HET LAND ACHTER DE BERGEN Bronchi letten w POLLE, PELLI EN PINGO PANDA EN DE MEESTE3GMACHINIST BRAMMETJE FOK B Rechter Tie en het geheim van het landhuis Ons vervolgverhaal Directeur zijn is een vak; de baas moet zich in 1000 stukjes delen en zijn tijd even produktief maken als b.v. een tarief-arbeider IPP 9 9 19 door John Bowland l LVL/I door dr. Robert van Gulik DONDERDAG 28 OKTOBER 1965 Verstoppertje spelen O 0 oooo OQOO 00BOH a G7 00 0 0 0 DlRECTm Interne reorganisatie Minder direct contact Extern overleg Delegeren „Vrije" zondag MWWI/WWWWVWWWU );.v i c t tfWWWVWWVWWW (Vertaling Margot Bakker) 3) „Hé, Bob. Dag mevrouw Claymo re." Thomas Parry had hen aange sproken. „Hoe denk je over een bor rel, Bob. Ér is iets, waarover ik even met je wil praten." Claymore kwam al. „Goed, ik ga met je mee, Tom." Hij had geen trek in een borrel en hij had er geen behoefte aan, Tom over golf te ho ren praten; maar Helen zou hij ten minste kwijt zijn. Zij zou tevreden op haar stoel blijven zitten en kon nu tegen iedereen zeggen, dat die arme man van haar nog over zaken praat te. Parry en Clayton hadden samen nogal eens golf gespeeld. Parry was een geestdriftig beoefenaar van deze sport, maar Claymore vond het niet meer dan een kinderachtig spelletje. Hoe iemand zo verzot kon zijn op zoiets stompzinnigs, ging zijn begrip te boven. Maar in elk geval was het spel een excuus enkele uren ach tereen buitenshuis te verblijven. „We gaan naar de cocktail-bar," zei Parry. „Daar zal het nu tamelijk stil zijn." Hij ging voor en terwijl hij de cocktail-bar binnenliep, groet te hij luidruchtig een eenzame gestal te, die aan het andere eind van de bar op een kruk zat. „Ken je Geof frey Leary?" vroeg hij aan Claymo re. „Nee? Dan zal ik je aan hem voorstellen. Een mooie kerel. Hij is piloot." Hij stevende op de man af. „Geoff" zei hij, „mag ik je aan een vriend van me voorstellen? Een gewichtig man. Hij is mijn bankdirecteur, Ro bert Claymore, heet hij. Hij is vroe ger ook piloot geweest." Geoffrey Leary was een Canadees, nog iets langer dan Claymore en op vallend slank. Hij droeg een keurige rossige baard. Leary lachte en toon de glinsterende tanden. „Zo, bankdi recteur? Nou, altijd leuk iemand met geld te ontmoeten." Hij drukte Clay more de hand. „Maar zeg eens, vliegt u nog?" „Nee, niet meer. Tom had het over de tijd, toen ik een watervliegtuig be stuurde op zoek naar duikboten. Het is allemaal zo lang geleden." Zij babbelden wat en luisterden met een zekere hoffelijkheid naar Toms eindeloze uitweidingen over zijn golf spel. Bij de derde borrel en terwijl Claymore juist overwoog naar de danszaal te gaan, werd zijn aan dacht getrokken door een bepaalde op merking, die de Canadees maakte. De baardige piloot, had hij al begre pen, vloog vliegtuigen van de fabrie ken naar de kopers. Nu vertelde Lea ry, dat hij ook wel toestellen naar de overkant van de Oceaan vloog, naar kopers in de Verenigde Staten en zijn eigen land. Claymore keek de piloot strak aan en taxeerde hem zorgvuldig. Leary was een nog betrekkelijk jonge man, vermoedelijk achter in de dertig, hoe wel de baard het moeilijk maakte zijn leeftijd nauwkeurig te schatten. Wat was die Canadees feitelijk ach ter zijn masker van rustig zelfver trouwen? Er waren vele vragen, die de bankdirecteur hem graag had wil len stellen. Maar hij had er geen haast mee. Hij moest zien een ont moeting met die piloot te bewerken zonder dat er een derde bij aanwezig zou zijn. Als terloops vroeg hij, „Komt u vaak in deze bar, meneer Leary?" De vlieger begon te lachen. „Min stens even vaak als in elke tent hier in de buurt, als ik in dit land ben." Hij dronk een teug. „Morgenavond zal ik hier in elk geval wel zijn. Daar na moet ik een kist naar Ontario vlie gen. God weet wanneer ik hier terug kom". Claymore dronk zijn glas uit en stond op. „Neem me niet kwalijk, maar ik moet mijn vrouw eens gaan opzoeken. Ik ben langer weggebleven dan ik van plan was." Hij voegde er, alsof het hem juist te binnen schoot, aan toe, „ik heb morgenavond in dit hotel een bespreking met een van on ze cliënten. Misschien zie ik u dan nog? Ik zal in elk geval naar u uit kijken." „Doe dat, meneer Clayton. Ik zal van mijn kant ook uitkijken", zei Leary. De avond vloog hierna om voor Claymore's gevoel. Hij was zo diep in gedachten, dat Helen al vijfmaal iets tegen hem gezegd had, eer het tot hem doordrong. Hij kon maar aan een ding denken: Leary bracht vlieg tuigen over de Atlantische Oceaan. Zou het niet mogelijk zijn, die Ca nadees over te halen hem als passa gier mee te nemen? Alles zou in het diepste geheim moeten gebeuren, vanzelfsprekend, maar stel dat- Die nacht sliep Claymore geen moment. Zijn aanvankelijke ver moeidheid was weggevaagd en hij lag in het donker de ene sigaret na de andere te roken, terwijl hij de mo gelijkheden naging. Terwijl de uren verstreken werd één ding hem meer en meer duidelijk. Als hij de bank zou beroven, erop rekenend dat Lea ry hem naar Canada of de Verenig de Staten zou brengen, dan zou hij de piloot van de aanvang af in ver trouwen moeten nemen. Maar was Leary het soort man, dat tot iets der gelijks bereid was? Wilde hij een maal een groot risico lopen om daar na een vermogend man te zijn? De volgende dag kroop ergerlijk traag om. De bankdirecteur voelde geen vermoeidheid, de opwinding hield hem wakker. Hij deed zijn werk op de bank als op andere dagen. Ein delijk was het zo ver dat hij naar Hotel Gruyvener kon gaan. De piloot met de baard zat op de kruk, waarop hij de avond tevoren had gezeten en hij begroette Claymore hartelijk. Zij verhuisden op Claymore's voorstel naar een tafel in een hoek van de zaal, waar zij rustig konden praten. Geleidelijk begon Claymore aan de hand van zorgvuldig gestelde vragen een indruk van de man tegenover hem te krijgen. Leary had de hele wereld afgereisd en volgens eigen zeggen meer dan eens in hachelijke omstandigheden verkeerd. Het was geen denker, meer een man van de daad, meende Claymore. (Wordt vervolgd). jUVWWVVWWI/WVUVWMWWmM/WWWAIVWWWVVVWUVWWVM/WWWWVMWWVVVWWVVWNMnAB/VWWWABIIMMIWMVWWWWWWV HOE ZIET DE DOORSNEE-WERKNEMER ZIJN HOOGSTE CHEF, DE DIRECTEUR? DE OVERBELASTE directeur in Amerikaanse stijl is in de cartoons een onzichtbare figuur geworden. Men ziet slechts zijn kamerdeur, met het bureau van zijn secretaresse ervoor. Een schone, doch vastberaden jonge dame die niemand binnen laat. Tenzij men verwacht wordt. En dat privilege is weinigen gegund. De charme van de cartoonist is dat hij de feitelijke situatie een tikje overdrijft. De werkelijkheid ligt dus in het al gemeen iets bezijden zijn schets. Ook in de praktijk echter is de directeur een druk bezet man met een over laden agenda. Iemand die zich zelden permitteren kan, een onaangekondigde te ontvangen. En heus niet alleen in Amerika. Ook de Nederlandse directeur moet met minuten rekenen alsof hij een tariefwerker was. Som migen laten zich door een „parkeerwekker" waar schuwen dat ze een eind aan een onderhoud moeten maken om te voorkomen dat hun zorgvuldig opgestelde programma in de war loopt. De vergadering van twee uur moet om twee uur kunnen beginnen. En de be zoeker van half vier verwacht om half vier over de drempel te kunnen stappen. Zij het gewoonlijk niet langs de vrouwelijke Cerberus van de grapjestekenaar. DOET DE directeur dus meer dan in „de slee van de zaak" rijden, dure sigaren roken en parties aflopen? Die vragen zijn vandaag de dag nauwe lijks meer serieus te nemen. Ze horen in een voorbij tijdperk thuis. De uit slag van een in opdracht van het Ne derlands Centrum van Directeuren gehouden NIPO-enquête duidt daar ook op. Het onderzoek wettigt de ver wachting dat ook het merendeel van de werknemers tegenwoordig weet dat de directeur een werker is en geen playboy". Iemand voor wie zijn auto eerder een stuk gereedschap is dan een stuk speelgoed. Een man die als ieder ander van een goed leven houdt, maar juist daarom graag heel wat ontvangsten en zakendiners" zou missen. DE MAN, die aan de top van een on derneming staat, heeft andere dingen aan zijn hoofd dan de glamourachtige buiten kant van zijn functie soms zou doen ver moeden. De meeste mensen weten dat. Ze kijken er een beetje doorheen. Voor heel weinigen i? een bedrijf van enige O O j O O Een nieuw zorgenkind staat voor de deur van het directorale privékantoor: de computer. Advertentie Hoestdrank in tabletvorm. 95ct Al-Sfc> - 41. Het verwarrende komen en gaan van de reizi gers maakte op Panda een zeer ongewone indruk en hij besloot dan ook dit eens met de machinist te bespre ken. „Er is iets raar aan de hand met die passagiers, meester", begon hij. „Eerst stapten ze allemaal kalmpjes uit en direct daarna kwamen ze weer aan hollen om weer mee te kunnen". „Je moet je niet over alles opwinden!" antwoordde zijn baas wrevelig. „Rei zigers mogen toch zeker in- en uitstappen zoveel ze willen? In het reglement staat nergens iets dat het hen verbiedt". Als hun kaartjes maar in orde zijn!" „Maar die kaartjes zijn OOK vreemd!" riep Panda uit. „Mo delspoorweg staat erop!" „Nou, waar maak je je dan nog zorgen over!" antwoordde de machinist ongedul dig. „Ik heb je toch steeds gezegd dat dit een model spoorlijn is?! Gedraag je daar zelf ook liever naar en geef het vertreksein! Ik wil op deze model lijn geen vertraging! Onze reizigers mogen niet te laat aanko men. Beteuterd voldeed Panda aan dit verzoek. „Ik vraag me toch af WAAR ze moeten aankomen. peinsde hij. „Die reizigers reizen maar wat raak, lijkt het. HOERA, PAT GAAT PRACHTIG C) ACH OA, IK HE8 VERGETEN DE ROOT NEER TE L6666K HA, DAT 1$ EEN PUNE 6WJBAAN JA, IK 6UJ ZO VAN HUIS IN MUN BOOT omvang nog iets dat vanzelf wel op zijn pootjes terecht komt. Men weet uit er varing of door het gedrukte woord dat de hoogste baas in een onderneming ook de grootste verantwoordelijkheid draagt. En dat de ingewikkeldheid van het hui dige economische leven hem er wel voor hoeden zal zich er met een Jantje van Leiden van af te maken. Sterker nog: als hij zo gemakzuchtig zou zijn, was hij niet op zijn stoel gekomen. De mensen weten tegenwoordig veel. Maar weten ze ook wat de directeur nu precies aan zijn hoofd en omhanden heeft? OM DAT TE ontdekken, stelt men zich verdekt op in een directievertrek. Niet dat van een wereldconcern, hoewel de indruk daar in principe dezelfde zou zijn als overal elders. We nemen een middel grote verzekeringsmaatschappij met aan het hoofd 2 directeuren en 3 adjunct-di recteuren. WE MOETEN vroeg zijn met onze ver- stopperij. De 250 man kantoorpersoneel startten om half negen, maar hun op perste chefs zijn al tegen acht uur aan wezig. Wie zo vroeg al achter zijn bu reau zit, nog vóór het bedrijf in zijn to taliteit tot leven komt, heeft ruimschoots de gelegenheid dingen die de vorige dag moesten blijven liggen in alle rust af te doen. Om de dag met een schone lei te beginnen. Maandagochtend half negen. Het direc- tieteam komt in vergadering bijeen, als elke week. Elk van de twee directeuren en drie adjuncten heeft ervoor gezorgd, voor zover mogelijk, geen afspraken te hebben, zeker niet buitenshuis. Alle be leidsproblemen die zich in de onderneming voordoen, passeren de revue. De coördi natie is met deze bespreking, die gewoon lijk de hele ochtend in beslag neemt, uitermate goed gediend. De maandag is ervoor gekozen omdat de agenda's dan meestal nog niet al te vol zijn. EEN PUNT van bespreking? De ad ministratieve reorganisatie is er een. Door de gestadige groei van het bedrijf begon de interne organisatie minder goed te functioneren. De delegatie van verant woordelijkheden reikte niet ver genoeg meer; de directietijd ging op aan ver snipperde zaken. De eens vastgestelde ta ken waren niet langer in overeenstem ming met de in de praktijk gewijzigde werkzaamheden. Daaraan moest nodig worden gedokterd. Én niet op kwakzalversmanier, maar met visie, met gevoel voor de realiteit, voor de toekomst. Een doorwrochte her ziening moest uit de directiebus komen. En ze is er gekomen. De delegatie is nu veelomvattend, waar door de topleiding op gezonde wijze is ont last. Gezond omdat de directie zich nu aan dingen op haar niveau kan wijden waarvoor ze vroeger te weinig tijd had. Gezond ook omdat de medewerkers zich thans afvragen: „Kan ik dit probleem niet zelf oplossen?" Waardoor het ini tiatief wordt bevorderd. Ontlast is de top ook doordat de interne communicatielijn is verlengd. De jongste bediende kan nu niet meer willekeurig bij zijn directeuren binnenstappen en beslag op hun tijd leggen. Een bezwaar is dat het persoonlijk con tact tussen leiding en medewerkers is verminderd. Dit is in een gecompliceerder wordende organisatie onvermijdelijk. Top functionarissen moeten immer met mi nuten rekenen. Maar hoewel vernieuwin gen noodzakelijk zijn, moeten voor- en nadelen ervan worden afgewogen in de directiebesprekingen. Ideeën moeten wor den gecreëerd en geformuleerd, om niet bij de eigen contplooiing, doel van elk dy namisch geleid bedrijf, achter te raken. ZO'N MAANDAGSE ochtendbespreking kost soms zweetdruppels. Maar ook de eerste uren van de overige werkdagen gaan voor de directeuren niet probleem loos voorbij. Elke dag is er de post, die vraagstukken in huis brengt. Ze worden door de top kort besproken, voor zover men aanwezig is. Een informele verga dering naar aanleiding van 't binnengeko- mene, van één tot anderhalf uur, is ook niet ongewoon. „Vergaderziekte" is een woord dat tegenwoordig nog al eens valt. Er is echter ook geen directeur die zich schaterlachend van plezier aan de „groe ne tafel" zet. Hij móet. Overleg, zowel in het horizontale als in het verticale vlak, wordt voor steeds meer beleidsaspec ten noodzakelijk. Activiteiten grijpen in elkaar, beïnvloeden elkander. Coördinatie moet er zijn ten behoeve van een con sequente lijn, optimale resultaten. De di rectie is ervoor verantwoordelijk. NAAST OVERLEG binnen de onderne ming, is er ook contact met de vakge noten, verenigd in de Nederlandse Vereni ging ter Bevordering van het Levensver zekering-Wezen (N.V.B.L.). We slaan de agenda van de oudste directeur bij een willekeurige week open en zien: Maandag intern beraad, dinsdag NVBL-vergadering, Den Haag, woensdag en donderdag conferentie in het bui tenland, vrijdag vergadering. Gelukkig is het niet elke week even dol. Doch de vergaderingen van allerlei com missies die zich bezighouden met de be drijfsbelangen, vereisen veel tijd. De be langen van de eigen onderneming mogen door het externe overleg niet in de ver drukking komen. Zo'n belang is bijvoor beeld de administratieve automatisering. Een belang van de eerste orde. In de verzekeringswereld is de auto matiseringsgedachte nog maar nauwelijks op gang gekomen. Slechts enkele pioniers zijn er een jaar of vijf mee bezig. Ook de hier bedoelde maatschappij heeft sedert een aantal jaren de automatisering ter hand genomen. Het ingebruiknemen van een computer is geen simpele kwestie en vraagt menig werkuur van de top. Heeft de directie nu nog tijd voor de zaken die dichter bij huis liggen, het „ge wone" verzekeringswerk? Het zal wel moeten. Behalve de 250 kantoorkrachten zijn er nog eens 250 gesalarieerde mede werkers in de buitendienst. Voor de bin nendienst zijn er de juridische, fiscale en wiskundige problemen, die de afdelings chefs regelmatig met de directieleden doornemen. De premiegelden moeten worden be heerd en belegd. Daarvoor zijn er dage lijks contacten met de beurs. Over allerlei kwesties in dit en ander verband moet door de directie worden beslist. Vaak in hoog tempo, want de problemen doen zich steeds veelvuldiger voor. En het is elke dag weer zó kwart over vijf. Vaak nemen de directieleden dan ook 's avonds hun tas met stukken mee naar huis. Oók voor de zaterdagochtend. Maar de rest van het weekend weten zij zich gewoonlijk redelijk goed vrij te houden voor hun gezin. Een deel van het geheim daarvan is het delegeren, want wie in een topfunctie die kunst niet verstaat, houdt nergens tijd voor over. Zelfs geen half uurtje om wat vaklitteratuur bij te hou den, op zondagmiddag 2N WM3 2. „Het spookt toch niet in dat landhuis, edelachtbare?" vraagt Tsjiao Tai wat on gerust. „Nee, dat niet. Als we er zijn, zullen we wel zien wat er loos isIk geef me uit voor een ambtenaar van de volkstelling. Jij stelt mijn klerk voor, Tsjiao Tai". „Gaan we in dat geheimzin nige landhuis dan rovers tellen, edelacht bare?" vraagt hij geestdriftig. „Met onze zwaarden, bedoel ik?" De rechter schudt zijn hoofd. „Het is bepaald geen rovers nest. Zulke zaken zou ik trouwens aan ons leger overlaten. Maar ik beschik over enige vage berichten die wel te denken geven. Bij voorbeeld dat ze daar om een onverklaarbare reden het rijke land zo maar braak laten liggen en dat de laatste maanden niemand de oude landheer meer gezien heeft. Men fluistert ook over spook achtige verschijnselen, klaarblijkelijk be doeld om iedereen daar uit de buurt t houden. De landheer heeft al het werk volk ontslagen en Ha, zie je die wim pel daar? Dat moet de militaire wacht post aan de heerbaan zijn! Daar zullen we onze paarden verwisselen". „Ik hoop, dat de sergeant wat sterks te drinken zal hebben", zegt Tsjiao Tai. „De hele och tend in het zadel heeft me een brandend dorst bezorgd!" 373. Daar, waar het ijs een flauwe bocht naar links maakte, liet een holle knotwilg treurig de takken hangen. De gemaskerde nam plaats in de uitge holde stam en als hij zich plat tegen het hout drukte kon je hem niet meer zien staan. Snel vergewiste hij zich ervan, dat Bram als laatste van het groepje van drie voorbij zou komen. Toen trok hij het hoofd terug. Stevig omknelden zijn handen de knuppel, waarmee hij Bram wilde neer slaan alvorens de rijksdaalderknopen te stelen. De hele tocht door was Brammetje er op voorbereid, dat de gemaskerde hem opnieuw zou aanvallen. Maar hoe scherp hij ook keek toch merkte hij niet op dat zijn vijand achter de knotwilg schuilging. En het zou nog maar even duren, voor dat Bram de holle wilg zou passeren. Het regelmatige krassen van de schaat sen werd luider en luider. „Eindelijk.éindelijk zal ik Bram Fok dan toch de baas worden," gromde de gemaskerde en hij hief de stok al op om tot de aanval over te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 19