POLLE, PELLI EN PINGO PANDA EN DE MEESTEIGMACHINIST Kampvuur in de duinen 21 Ons vervolgverhaal door Marjorie Kinnan Rowlings —~d Rechter Tie en het levende lijk door dr. Robert van Gulik ZATERDAG 16 OKTOBER 1965 X I 4- ZUDÏ?f Raadsel Brammetje Fok komt maandag weer Er was eens een vogel, Een man schoot een kogel, En Toch was de vogel niet dood, Rara, hoe kwam dat? 'vöoeX JICHTIG, v. RUDI r DIT 13 DAN HET EINDE VAN MEVROUW HWA, DE LEIDSTER VAN DE k. SLANGEBENDE. /ALSDERUQ-V ?A< OETE "ZVVAAt? WORDT, sMOET OE HET Vzegöem >V7^\Rubi!/ NIET TE VElfRL) Dl VERTEL ME EENS FRANSVONP rudi-s va Dee EEN ROUTE s NAAR DE TOP f IK WEET HET NIET EN IK lWIL HET NIET iWETEN OOK XHET IS EEN DUIVELSBERG EEN MOORDENAAR. NIE. MAND WAAGT "ZICH OAAR. ■SINDS RUDI S VADER ZES TIEN 3AAR GELEDEN NEER- ■bToRTTE... EN'TIS GOED CA" DE CITADEL MET RUST SWQRDT GELATEN ZO HOOS - EEN IK N06 NJCOIT (SEKLOM VMEW MAAR DE EIGENLU ke klim moet J ^Nog komen J DAMMER DAT NIETX IEDEREEN ZOVJ6ERS .KAN PEKLIMMEN! SOEDA:-- iON'GENU-> DE DERDE MAN BERG 30UDSTAVEN EN JUWELEN...DIT BEVES-] ITISTMUN THEORIE! IK HOOR EEN VROUW OM HULP ROEPEN !BE- I k NEDEN IN DE SCHUUR!' GOUDEN OOGST (Geautoriseerde vertaling van Mien Labberfon) 94) Ze hadden zich niet bepaald misdra gen, dat nou niet, maar ik wil niet, dat er dat van van komt. Ik kan me niet herinneren, dat wij vroeger als jonge meisjes zulke dingen dede Luke zei zachtmoeidg: „Het lijkt er veel op, dat ik op een goed ogenblik kom om je te heiepen. Ik kom je om de hand van Bess vragen." De grote vrouw ontspande en zuchtte diep. „Luke, je bent een beste jongen. Ik heb altijd gehoopt dat jij Bess van me over zou nemen." „Ik heb thuis een vrouw nodig, broodnodig." Ze knikte. „Het is geen geheim, je weet het even goed als ik, Bess is niet al te snugger." „Dat doet er niet toe. Ik heb liever zelf de meeste hersens van de twee." „Ze is netjes en zindelijk, en knap in het huishouden." „Dat dacht ik ook." „Je zult haar af en toe eens moeten uitvloeken, maar over het algemeen is ze meegaand en gehoorzaam." Hij zei langzaam: „Ik zeg het lie ver nu meteen ronduit, zodat nie mand het me later voor de voeten kan gooien, ik voel geen liefde voor haar." „Och, massa's mensen trouwen zonder liefde. Ik en Raynes hadden elkaar lief en ik weet heus niet, of we wel iets beter zijn opgeschoten sa men dan anderen, die het zonder dat hebben gedaan." „Ik heb altijd gemeend, dat ik al leen zou willen trouwen met een vrouw die ik liefhad. Maar ik kan er niet op wachten." Ze keek hem scherp aan. „Ik geloof dat jij de enige vrouw waarvoor je ooit liefde hebt gevoeld en zult blijven voelen, hebt moeten begraven". Zijn' handen grepen zich vast om zijn knieën, tot de aderen blauw op zwollen. Ze zag ze kloppen. Ze leunde naar hem over. „Jongen, ik hoop dat je niet meer boos op me bent, omdat ik toen deed wat ik dacht dat het goede was voor Allie." „Ik weet niet of ik uit mijn eigen gevoelens daarover wel ooit wijs zal kunnen worden. Goed was het niet. Maar het is voorbij en gebeurd en afgedaan en ik ben niet van plan het je altijd te blijven aanwrijven." „Ik wist dat je 't nog altijd niet ver geten kon. Het was de reden waarom je me niet bij Allies begrafenis ge vraagd hebt." Hij kromp ineen. „Daar waren alleen cap'n en ouwe dok en ik bij," zei hij schor. Ze was haar .niewsgierigheid niet meester. „Ik heb horen zeggen dat ze in het bos begraven is." De aderen in zijn hals spanden zich als ploeglijnen. Hij trok aan de boord van zijn overhemd, alsof het ding hem verstikte. „Zo is het," zei hij. Hij stond op, draaide haar zijn rug toe en staarde weg in de verte. Hij zei luid, alsof er iets te ver dedigen viel: „Ik wou haar graag in het bos heb ben en dat zei ik tegen cap'n en toen liep hij een poos op en neer en toen zei hij, dat hij ook meende, dat ze daar het best thuishoorde, vooral ook als het mij rust zou geven en ik zei hem dat het mij rust zou geven." Ze gaf zich gewonnen en zei ver zoenend: „Wel ja, waarom ook niet Hij keerde zich plotseling om. „Is Bess thuis?" Ze schrok. „Je bent toch niet van plan op staande voet met haar te trouwen?" „Dat ben ik. Ik zal haar nooit méér nodig hebben dan juist nu. Ik moet aan ons werk, aan dat van mij en cap'n. Ik moet de ontginning vrijma ken van de opaardingen en ik heb de bast van die jonge zure dingen gepro beerd en die laat nou net precies zo keurig-gladjes los. Hoe vlugger ik ze geoculeerd krijg, hoe eerder we een sinaasappeltuin hebben." „Ja dan „Is dit niet de dag, waarop de do minee in Purley komt?" „Dat is kras. Of jij het ook van plan was! Maar verdorie Luke, dit is niet fatsoenlijk. Werven en vragen en trouwen alles op één en dezelfde dag.' Hij zei koppig: „Het kan me niet zo heel veel schelen wie het wordt. Maar ik ga vandaag niet weer naar huis zonder dat ik een vrouw heb, die voor mij en cap'n het huis bered dert." Ze zon op een uitweg. Ten slotte zei ze: „Och vooruit, neem het kind en.verdwijn." Ze riep hard het huis in: „Bess!" Het meisje kwam naar de deur. „Ga jij je witte jurk eens aantrek ken en doe een lint om je haar. Luke is gekomen om met je te trouwen." Het meisje sperde even haar ogen wijd open en staarde hem aan. Dan sprong ze het huis weer in. Ze hoor den haar hardop praten en lachen van vreugde. Ze kwam heel gauw te rug, in haar allerbeste kledij. Luke zei hoffelijk: „Je ziet er heel aardig uit zo, Bess. Ik hoop dat deze gang van zaken je bevalt?" Ze knikte hevig van ja. De wedu we kwam moeizaam overeind. Ze zei: „Maar m'n hemel, Luke, ik moet jou naar de dominee sturen om de man hierheen te halen en ik moet thuisblijven om voor jullie alle maal een maaltijd klaar te maken." Luke fronste de wenkbrauwen. „Ik heb haast, mrs. Raynes." „Nou ja, het schikt me nog beter om geen drukte te maken. Ik heb nog veel te doen vandaag en nu Bess weg gaat ben ik lelijk onthand. Ik heb deze japon vanmorgen schoon aangetrokken. Zou je denken dat-ie goed genoeg is om mee naar Purley te gaan?" Bess zei ongeduldig: „Kom nou, ma. Je bent netjes genoeg." De grote dikke vrouw streek het haar naar achteren. Haar kinderen waren al uit huis en veld op 'n hoop je bijeen gekomen en stonden vóór de stoep. Luke liep voorop naar de wa gen. De voorbank was smal. Moeder en dochter aarzelden. (Wordt vervolgd). "V* MAAR, KA5PAR, Ik HÊ8 MET MIJN VROUW je lukt _rJs óeweo, dat ikop mijn HeieMAA^YHOOPD KAN STAAN, MAAR H6T UITGEPUT JöAAT NlETly^gj— KOMT IN ORDfc - AL166N J6 ARMEN H006 IN DE LUCHT HOUDEN, DANK Jfe I ZO HEB IK GEWONNEN JE DE FOTO 60ED HOUDT - DOS ANDERSOM. PIB plotseling HOREN De MAN NEN'TK&ASSEW van SOHOE- NEN Die UITGLIJDEN...ENGE- KLETTER VAM STENEN.. In de duinen staan bunkers, die als zomerhuisjes zijn ingericht. We hadden twee weken vakantie gehad en hadden besloten met alle kinderen een kamp vuur te maken. Op de laatste avond! Eerst was er een speurtocht met al lerlei opdrachten. Een meisje is pad- vindster, die heeft alles verzorgd. Het einde van die speurtocht was dat je naar het kampvuur moest gaan. Dat kon door een pad dat door de duinen naar zee gaat. Het was een prachtige avond. Dat meisje had het kampvuur opgebouwd! Net een toren. Later werd er nog meer opgegooid. Het laaide heel hoog op. Het was zo leuk dat de ouders ook al gauw kwamen. We hebben leu ke liedjes gezongen, zoals: „My Sari Marais, door de bossen door de heide, waar de bomen zacht ruisen, Bobbe- jaan!" Een meneer heeft een verhaal ver teld. Het ging over een klas die een paar dagen met schoolreisje ging. Een jongen zei: „Weten jullie dat ik hele maal niet bang ben voor spoken? Dat hoorden ook een paar meisjes en die gingen 's nachts voor spook spelen. Die jongen gilde het uit van angst. Het was een enig verhaal. Toen moesten we terug naar de bunker. Er was ook een meneer met een gitaar, die ging voorop en wij gaven elkaar een hand. Het was een hele optocht. Om bij de bunkers te komen, vanaf het strand want daar was het kampvuur moest je door een tun neltje, dat 's avonds heel donker was. Gelukkig hadden een paar mensen een zaklantaarn meegenomen!! Zelfs de kleine kinderen gingen om half elf naar bed!!!!! ELS v. d. BRINK (11 jaar), Kloppersingel 153, Haarlem Jullie hebben natuurlijk wel eens van coureurs gehoord. Je weet wel, die mannen en vrouwen die heel hard in hun auto's over een circuit rijden om als eerste aan de finish te komen. Ze rijden meestal in su per-snelle auto's want hoe harder er gereden kan worden, hoe sneller men aan het eind is. Dit racen wordt niet alleen door volwassenen ge daan. Er zijn ook jongens van jul lie leeftijd die in prachtige, kleine race-auto's rijden. In 's-Hertogen- bosch hebben ze kortgeleden een wedstrijd gehouden: de jeugd grand prix. Op de foto zie je de twee jon gens die de wedstrijd wonnen: (links) Peter Mikkers uit Eindho ven die Nederlands kampioen werd en (rechts) Pierre van Houdt, de Belgische jeugdkampioen. Ze kre gen een lauwerkrans, bloemen en natuurlijk een zilveren beker. 31. „Hèheheeft dat even lang geduurd!" dacht Panda, nadat hij de rovers had afgeleverd. „We had den natuurlijk allang moeten vertrekken. De machinist zal wel boos zijn!" Een ogenblik later zag Panda ech ter, dat ook de trein nog niet gereed was voor het vertrek. „W-waar is de g-goudwagon g-gebleven. stotterde hij ontdaan. „Dat moet je mij nodig vragen!" riep de machinist korzelig terug. „Dat is immers jouw zaak en die van de bewaker, conducteur! Als die wa gon nog mee moet, mogen jullie wel opschieten. We hadden allang weg moeten zijn!" „M-maar dan m-moet ik toch eerst w-weten w-waar die w-wagon is geble ven!" hakkelde Panda. „Wacht, als ik even bovenop de locomotief ga staan kan ik misschien iets ontdek ken!" „Wat zeg je?! Bovenop de loc?" riep de mees ter verbolgen. „Daar komt niks van in, hoor! Op mijn Mientje geen conducteurs! Hier is alleen plaats voor mij en mijn stoker!" Bij deze woorden schoof hij Pan da krachtig terug op het perron. -- -=OPPE WAND, DIE PüNA LOOD. - RECHT 15 KLAUTEREN/ Sqj yf TWEE MANNEK) EK)RUDI.- --^f JMaWtaUdVXinrFMtttrwSyndKiit». WINTEI? EN OOM F KANS GAAN WAT EN MAAK KUDI CrAAT NOG EENS f (=ki i Het regent, het regent Alles wat buiten is wordt nat; en iedereen die binnen zit, wordt de regen vreselijk zat. Een meisje in de regen loopt, haar jas was stevig dicht geknoopt; het water gutste op haar neer, het was gewoonweg beestenweer. Klein Jantje zat. vlak voor de ruiten, en keek met stille hoop naar buiten; dat de regen zou verdwijnen, en de zon weer zou gaan schijnen. Maar de hémel bleef loodgrijs, en iedereen was wel zo wijs om met dit vreselijke weer, thuis te blijven, zonder meer. Wytske Schroder (11 jaar), Clarionlaan 19, Santpoort-Zuid. Diana Wittehol (10 jaar), Roemer Visscherstraat 293, Haarlem. •(sim looqos Cifj)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 21