Het T.H.-rapport van Haarlem is verschenen Streven naar een top-capaciteit - voor 10.000 studenten Centrale ligging in provincie Noord-Holland r In en om de stad Plaats voor sport en cultuur Nieuwe speaker DONDERDAG 28 OKTOBER 1965 5'V - r Verdere uitbouw Opleiding Ook avondonderwijs 175 hectare Indeling Ruime parkeerterreinen - - -<wy Bijna drie jaar na haar oprichting is de Stichting Technisch Hoger Onderwijs voor Noord-Holland, gevestigd in Haarlem, thans in de openbaarheid getreden met het lang verwachte rapport over de ves tiging van de vierde Technische Hoge school. In december van vorig jaar deed de Stichting alvast een brochure het licht zien, waarin zij, lettend op de eisen die in Den Haag aan een technische hoge school worden gesteld, allerlei argumen ten aanvoert, op grond waarvan Haarlem dè plaats van vestiging zou zijn. Het thans verschenen rapport, waarin deze brochure als bijlage is verwerkt, houdt zich onder meer bezig met de stedebouw- kundige opzet van de school en geeft een zeer concrete visie op de situering van de T.H. aan weerszijden van de Ringvaart op gebied van Haarlem en Haarlemmermeer. Wat deze uitgewerkte situering be treft, heeft Haarlem een duidelijke voor sprong op Alkmaar, dat nog een keus moet maken uit zeven terreinen buiten de stad, alsmede op andere plaatsen als Amstel veen, Amsterdam (in Weesp) en Bever wijk. Een achterstand heeft Haarlem echter opgelopen wat de tijd betreft. Kondigde burgemeester Cremers nog in zijn nieuw jaarsrede in het begin van 1965 aan dat het rapport in het eerste kwartaal van dit jaar zou verdwijnen, thans moet wor den geconstateerd dat een vertraging van ruim een half jaar is opgetreden. Nu is in het algemeen een dergelijk tijdsbestek niet van groot gewicht wanneer het gaat om een belangrijke aangelegenheid als de vestiging van de vierde T.H. is. Maar de ze vertraging lijkt thans nogal ernstig, omdat zich juist in dit tijdsbestek i llerlei ontwikkelingen hebben voorgedaan die het effect dat het Haarlemse rapport zou moe ten sorteren, wellicht sterk verminderen. Nadat half december van het vorig jaar Alkmaar zich had opgeworpen als plaats van vestiging deze stad deed dit met enig vertoon door middel van een uitvoerig gedocumenteerd rapport, dat het resultaat was van een wetenschappe lijk onderzoek onder leiding van profes sor dr. Steigenga, hoogleraar in de plano logie en demografie aan de universiteit van Amsterdam kwam daarop in augustus een aanvulling. Het gehele rapport bleek op Gedepu teerde Staten van Noord-Holland nogal indruk te hebben gemaakt, want in sep tember adviseerde dit college de minister van onderwijs en wetenschappen de vier de Technische Hogeschool in of bij Alk maar te vestigen. Dit advies deed het dagelijks provinciaal bestuur enkele dagen nadat de minister de studiecommissie had geïnstalleerd die zich in eerste in stantie zal bezig houden met de keuze van de plaats van vestiging der T.H. De minister had in juni van dit jaar deze studiecommissie aangekondigd en hij had gesteld dat over de plaats bin nenkort een beslissing zou moeten vallen, gezien de planologische consequenties van zo'n besluit. Die commissie is dus reeds enige tijd aan het werk en nu komt Haarlem dan eindelijk met zijn rapport. Wat dit rapport zelf betreft, dit is an ders van karakter dan het Alkmaarse. Stelde de voorzitter van de Commissie Vestiging Technische Hogeschool benoor den het Noordzeekanaal, prof. dr. ir. W, Schermerhorn, als eis dat de vraag of het wenselijk is de T.H. ten noorden van het kanaal te vestigen, uitsluitend door een objectief wetenschappelijk onderzoek zou worden onderzocht, het Haarlemse rapport is subjectief gericht op het vestigen van de school op een bepaald terrein in Haar lem-Haarlemmermeer. Ligt in het Alk maarse rapport het accent op de planolo gische factoren, het Haarlemse iegt de na druk op de onderwij sachtergronden. Al met al is Haarlem met zijn rapport wel laat, maar het is nog niet te laat, Zoals we al bericht hebben, hebben Ge deputeerde Staten de Provinciale Staten toegezegd met een nota te komen, waarin de argumentatie van hun advies aan de minister met betrekking tot Alkmaar uit de doeken zal worden gedaan. Deze nota zal dan ter discussie worden gesteld. Het belangrijkste deel van het Haar lemse rapport is, zoals al is gezegd, dat hetwelk zich omlijnd en gedetailleerd be zig houdt met de situering van de T.H. bi; de Ringvaart. De Stichting kan slechts ho pen dat haar rapport onder meer bij de overwegingen van de studiecommissie, die de minister over de plaatskeuze zal adviseren, alsnog de weerklank zal vinden die het op de grond van de concreetheid verdient. Plaats vierde Technische Hogeschool aan de rand van Haarlem is ideaal WVWWVWIA/WMIWVWVWVVlAIOIIWUWVWWWWIAAfVUtfWIA/WWWIIV WWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWWN/* msx -.s^v .-.VN n>n; >•- .v ks. .Vv.'.■- S - Twee maanden na Alkmaar is Haarlem thans ge komen met haar rapport over de vestiging van de vierde T.H. In tegenstelling tot wat Alkmaar presenteerde is het Haarlemse rapport summier en opent het weinig nieuwe perspectieven sinds de publikatie van het zo genoemde „rode boekje", dat Haarlem het licht liet zien bij het openbaar worden van de Alkmaarse motieven om de T.H. daar te stichten. De stichting Technisch Hoger Onderwijs voor Noord- Holland gevestigd in Haarlem heeft toen in een beknop te brochure haar argumenten voor de vestiging van de vierde T.H. in Haarlem bepleit als tegenhanger van wat Alkmaar aanvoerde. Het nu uitgebrachte rapport is meer een nadere be zinning op de plaats en de stedehouwkundige opzet van de te stichten hogeschool. Het rapport herhaalt dus, wat in de brochure is aan gevoerd: dat de plaats van vestiging zo gelegen moet zijn, dat een zo groot mogelijk aantal studenten wordt aangetrokken. De nabijheid van een hogeschool blijkt een aanmerkelijk vergroot aantal studenten uit dat ge bied op te leveren. Noord-Holland heeft, wat het tech nisch hoger onderwijs betreft, een laag deelnemings percentage. Aangevoerd wordt voorts, dat Haarlem een voor sprong heeft op Alkmaar, omdat de praktijk heeft ge leerd, dat de wervingskracht van een universiteit of hogeschool beperkt is tot een 30 km-grens om de plaats van vestiging. De vestiging in Haarlem zou een gebied bestrijken van twee miljoen inwoners. Van belang is tevens de ligging in een dicht bevolkt gebied en wel als aanhech ting aan een grote stad. Dit in verband met de benodig de nevenvoorzieningen voor de toelevering van goederen en diensten. De T.H. zal functioneren in samenwerking met de twee universiteiten in Amster dam, met de industriële researchcentra in Amsterdam, de IJmond en de Zaanstreek en met het kernreactorcentrum in Petten. Met al deze centra moeten daarom goede verbindingen mogelijk zijn. Ook op dat punt acht Haarlem zich zeer gunstig gelegen. Het T.H.-plan is te onderscheiden in verscheidene onderdelen. Voor deze onder delen is een schatting gemaakt in de verschillende fasen, waarin de groei van de hogeschool zich zal kunnen voltrekken. Onderscheiden zijn de eerste fase met drie technische afdelingen en 2.000 studenten; vervolgens een tweede fase met zeven technische afdelingen en 3.500 studenten en tenslotte de fase met 10.000 studenten. Voor hen alle, maar ook voor het per soneel moet voldoende huisvestingsmoge- lijkheid zijn. Haarlem denkt daarbij voor de jongejaars studenten tot en met het derde studiejaar aan het wonen in onder meer studentenflats; terwijl daarnaast ve len als „spoorstudent" heen en weer zul len gaan reizen. Is de vierde T.H. geprojecteerd op een 175 ha. groot terrein ten oosten van de Boerhaavewijk in Haarlem en deels gele gen in het gebied van de Haarlemmer meerpolder; voor de te bouwen huisves ting kan de gemeente Haarlem onder meer terrein in de aangrenzende wijk Schalkwijk bestemmen. In het rapport „de spreiding van het hoger onderwijs tot 1970" wordt erop ge wezen, dat de in de omgeving van het Noordzeekanaal op te richten technische hogeschool allereerst de afdelingen werk- tuigbouwkunde, electrotechniek en schei kundige technologie zou dienen te omvat ten. Daarnaast zouden, indien daaraan be hoefte mocht blijken te bestaan, opleidin gen kunnen worden ingesteld voor natuur kundig en wiskundig ingenieur. Voor een verdere uitbouw kan vol gens het oordeel van de stichting, die het Haarlemse rapport het licht deed zien in het kader van het gekozen uitgangs punt gedacht worden aan een afdeling bouwtechnologie en planologie. De orga nisatorische, economische, sociologische en psychologische aspecten van de gestel de problematiek zullen bij de studie in el ke richting betrokken moeten zijn. Voor 'n voortgaande ontwikkeling kun nen de gedachten ook nog uitgaan naar de instelling van een afzonderlijke afde ling materiaalkunde. Overigens zal het aanbeveling verdienen ook voor niet voor ziene ontwikkelingen ruimte te reserve ren. Naast de afdelingen zal namelijk een aantal gemeenschappelijke faciliteiten nodig zijn. Zoals een aantal voor alle stu dierichtingen gemeenschappelijke college zalen eventueel in combinatie met een auditorium maximum. In het kader van de gedachte aan samenhang zou dit een aantrekkelijk element kunnen zijn. Voor de bepaling van de ruimtebehoefte van de afdelingen, is er van uitgegaan, dat de opleiding in grote lijnen zal over eenkomen met die van de bestaande tech nische hogescholen, namelijk een inge nieursstudie met een nominale duur van vijf jaar. Daarvan zal het eerste jaar der propaedeuse zo mogelijk gemeenschappe lijk zijn, terwijl de gehele propaedeutische studie zodanig zal zijn ingericht, dat vroegtijdige afvloeiing van degenen, die voor de studie niet geschikt zijn, zal wor den bevorderd. Er zal een mogelijkheid tot een diffe rentiatie in de wijze van afstuderen be staan, terwijl ook rekening is gehouden met voortgezette opleidingen in specifieke richtingen. De inrichting van de ingenieursstudie zal zodanig zijn, dat het kiezen van af studeerrichtingen buiten de hogeschool mogelijk zal zijn. Het instellen van zeer specialistische afstudeerrichtingen zal voorlopig niet worden nagestreefd. Zeker in de beginjaren, maar ook daarna zal het lesrooster zich beperken, zonder dat dit de overgangsmogelijkheden naar een van de andere hogescholen zal verminde ren. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat in de toekomst naast het gebruikelijke dagon derwijs ook academische opleidingen in de vorm van avondonderwijs gegeven zul len worden. De centrale ligging van de hogeschool in een agglomeratie met gro te bevolkingsdichtheid is daarvoor zeer gunstig. In het kader van de bestudering van de problemen op het gebied van de industria lisatie, de verstedelijking en de commu nicatie zal de nadruk liggen op het inter disciplinair wetenschappelijk onderzoek. Daarbij wordt dan aangenomen, dat dit onderzoek voor een groot deel theore tisch zal kunnen zijn en dat het instru mentele onderzoek installaties van be perkte omvang vereist. Voorts zal moeten worden samenge werkt met de universiteiten van Amster dam en Leiden; met de bibliotheken van de Hollandse Maatschappij voor Weten schappen en de Teylers Stichting in Haar lem; alsmede onder meer met het kern- wetenschappelijk centrum in Petten. Daar naast zal het contact met de in de naaste omgeving gelegen researchlaboratoria van de industrie worden gestimuleerd m tot uitwisseling van praktijkervaringen te ko men. Tot slot denkt men aan het reserveren van ruimten voor de studie op specialis tische gebieden, zoals transporttechniek, voedselvoorziening en conservering, infor matietheorie voor produktie- en woonge meenschap, hygiëne van het milieu (lucht en waterverontreiniging) maar ook aan sportterreinen. Het terrein dat door de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer ter be schikking is gesteld voor de oouw van de vierde T.H. heeft een totale oppervlakte van circa 175 ha. en biedt voor deze en andere ontwikkelingen voldoende moge lijkheden. Het sluit aan bij de stedelijke bebouwing van Haarlem en vordt in het westen en noorden begrensd door belang rijke verbindingswegen, waardoor een goede bereikbaarheid verzekerd is. Ook is de ligging van het terrein ten opzichte van de luchthaven Schiphol gun stig, daar alle invliegroutes op grote af stand liggen, aldus het rapport. Teneinde de door de Ringvaart ontstane deling van het complex althans visueel zoveel mogelijk op te ïeffen en de samenhang van het geheel tot uiting te brengen, is het accent gelegd op het in het verlengde van de nog aan te leggen Deze tekening geeft een duidelijke indruk van het wijdse karakter, dat het gebouwencomplex van de vier de technische hogeschool zou kun nen krijgen indien het in Haarlem wordt gesticht. Het glooiende, 175 hectare grote terrein met in het midden een waterpartij, gedeeltelijk in Haarlem en gedeeltelijk op het grondgebied van de Haarlemmer meer gelegen, biedt alle mogelijk heden om tot een verantwoord fraai gebouwencomplex te komen. Aziëweg geprojecteerde plan. Daarin is de Ringvaart bewust opgenomen. In het midden van het plein is het wa tervlak door een ondiepe vijver vergroot, waardoor de scheidende werking van de vaart wordt teniet gedaan. Daartoe draagt ook bij een bestrate landtong, die op het einde ervan plaats biedt aan een carillon of kunstwerk, waardoor de eenheidsge dachte wordt benadrukt. Om dit centrale plein is de bebouwing gerangschikt. Door variatie in uitvoering en afwerking is een aantrekkelijk plan ontworpen, dat bovendien voldoende ruimte biedt voor parkeer- en stallingsmogelijkheden. Het plein in het midden wordt omgeven door twee wegen, waarvan de binnenste als ringweg een directe aansluiting geeft op de Aziëweg, die in oost-west richting gaat lopen en vanuit de stad toegang geeft tot het complex. Via deze ringweg en de daaraan paral lel lopende randweg wordt het verkeer naar de verschillende afdelingen geleid. Bij de aanleg van deze ringweg moet uiteraard rekening worden gehouden met overbruggingen in verband met het overigens geringe scheepvaartverkeer. Het westelijk van de vaart gelegen pleingedeelte is, voorzover niet tebouwd, hoofdzakelijk als grasgazon gedacht met enkele voetpaden en lage begroeiingen. Het oostelijk pleingedeelte waarbinnen zich de bebouwingen voor huisvesting van bestuur en beheer (zuid-oosthoek) en van de bibliotheek (noord-oosthoek) bevinden is geheel bestraat gedacht. In hoofdzaak ligt het op hetzelfde niveau als de ring weg. Door de hogere ligging biedt het een fraai uitzicht over het westelijk deel. De noord-westhoek van 't andere plein gedeelte is bestemd voor het aulacom plex. Daarop aansluitend, grenzend aan de Ringvaart, de mensa met aan de zuid zijde er van trapsgewijs naar de vijver afdalende terrassen. Een met glas afgesloten loopbrug over het water, die mensa en bibliotheek ver bindt, behoort nog tot de mogelijkheden. De zuid-westhoek van het plein is onbe bouwd gelaten. Hier komt men via de ver lengde Aziëweg het complex binnen. Wan neer men het aan de westzijde gelegen gebouw van algemene wetenschappen is gepasseerd, zal het vrije uitzicht op plein en omringende bebouwing onmiddellijk de eenheid van het complex doen ervaren. Bij de opzet van het plan is er van uit gegaan, dat ongeveer tien percent van de voor de afdelingen en andere onderdelen berekende terreinoppervlakken kan wor den gebruikt voor de inrichting van par keerplaatsen voor auto's, motoren en scoo ters. Dr. Horace King is dinsdag gekozen tot voorzitter van het Britse Lager huis. Hij is met het gebruikelijke ceremonieel geïnstalleerd. (Telefoto). De derde bouwfase is uiteraard maat gevend voor de parkeerbehoefte. Het aan tal studenten bedraagt in dat stadium on geveer 10.000 en de daarvoor benodigde bezetting aan staf en overig personeel zal dan ongeveer 4.000 personen bedragen. Voor de bezetting van eventuele op het T.H.-terrein te vestigen instituten is een aantal van duizend personen aangehou den; derhalve een totaal aan staf en per soneel voor het gehele complex van 5000 personen. Op basis van dit alles werd terreinbehoefte voor perkeerdoeleinden in de derde fase berekend op 70.000 vierkan te meter, bestemd voor ongeveer driedui zend auto's. Beschikbaar is een oppervlakte van on geveer 72.500 vierkante meter, zodat er dus voldoende ruimte is. De groenstrook rondom het middenter rein beslaat circa 35.000 vierkante meter. Tot slot wordt in het rapport gewezen op de vele culturele manifestaties in Haarlem, zoals tentoonstellingen, concer ten en onder meer het jaarlijks weerke rend internationaal orgelconcours. Van Haarlem uit, kan men zich in een kwartier begeven naar Amsterdam, waar eveneens een groot aantal culturele moge lijkheden aanwezig is. Daarnaast zijn de recreatiemogelijkheden in de openlucht le gio. Men bevindt zich hier op korte afstand van zee, strand en duinen; terwijl bij Spaarndam een watersportgebied tot ont wikkeling wordt gebracht. Het rapport besluit met erop te wijzen, dat in Haar lem sportvelden en sportzalen aanwezig zijn, waar tal van takken van sport be oefend kunnen worden. Op dit kaartje wordt aangetoond welke actieradius een in Haarlem gevestigde technische hogeschool zal hebben. Onderzoekingen hebben namelijk geleerd, dat een T.H. stu denten aantrekt tot op een afstand van dertig kilometer. In dit geval vallen dus zowel Alkmaar en Am sterdam als Leiden in de invloeds sfeer. ALKMAAR I GOOI :-.V UTRECHT 30 KM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 7