HET LAND ACHTER
DE BERGEN
DE STERRENHEMEL IN NOVEMBER
PANDA EN DE MEESTER-MACHINIST
POLLE, PELLI EN PINGO
i
0
m
BRAMMETJE FOK
wmm
L
Rechter Tie en het geheim van het landhuis
4
Om vervolgverhaal
Hechte band
trM
r
y
Felicitaties van
koningin Fabiola
voor Fabiolita
15
door John Bowland
r
m
door dr. Robert van Gulik
MAANDAG 1 NOVEMBER 1965
ecliptica
duider vis
if
=7#
(Vertaling Margot Bakker)
6)
In dit humeur had Claymore hem
nog nooit gezien. Wel had hij vaak
meegemaakt dat de piloot al drin
kend somber werd, maar deze avond
moest er iets anders aan de hand zijn.
Hij wachtte geduldig af, tot Leary
zich een of ander zou laten ontvallen.
De Canadees leek geen zin in praten
te hebben. Eindelijk boog de bank
directeur zich naar hem toe. „Jij
hebt moeilijkheden, Geoff. Vertel me
eens wat er aan de hand is. Mis
schien kan ik je helpen."
Even meende hij, dat de piloot hem
zijn onbescheidenheid kwalijk nam,
toen sloeg Leary plotseling met de
vuist op tafel en begon te praten als
of er geen eind aan de woorden
stroom zou komen. Claymore luister
de en zijn brein werkte snel. De
baardige Canadees bleek bang te zijn,
dat hij zijn meisje kwijt was. Hilda
zou het bij een mededinger hebben
gezocht. „Die schoft heeft geld," zei
Leary verbitterd. „En je kunt het dat
kind niet kwalijk nemen, dat ze met
een vent in zee gaat, die dollars op
de bank heeft. Zij heeft een armoe
dige jeugd achter de rug. Het wordt
tijd, dat zij het eens wat beter
krijgt." Hij keek Claymore wanhopig
aan. „Verdraaid, als ik een vent was,
had ik zelf geld in plaats van voor
een hongerloontje te werken."
Claymore trok zwaar aan zijn si
garet. Er zou nooit een gunstiger mo
ment komen om na te gaan waartoe
de piloot tegen geldelijke vergoeding
bereid zou zijn. „Heb je mij enige tijd
geleden niet eens verteld, Geoff, dat
jij bepaalde artikelen kunt smokke
len? Ik begrijp niet, dat je op die ma
nier niet wat bijverdiensten maakt."
Hij zei het op luchtige toon. Als het
Leary onaangenaam was, konden zij
zonder meer van het onderwerp af
stappen.
„Ik had het niet over het beroven
van een of ander onbenullig bankkan
toor, Bob. Ik had het over geld. En
dan bedoel ik geld." Leary drukte
nijdig in de asbak zijn sigarettepeuk
uit-
„Dat weet ik zo nog niet. Ik heb
vorige week in de krant gelezen, wat
die internationale smokkelbenden ver
dienen. Ik geloof, dat je er aardig
rijk van kunt worden."
„Dat kun je zeker, maar je kunt
er ook aardig wat last mee krijgen.
Die knapen zijn niet mals. Als je er
eenmaal in zit, kom je er niet meer
uit althans niet levend. Ik heb wel
eens aanbiedingen gehad. Niks voor
mij, meneer. Of je krijgt last met
de knapen met wie je werkt, of je
valt in handen van de politie. Je
kunt er niet beter van worden. Wel
nee, man. Het sop is de kool niet
waard."
De bankdirecteur bleef de kwestie
van de lichte kant benaderen en zijn
ACIIT (8)
rond glad gezicht verried niet, aan
welke innerlijke spanningen hij bloot
stond. „Dat zal dan wel zo zijn, ouwe
jongen. Ik neem het graag van je
aan, je bent beter op de hoogte dan
ik. Zeg als je veilig een behoor
lijk bedrag wilt maken, kun je mis
schien beter eenmaal een grote slag
slaan en er dan mee ophouden?"
Leary had belangstelling gekregen.
Hij leek zijn zorgen vergeten te zijn
en beet zich gretig in het onderwerp
vast, waarover zij aan het praten
waren geraakt. „Nee, er zit wel iets
meer aan vast, Bob," zei hij ten slot
te. „Het smokkelen van artikelen is
het moeilijkste niet. Lastiger is het,
de spullen van de hand te doen.
Daarvoor heb je een organisatie no
dig." Hij dacht even na. „Bovendien
zou je wel een tamelijk kostbaar ar
tikel moeten smokkelen, als je na één
lading voor je leven binnen wilde
zijn."
Claymore sloeg wat as van zijn re
vers. „Nu ja, ik denk aan een partij
goud of diamanten, om maar iets te
noemen. Daarmee zou iemand toch
binnen zijn?"
Voor het eerst die avond kon er
bij Leary een magere lach af. „Ja,
van dat soort dingen zou je het moe
ten hebben," zei hij. „Vertel me
maar, waar ik een partij kan krij
gen en ik zorg voor de rest. Ik
zal je zelfs laten meedelen als blijk
van waardering." Hij lachte niet
meer. „Verdraaid, wat zou ik niet
doen om aan flink wat geld te ko
men! Maar waarover praten we? Je
zou bepaald niet schatrijk worden
door eenmaal te smokkelen."
„Tenzij je natuurlijk baar geld ver
voerde."
Met tot het uiterste gespannen ze
nuwen wachtte Claymore de reactie
van de piloot af. Terwijl hij ogen
schijnlijk naar zijn glas staarde, ont
ging hem geen enkele beweging van
de Canadees. Een fractie van een se-
konde vertoonde het gezicht van Lea
ry een andere uitdrukking. Bliksem
snel keek hij de Engelsman door de
sigaretterook aan. Toen zei hij, op
zettelijk onverschillig.
„Ja baar geld. Dat zou na
tuurlijk iets anders zijn." Hij hief het
hoofd en sprak ingehouden, alsof hij
zich tot het plafond richtte. „Maar
beste jongen, waar ligt er ergens
zo'n geriefelijk vrachtje voor me
klaar?"
Glimlachend en luchtig, alsof hij
een kipd een sprookje vprteldq, anL
woordde Claymore, „In èen bank bij
voorbeeld. Waar anders?" Hij bleef
doelbewust een öêeritilik zwijgen.
„Kom bij gelegenheid eens met me
praten, Geoff. Misschien kan ik je
een bedragje laten verdienen. Wie
weet een flink bedrag. Vooropgesteld,
dat je het me vriendelijk vraagt."
Leary keek nog naar het plafond.
„Dat is heel geschikt van je, Bob.
Ik zal het niet vergeten." Hij weifel
de en het was erg stil in de zaal,
tot hij weer iets zei. „Als iemand je
dat nu eens vriendelijk vroeg heel
vriendelijk hoeveel denk je, dat je
hem dan zou kunnen laten verdie
nen?"
„Weet ik zo niet. Een miljoen dol
lar misschien."
De Canadees floot gedempt. „Daar
zou je als man heel aardig van kun
nen leven."
(Wordt vervolgd).
Een Utrechts fabrikant van trouw
ringen bedacht dit reclamestuntje
om te bewijzen hoe sterk zijn pro-
dukt is. Hij liet een glanzende
sportwagen aanrukken, stopte er
een aardig meisje in en hing het
hele geval, balancerend aan een
van zijn ringen, op aan de weeg
kraan. De trouwring verboog wel
(kleine foto) maar bleef heel
een krachtproef die maar weinig
„huwelijksbanden" plegen te door
staan. Probeert maar eens, als
getrouwd man, een aardig meisje
in een glanzende sportwagen te
stoppen
De planeet Mercurius is deze maand met het blote
oog niet zichtbaar: zij gaat minder dan één uur na de
zon onder.
De heldere Venus is 's avonds in het zuidwesten zicht
baar; zij gaat ruim twee uur na de zon onder. Dank zij
haar grote helderheid is Venus met het blote oog goed
zichtbaar, zelfs in de avondschemering.
Mars, iets dichter bij de zon dan Venus, en veel minder
helder, is niet te zien ('s avonds in het zuidwesten.)
Jupiter is bijna de gehele nacht zichtbaar nabij de
grens tussen de sterrenbeelden Stier en Tweelingen; het
is een schitterend hemellichaam, Jupiter is helderder
dan de sterren van eerste grootte.
Saturnus is tijdens de eerste helft van de nacht zicht
baar in de Waterman, ten zuiden van Pegasus.
Op de avond van 3 november zal de maan in conjunc
tie zijn met Saturnus; zij passeert ten zuiden van de
planeet. Dit is een goede gelegenheid om Saturnus te
vinden, als dat u totnogtoe niet gelukt is!
Geleidelijk schuift de maan tussen de sterren door en
op de avond van 10 november komt zij aan bij Alde-
baran, de helderste ster van het sterrenbeeld Stier.
Aldebaran is een oranje ster. Wist u dat men met het
blote oog de kleur der helderste sterren kan onderschei
den? Zo zijn bijvoorbeeld Wega en Deneb, die 's avonds
in het westen zichtbaar zijn, witte sterren.
Op de ochtend van 12 november zal de maan zich
nabij Jupiter bevinden. De eigenlijke samenstand heeft
plaats om 9 uur, dus overdag. Toch zullen de „belenden
de" hemellichamen reeds op het einde van de nacht een
mooi schouwspel vormen.
Op 16 november 's morgens zal de maan zich bevinden
nabij Regulus, de helderste ster van het sterrenbeeld
Leeuw. I»
Van 18 tot 21 november is 's morgens het asgrauwe
NÏONOHXH
FOMALHAUT
licht van de maan zichtbaar: het deel van
de maan dat niet door de zon is besche
nen, is zwak zichtbaar: ze is zwak ver
licht door onze eigen aarde: het is de
„aardschijn" op de maan!
De zonsverduistering van 23 november
is helaas in Europa niet waarneembaar.
Maan:
Eerste Kwartier: 1 nov. te 9.26 uur.
Volle maan: 9 nov. te 5.15 uur.
Laatste Kwartier: 16 nov. te 2.54 uur.
Nieuwe Maan: 23 nov. te 5.10 uur.
Om de kaart te richten moet men ze
boven het hoofd houden, en het Noorden
laten samenvallen met de noordelijke ho
rizon. De stand van de hemel is die op
15 november te 20 uur. Voor vroegere
tijdstippen de kaart draaien in de rich
ting van de wijzers van een uurwerk, voor
^\\\lliS!lli0P- n-
W-I-Sti
44. „Wordt het spoorwegnet dan steeds veranderd
vroeg Panda verwonderd. „Zeker", sprak de chef. „Het
is bijvoorbeeld nog niet zeker dat dit station hier blijft
staan. Het stond eerst een tien meter naar links, maar
toen kon je niets meer zien van dat grappige berke
boompje dat zich daar naast de spoordijk bevindt. Maar
komaan, conducteur. Denk om je vertrektijd!" Hoofd
schuddend klom Panda op de locomotief. „Ik heb daar
net een heel vreemd bord gezien met het spoorwegnet
erop, en daar klopt niet veel van hoor!" zei hij tegen
de machinist. „O nee?" vroeg die belangstellend. „Waar
was het van gemaakt?" „Ehwat.dat bord?
Van hout met ijzeren poten.antwoordde Panda
verbaasd. „Maar wat heeft dat ermee te maken." „Al
les!" meende de meester. „Het klopt wel. Het is een
mededelingenbord type AXZ63, een van de nieuwste!"
„Maar dat bedoel ik niet!" riep Panda uit. „Er zit
geen lijn in die lijn en de reizigers doen vreemd en.
„Met de reizigers bemoei ik me niet!" zei de machi
nist. „Als ze vreemd doen, moet de conducteur ze
maar ondervragen." „Hij heeft gelijk", dacht Panda,
en hij begaf zich naar het salonrijtuig om meer aan
de weet te komen. Maar zijn vragen werden niet be
antwoord. De reizigers staarden glazig langs hem heen
en deden niets dan zuchten. „Ze kunnen geen „pap"
meer zeggen!" verklaarde de kok triomfantelijk.
O, JAWEL, MAAR. ALS
4 e kookt, is hêt zo
LEKKER WARM
BA, DE KAMER
IS WEER VOL
ROOK
KUN JE4E NEST NIET
ERGENS ANDERS
BOUWEN "2
1928-1.
'*K:'
11
latere waarnemingen in tegenovergestelde
richting. De plaats van de maan is voor
enkele avonden aangegeven; de getallen
duiden de dag van de maand aan. Ook
zijn de posities van Jupiter (J) en Sa
turnus (S) aangeduid. De stippellijn die
door de Zwaan gaat duidt de hartlijn van
de Melkweg aan. De andere gestippelde
lijn is de ecliptica (Dierenriem of Zodiak);
de zon, de maan en de voornaamste pla
neten bevinden zich steeds in de nabij
heid van deze lijn.
MEXICO STAD (A.P.) Toen het Bel
gische koninklijke paar dezer dagen op
zijn rondreis door Midden- en Zuid-Ameri-
ka een rijtoer door Mexico Stad maakte,
ontstond er plotseling in de rijen der
wachtenden op een der overvolle trottoirs
opschudding. Een jonge vrouw dreigde in
het gedrang onder de voet gelopen te
worden en begon heftig te gillen. Toe
geschoten politiemannen maakten ruim
baan en juist op het moment dat koning
Boudewijn en koningin Fabiola de plaats
passeerden, beviel de vrouw op het trot
toir van een baby. Zij werd ijlings naar
een ziekenhuis gebracht waar moeder en
kind een meisje, dat ter ere van de
bezoekende koningin Fabiolita gedoopt
werd nu nog verpleegd worden. Beiden
maken het volgens de laatste berichten
uit de kraamkliniek best en zuilen deze
week naar huis terugkeren. President
Diaz Ordaz van Mexico heeft de ouders
van Fabiolita, Sara Garcia Martinez en
Enrique Martinez de Ortega, 15.000 pesos
geschonken die zij zullen gebruiken om
hun huis te moderniseren.
Koningin Fabiola, zelf nog steeds kin
derloos, heeft baby en echtpaar haar ge
lukwensen laten overbrengen, vergezeld
van een aantal geschenken.
5. Rechter Tie ziet wat er aan de hand
is en roept: „Vlug, anders zijn we te
laat!" Drie rovers met getrokken zwaar
den omringen twee ongewapende reizi
gers: een mooie jonge vrouw gehuld in
een kostbaar brokaten gewaad en een
oude man in een eenvoudig blauw kleed,
met een klein zwart kalotje op. Een jon
getje van een jaar of zes zit achter de
vrouw op het paard; hij klemt zich angstig
aan haar vast. De vrouw heeft haar han
den opgeheven en smeekt: „Neem al mijn
geld en juwelen, maar spaar mijn zoon
tje!" De schurken blijken echter vast be
sloten te zijn hen te vermoorden. De jon
ge vrouw roept wanhopig om hulp. Rech
ter Tie en Tsjiao Tai komen met getrok
ken zwaarden aanstormen. De bandieten
kijken verbaasd om. Ze weten niet zo
gauw wat ze van die twee forse kerels
moeten denken, maar ze zien er wel naar
uit dat ze hun zwaarden goed kunnen
gebruiken. En het is twee tegen drie...
De rechter is op de vrouw toegereden en
dringt zijn paard tussen dat van haar en
van haar aanvaller in, terwijl hij uithaalt
naar de borst van de rover. Die kan de
vlijmscherpe punt van Rechter Tie's be
roemde zwaard Regendraak nog juist af
weren. Maar hij ziet dat zijn gebaarde
tegenstander al voor een volgende stoot
klaar is...
SI .-r.\u.T-
>- üi'jj
«tif.Vfl'vt
375. Door zeer snel te schaatsen en al
lerlei weggetjes binnendoor te nemen
slaagde de Gemaskerde erin om Bram
Fok opnieuw voor te komen.
Nadat de laatste man van het kopgroep-
je was neergeslagen bleven er slechts
twee rijders aan de kop over. Om dit
maal geen fout te maken besloot de Ge
maskerde hen weg te lokken van de juiste
route.
Snel keerde hij de pijl om, welke naar
links wees. En terwijl in de verte Bram
reeds naderde haastte de Gemaskerde zich
om, een eindje verder, zijn val op te stel
len.
Krassend trokken de schaatsen voren
in het ijs, toen de twee voorste rijders
van de Twaalfstedentocht tot stilstand
kwamen.
„We moeten naar links," zei Bram be-
list.
„Maar het bord wijst naar rechts
aarzelde de ander.
„Dan heeft iemand het omgedraaid,"
veronderstelde Bram.
„Onzin.niemand in de streek zou
zoiets doen."
Brammetje haalde de schouders op.
Hij had tevoren op de kaart de route zorg
vuldig bestudeerd en als zeeman wist hij
maar al te goed wat koershouden was.
Als de ander hem niet wilde geloven,
moest deze het zelf maar weten.
„Wat doen we?" vroeg hij ongeduldig,
want er gingen kostbare seconden verlo
ren. „Gaan we links of gaan we rechts?"