woning, zo zitten nog honderden kunste
naars zonder een behoorlijke werkruim
te. De bovengenoemde stichting heeft
echter plannen in de maak voor de bouw
van vijftig ateliers met woningen.
ER IS EEN VRIJ hevige strijd aan de
gang rond het beroemde orgel van de
Oude Kerk in Amsterdam. Aanleiding is
de restauratie van het irf het begin van
de 18-de eeuw door Christiaan Vater ge
bouwde, en kort daarna reeds door de
vermaarde orgelbouwer Johannes Caspar
Muller geheel vernieuwde instrument.
Deze restauratie is broodnodig, daar zijn
alle orgelminnaars het over eens. Over
het hoe echter lopen de meningen sterk
uiteen.
Er zijn twee „scholen". De ene wil het
orgel, dat de laatste tijd sterk geleden
heeft onder inwerkingen van stof en
vocht, demonteren en de onderdelen naar
een orgelbouwer in Zweden sturen. Deze
school wordt gesteund door het stichtings
bestuur van de Oude Kerk, dat onder
tussen een besluit hiertoe reeds genomen
heeft, notabene zonder advies van een ob
jectieve commissie van deskundigen en
zonder dat van bekende organisten als
Feike Asma.
DE ANDERE school stelt zich op het
standpunt, dat Nederlandse orgelbouwers
het Oude Kerk-orgel zeer goed zouden
kunnen herstellen en dat het orgel door
demontering en verzending naar het bui
tenland onherstelbare schade zou lijden.
Dit geldt ondermeer de lange tinnen or
gelpijpen. Deze pijpen, die al enkele eeu
wen staan, zouden nu liggend vervoerd
moeten worden. Door de zachtheid van
het tin zal hierbij ongetwijfeld de vorm
van de pijpen, waaraan de beroemde
Advertentie
GOUDEN OOGST
78)
Hij draaide zich om en volgde
haar, de kamer weer in.
Claude beurde het hoofd op. Hij
zei strijdlustig en kwaadaardig: „Ca
milla, ik wil dronken worden."
„Heel best."
Ze schonk 'n groot glas halfvol kla
re whisky en reikte het hem tóe. Tor-
dells ogen werden groot Van verba
zing.,
Hij zei zachtjes tegen haar: „Maar
hij kan niets meer verdragen!"
Ze negeerde zijn woorden. Ze schonk
voor hem wat in uit een karaf en
nam zelf hetzelfde. Claude wierp het
hoofd achterover en dronk de pure
whisky als water. Er voer een huive
ring door hem heen. Zijn vingers
streken door zijn haar. Voor enkele
ogenblikken scheen het, of hij opge
frist was. Toen vielen zijn oogleden
neer. Hij voelde achter zich naar
een stoel en zakte erin neer. Zijn
hoofd viel voorover.
Camilla verliet de kamer en kwam
terug met twee negers. Ze gaf hun
een teken. Ze liepen behoedzaam op
Claude Albury toe, beurden hem
overeind en droegen hem de kamer
uit.
Camilla riep hen na: „Doe de
deur op slot. Jullie weten, dat hij je
de vorige keer ertussen heeft geno
men."
Tordell dacht: Maar ze kan tegen
over zoiets toch niet onverschillig
blijven.
Hij vroeg haar: „Heb je dit al meer
mee moeten maken?"
„O ja".
Ze ging in een fauteuil zitten en
steunde het hoofd tegen de rugleuning
Ze sloot de ogen.
Hij «vroeg weer, hij moest vragen:
„waarom gaf je hem die laatste
grote hoeveelheid pure whisky".
„Hij zou het in elk geval toch ge
kregen hebben, als ik het niet gedaan
had. Ergens. Op de een of andere
plek, waar hij daarna niet verzorgd
zou worden. Waar hij hoogstwaar-
schijnlijk onheil zou stichten. Hij had
het er al verscheidene dagen lang op
aangestuurd." Ze aarzelde en ging
voort. „Sinds we bij jou zijn geweest
in je boshuis."
Hij bestudeerde het raadselachtige
mooie vrouwengelaat. De ogen waren
nog gesloten.
Hij zei bruusk „Dit moet wel ver
schrikkelijk zwaar voor dr. Albury
zijn."
„Ik probeer altijd Claude hier te hou
den als het heel erg met hem is."
„Werkelijk, mrs. Van Dyne, het is
natuurlijk iets dat mij niet aangaat,
maar u bent bezig uzelf te verspil
len."
Ze opende haar ogen.
Ze zei: „Misschien weet jij daar
ook van. Er is één grote troost in,
ergens nodig te zijn."
„Zeker. Dat weet ik."
Ze zwegen. Ergens diep in het huis
hoorden ze Claude schreeuwen in zijn
delirium daarna was alles stil. De
parkiet maakte vrolijke kweelgelui-
den.
Ze begon weer te spreken. „Ik dank
je dat je gekomen bent. En gebleven.
Gewoonlijk geef ik er niet om. Maar
deze keer, oh, ditmaal was het de
druppel die de emmer deed overlo
pen
„Zul je gaan rusten als ik nu heen
ga."
„Ja, een poosje."
Haar ogen gleden weer dicht. Hij
liep zachtjes lang haar heen, om weg
te gaan. Ze bewoog zich niet Maar
ze vroeg nog slaperig: „Hoe is het
met je kleine jonge spruiten? Dat
vergat ik je te vragen."
„Brinley zegt dat ze 't er aardig
afgebracht hebben. Hij kwam juist
op kerstdag klaar met het opaarden,
weet je wel?"
„Ik herinner het me. Ik ben er blij
om. Ik dacht wel, dat het in orde
zou zijn.
Ze zuchtte. Hij liep stil de kamer
uit. Buiten stond de middagzon hel
der en hoog aan een wolkeloze he
mel, de lucht was koud. Hij liep ach
terom naar de stallen, om Camilla
niet door roepen te storen. Een ne
gerjongen bracht hem z'n paard. Tor
dell trok zijn jaskraag hoog op en
reed weg. Overal om hem heen en
ver voor hem uit strekten zich de
sinaasappeltuinen in hun indrukwek
kende brede lanen, bedorven en ver
nield. Bladeren en vruchten begon
nen reeds ineen te krimpen, hun val
nabij.
HOOFDSTUK XXXI
Op een vroege namiddag, aan het
eind van januari was de lucht zwaar
en drukkend door een vreemde on
verwachte warmte. Tordell zat met
Luke en Allie op de stoep van zijn
veranda. Hij strekte zijn benen langs
detreden omlaag. Allie was bezig zijn
rijlaarzen te poetsen.
Een onechte, verraderlijke lente
hield het land omvangen. Twee zeer
warme weken hadden de verkilde
wortels der oude sinaasappelbomen
tot nieuw leven gebracht. De sappen
trokken omhoog. Hier en daar kwam
een vederachtige nieuwe loot uit de
stevige aardomwallingen steken, om
te getuigen van jonge groei. De
oude zaailingboom aan de zuidkant
van het huis was met jonge, bleek
groene en uiterst tere blaadjes over
dekt. Het nieskruid deed zijn eerste
groene tipjes al boven de grond komen
en de jasmijn liet zijn knoppen zwel
len en voorzichtig open gaan, alsof
hij zijn voelhorens uitstak naar de
zo snel en haast onbegrijpelijk ver
anderde atmosfeer.
Luke zei: „Ze kunnen het geen van
alle laten te gaan groeien met dit weer
Het maakt ze gewoonweg dol van
groeilust. En het is toch nog geen
lente."
Tordell keek peinzend. „Het was
toch verleden jaar om deze tijd en
later nog beslist koel voor zover ik
me herinner. Deze warmte is onna
tuurlijk?"
„Ja. We kunnen altijd wel rekenen
op een paar plotselinge warme dagen
hier in Florida, in elk jaargetijde
wel. Maar twee weken aprilweer in
januari is onnatuurlijk".
„Je gaat de sinaasappeltronken dus
nog niet uitkleden?"
„Ik niet. Die blijven netjes inge
pakt tot maart".
(Wordt vervolgd).
innnnnnnnnnn—
15. Hoewel de verdwijning van de goudwagon Panda
erg deed schrikken, hervond hij weldra zijn tegen
woordigheid van geest. Terwijl hij roepend terugholde
naar de locomotief, dacht hij er zelfs aan om zijn
stokerspetje weer op te zetten. „Stop! Halt! De goud
wagon is weg!" riep hij tegen de machinist. „Dat gaat
jou niks aan, stoker", meende deze. „Er is voor de
goudwagon een speciale bewaker aangesteld. Wat er
met dat ding gebeurt is zijn zaak." „Goed dan!" riep
Panda boos, de bewakerspet op zijn stokerspet plan
tend. Dan zeg ik het nog eens! Stop! Halt! De goud
wagon is weg!" „Zeg ereis, bewaker! Ik neem van jou
geen orders aan," antwoordde de meester streng.
Stoppen doe ik alleen indien de voorgeschreven seinen
hiertoe aanleiding geven. Of wanneer er om een gel
dige reden aan de noodrem wordt getrokken. Zo zit
dat!" „Deze hele geschiedenis gaat me boven m'n pet",
dacht Panda, terwijl hij even later aan de noodrem
trok. „Het schijnt helemaal niet belangrijk te zijn of
je een verstandig idee hebt. Als het maar onder de
goede pet opkomt! „Raar hoor!"
351. Na de gelukkige uitslag van zijn
tocht naar het Katteneiland was Bram
juist in een gezellige stemming gekomen,
toen de tovenaar schoorvoetend op hem
afkwam. Aan zijn. gezicht zag Bram al,
dat er iets mis was.
„Wat is er?" vroeg hij bezorgd. „Heb
ik soms toch nog de verkeerde bloem
meegebracht?"
De tovenaar schudde het hoofd.
„Nee, dat is het niet. De kwestie is, dat
mijn toverkracht zo geslonken is wat
wil je, op mijn leeftijd dat ik bijna al
les nodig heb om die drank voor de Ko
ning der Winden te maken. Dat betekent,
dat je scheepskat moet kiezen: voortaan
kan hij niet meer scheepskat Karo en
bootsman Orak zijn, maar slechts één
van beiden. Hij zal moeten kiezen."
Dit was ernstig.
Samen met Karo en Tut trok Bram
klank van het orgel te danken is, ver
anderen. Het is zeer de vraag of zij daar
na weer in oude toestand gebracht zouden
kunnen worden. Bovendien moeten de pij
pen ook na de restauratie in het buiten
land weer liggend naar Amsterdam ver
voerd worden.
De tweede school verkeert in de geluk
kige omstandigheid, dat een van haar
aanhangers de gemeente een van de
subsidiegeefsters van advies heeft ge
diend. Deze heeft er voldoende aanleiding
in gezien om het stichtingsbestuur van
de Oude Kerk opheldering te vragen over
het hoe en waarom van het besluit tot
demontering. Men hoopt dat een onafhan
kelijke commissie zich met de bestu
dering van het vraagstuk van de restau
ratie kon gaan bezighouden.
DE RESTAURATIE van de oude kerk
zelf is voor ongeveer de helft gereed. Er
is nu tien jaar aan gewerkt, voorname
lijk aan de noordkant, de kapellen en het
dak. De tweede fase van de restauratie
zal drie of vier jaar korter kunnen duren.
Tot dusver is 4,5 miljoen gulden uitge
geven. In het gerestaureerde gedeelte is
een klein koororgel in gebruik genomen.
Dit zal vanavond voor het eerst bespeeld
worden door de organist van de Bavo in
Haarlem, Klaas Bolt.
zich terug op het goede schip Kokanje en
daar overlegden ze om tot de moeilijke
beslissing te komen.
„Als bootsman Orak ben je een mens",
zei Brammetje. „Als Karo ben je maar
een kat. Je wilt natuurlijk liever Orak
zijn.maar dat betekent, dat je te zwaar
bent om verder met mij mee te varen.
Kies gerust.stoor je niet aan mij.
want ik begrijp, dat je mens wilt zijn.
De eerste fase van de restauratie van
Amsterdams Oude Kerk is voltooid.
Toren en dak zijn uit de steigers.
octrooi verleend als behendigheidsspel.
Het is al in enkele Nederlandse speelza
len gebruikt. Thans wordt juridisch na
gegaan of dit spel in het openbaar mag
worden geëploiteerd.
Ing. Prinsen is een bescheiden man.
een geleei-de die wars was van iedere pu
bliciteit rond zijn persoon en zijn werk.
Nu hij zeventig geworden is, ontkomt ook
hij, de vorser van het licht, niet aan de
schijnwerpers der openbaarheid. Men
gaat hem huldigen en zijn vele verdien
sten voor wetenschap en commercie daar
bij uitvoerig „belichten".
OP HET VOORTERREIN van de recht
bank aan de Hamburgerstraat in Utrecht
hebben medewerkers van het archeolo
gisch instituut van de rijksuniversiteit in
de Domstad dezer dagen restanten gevon
den, die wijzen op de aanwezigheid van
een oude Romeinse weg.
Men is op een diepte van ongeveer 3,5
meter gestuit op restanten van deze oude
weg, die mogelijk heeft geleid naar een
Romeins legerkamp op of in de omgeving
van het Domplein. De poort van dit kamp
heeft men enkele jaren geleden bij op
gravingswerkzaamheden op het Domplein
reeds gevonden. De ontdekking wordt van
groot wetenschappelijk belang geacht,
aangezien daardoor nadere aanwijzingen
worden verkregen over de loop van een
Romeinse verdedigingslinie tot de Donau.
OP WERELDDIERENDAG (4 oktober)
zullen paarden van de bereden politie en
van particulieren bij het Hilton-hotel
weer een maaltijd kunnen gebruiken. Op
het trottoir zullen zij zich te goed kunnen
doen aan klontjes suiker, wortelen, rogge
brood en dergelijke, die daar op fraai
gedekte tafels zullen zijn uitgestald. Dit
is echter nog lang niet alles wat er gaat
gebeuren. Bij de ingang van het hotel zal
een beeld van een zittende hond onthuld
worden dat ontworpen is door Arie
Teewisse.
De enorme vlucht van de kleurenfotografie in de na-oorlogse faren is mogelijk
geworden door de z.g. automatische camera's, dat zijn dus fototoestellen, die via
een ingebouwde lichtmeter, gekoppeld aan het diafragma, zelf de juiste lens
opening instellen. Zelfs een volslagen leek kan met een dergelijk toestel perfecte
dia's en foto's maken zonder enig denk- of rekenwerk zijnerzijds. Geen wonder
dus dat de omzet aan b.v. kleinbeeld-kleurenfilms ongeveer vertienvoudigd is,
sinds de eerste volautomatische fototoestellen op de markt verschenen.
WEINIGEN weten, dat het hart van de
ze camera's, te weten het automatische
diafragma, een Nederlandse uitvinding is.
Het was de Hagenaar ing. F. Prinsen
hij is vandaag 70 jaar geworden
die reeds in de jaren '30 octrooi nam op
een automatisch diafragma van eigen
vinding, voor film- en fototoestellen, maar
veel belangstelling had de toenmalige in
dustrie niet. Pas na de tweede wereldoor
log namen enkele grote camerafabrieken
zijn idee in overweging. Met een van die
fabrieken ontwikkelde en verfijnde ing.
Prinsen zijn diafragma-systeem, dat nu
in vrijwel alle automatische fototoestellen
en smalfilmcamera's over de gehele we
reld zijn diensten bewijst bij het moeite
loos fotograferen en filmen. Twaalf nieu
we octrooien waren het gevolg van de sa
menwerking van industrie en de Haagse
ingenieur die ook overigens vele vindin
gen op zijn naam heeft.
ING. PRINSEN heeft zich sinds zijn
prille jeugdjaren verdiept in optische en
geluidstechnische vraagstukken. Hij speel
de een rol bij de vroegste ontwikkeling
van de geluidsfilm, specialiseerde zich la
ter op licht en belichtingsproblemen. Hij
exploiteerde o.a. een fabriek voor belich
tingsmeters en andere fotocellen (o.a.
voor inbraakalarm-installaties) en ver
wierf zich in recente jaren bekendheid
als uitvinder van een optisch behendig
heidsspel, dat is afgeleid van de roulette
(en daarom „Roulex" heet), doch dat zich
van andere kansspelen onderscheidt door
dat de spelers, naar ing. Prinsen beweert,
invloed kunnen uitoefenen op het verloop
van het spel. Op zijn Roulex-vinding is
WAT IS Bk TOCH GEBEURD
- HOE KOMEN we
OPEENS IN H6T WATER?
HU MOET NAAR D6 DOK
TER, MET DIE VERKOUDHEID
66 LOOFT U MU EDELACHTBAREER ZIT EEN
TROEP SCHURKEN ACHTER DIE SMOKKELAF-
FAIRE ...MISSCHIEN DEZELFDE SCHURKEN
DIE ONS NU ONTVOEREN JE», tS3