Op de
noü slechts het
99 aanbidt men
ouden kalf
Griezelen en omelette eten op de
duizendjarige Mont Saint Michel
PANDA EN DE MEESTEIGMACHINIST
POLLE, PELLI EN PINGO
HAMMETJE FOK
TRIUMPH DEALER
Ons vervolgverhaal
Bag
Tie en het levende
13
door Marjorie Kinnan Rowlings
Recept-Sytje Boes
no
Gruwellegenden
door dr. Robert van Gulik
WOENSDAG 6 OKTOBER 1965
{Geautoriseerde vertaling van Mien Labberton)
HARRY OOMEN
r# wit, je er.
'w zetp NIET EEN lL*j
f I hebben? JwL
VWWAAA/WWWW
GOUDEN OOGST
85)
Hij zei: „Ik weet wat ze voelden,
Camilla. Een man kan voortleven zon
der hoop of verwachting, maar niet
te lang
Ze knikte. „Het is nog moeilijker,
denk ik, voor wie hier vreemdeling
zijn. De mensen trekken in drommen
van de sinaasappelkwekerijen weg.
Ze gaan doodeenvoudig hun huizen
uit, sluiten hun deuren en verdwijnen.
De Kittinger, de Raleighs, de Chil-
tons. Maar die allen hóórden hier
niet, hebben hier nooit thuisgehoord.
Ze kunnen zich geen denkbeeld vor
men van een bestaan hier zonder
geld."
Hij vroeg verbaasd: „Maar wie
kan dat? Jij toch ook niet?"
„Stellig wel. Wat heeft geld ermee
te maken? Dit is mijn land en ik
ben er een deel van." Ze fronste de
wenkbrauwen: „We horen bijeen, dit
land en ik."
Camilla was diep in gedachten ver
zonken. Tordell liep van haar af, zijn
kamer door en weer op haar toe. De
mens, zo overpeinsde hij, was niet on
veranderbaar aan een plaats geklon
ken. Hij kon heengaan, als het hem
ergens niet beviel, als een plek hem
blijvend benauwde. Maar zo hij niet
kon of niet wilde heengaan, misschien
uit trots of uit enig ander diepworte-
lend motief? Dan móest hij uit twee
wegen kiezen, er waren geen andere.
Hij kon ondergaan, krankzinnig wor
den in zijn worsteling met het on
veranderbare óf zich leren aanpassen
in berusting of in actieve kracht. De
ze berusting meende hij nu zelf wel
te hebben bereikt. De levensvreugde,
de kracht en de wil te leven, bezielen
de opgaan in de dingen om hem heen
zoals hij dit in zijn jongensjaren ge
kend had voor de Engelse duinen en
weiden, dat was in dit Florida voor
hem echter meende hij, 'n onbereik
baar ideaal. Hij benijdde Camilla, zo
als ze daar bij zijn haardvuur zat,
omdat de liefde voor haar land, haar
grond, waaraan ze zich had overge
geven zó sterk en diep en allesbe
heersend in haar was, dat niets het
wezen dezer liefde in haar verande
ren kon.
Van de andere zijde der kamer af
keek hij naar haar, en het be
vreemdde hem, haar gezicht nat te
zien van tranen. Ze huilde geluidlods,
alsof een diepe vijver overvuld was
door regen en nu stil overliep. Ze was
rustig, terwijl hij een heftige uitbar
sting van opstandigheid had verwacht.
Hij liep op haar toe, weifelend wat
hij kon doen om haar te troosten.
Hij zei „Toe, maak je niet zo van
streek. Je weet toch nog niet, hoe
groot je schade eigenlijk is. Het kan
meevallen. En als je geld nodig hebt,
ik heb meer dan ik hier gebruiken
kan."
Ze schudde ongeduldig haar hoofd.
„Dat is het niet. Ik zei je toch al,
het geld laat me koud. Ik kan leven,
als dat moet, als elke vrouw uit de
binnenlanden, met een plek kool en
een zandig erfje en varkens onder het
huis." Ze veegde haar gezicht af met
haar handen en keek aandachtig naar
haar natte vingers. „Het is om al het
werk, dat voor niets is geweest, alsof
kinderen dood gaan, je hebt nooit
verwacht, dat ze sterven zouden. Al
die jaren waarin je hun groei hebt
gadegeslagen. Je maakt ze, je voedt
ze, je hebt ze lief. En in één nacht,
wég."
Ze zat weer rechtop. Het deed goed
er nu over te praten.
„We weten hier, zo ver noordelijk,
dat we zo af en toe, in sommige win
ters, een kou kunnen krijgen, die
streng genoeg is om de oogsten te
doen bevriezen. Dat weten we. Dat
kun je altijd verwachten. Ongeveer
tien jaar geleden zijn alle vruchten
bevroren. Maar dit wat nu gebeurd is,
is nooit eerder voorgekomen, zover
enig levend wezen zich herinneren
kan. De oudste mensen hebben het
nooit meegemaakt. Nog nooit is er
iets gekomen, dat de bómen gedood
heeft."
Hij zei langzaam: „Ik begrijp wat
je bedoelt. Het is het gevoel, dat jij
en de anderen als het ware uitgepikt
zijn, onder alle mensen, onder vele
mensengeslachten, om dit zeer be
paalde en ongewone kwaad te moe
ten dragen."
Ze knikte. „De bedoeling zal zijn
ons goed te doen beseffen, dat we
nooit en nimmer ergens op rekenen,
op vertrouwen moeten." Er kwam
iets bitters en hopeloos in haar stem.
„Ik wist dat al met betrekking tot
mensen. Ik heb nooit van wie ik lief
had veel terugverwacht. Maar de tui
nen schenen anders. Leken mij iets
veiligs, iets liefelijks, en welver
trouwd."
Hij ging tegenover haar zitten.
„Ik wilde al eerder naar je toe
komen. Maar ik ben al eens geko
men
Ik begrijp het. Toen heeft Claude
je uitgelachen, bespot."
„Waar is hij?"
„Ik heb het klaargespeeld hem
naar zijn stallen te krijgen.
„Wat kan ik doen om je te helpen?"
„Niets. Laat me rusten. Ik heb
niet geslapen sinds de eerste vorst-
nacht. Het leek me, dat ik zou kun
nen slapen als ik jou gezien had."
Een vreemd gevoel rees in hem
op.
Hij zei: „Ik heb altijd gedacht,
dat jij sterker was dan ik. Als dit
ten slotte niet zo is, dan is het de
ene blinde die de andere leidt. Ik heb
onzinnig moeten vechten voor elk
sprankeitje moed."
„Dat is het niet alleen. Het is
meer. Ik ben niet bang. Ik heb je
zelf gezegd, dat ik sterk ben. Maar
jouw dapperheid is van een ander
gehalte."
„Een armzalig soort.
„Nee. Nee. Die geseling.De
mannen die je geslagen hebben.
Je hebt niet gezonnen op enigerlei
wraak of straf voor hen, en dat was
toch je recht geweest."
„Ja, maar ik begréép het ten slot
te."
„Maar juist daar is een speciale
moed voor nodig. Iets te willen be
grijpen. En het meisje, Brinleys zus
ter. Je trouwde haar, wat je niet had
behoeven te doen."
(Wordt vervolgd).
vWWWWWVWVWWWWlA/\AAA#WWMWWWWWWWIf*AIWVWWIA/WWWWVWW*A#WWW%AIWV\A#l/*#l#WWMI#»#W\AAAAAAA#lAII#WIIWWVMI#WWMWMi
9 9
WAT IS Nederlands beroenulste bezienswaardigheid voor dagjesmensen?
U mag kiezen uit: de bollenvelden, Marken en Volendam, De Efteling, de
Scheveningse Pier, Madurodam, de Euromast of Schiphol. Maar het enige
juiste antwoord is (volgens de opiniepeilers) MARKENeen toverwoord dat
overal ter wereld bekend is, en een „moetje" voor iedere toerist die Neder
land „doet."
Die faam dankt Marken natuurlijk in de eerste plaats aan zijn kleurrijke
klederdracht en zijn pittoreske houten huisjes. Maar ook zijn ligging als eilandje
(of, juister: schiereiland) in de „Zuydersea" is een pluspunt: een soort „splendid
isolation" die de romantische vreemdeling een wazig Utopia voor ogen tovert
tot hij ter plaatse in handen van de souvenierhandel valt.
Meer dan een half miljoen
dagjesmensen maakt per jaar het
uitstapje naar de berg-in-zee.
Voornaamste doel: prentbrief
kaarten versturen en omelette
eten.
OOK FRANKRIJK bezit zo'n toeris
teneilandje: de Mont Saint Michel voor
de Bretonse kust, die in deze weken
zijn duizendjarig „bestaan" viert. Het
is een wereldbekend silhouet, de 80 me
ter hoge granietrots die, bekroond door
een imposante abdijkerk, steil uit zee
oprijst. En net als ons Marken, kan
men de „Mont" slechts via een
smalle dijk van 1,5 kin. lengte berei
ken en ook dat is een attractie te
meer, want bij hoog tij verdwijnt die
dijk soms helemaal onder water. Het
hoogteverschil tussen eb en vloed is
hier het grootste van heel Europa
ongeveer 15 meter. Bij laag water kan
men de Mont Saint Michel dan ook
vaak wadende over het getijstrand be
reiken: een sport die voor velen blijk
baar even aantrekkelijk is als te on
zent het z.g. „waddenlopen". Maar ook
een riskante sport, want hier en daar
zijn stukken drijfzand en als bij plot
seling opstekende westerstorm het wa
ter opkomt, gebeurt dit zo snel dat de
wandelaars vaak volkomen verrast
worden. Gelukkig is er op de Mont
een wachtsman met een rubberboot die
al vele onvoorzichtigen gered heeft.
Maar desondanks zijn er bijna ieder
jaar een of meer slachtoffers te be
treuren.
DE MONT SAINT MICHEL is een
vast programmapunt voor buitenlandse
toeristen zowel als voor vele Franse
schoolreisjes en excursies. In het hoog
seizoen zijn er dagen van 10.000 of
meer bezoekers en in de 2Vz me
ter brede hoofdstraat kan men dan
„over de hoofden lopen." Men ver
dringt elkaar in de bistro's, de restau
rants en de talrijke souvenierwinkel-
tjes die ook hier volgens het Sijtje
Boes-recept werken: men verkoopt er
in hoofdzaak ordinaire rommel, zoals
bronzen „Monts" en gipsen beeldjes
van de aartsengel Michael. Maar er
zijn ook namaak-mensenbotten te koop
(met inscriptie: „Groet uit Mont St.
Michel") als een aandenken aan de
bagno-tijd.
MONT SAINT Michels 250 inwoners
leven vrijwel allen van de vreemdelin
genindustrie. Zij vormen de kleinste
gemeente van Frankrijk: in een kwar
tier loopt men het eilandje omtrek
900 meter rond. Aan het hoofd staat
een heuse burgemeester, compleet
met driekleurige sjerp. De oude abdij
kerk met zijn koosters en bijgebouwen
doet nog dienst als godshuis; de rest
van het complex is een soort natio
naal heiligdom met kerkers, musea,
e.d. geworden. Een aantal gidsen leidt
de bezoekers rond en geeft explicaties,
in rad Frans of slecht Engels. Zij
vertellen dat er zich in het jaar 965
een aantal Benediktijner monniken
op de rots-in-zee vestigde. Ze waren
afkomstig uit de abdij van Sainte Wan-
drille en hoopten op het eilandje de
rust en vrede te vinden, nodig voor
het uitoefenen van hun strenge gods
dienstige plichten. Zij bouwden de
fraaie kerk die de top van de rots be
kroont. Latere generaties monniken
breidden deze romaanse kerk uit met
een indrukwekkend Gotisch koor, een
prachtige kruisgang en diverse kloos
ters. Meer dan achthonderd jaar bleef
de Mont Saint Michel geestelijk do
mein. In 1790 werd het complex een
staatsgevangenis. Ettelijke vijanden
van de revolutie en volmaakt on-
schuldigen zijn in dit afschuwelijke
bagno van honger en ellende omgeko
men. Maar de tegenwoordige gidsen
slaan die details over. Zij verklaren
zelfs, dat er op de Mont Saint Michel
„vergeetkerkers" waarin de gevange-
nooit „oubliettes" geweest zijn (de
nen gewoon aan hun lot overgelaten
werden), noch ook folterkamers. Maar
elders in het gebouwencomplex, alsook
in diverse „particuliere" musea, toont
men u vol trots kerkers met ketenen
en ringen, waarin de ongelukkigen
werden vastgeklonken en zelfs gebeen
ten van omgekomen, losjesweg over de
vloer van de cellen gestrooid. De fan
tasie wordt voorts verlevendigd met
vele wassen beelden: dokter Raspail,
die hier in 1831 werd ingesloten, Bar-
bès, Blanqui, Martin Bernard, de ar
restanten van de revolutionaire bewe
ging van 1839. Sommigen van die was
figuren zijn, heel levensecht, door de
ratten aangevreten.
Tot in het laatste kwart van de ne
gentiende eeuw werden hier mensen
opgesloten. Kort voor de eeuwwisse-
ISi
W-V~" t
«««11
ling werd de berg onder toezicht van
monumentenzorg geplaatst.
In hoeverre al die griezelverhalen
historisch verantwoord zijn, moet men
maar niet vragen. Het is een legende,
die velen aanlokt. Zonder gruwelver
halen zou het toeristenbezoek al lang
teruggelopen zijn, nu stijgt het nog
ieder jaar. Dit seizoen heeft men onge
veer 600.000 bezoekers geteld, volgend
jaar zullen het er, dankzij de extra
publiciteit ter gelegenheid van het hui
dige millennium, wellicht een miljoen
zijn: een rijke welvaartsbron voor de
250 „Montois".
NIET IEDEREEN is even gelukkig
met deze gang van zaken. Er is bui
ten het eiland een „Vereniging van
vrienden van de berg", die het liefste
de verbindingsdam zou afbreken en al
le toeristenbezoek verbieden. Dat zal
wel een vrome wens blijven.
De eilarfders zelf daarentegen ageren
al jaren voor een betere verbinding
met het vasteland. Zij willen een tun
nel, of tenminste een brede autoweg,
opdat er nóg meer autobussen vol kij
kers kunnen komen, ook bij storm en
springvloed.
ALLES op de Mont komt van het
vasteland. Niet alleen de slechte sou
venirs, de apéritifs en de resturant-be-
nodigdheden; zelfs de bakker laat zijn
croissants en pistolets van de wal ko
men. Er is geen apotheker en geen
dokter. Vorig jaar hebben dertien in
woners een eerste hulp-diploma be
haald en daar doet men het mee.
Een beroemde specialiteit is de ome-
lette aux confitures Pommard, die in
de diverse eethuisjes geserveerd
wordt. Driekwart eeuwen geleden von
den pelgrims en reizigers op het eiland
slechts een herberg, waar Annette
Pommard haar roemruchte vruchten-
omelettes opdiende. Tegenwoordig
schijnt iedereen het geheim te kennen,
al beweert elke restaurateur, dat hij
alleen het authentieke recept bezit. De
clou van de zaak schijnt in het bakken
te liggen: de echte Pommard wordt
boven een houtvuur van bijzondere sa
menstelling toebereid.
DE GESCHIEDENIS van Mont Saint
Michel is aanzienlijk ouder dan de dui
zend jaren die nu herdacht worden.
Reeds in de pre-Romeinse tijd moeten
de oude Galliërs er een heilige plaats
onderhouden hebben waar de zielen
der gestorvenen rust vonden. De Ro
meinen richtten er altaren op voor hun
goden, de eerste Christenen vestigden
er zich als kluizenaars. Tweemaal in
tervenieerde de aartsengel Michael in
eigen persoon voor het naar hem ge
noemde rotseiland, eenmaal om de abt
Aubert anno 708 opdracht te geven,
daar een klooster te stichten, eenmaal
om Jeanne d'Arc te wijzen op deze
„berg Gods", als bron van inspiratie
voor haar strijd om de bevrijding van
Frankrijk, aldus de oude legenden.
DE „BERG GODS" is nu een berg
van commercie geworden: een mense
lijke termietenheuvel, een lawaaierige
toeristenkermis, zoals de wereld-van-
vandaag er vele kent: Marken, San Ma
rino, Venetië, de grotten van Han
Maar er is een verschil: als het heel hard
stormt is de Mont Saint Michel zelfs in
de hoogseizoen tijd een oord van stilte.
Die gebruiken de „Montois" dan waar
schijnlijk om hun verdiensten te tellen:
een stortvloed van nieuwe francs die
vloed rond hun granieten rots-in-zee
Advertentie
voor Haarlem en omstreken
AUTOBEDRIJF
LANGE MOLENSTRAAT 12 - TEL 19000
IK LAAT U NU NAAR DE
KADE ROEIEM .EDELACHT
BARE... DE JONK HOUDEN
WE ONDER BEWAKING BIJ
N DE KUSTWACHT...
~ft>ANK JE WEU,
peter, we
'I HE886N NU GE'
N0E6 KOKOS-
V NOTENJ
VOORZICHTIG. P1N60
f DE MOORDENAAR IS EEN POTISE KEREL
MBSCHIEN HAALT HU HET WEL,ONDANKS
DE STERKE STROOM.... BRENGT U ONS
k 10 SNEL M06ELUK NAAR DE STADS- A
L KADESERGEANT.
TOT UW ORDERS.
EDELACHTBARE'
HET ZAL GESCHIEDEN
EDELACHTBARE...
DANK JEtlK
HEB ZO'N
KIESPIJN
COKXKUIN
ZICH EEN BAAL SMOKKELZOUT IN HET
BELANGRIJK BEWIJSMATERIAAL.IN DEZE
BELA5T U MET DE VEILIGE BEWARING DAAR
VAN .HOUD ZOLANG OOK HET LIJK VAN DE BOOTS -
357. Er was iets vreemds aan de hand
in Dollekedam.
Iedereen, die er ooit is geweest, weet
dat de mensen er vriendelijk en aardig
zijn, en bereid om hard te werken voor
hun brood.
Maar op een dag, dat dit verhaal be
gint, was niemand vriendelijk en aardig,
en gewerkt werd er niet. Met norse ge
zichten liepen de mannen rond, hun han
den diep in hun zakken en hun pijpen on
aangestoken. Hun klompen klepperden
kwaadaardig op de hobbelige keien.
En voortdurend gingen hun blikken
links en rechts, alsof ze iets zochten
Van die toestand wist Brammet je Fok,
die in het goede schip Kokanje de haven
naderde, nog niets. Hij verheugde zich
erop weer eens in Dollekedam te zijn.
„Daar is het gezellig, jongens," zei hij.
„We zullen er wél een tijdje moeten blij
ven, maar je kunt er zeker van zijn
die kerels daar maken de Kokanje weer
net zo waterdicht als hij vroeger was.
„Gelukkig maar," zei Karo, want hij
en de papegaai Tutu hadden moeten hel
pen bij het leeghozen van de boot en dat
was zwaar en vermoeiend werk. Hij snak
te naar een beetje rust maar het was
lang niet zeker, dat hij die rust ook zou
krijgen
22. Panda's moedig optreden haalde weinig uit. Zon
der zich iets van Panda's duidelijke waarschuwingen
aan te trekken, liet de machinist de trein kalmpjes
staan waar hij stond. Van verre moest Panda mach
teloos toezien hoe de rovers de goudwagon omsingel
den. „Waarom laat u dat toe?" riep Panda boos, ter
wijl hij naar de machinist holde. „Hebt u dan niet
gezien, dat ik het vertreksein gaf?" „Nee", antwoord
de de meester. „Het vertrek van de trein wordt be
paald door het voorgeschreven teken met het spiegel
ei door de conducteur. En NIET door verward ge-
roep of het gedoe van bandieten." „Maar nu hebben
ze de goudwagon te pakken!" zei Panda zenuwachtig.
„Ja, dat is vervelend," gaf de meester toe. „Het is te
hopen, dat de bewaker er vlug iets aan doet." Panda
zei niets meer. Boos greep hij zijn bewakerspetje en
haastte zich naar de goudwagon. „Als niemand er
zich mee bemoeit, zal ik het wel ALLEEN proberen!"
dacht hij. Maar tot zijn verbazing bleek, dat iemand
zich wel degelijk met de toestand bezig gehouden had.
Want daar lagen de rovers keurig gebonden op een
rijtje.