ULXC p
DE
VREEMDE
CARR1ERE
VAN
EDGAR
WALLACE
FABRIKANT VAN
TUSSEN SCHAAR EN
PERFORATIE
xzr.izk rn&
•as •- :<i/zk':v. yït m,s.
rn
r
- O - _Y >V O Zit/ 1 5
„Columbus was
in Amerika
voor liij het
ontdekte
VRIJDAG 15 OKTOBER 1965
II
f,'
fill®
ai
v* r /-
r> pig
fr
*r- f'.~J
z* U
Uit de goot
Kraetejii joegen
Troebele tijden
Rijmkroniek
Vriend van de beul
y§
Jb
Abonnement
op postzegels
ScJhaiidlaail
Verkwister
iww// - "1/ V'//
i'o
'V
r* v
v"
'y>m; «m*
-fit»» W'
„EDGAR WALLACE? Ja die wordt nog wel ge
lezen, hoewel niet erg veel meer." De juffrouw van
het uitleenbureau der Stadsbibliotheek zegt erbij:
„Wij hebben trouwens nog maar een paar boeken
van hem".
Het zal niemand verbazen. Alleen de ouderen
onder ons herinneren zich die „fabrikant van kippe-
vel wiens thrillers in de jaren 20 en 30 engros ver
kocht en verslonden werden. Ontspanningslectuur,
jawel. Maar zo geraffineerd en boeiend dat zij bijna
alle bestsellers werden. Sommige van zijn boeken
(met name de „Sanders of the River"-reeks) werden in
dertig talen vertaald en door miljoenen verslonden.
Wijlen Hendrik Colijn en, naar men zegt ook de
toenmalige Prins van Wales behoorden tot zijn vaste
afnemers, maar ook het grote publiek of, zoals men
toen zei: de arbeidersmassa.
Miljoenen heeft Edgar Wallace bijeengeschreven,
maar in het panthéon der onsterfelijken mankeert
zijn borstbeeld. Voor hem geen adellijke titel, zoals
zijn evenknie en lichtend voorbeeld Sir Arthur Conan
Dovle. Geen vermelding zelfs van zijn naam in The
Encyclopedia Britannica, En slechts een paar magere
regeltjes in de Who's Who van 1932, het jaar waarin
Wallace berooid en gedesillusioneerd stierf. En te
recht, want au fond was hij slechts een handige veel
schrijver zonder achtergrond of talent, uit de goot
opgeraapt en „slechts" door eigen energie tot roem
en rijkdom gekomen. Hij slaagde door wilskracht en
brutaliteit, hij mislukte aan zijn eerzucht. Toen hij
overleed, waren er slechts schulden. Zijn geestelijke
erfenis 150 romans, ontelbare short stories en een
aantal matige toneelstukken heeft de tands des
tijds niet weerstaan. Maar Wallace's eigen levensge
schiedenis, even bewogen en avontuurlijk als zijn
beste verhalen, is nog altijd een boeiend stuk lectuur.
De tragiek van een self made man, de tragedie van
de eerzucht.
'L w. -v- >*»- -• v -»
p
r, v
Gedenkplaat voor Wallace in Fleet
Street, de Londense krantenwijk.
„Hij heeft rijkdom en armoede ge
kend, hij verkeerde met koningen.
Hij wijdde zijn talenten aan het
schrijverschap maar zijn hart
schonk hij Fleet Street".
F*
f'
j -• J
y f y p
I m l
99
COLUMBUS was volgens een
Noorse geschiedkundige allang van
het bestaan van Amerika op de hoog
te, voordat hij officieel aanspraak op
de ontdekking van dit halfrond
maakte. J. K. Tornoe, een deskundige
op het gebied van de vroege Scandi-
navisch-Amerikaanse betrekkingen,
schrijft in zijn nieuwe boek „Colum
bus in het Poolgebied", dat de Portu
gese avonturier hoogstwaarschijnlijk
reeds in 1477 een bezoek gebracht
heeft aan North Devon Island dat
was dus vijftien jaar voor zijn transat
lantische reis naar West Indië. Tor-
noe's boek, dat in de Engelse taal is
geschreven, is in de Verenigde Staten
in de handel gebracht ter gelegenheid
van de viering van Leif Eriksson-dag
op 9 oktober. Columbus-dag wordt
op 12 oktober gevierd.
TORNOE behoort tot de groep ge
schiedvorsers, die ervan overtuigd zijn
dat de Scandinaviërs Amerika reeds
honderden jaren vóór Columbus ken
den. „Columbus heeft North Devon Is
land hoogstwaarschijnlijk bezocht als
lid van de Scandinavische Johannes
Skolp expeditie naar de noord-oost pas
sage in 1477," aldus schrijft Tornoe in
zijn boek. Hij is het evenwel niet eens
met de beweringen van andere ge
schiedkundigen, dat Columbus heeft
deelgenomen aan een poolexpeditie ten
oosten van Groenland. In 1959 heeft de
Russische geschiedkundige Tyspernik
van 't Pedagogisch Instituut van Ka
zakstan, verklaard, dat Columbus de
wereld in 1492 bij de neus genomen
heeft omdat hij heel goed wist waar
Amerika was. Tyspernik schreef een
brief van Columbus aan Koningin Isa
bella van Portugal ontdekt te hebben,
waarin hij haar vertelde te weten waar
Amerika lag. Tyspernik zei dat Co
lumbus van het bestaan van Amerika
wist door Portugese zeelieden, die de
Antillen hadden bezocht.
TORNOE KOMT IN ZIJN nieuwe
boek met nieuw materiaal, waaruit
blijkt, dat de Scandinaviërs Amerika
rees in 986 kenden. Toen miste Bjarne
Herjulfsson IJsland en Groenland en
ontdekte Nova Scotia, Newfoundland,
Labrador en Baffin Land. Leif Erikssons
expeditie volgde in 1001 en in 1004
bracht zijn broeder Thorvald eveneens
een bezoek aan Amerika. Thorvald
moet toen door Indianen om het leven
zijn gebracht. Vijf jaar later zeilde een
andere Viking, Thorfinn Karlsefne, naar
Vineland- de Vikingnaam voor Ameri
ka. Hij bleef daar drie jaar.
DOOR STUDIE van oude geschiede
nisboeken en pauselijke brieven heb
ben Tornoe en vele andere geschiedkun
digen bewijzen ontdekt, dat vele ande
re Scandinavische Vikingen het Noord-
amerikaanse continent hebben be
zocht. Een van die expedities was de
Noors-Deense Pinging-Porthorst expe
ditie van 1472-1473. Aan deze expeditie
namen vele Portugese zeelieden deel.
Zij kunnen Columbus naderhand van
het land in het verre westen verteld
hebben.
FEL BRANDDE de middagzon op de straten van Madrid,
maar ondanks de hitte puilden de trottoirs en de balkons van
de huizen, ja zelfs de daken uit van de mensen. In de smalle
Calle Major drong een man in een wit overhemd, een brede
panama op het hoofd, zich met moeite een weg door de
saamgepakte menigte. Op zijn borst prijkte een politie-
doorlaatbewijs. Net had hij de trottoirrand bereikt, toen
achter hem de vorstelijke stoet naderde, voorafgegaan door
een afdeling ruiters te paard. Het was de bruiloftsstoet van
koning Alfonso en koningin Ena. Luid jubelend begroetten
de Spanjaarden het jonge paar. Toen gebeurde het. Een
hevige ontploffing deed de huizen trillen op hun grond
vesten. De massa week in paniek, vrouwen en kinderen
gilden. De bom had zijn doel maar juist gemist. Het witte
bruidskleed van Ena zat vol bloedvlekken, maar zij en de
koning waren ongedeerd. De man met de zonnehoed nam
het tafereel snel in zich op en rende toen, door de hysterische
chaos van steigerende paarden en schreeuwende mensen
naar het telegraafkantoor. „Aanslag op het Spaanse konings
paar mislukt", schreef hij op een formulier, speciale bericht
geving van de bijzondere Daily Mail-correspondent in Ma
drid, Edgar Wallace.
ZO BEGON de carrière van Dick
Freeman als internationaal journalist.
De Spaanse autoriteiten waren te laat
met hun censuur; de Daily Mail had
het nieuws als eerste en voorlopig eni
ge krant. Zoals zo vaak later, wist
Wallace ook ditmaal zijn doel te berei
ken. Zijn leven omvat alle fasen tus
sen armoede en rijkdom. De man die
vijf jaar na de Madrileense aanslag
naast de prins van Wales aan tafel zat
en die door veldmaarschalk Lord Kit
chener persoonlijk werd toegesproken,
was een vondeling, een man zonder
naam De aanslag in Madrid vormde
voor Wallace het begin van zijn boek;
..Nine Men", dat hij in het Londense
Claridge Hotel schreef.
Wallace werd letterlijk uit de goot
opgeraapt door de vishandelaar Free
man in Greenwich. Deze huisvader
met negen kinderen vond op een pril
le ochtend een bundeltje met een kind
erin. Hij bracht het bij zijn vrouw, die
meende dat er nog wel een kind bij
kon. Het was een vreemd gezin, de
Freemans. De vader kon lezen noch
schrijven. Wel was er een tante die
altijd de gruwelverhalen uit de zon
dagsbladen voorlas, vooral de moor
den. De twee oudste zoons zaten bijna
voortdurend in de gevangenis. Wallace
kon later zo goed over het gevangenis
leven schrijven omdat zijn pleegmoe
der hem meenam als ze haar zoons
ging bezoeken. Vader Freeman, een
vreemde man, had weinig sympathie
voor zijn zoons in de gevangenis, voor
hem bestonden zij niet meer. Maar el
ke ochtend om drie uur, als hij naar
de vismarkt ging, bad hij voor het
stadsziekenhuis hardop voor het her
stel van de zieken.
DE KLEINE DICK leerde schrijven;
vol trots toonde de vishandelaar op de
markt de eerste schrijfproeven van zijn
stiefzoon. Vismanden sjouwen, vis be
zorgen. de Bijbel, honger, etensresten
in de keukens waar hij vis bezorgde,
dat waren de voornaamste elementen
van zijn jeugd. Van dat alles nam hij
in zijn later leven een bijzonder res-
pekt voor de minder bedeelden mee.
Hoe meer hij zich ontwikkelde, des te
heftiger verlangde hij uit de bancirkel
van de armoede te komen. Zo werd hij
op tienjarige leeftijd lid van een die
venbende die er een specialiteit van
maakte, lettermateriaal bij drukkerijen
te stelen. Bij toeval leerde hij
daardoor een valsemunter kennen, die
hij aan de politie uitleverde. Het was
de eerste maal, dat zijn naam in de
krant verscheen. Het krantenbedrijf
Er is een aardige anekdote bewaard
gebleven over de historie van de
postzegel. Een zekere mister Walker
had eens woorden met zijn vrouw die
juist met handwerk bezig was. Terwijl
over en weer boze woorden vielen
prikte de vrouw met haar borduur
naald in een patroon een lange rij
gaatjes. Mister Walker vergat op slag
zijn ruzie en kreeg zijn idee: zo moest
men dus doen om postzegels zuiver
van elkaar te kunnen scheuren op een
regelmatige wijze. De perforatie was
geboren! Tegenwoordig is die perfora
tie vanzelfsprekend en niet alleen hij
postzegels. De eerste postzegels waren
nog niet geperforeerd en moesten met
een schaar uit het vel worden geknipt.
Had de postmeester of loketbeambte
het niet druk en een goede bui, dan
knipte hij de zegels netjes uit zonder
het beeld te beschadigen en drukte hij
het stempel duidelijk keurig in het
midden. Dan schiep hij een voorbeel
dig museum-exemplaar dat tegenwoor
dig heel wat geld waard is. Had hij
een slechte hui, dan hakte hij er maar
wat op los, tot verdriet van de huidige-
eigenaars van die zeldzame stukken.
Overigens behoeft een postzegel niet
oud en niet gestempeld te zijn om
waardevol te zijn. Er zijn verzame
laars die bij voorkeur ongestempelde
zegels sparen van eerste uitgaven. Op
dit gebied zijn er zelfs zeer recente
voorbeelden. De eerste Duitse postze
gels uit 1949 en 1950 worden tegen fan-
tasieprijzen verhandeld. Voor een 20 3
pfennig Bach-herdenking (1950) wordt
42,80 Mark betaald. Dat is een koers
stijging van 21400 percent!
Geen enkel industrie-aandeel kan op
zo'n koersstijging boven. Met zulke
voorbeelden voor ogen zijn er altijd
mensen die hun geld in postzegels be
leggen in de verwachting over tien of
twintig jaar de zaak van hun leven te
kunnen doen. Daarin slaagt ten hoogste
een enkeling en men moet wel over
goede vakkennis beschikken om een
zaak van belang te kunnen doen. Des
tijds waren in Rusland alle postzegels
uit de tsarentijd vernietigd. In Finland,
dat deel van het Russische rijk had
uitgemaakt, bevonden zich nog Russi
sche postzegels die in 1924 in veiling
werden gebracht. De Hamburgse post
zegelhandelaar Mohrmann kocht veer
tigduizend van die zegels tegen een ge
middelde prijs van tien pfennig per
stuk. Tegenwoordig doen die zegels van
dertig tot veertig gulden elk!
Ten tijde van de jodenvervolging in
Duitsland werden vele collecties (vaak
ook aangelegd om geld te beleggen)
gestolen door de bruinhemden. Het
meeste hiervan werd later onbescha
digd teruggevonden omdat geen behoor
lijke postzegelhandelaar in het Derde
Rijk zijn vingers wilde branden aan
deze verzamelingen. Tegen het einde
van de oorlog werden in Duitsland ve
le postzegels verzameld; de waarden
stegen tot onwaarschijnlijke hoogten.
Aan de andere kant werden ook vele ze
gels met Ilitlerafbeeldingen vernietigd.
Ten tijde van de bezetting waren de
Amerikanen vooral actief op postzegel-
gebied. Zij hadden speciale speurcom-
mando's van min of meer deskundige
filatelisten die bij gearresteerde par
tijgangers en andere mensen in bewa
ring huiszoekingen deden en het oog
hadden op postzegels van waarde. De
waarde van zegels met Hitlerafbeeldin-
gen steeg zoveel te meer, omdat grote
hoeveelheden van deze zegels op last
bekoorde hem zo, dat hij krantenjon
gen werd bij de „Echo". Zijn stand
plaats was het trottoir van de exclu
sieve club, waarvan hij later voorzit
ter zou worden. Hij kwam bij een druk
kerij, waar de chef onrechtmatig zijn
loon inhield. De jongen diende een aan
klacht in en verdedigde zijn zaak zo
goed, dat de rechter hem gelijk gaf
Later verkocht hij bloemen, was koks
maat op een vissersboot, melkbezor
ger en tenslotte metselaar.
OP ZIJN achttiende jaar was hij een
man zonder ontwikkeling, te zwak voor
handenarbeid en te dom voor kantoor
werk. Hij werd beroepsmilitair, be
landde na een vechtpartij in het hos
pitaal en zag hoe goed het personeel
het daar had. Na veel moeite werd hij
ook hospitaalsoldaat en kreeg les in
lezen, schrijven en anatomie. Voor een
van de doktoren moest hij lijken ont
kleden en in zijn vrije tijd schreef hij
gedichten! De boerenoorlog bracht
hem naar Zuid-Afrika. Daar had hij
tijd genoeg om te lezen: de Engelse
klassieken, vooral Kipling en Stephen
son. Toen Rudyard Kipling in Kaap
stad kwam stuurde Edgar Wallace, zo
als hij zich was gaan noemen, hem
een telegram op rijm met de titel
„Welkom". Kipling gaf het telegram
aan The Cape-Times, die het gedicht
op de voorpagina publiceerde. Zo
kwam hij in de journalistiek. In de
Johannesburger „Daily News" viel hij
president Kruger fel aan. Hij slaagde
erin. geheel vrij te komen van de mi
litaire dienst en werd gelegenheids
dichter en journalist in Johannesburg.
Hij schreef anderhalve meter gedich
ten per week over dp politieke troebe
len in Zuid-Afrika. Hij trok naar de
slagvelden als oorlogscorrespondent
samen met Winston Churchill.
NA DE OORLOG had Wallace een
ervaring waar hij een leven lang uit
kon putten. In Ladysmith zou een
man wegens moord terechtgesteld wor
den. De beul kwam met zijn installatie,
maar bedronk zich des avonds. Wal
lace verzorgde de ijlende man, die
vervolgd werd door herinneringen uit
zijn loopbaan. Die nacht leverde hem
stof voor vele boeken. Wallace werd
hoofdredacteur van de „Rand Daily
Mail", speculeerde in goudmijnaande
len, maakte op één dag 12.000 pond
winst en verloor ze de volgende dag
weer. Hij werd een bekende figuur in
Johannesburg en beleefde alle ups en
downs van het wilde leven in de goud
stad Het eind van zijn carrière kwam
in 1910, na een schandaal met een zan-
m
'V 'V-'
van de autoriteiten werden vernietigd.
Er bleef altijd nog wel iets achter in
handen van militairen die souvenirs
spaarden. Merkwaardig genoeg steeg
de ene zegel meer in waarde dan de
andere. De drie postzegels van de Nür-
burg uit het jaar 1939 met de racewa
gens hebben in totaal een frankeer-
waarde van vijfenzestig pfennig. Tegen
woordig zijn die drie zegels makkelijk
twintig gulden waard. In de jaren voor
de Duitse geldzuivering waren postze
gels een geliefd beleggingsobject. Be
paalde postzegels bereikten fantasie-
waarden. Een Hitlerverjaardagspostze-
gel uit 1940 deed wel veertig mark,
maar is tegenwoordig nog maar twee
mark waard. Ten tijde van het Eich-
mann-proces werden hier en daar goe
de zaken gedaan met postpakketkaar-
ten en postzegels die destijds waren ge
bruikt om de asurnen van in concentra
tiekampen omgekomen mensen terug
te zenden. Natuurlijk kan men nog al
tijd rekenen op belangrijke vondsten.
De laatste jaren is Australië een waar
paradijs voor filatelisten, daar is al
heel wat gevonden dat alleszins de
moeite van een reis waard was. Een
pronkstuk dat enkele jaren geleden uit
Australië naar Europa kwam was een
Ossenoog, de eerste Braziliaanse post
zegel die deze spotnaam draagt. Merk
waardig genoeg vond men er ook een
rode drie pfennigzegel uit Saksen, wel
ke in 1850 in Leipzig was afgestempeld.
Deze postzegel bracht op een veiling
meer dan twintigduizend gulden op.
Een Amerikaanse verzamelaar werd
de gelukkige eigenaar.
Vele verzamelaars hebben een abon
nement bij een postzegelhandelaar; ze
betalen bijvoorbeeld twintig pond ster
ling per maand en krijgen daarvoor
regelmatig een assortiment nieuw uit
gekomen zegels thuisgestuurd. De post-
zegelhandel is blij met zulke vaste af
nemers en de verzamelaar bouwt in
een jaar of twintig een degelijke collec
tie op. De waarde van Duitse postze
gels is zeer verschillend. Zegels uit de
jaren 1949 tot 1953 zijn vrij veel waard,
zegels uit het Derde Rijk veel minder.
De oorzaak daarvan is gelegen in het
feit. dat de Duitse regering destijds
zelf heel wat van die series in het bui
tenland verkocht om aan deviezen te
komen. Het aanbod is nog altijd zo
groot, dat van een werkelijke waarde
vermeerdering nauwelijks sprake is,
al zijn de zegels twintig tot dertig jaar
oud.
Postzegelhandelaren geven zich de
grootste moeite om waarden te schep
pen. Drie jaar geleden werd in Belin-
zona een postraket gelanceerd met een
lading brieven. Er was een speciale
postzegel voor gemaakt en de Zwitser
se posterijen leverden een bijzonder
stempel voor de vlucht van vijftien ki-
lometer. Postzegelhandelaren kochten
de meeste zegels op en plakten ze ijve
rig op briefomslagen. Een van hen
plakte in drie dagen tijd twintigdui
zend postzegels met zijn tong, een ge
liefkoosd bedrijf omdat bij het plakken
met spons en water de postzegels te
nat worden en gaan krinkelen.
Natuurlijk maken de postzegelhan
delaren ook gebruik van een bepaalde
rage. Een daarvan was Europa. On
der het motto „Europa in de tijd van
de samenwerking" organiseerden post
zegelhandelaren een actie. In 1956 be
sloten de ministers van zes Europese
landen op postzegelgebied iets te gaan
doen. Die postzegel moest de Europese
samenwerking demonstreren. Elk na
jaar kwamen er in die zes landen
postzegels met het Europasymbool uit;
andere Europese landen deden er aan
mee, hoewel zij niets te maken hadden
met de zes landen. Liechtenstein, Tur
kije en San Marino kwamen met Eu
ropazegels uit. Andere landen volgden;
zelfs de eigenaars van de Kanaaleilan
den Herm, Lundy en Jethou kwamen
met ..Europazegels". Liechtenstein liet
zijn Europazegels niet verschijnen in
een oplage van tien tot twintig miljoen
zoals de zes Europese landen,
maar in een oplaag van tweehonderd
duizend stuks. Daarmee was die zegel
al meteen een zeldzaamheid. De waar
de van de Liechtensteinse Europazegel
van een halve Zwitserse frank be
draagt al vijfentwintig gulden. Portugal
en IJsland vormden verdere „Europe
se" postzegellanden. De Turkse Euro
pazegel verscheen in een oplage van
zeshonderdduizend maar de handela
ren en liefhebbers die naar Ankara
waren gekomen om die zegel te kopen,
waren teleurgesteld. Er waren nog
maar een paar duize.'d van zulke zegels
te koop; de rest was al bij voorbaat
per post door de hele wereld verkocht.
geres. Met tien shilling op zak keerde
Wallace naar Londen terug. De kran
tenmagnaat Lord Northcliffe nam de
gewezen hoofdredacteur graag in dienst
ondanks diens allesbehalve zuivere
verleden. In Londen vond Wallace zijn
specialiteit: rechtszaken. De dagelijk
se omgang met misdadigers, de ijdel-
heid der moordenaars, de hebzucht,
laaghartigheid, alle menselijke harts
tochten. leverden hem stof voor zijn
eerste boek: „Misdaadmotieven", dat
nooit in druk is verschenen. De
beulen, vader en zoon Billingdon, wa
ren zijn vrienden en hij dankt menig
hoofdstuk uit zijn boeken aan hun ver
halen. Als journalist beschreef Wallace
mijnrampen, executies, hoffeesten, be
grafenissen, onlusten, moorden en
treinrampen. Hij werd als bijzonder
correspondent uitgezonden. Intussen
schreef hij enkele detectiveromans,
waaraan de uitgevers meer verdien
den dan de auteur. Toen stuurde Wal
lace's werk hem naar Afrika. Hij be
zocht Kongo en heel Brits West-Afrika.
Daar deed hij de ervaringen op, die
het hem later mogelijk maakten, de
avonturen te beschrijven van de kolo
niale ambtenaar Sanders of the River,
diens Houssa-kommandant kapitein
Hamilton, de onmogelijke luitenant
Bones en vooral van de schurkachtige
en onweerstaanbare Bosambo of the
River.
DEZE BOEKEN hebben hem rijk en
beroemd gemaakt, want nu gaf hij ze
zelf uit. Hij werkte voor de „Evening
Times" waarvan hij mede-eigenaar
werd. todat dit blad failliet ging aan
de bekentenis van de vrouwenmoorde
naar dr. Crippen. De bekentenis bleek
een vervalsing van „een der redacteu
ren of medewerkers".
Na dit laatste échec werd Wallace
zijn eigen uitgever, impresario en re
dacteur. In 1928 liepen er drie toneel
stukken tegelijk van hem in Londen,
Zijn inkomsten uit romans, novellen,
filmrechten en vertalingen, bedroegen
tienduizend gulden per week. Maar
hij had dan ook die twee dozijn toneel
stukken, honderdvijftig romans en hon
derden verhalen geschreven. Over de
hele wereld werd dit oeuvre verslon
den. Wallace kon ongelofelijk hard
werken. Zijn roman „De vreemde gra
vin" schreef hij in vier dagen. Een no
velle dicteerde hij in twee uren. Soms
schreef hij alles zelf, soms dicteerde
hij afwisselend aan vier secretaressen.
Zijn romans werden in Chicago en
Wladiwostok. Berlijn en Warschau, in
Sjanghai en Cairo uitgegeven. Hij be
zat twee auto's, een renstal en een villa
aan de Riviera. Hij paste de vertalin
gen van zijn boeken aan, aan de lan
den waar ze verschenen. „Groene ter
reur" b.v. had oorspronkelijk een
Duitser als hoofdpersoon, maar in
Duitsland was het een Zuidamarikaan.
In 1930 begon de Duitse pers een cam
pagne tegen Wallace als vijand van
Duitsland. Wallace, met 20 miljoen
Duitse lezers achter zich, schreef -open
brieven aan 200 Duitse kranten, waar
in hij betoogde dat geen Engelsman
meer sympathie had voor Duitsland
dan hij en de bui dreef over.
t
ZO VERLIEP dit vonderlijke leven
van armoede tot rijkdom en weer tot
armoede. In 1922 was Wallace met een
van zijn secretaressen gehuwd; in
1932 stierf hij in Hollywood ten gevol
ge van een longontsteking. Kort daar
op kwamen Engelse kranten met het
sensationele bericht dat Wallace een
vermogen van 180.000 gulden had na
gelaten, maar dat de schulden 800.000
gulden bedroegen. Mevrouw Wallace
onhulde dat haar man een speler was
geweest, die enorme bedragen had ver
loren bij de wedrennen. Ze besloot
om de schulden van haar man te del
gen door zijn biografie te schrijven.
NU PAS bleek op welk een grote
voet Wallace had geleefd; hij had enor
me feesten gegevpn voor soms honder-
den gasten. Zijn successen als roman-
en toneelschrijver hadden hem in aan
raking gebracht met vooraanstaande
mensen. Hij had in de politiek willen
gaan en die eerzucht had hem tiendui
zenden ponden gekost, nutteloos wegge
worpen, want als politicus was hij on
aanvaardbaar. Daarmee wordt het
beeld voltooid van de grootfabrikant
van kippevel, de grootste schrijver
van detectiveverhalen die de wereld
ooit heeft gekend.
IN HAAR biografie onthulde me
vrouw Wallace het grootste geheim
van haar man, de angst dat er iemand
zou komen en zeggen „Die man is
geen journalist, hij is uit de goot opge
raapt en heeft geen enkele achter
grond of ontwikkeling. Stel hem een
paar vragen en zijn hele zwendel komt
aan het licht!"