Wordt jij het baasje van Flos je
PANDA EN DE MEESTER*MACHINIST
3
POLLE, PELLI EN PINGO
wiv
k
I
ÖJaltT)?snet's
Rechter Tie en
Ons vervolgverhaal
TT*. (SfiT ""■TO
ZATERDAG 2 OKTOBER 1965
21
door Marjorie Kinnan Rowling?
(Geautoriseerde vertaling van Mien Labberton)
r
J|!§ Éf J|
-
iil&iipsf
Winti In lbad
KLASSIEKE VERHALEN
aankomend gids
(Brammetje Fok heeft vandaag weer een snipperdagje)
door dr. Robert van Gulik
t#wwwvw#%Aiww%r
«wvwwwwwww
GOUDEN OOGST
82)
Allie kwam hen aan de achterdeur
tegemoet lopen. Ze hield haar armen
over de borst gekruist tegen de kou.
Ze riep angstig: „Wat gaat er van
nacht komen, Luke?"
„Ik denk dat de kou niets minder
van plan is dan die lelijke ouwe hel
uit elkaar te scheuren." Hij knikte
haar toe.
„Ik geloof toch niet, dat het zó
koud is als in die erge december
dagen, hè Luke?"
„Het lijkt van niet. Maar nadat het
zo lang warm en vochtig warm is ge
weest, doet het nog méér kwaad."
Bij het lager dalen van het licht
klaarde de hemel op. De wind leek
een ijsbezem, die een weg naar de
aarde baande voor de voorhoede van
vernietigende machten. Het uitspan
sel had nu de bleekgroene kleur van
het jonge blad. Eenden vlogen er als
zwarte snelle stippen doorheen, en
daalden boven het moerasgras. Tor-
dell en Luke vulden hun armen op
nieuw met hout en gingen naar bin
nen.
Tordell zei: „Ik zal wel voor me
zelf zorgen, Brinley. Doe geen moei
te voor me."
Het haardvuur was uitgebrand. Hij
schaafde wat spaanders harshout
met zijn zakmes, zoals Luke hem
dat geleerd had, legde ze tussen de
as op zijn haard en stapelde er wat
eikeblokken omheen. Dan bracht hij
een lucifers vlammetje bij de hout
splinters. De geelrode dennevlam-
men kronkelden meteen, lang en dun
om de blokken heen. Hij knielde
neer, blies nog even in de vlammen
en warmde zijn handen, tot het eike
hout begon mee te branden. Als een
man niets anders had, stond hij te
denken, was er altijd nog de voor
historische mogelijkheid om troost te
vinden bij een vuur.
Hij ging de kamer uit, de deuren
zorgvuldig achter zich sluitend, op
dat de warmte bewaard zou blijven,
en liep naar de keuken. Liever zou
hij bij zijn eigen haardvuur gebleven
zijn, maar als hij dat deed, zou Allie
'n blad met spijzen naar hem toe
komen brengen. Hij kon 't niet meer
aanzien hoe haar kleine gezwollen
lichaam op hem toe kwam lopen,
met die eigenaardige schommeling
der zwangerschap, om voor hem al
lerlei kleine lichamelijke inspannin
gen te verrichten, die hij ook zelf
kon doen. Luke deed ook veel voor
hem de laatste weken, met 'n ge
makkelijke vlotheid van beweging,
altijd blij het hem naar de zin te
kunnen maken. Maar Tordell zelf be
gon het hoe langer hoe meer onaan
genaam en belachelijk te vinden, als
die bonk van een kerel, wiens ge
dachten vervuld waren van bos- en
ontginningswerk, plechtig en voor
zichtig op hem toe kwam stappen
met een theepot of een schoteltje
cake in zijn grote gegroefde knuist.
Allie had beschuitpudding gebak
ken, rijk van eieren, melk en suiker
voorzien. Het gerecht leek veel op
een Engelse broodpudding. Ze maak
te een nieuwe pot rozebotteljam open
om erbij te gebruiken. Een schoon
blauw en wit geruit deklaken lag
over de tafel gespreid. Er was ook
nieuw wit aardewerk. De januari-
warmte had de gele jasmijn in bloei
gezet en Allie had een paar takken
daarvan in een van Tordells lege
gemberpotten gestoken. De zoete
jonge geur verspreidde zich door de
hele keuken en scheen de dreiging
van opnieuw intredende vorst glim
lachend buiten te sluiten.
Hij vroeg, haast met tegenzin, on
willig om de rustige veiligheidssfeer
te verstoren: „Zullen onze jonge si-
naasappelloten het er vannacht goed
afbrengen, denk je?"
„Cap'n, ik weet het ook niet. Ik
heb zo'n kou vlak na zo'n warmte
ook nog nooit meegemaakt. Florida is
niet ingesteld op héél strenge winter
vorst. Maar het lijkt me wel, dat
onze aardheuvels de tronken en lo
ten warm genoeg zullen houden. Al
het waardevolle zit beschut onder de
grond. Daarbuiten is na de vorige
kou niets overgebleven dat nog be
vriezen kan."
„Hoe zal het met de tuinen van
mrs. Van Dyne gaan?"
„Dat kan niemand zeggen."
Tordell dacht: „Ze zal er in géén
geval ooit onder bezwijken."
Hij at zijn avondmaal en keerde
naar zijn kamer terug. De tussen
liggende gang was als een ijskelder.
Hij deed snel de deur achter zich
dicht om de onaangenaam scherpe
kou te weren, welke hem in die enke
le stappen reeds had verkild. Het
vuur brandde vrolijk, maar de ka
merruimte was er nog niet door ver
warmd. Alleen vlak bij de haard was
de temperatuur op een draaglijk
peil. Hij trok er een fauteuil naar
toe en vulde zijn pijp. Hij sloeg een
boek open, maar toen hij achterover
leunde in zijn stoel, kroop de koude
lucht weer onplezierig om zijn nek
en schouders. Hij schoof zijn stoel
nog dichter bij het vuur en stapelde
meer blokken in de vlammen. Er
werd geklopt. Luke stak zijn hoofd
om de deur.
„Cap'n, hoe zou u erover denken
een paar dekens af te staan, om
over de rug van uw paard te gooien?
Ik mag hangen als ik er niet over
denk haar in de keuken te laten
overnachten."
„Ik ben blij, dat je aan haar ge
dacht hebt, Brinley."
Hij haalde dekens uit zijn slaapka
mer.
„En je muildier?"
„Ik heb die ouwe jongen al mooi
gemaakt met een versleten dekbed.
Hij ziet eruit als een gek, zoals-ie
daar staat, overdekt met rooie ster
ren."
Hij wendde zich om.
„Goeienacht, cap'n. Trek er u niks
van aan als u me soms hoort rond
scharrelen vannacht. Ik kan nooit
goed slapen, als er zoiets aan het
handje is."
„Goeienacht. Roep me als ik er
gens mee helpen kan."
(Wordt vervolgd).
MlïiïiïTii
S-.V
- -
t
4 o |fi'
«L
FLOSJE BEGREEP ER helemaal
niets van. Gisteren hadden hier in huis
nog allemaal kisten gestaan, grote kar
tonnen dozen met touwen er omheen,
rollen zeil en opgerolde kleden. De
baas en de vrouw hadden met grote
stappen door de kamers gelopen, alsof
ze het heel erg druk hadden. Ze had
den met een bord op hun schoot zitten
eten en niet, zoals anders, netjes aan
tafel. En als hij hen voor de voeten
liep joegen ze hem weg. „Vort kat,
uit de weg!" Dan kroop hij maar gauw
achter een kist of een rol zeil. Nie
mand had er aan gedacht dat hij nog
moest eten. Vanmorgen vroeg waren
er een paar hele grote auto's geko
men; daar hadden grote sterke man
nen de meubels en kisten en dozen in
gedragen. Daarna waren die auto's
weggereden; de baas met z'n vrouw
en de kinderen stapten in een taxi en
gingen ook weg. Nu zat hij hier hele
maal alleen.
Iedereen bleef weg.
Nu moeten jullie weten dat Flosje
nog een heel jong diertje was, pas
drie maanden oud. En jonge dieren we
ten niet dat mensen soms neel erg le
lijk voor dieren kunnen zijn. De baas
van Flosje was met z'n vrouw en kin
deren in een ander huis gaan wonen.
Dat hadden jullie natuurlijk allang be-
Ach, kijk daar loopt Elsje;
ze tuurt in het rond.
Ze dacht nu toch heus
dat mams badstoel daar stond.
Allemaal vreemde mensen
kijken haar aan.
Langs Elsjes wangen, heus,
daar drupt een traan
'n Agent op een paard
tilt Els hoog in de lucht.
„Zoek nu nog een keertje",
zegt hij. Elsje zucht,
want daar in de verte
komt hard aangerend
Els' grotere broertje;
„Ha, dank u agent!!!
„We waren haar kwijt,
ze is ook nog zo klein.
Het is maar goed dat er
agenten op 't strand zijn!
ELKA
Wat een gespet, wat een gespat
kleine Wim zit in het bad.
Druppels vliegen in het rond
tegen 't behang en op de grond.
Wat een gespet, wat een gespat
kleine Wim moet uit het bad.
Pyjama aan, vlug in je bed.
Schóón ben je weer en..uit is de pret!
ELKA
1mr
19. Het kostte Panda als stoker wat moeite de ge
dachten te onderdrukken die onder zijn conduc
teurspet waren ontstaan.
„Toch raar, dat die wagon zomaar losraakte van de
trein", mompelde hij onder het kolenscheppen. „En nog
vreemder is het, dat die reizigers er helemaal niks
van hebben gemerkt. Ze zaten nog wel bovenop die
wagon!"
„Wat mompel je toch, stoker?" vroeg de machinist.
„Ik dacht dat het weinig voorkomt, dat reizigers op
het dak van een wagon wilden zitten", zei Panda. „En
ook dat
}yEen stoker moet alleen aan stoken denken!" vond
de machnist. „Zoals een treinbestuurder alleen moet
denken aan het besturen van de trein en aan de vei
ligheid van het traject dat.
Hij stokte en drukte met een ruk de rem neer.
Sissend hield de locomotief halt. Met een bedenkelijk
gezicht sprong de meester op de rails en tuurde onder
zoekend in de verte.
„Is er iets, meneer?" vroeg Panda bezorgd.
„Zie je daar die tunnel voor ons?" vroeg zijn baas.
„Die vertrouw ik niet. Ga hem eens even opmeten. Ik
wil weten of hij wel de model-maten heeft."
Bij deze woorden drukte hij Panda een meetlat in
de handen.
WAT IS 6R AAN D& HAND? VtR&ODÊN
1 T0E6AN6? DAN MOET
IK OMKEREN n,
IK KAN ME.V6R6ISSEN - MAAR IK
HEB NU EENMAAl- PLANKEN VOOR.
MNN HUIS
N0D16
VREEMD - IK HAD Hl ER. TOCH EEN
6R06
GEBOUWD 1
VERBODEN TOE*
6AN6, IK BOUW
i*i
n
©P1B
COPENHAGEN
1903-C.
grepen. Maar Flosje wist dat niet. Wel
had hij de buren horen zeggen: „Ze
hebben de kat achtergelaten. Och, hij
vindt z'n kostje wel!"
Maar Flosje vond z'n kostje niét
Eén keer had hij geluk. In de tuin van
een huis waar de mensen met vakantie
waren stond de schillenemmer buiten.
Uitgehongerd viel hij op een korst
brood aan. 's Nachts vond hij een
droog plekje onder een afdakje, waar
hij in slaap dommelde. Maar als hij
eventjes wakker werd voelde hij een
stekende pijn in z'n rug. Flosje was
ziek geworden. Wat moest hij begin
nen? Honger had hij niet meer, maar
hij was zo moe, zo vreselijk moe.
Als de baas nu niet terugkwam, zou
hij hem dan niet kunnen gaan zoeken?
Met z'n zieke lichaampje sleepte hij
zich over de weg, de kant uit waar
de taxi naar toe gegaan was. En toen
gebeurde er iets vreselijks. Met een
grote vaart kwam een auto aanrijden.
Vroeger was hij wel eens meer vóór
een auto de weg overgestoken. Maar
toen kon hij nog hard rennen. Hij voel
de een enorme klap en toen was er
niets meer. Hoe lang Flosje daar aan
de kant van de weg gelegen had wist
hij niet. Maar toen hij bijkwam hoor
de hij een stem „Bel direct om de
auto van het asiel!" En nu was hij
net wakker geworden in een hokje.
Het hokje was klein, maar het de
kentje waar hij op lag was lekker
zacht. Er kwam een mijnheer in een
witte jas, en die gaf hem een prikje.
Het deed wel even pijn, maar die mijn
heer was zo aardig en aaide hem voor
zichtig over z'n kopje.
Toen hij wakker werd was de pijn
in z'n rug veel minder. Een mevrouw
gaf hem een paar heel kleine stukjes
vlees en wat warme melk. Flosje voel
de zich nog wel erg moe, maar ver
drietig was hij niet meer.
Toen hij eindelijk goed uitgeslapen
was keek hij eens om zich heen. Hij
zag toen in andere hokjes allemaal
poezen zitten, witte, grijze, zwarte, ge
vlekte, wel twintig. En die poezen kre
gen ook allemaal een bakje met vlees
en een bakje met melk. Wat heerlijk,
om geen honger meer te hebben!
Maar zou hij nu niet uit het hokje
weg mogen? Nu hij geen pijn meer
had en weer op vier pootjes kon lopen,
zou hij wel eens een eindje willen wan
delen.
Dat is nu allemaal al een paar we
ken geleden. Flosje is weer helemaal
gezond. Zijn vachtje glanst en hij eet
iedere dag z'n buikje rond.
En nu wacht Flosje maar af. Weet je
op wie hij wacht? OP JOU!
Zou jij nu niet een vader en moe
der willen vragen of je Flosje uit het
-"n.
.Flosje zit nu nog in het asiel.
asiel mag halen? Of Flosje jouw eigen
poesje mag worden?
Als JIJ Flosje uit het asiel haalt
krijgt hij weer een nieuwe baas. Maar
dan een lieve. Eentje, die hem niet al
leen in een leeg huis zal achterlaten.
Een baas, die Flosje iedere dag eten
en melk geeft en zorgt dat Flosje
weer vertrouwen krijgt in de mensen.
Zou JIJ dat nieuwe baasje voor Flosje
willen worden Als vader en moeder
het goed vinden haal hem dan, nu di
rect! Want JIJ kunt zorgen dat het op
4 oktober ook voor Flosje Dierendag
wordt.
C. E. KRAAM-MEETH
DE DERDE MAN BERG
ENKELE MINUTEN NADAT RUDI DE 0EFDEMDE:
ENQEUSE 0EFSBEKLIMMEE KAPITEIN OOHN WINTER
HEEFT SEIZED
LE ER. "TEN
MIKJ6TE EEN
ROUTE IS
t/fc: ZOCHT EEW
NIET OP WAAI?
M'N VADER
VOND DIE VLAK
VOOR "RUN CCOD
TERUG IN HET DORPJE. KURTAl NA AUDI'S
MOEDIGE REDDING-
WAT DOE DE
ZO. DAN PEN Dl) DU<3 DE
ZOON VAN DIE GROTE
GIDS DOSEF MATT' |K JFpANKT\
PK'JS ME GELUKKIG JO\J U, KA-
S\TE HEeDENl ONTMOET.. AfITEINJ'
"VOOR DE VAK RUDI
MISSCHIEN c
IK... IK
ASeEMmjj EN
'vit WASSFPI
IMnlributril hv King Feature* Syndicate.
EN. KAPITEIN,
U M'J EEN
PLEZIER WILLENJ
doen ..door nie
MAND TE VERTEL
LEfUDATCJMEOP
VOLGEN
DE DAG','KAPITEIN WINTER
AL-S M'.'N OOM KRANS] VAKV T
HOORT DAT IK GE
KLOMMEN HEP.
ZWAAIT FR
VOOR MD
LEVEN
WASSEN
MAAR.
EEN ERIE F VOOR.
RUDI_VAN KAPITEIN
WINTER. BELANG-
l P'JK.ZEI H'J
MISSCHIEN
MAAK
MISSCHIEN
|WU STEKEN HET SCHIP NIET IN BRAND,
WENEER LAUER IS HIER EEN COST
jVAN DE KUSTWACHT, WIJ MOETEN
|trachten HUN AANDACHT TE
TREKKEN
ER ZIJN VIER PATRIJ3W0R
TENWE STEKEN IEDER EEN
BRANDENDE FAKKEL UIT
ZO'N PATRUSPOORT
DAARNA GOOIEN
WE ZE IN ZEE
KOM. RAK AAN. ZOVEEL
TIJD IS ER NIET