ULXC p DE VREEMDE CARR1ERE VAN EDGAR WALLACE FABRIKANT VAN TUSSEN SCHAAR EN PERFORATIE xzr.izk rn& •as •- :<i/zk':v. yït m,s. rn r - O - _Y >V O Zit/ 1 5 „Columbus was in Amerika voor liij het ontdekte VRIJDAG 15 OKTOBER 1965 II f,' fill® ai v* r /- r> pig fr *r- f'.~J z* U Uit de goot Kraetejii joegen Troebele tijden Rijmkroniek Vriend van de beul y§ Jb Abonnement op postzegels ScJhaiidlaail Verkwister iww// - "1/ V'// i'o 'V r* v v" 'y>m; «m* -fit»» W' „EDGAR WALLACE? Ja die wordt nog wel ge lezen, hoewel niet erg veel meer." De juffrouw van het uitleenbureau der Stadsbibliotheek zegt erbij: „Wij hebben trouwens nog maar een paar boeken van hem". Het zal niemand verbazen. Alleen de ouderen onder ons herinneren zich die „fabrikant van kippe- vel wiens thrillers in de jaren 20 en 30 engros ver kocht en verslonden werden. Ontspanningslectuur, jawel. Maar zo geraffineerd en boeiend dat zij bijna alle bestsellers werden. Sommige van zijn boeken (met name de „Sanders of the River"-reeks) werden in dertig talen vertaald en door miljoenen verslonden. Wijlen Hendrik Colijn en, naar men zegt ook de toenmalige Prins van Wales behoorden tot zijn vaste afnemers, maar ook het grote publiek of, zoals men toen zei: de arbeidersmassa. Miljoenen heeft Edgar Wallace bijeengeschreven, maar in het panthéon der onsterfelijken mankeert zijn borstbeeld. Voor hem geen adellijke titel, zoals zijn evenknie en lichtend voorbeeld Sir Arthur Conan Dovle. Geen vermelding zelfs van zijn naam in The Encyclopedia Britannica, En slechts een paar magere regeltjes in de Who's Who van 1932, het jaar waarin Wallace berooid en gedesillusioneerd stierf. En te recht, want au fond was hij slechts een handige veel schrijver zonder achtergrond of talent, uit de goot opgeraapt en „slechts" door eigen energie tot roem en rijkdom gekomen. Hij slaagde door wilskracht en brutaliteit, hij mislukte aan zijn eerzucht. Toen hij overleed, waren er slechts schulden. Zijn geestelijke erfenis 150 romans, ontelbare short stories en een aantal matige toneelstukken heeft de tands des tijds niet weerstaan. Maar Wallace's eigen levensge schiedenis, even bewogen en avontuurlijk als zijn beste verhalen, is nog altijd een boeiend stuk lectuur. De tragiek van een self made man, de tragedie van de eerzucht. 'L w. -v- >*»- -• v -» p r, v Gedenkplaat voor Wallace in Fleet Street, de Londense krantenwijk. „Hij heeft rijkdom en armoede ge kend, hij verkeerde met koningen. Hij wijdde zijn talenten aan het schrijverschap maar zijn hart schonk hij Fleet Street". F* f' j -• J y f y p I m l 99 COLUMBUS was volgens een Noorse geschiedkundige allang van het bestaan van Amerika op de hoog te, voordat hij officieel aanspraak op de ontdekking van dit halfrond maakte. J. K. Tornoe, een deskundige op het gebied van de vroege Scandi- navisch-Amerikaanse betrekkingen, schrijft in zijn nieuwe boek „Colum bus in het Poolgebied", dat de Portu gese avonturier hoogstwaarschijnlijk reeds in 1477 een bezoek gebracht heeft aan North Devon Island dat was dus vijftien jaar voor zijn transat lantische reis naar West Indië. Tor- noe's boek, dat in de Engelse taal is geschreven, is in de Verenigde Staten in de handel gebracht ter gelegenheid van de viering van Leif Eriksson-dag op 9 oktober. Columbus-dag wordt op 12 oktober gevierd. TORNOE behoort tot de groep ge schiedvorsers, die ervan overtuigd zijn dat de Scandinaviërs Amerika reeds honderden jaren vóór Columbus ken den. „Columbus heeft North Devon Is land hoogstwaarschijnlijk bezocht als lid van de Scandinavische Johannes Skolp expeditie naar de noord-oost pas sage in 1477," aldus schrijft Tornoe in zijn boek. Hij is het evenwel niet eens met de beweringen van andere ge schiedkundigen, dat Columbus heeft deelgenomen aan een poolexpeditie ten oosten van Groenland. In 1959 heeft de Russische geschiedkundige Tyspernik van 't Pedagogisch Instituut van Ka zakstan, verklaard, dat Columbus de wereld in 1492 bij de neus genomen heeft omdat hij heel goed wist waar Amerika was. Tyspernik schreef een brief van Columbus aan Koningin Isa bella van Portugal ontdekt te hebben, waarin hij haar vertelde te weten waar Amerika lag. Tyspernik zei dat Co lumbus van het bestaan van Amerika wist door Portugese zeelieden, die de Antillen hadden bezocht. TORNOE KOMT IN ZIJN nieuwe boek met nieuw materiaal, waaruit blijkt, dat de Scandinaviërs Amerika rees in 986 kenden. Toen miste Bjarne Herjulfsson IJsland en Groenland en ontdekte Nova Scotia, Newfoundland, Labrador en Baffin Land. Leif Erikssons expeditie volgde in 1001 en in 1004 bracht zijn broeder Thorvald eveneens een bezoek aan Amerika. Thorvald moet toen door Indianen om het leven zijn gebracht. Vijf jaar later zeilde een andere Viking, Thorfinn Karlsefne, naar Vineland- de Vikingnaam voor Ameri ka. Hij bleef daar drie jaar. DOOR STUDIE van oude geschiede nisboeken en pauselijke brieven heb ben Tornoe en vele andere geschiedkun digen bewijzen ontdekt, dat vele ande re Scandinavische Vikingen het Noord- amerikaanse continent hebben be zocht. Een van die expedities was de Noors-Deense Pinging-Porthorst expe ditie van 1472-1473. Aan deze expeditie namen vele Portugese zeelieden deel. Zij kunnen Columbus naderhand van het land in het verre westen verteld hebben. FEL BRANDDE de middagzon op de straten van Madrid, maar ondanks de hitte puilden de trottoirs en de balkons van de huizen, ja zelfs de daken uit van de mensen. In de smalle Calle Major drong een man in een wit overhemd, een brede panama op het hoofd, zich met moeite een weg door de saamgepakte menigte. Op zijn borst prijkte een politie- doorlaatbewijs. Net had hij de trottoirrand bereikt, toen achter hem de vorstelijke stoet naderde, voorafgegaan door een afdeling ruiters te paard. Het was de bruiloftsstoet van koning Alfonso en koningin Ena. Luid jubelend begroetten de Spanjaarden het jonge paar. Toen gebeurde het. Een hevige ontploffing deed de huizen trillen op hun grond vesten. De massa week in paniek, vrouwen en kinderen gilden. De bom had zijn doel maar juist gemist. Het witte bruidskleed van Ena zat vol bloedvlekken, maar zij en de koning waren ongedeerd. De man met de zonnehoed nam het tafereel snel in zich op en rende toen, door de hysterische chaos van steigerende paarden en schreeuwende mensen naar het telegraafkantoor. „Aanslag op het Spaanse konings paar mislukt", schreef hij op een formulier, speciale bericht geving van de bijzondere Daily Mail-correspondent in Ma drid, Edgar Wallace. ZO BEGON de carrière van Dick Freeman als internationaal journalist. De Spaanse autoriteiten waren te laat met hun censuur; de Daily Mail had het nieuws als eerste en voorlopig eni ge krant. Zoals zo vaak later, wist Wallace ook ditmaal zijn doel te berei ken. Zijn leven omvat alle fasen tus sen armoede en rijkdom. De man die vijf jaar na de Madrileense aanslag naast de prins van Wales aan tafel zat en die door veldmaarschalk Lord Kit chener persoonlijk werd toegesproken, was een vondeling, een man zonder naam De aanslag in Madrid vormde voor Wallace het begin van zijn boek; ..Nine Men", dat hij in het Londense Claridge Hotel schreef. Wallace werd letterlijk uit de goot opgeraapt door de vishandelaar Free man in Greenwich. Deze huisvader met negen kinderen vond op een pril le ochtend een bundeltje met een kind erin. Hij bracht het bij zijn vrouw, die meende dat er nog wel een kind bij kon. Het was een vreemd gezin, de Freemans. De vader kon lezen noch schrijven. Wel was er een tante die altijd de gruwelverhalen uit de zon dagsbladen voorlas, vooral de moor den. De twee oudste zoons zaten bijna voortdurend in de gevangenis. Wallace kon later zo goed over het gevangenis leven schrijven omdat zijn pleegmoe der hem meenam als ze haar zoons ging bezoeken. Vader Freeman, een vreemde man, had weinig sympathie voor zijn zoons in de gevangenis, voor hem bestonden zij niet meer. Maar el ke ochtend om drie uur, als hij naar de vismarkt ging, bad hij voor het stadsziekenhuis hardop voor het her stel van de zieken. DE KLEINE DICK leerde schrijven; vol trots toonde de vishandelaar op de markt de eerste schrijfproeven van zijn stiefzoon. Vismanden sjouwen, vis be zorgen. de Bijbel, honger, etensresten in de keukens waar hij vis bezorgde, dat waren de voornaamste elementen van zijn jeugd. Van dat alles nam hij in zijn later leven een bijzonder res- pekt voor de minder bedeelden mee. Hoe meer hij zich ontwikkelde, des te heftiger verlangde hij uit de bancirkel van de armoede te komen. Zo werd hij op tienjarige leeftijd lid van een die venbende die er een specialiteit van maakte, lettermateriaal bij drukkerijen te stelen. Bij toeval leerde hij daardoor een valsemunter kennen, die hij aan de politie uitleverde. Het was de eerste maal, dat zijn naam in de krant verscheen. Het krantenbedrijf Er is een aardige anekdote bewaard gebleven over de historie van de postzegel. Een zekere mister Walker had eens woorden met zijn vrouw die juist met handwerk bezig was. Terwijl over en weer boze woorden vielen prikte de vrouw met haar borduur naald in een patroon een lange rij gaatjes. Mister Walker vergat op slag zijn ruzie en kreeg zijn idee: zo moest men dus doen om postzegels zuiver van elkaar te kunnen scheuren op een regelmatige wijze. De perforatie was geboren! Tegenwoordig is die perfora tie vanzelfsprekend en niet alleen hij postzegels. De eerste postzegels waren nog niet geperforeerd en moesten met een schaar uit het vel worden geknipt. Had de postmeester of loketbeambte het niet druk en een goede bui, dan knipte hij de zegels netjes uit zonder het beeld te beschadigen en drukte hij het stempel duidelijk keurig in het midden. Dan schiep hij een voorbeel dig museum-exemplaar dat tegenwoor dig heel wat geld waard is. Had hij een slechte hui, dan hakte hij er maar wat op los, tot verdriet van de huidige- eigenaars van die zeldzame stukken. Overigens behoeft een postzegel niet oud en niet gestempeld te zijn om waardevol te zijn. Er zijn verzame laars die bij voorkeur ongestempelde zegels sparen van eerste uitgaven. Op dit gebied zijn er zelfs zeer recente voorbeelden. De eerste Duitse postze gels uit 1949 en 1950 worden tegen fan- tasieprijzen verhandeld. Voor een 20 3 pfennig Bach-herdenking (1950) wordt 42,80 Mark betaald. Dat is een koers stijging van 21400 percent! Geen enkel industrie-aandeel kan op zo'n koersstijging boven. Met zulke voorbeelden voor ogen zijn er altijd mensen die hun geld in postzegels be leggen in de verwachting over tien of twintig jaar de zaak van hun leven te kunnen doen. Daarin slaagt ten hoogste een enkeling en men moet wel over goede vakkennis beschikken om een zaak van belang te kunnen doen. Des tijds waren in Rusland alle postzegels uit de tsarentijd vernietigd. In Finland, dat deel van het Russische rijk had uitgemaakt, bevonden zich nog Russi sche postzegels die in 1924 in veiling werden gebracht. De Hamburgse post zegelhandelaar Mohrmann kocht veer tigduizend van die zegels tegen een ge middelde prijs van tien pfennig per stuk. Tegenwoordig doen die zegels van dertig tot veertig gulden elk! Ten tijde van de jodenvervolging in Duitsland werden vele collecties (vaak ook aangelegd om geld te beleggen) gestolen door de bruinhemden. Het meeste hiervan werd later onbescha digd teruggevonden omdat geen behoor lijke postzegelhandelaar in het Derde Rijk zijn vingers wilde branden aan deze verzamelingen. Tegen het einde van de oorlog werden in Duitsland ve le postzegels verzameld; de waarden stegen tot onwaarschijnlijke hoogten. Aan de andere kant werden ook vele ze gels met Ilitlerafbeeldingen vernietigd. Ten tijde van de bezetting waren de Amerikanen vooral actief op postzegel- gebied. Zij hadden speciale speurcom- mando's van min of meer deskundige filatelisten die bij gearresteerde par tijgangers en andere mensen in bewa ring huiszoekingen deden en het oog hadden op postzegels van waarde. De waarde van zegels met Hitlerafbeeldin- gen steeg zoveel te meer, omdat grote hoeveelheden van deze zegels op last bekoorde hem zo, dat hij krantenjon gen werd bij de „Echo". Zijn stand plaats was het trottoir van de exclu sieve club, waarvan hij later voorzit ter zou worden. Hij kwam bij een druk kerij, waar de chef onrechtmatig zijn loon inhield. De jongen diende een aan klacht in en verdedigde zijn zaak zo goed, dat de rechter hem gelijk gaf Later verkocht hij bloemen, was koks maat op een vissersboot, melkbezor ger en tenslotte metselaar. OP ZIJN achttiende jaar was hij een man zonder ontwikkeling, te zwak voor handenarbeid en te dom voor kantoor werk. Hij werd beroepsmilitair, be landde na een vechtpartij in het hos pitaal en zag hoe goed het personeel het daar had. Na veel moeite werd hij ook hospitaalsoldaat en kreeg les in lezen, schrijven en anatomie. Voor een van de doktoren moest hij lijken ont kleden en in zijn vrije tijd schreef hij gedichten! De boerenoorlog bracht hem naar Zuid-Afrika. Daar had hij tijd genoeg om te lezen: de Engelse klassieken, vooral Kipling en Stephen son. Toen Rudyard Kipling in Kaap stad kwam stuurde Edgar Wallace, zo als hij zich was gaan noemen, hem een telegram op rijm met de titel „Welkom". Kipling gaf het telegram aan The Cape-Times, die het gedicht op de voorpagina publiceerde. Zo kwam hij in de journalistiek. In de Johannesburger „Daily News" viel hij president Kruger fel aan. Hij slaagde erin. geheel vrij te komen van de mi litaire dienst en werd gelegenheids dichter en journalist in Johannesburg. Hij schreef anderhalve meter gedich ten per week over dp politieke troebe len in Zuid-Afrika. Hij trok naar de slagvelden als oorlogscorrespondent samen met Winston Churchill. NA DE OORLOG had Wallace een ervaring waar hij een leven lang uit kon putten. In Ladysmith zou een man wegens moord terechtgesteld wor den. De beul kwam met zijn installatie, maar bedronk zich des avonds. Wal lace verzorgde de ijlende man, die vervolgd werd door herinneringen uit zijn loopbaan. Die nacht leverde hem stof voor vele boeken. Wallace werd hoofdredacteur van de „Rand Daily Mail", speculeerde in goudmijnaande len, maakte op één dag 12.000 pond winst en verloor ze de volgende dag weer. Hij werd een bekende figuur in Johannesburg en beleefde alle ups en downs van het wilde leven in de goud stad Het eind van zijn carrière kwam in 1910, na een schandaal met een zan- m 'V 'V-' van de autoriteiten werden vernietigd. Er bleef altijd nog wel iets achter in handen van militairen die souvenirs spaarden. Merkwaardig genoeg steeg de ene zegel meer in waarde dan de andere. De drie postzegels van de Nür- burg uit het jaar 1939 met de racewa gens hebben in totaal een frankeer- waarde van vijfenzestig pfennig. Tegen woordig zijn die drie zegels makkelijk twintig gulden waard. In de jaren voor de Duitse geldzuivering waren postze gels een geliefd beleggingsobject. Be paalde postzegels bereikten fantasie- waarden. Een Hitlerverjaardagspostze- gel uit 1940 deed wel veertig mark, maar is tegenwoordig nog maar twee mark waard. Ten tijde van het Eich- mann-proces werden hier en daar goe de zaken gedaan met postpakketkaar- ten en postzegels die destijds waren ge bruikt om de asurnen van in concentra tiekampen omgekomen mensen terug te zenden. Natuurlijk kan men nog al tijd rekenen op belangrijke vondsten. De laatste jaren is Australië een waar paradijs voor filatelisten, daar is al heel wat gevonden dat alleszins de moeite van een reis waard was. Een pronkstuk dat enkele jaren geleden uit Australië naar Europa kwam was een Ossenoog, de eerste Braziliaanse post zegel die deze spotnaam draagt. Merk waardig genoeg vond men er ook een rode drie pfennigzegel uit Saksen, wel ke in 1850 in Leipzig was afgestempeld. Deze postzegel bracht op een veiling meer dan twintigduizend gulden op. Een Amerikaanse verzamelaar werd de gelukkige eigenaar. Vele verzamelaars hebben een abon nement bij een postzegelhandelaar; ze betalen bijvoorbeeld twintig pond ster ling per maand en krijgen daarvoor regelmatig een assortiment nieuw uit gekomen zegels thuisgestuurd. De post- zegelhandel is blij met zulke vaste af nemers en de verzamelaar bouwt in een jaar of twintig een degelijke collec tie op. De waarde van Duitse postze gels is zeer verschillend. Zegels uit de jaren 1949 tot 1953 zijn vrij veel waard, zegels uit het Derde Rijk veel minder. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit. dat de Duitse regering destijds zelf heel wat van die series in het bui tenland verkocht om aan deviezen te komen. Het aanbod is nog altijd zo groot, dat van een werkelijke waarde vermeerdering nauwelijks sprake is, al zijn de zegels twintig tot dertig jaar oud. Postzegelhandelaren geven zich de grootste moeite om waarden te schep pen. Drie jaar geleden werd in Belin- zona een postraket gelanceerd met een lading brieven. Er was een speciale postzegel voor gemaakt en de Zwitser se posterijen leverden een bijzonder stempel voor de vlucht van vijftien ki- lometer. Postzegelhandelaren kochten de meeste zegels op en plakten ze ijve rig op briefomslagen. Een van hen plakte in drie dagen tijd twintigdui zend postzegels met zijn tong, een ge liefkoosd bedrijf omdat bij het plakken met spons en water de postzegels te nat worden en gaan krinkelen. Natuurlijk maken de postzegelhan delaren ook gebruik van een bepaalde rage. Een daarvan was Europa. On der het motto „Europa in de tijd van de samenwerking" organiseerden post zegelhandelaren een actie. In 1956 be sloten de ministers van zes Europese landen op postzegelgebied iets te gaan doen. Die postzegel moest de Europese samenwerking demonstreren. Elk na jaar kwamen er in die zes landen postzegels met het Europasymbool uit; andere Europese landen deden er aan mee, hoewel zij niets te maken hadden met de zes landen. Liechtenstein, Tur kije en San Marino kwamen met Eu ropazegels uit. Andere landen volgden; zelfs de eigenaars van de Kanaaleilan den Herm, Lundy en Jethou kwamen met ..Europazegels". Liechtenstein liet zijn Europazegels niet verschijnen in een oplage van tien tot twintig miljoen zoals de zes Europese landen, maar in een oplaag van tweehonderd duizend stuks. Daarmee was die zegel al meteen een zeldzaamheid. De waar de van de Liechtensteinse Europazegel van een halve Zwitserse frank be draagt al vijfentwintig gulden. Portugal en IJsland vormden verdere „Europe se" postzegellanden. De Turkse Euro pazegel verscheen in een oplage van zeshonderdduizend maar de handela ren en liefhebbers die naar Ankara waren gekomen om die zegel te kopen, waren teleurgesteld. Er waren nog maar een paar duize.'d van zulke zegels te koop; de rest was al bij voorbaat per post door de hele wereld verkocht. geres. Met tien shilling op zak keerde Wallace naar Londen terug. De kran tenmagnaat Lord Northcliffe nam de gewezen hoofdredacteur graag in dienst ondanks diens allesbehalve zuivere verleden. In Londen vond Wallace zijn specialiteit: rechtszaken. De dagelijk se omgang met misdadigers, de ijdel- heid der moordenaars, de hebzucht, laaghartigheid, alle menselijke harts tochten. leverden hem stof voor zijn eerste boek: „Misdaadmotieven", dat nooit in druk is verschenen. De beulen, vader en zoon Billingdon, wa ren zijn vrienden en hij dankt menig hoofdstuk uit zijn boeken aan hun ver halen. Als journalist beschreef Wallace mijnrampen, executies, hoffeesten, be grafenissen, onlusten, moorden en treinrampen. Hij werd als bijzonder correspondent uitgezonden. Intussen schreef hij enkele detectiveromans, waaraan de uitgevers meer verdien den dan de auteur. Toen stuurde Wal lace's werk hem naar Afrika. Hij be zocht Kongo en heel Brits West-Afrika. Daar deed hij de ervaringen op, die het hem later mogelijk maakten, de avonturen te beschrijven van de kolo niale ambtenaar Sanders of the River, diens Houssa-kommandant kapitein Hamilton, de onmogelijke luitenant Bones en vooral van de schurkachtige en onweerstaanbare Bosambo of the River. DEZE BOEKEN hebben hem rijk en beroemd gemaakt, want nu gaf hij ze zelf uit. Hij werkte voor de „Evening Times" waarvan hij mede-eigenaar werd. todat dit blad failliet ging aan de bekentenis van de vrouwenmoorde naar dr. Crippen. De bekentenis bleek een vervalsing van „een der redacteu ren of medewerkers". Na dit laatste échec werd Wallace zijn eigen uitgever, impresario en re dacteur. In 1928 liepen er drie toneel stukken tegelijk van hem in Londen, Zijn inkomsten uit romans, novellen, filmrechten en vertalingen, bedroegen tienduizend gulden per week. Maar hij had dan ook die twee dozijn toneel stukken, honderdvijftig romans en hon derden verhalen geschreven. Over de hele wereld werd dit oeuvre verslon den. Wallace kon ongelofelijk hard werken. Zijn roman „De vreemde gra vin" schreef hij in vier dagen. Een no velle dicteerde hij in twee uren. Soms schreef hij alles zelf, soms dicteerde hij afwisselend aan vier secretaressen. Zijn romans werden in Chicago en Wladiwostok. Berlijn en Warschau, in Sjanghai en Cairo uitgegeven. Hij be zat twee auto's, een renstal en een villa aan de Riviera. Hij paste de vertalin gen van zijn boeken aan, aan de lan den waar ze verschenen. „Groene ter reur" b.v. had oorspronkelijk een Duitser als hoofdpersoon, maar in Duitsland was het een Zuidamarikaan. In 1930 begon de Duitse pers een cam pagne tegen Wallace als vijand van Duitsland. Wallace, met 20 miljoen Duitse lezers achter zich, schreef -open brieven aan 200 Duitse kranten, waar in hij betoogde dat geen Engelsman meer sympathie had voor Duitsland dan hij en de bui dreef over. t ZO VERLIEP dit vonderlijke leven van armoede tot rijkdom en weer tot armoede. In 1922 was Wallace met een van zijn secretaressen gehuwd; in 1932 stierf hij in Hollywood ten gevol ge van een longontsteking. Kort daar op kwamen Engelse kranten met het sensationele bericht dat Wallace een vermogen van 180.000 gulden had na gelaten, maar dat de schulden 800.000 gulden bedroegen. Mevrouw Wallace onhulde dat haar man een speler was geweest, die enorme bedragen had ver loren bij de wedrennen. Ze besloot om de schulden van haar man te del gen door zijn biografie te schrijven. NU PAS bleek op welk een grote voet Wallace had geleefd; hij had enor me feesten gegevpn voor soms honder- den gasten. Zijn successen als roman- en toneelschrijver hadden hem in aan raking gebracht met vooraanstaande mensen. Hij had in de politiek willen gaan en die eerzucht had hem tiendui zenden ponden gekost, nutteloos wegge worpen, want als politicus was hij on aanvaardbaar. Daarmee wordt het beeld voltooid van de grootfabrikant van kippevel, de grootste schrijver van detectiveverhalen die de wereld ooit heeft gekend. IN HAAR biografie onthulde me vrouw Wallace het grootste geheim van haar man, de angst dat er iemand zou komen en zeggen „Die man is geen journalist, hij is uit de goot opge raapt en heeft geen enkele achter grond of ontwikkeling. Stel hem een paar vragen en zijn hele zwendel komt aan het licht!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 11