HET LAND ACHTER DE BERGEN HET GROOTSTE GEWEER TER WERELD „Ruimtewandelaars" blijven nog lange tijd aan de lijn PANDA EN DE MEESTEÏUMACHINIST POLLE, PELLI EN PINGO DdlNP0 breekt BRAMMETJE FOK Rechter Tie en het geheim van het landhuis Ommetje losgeschrapt uit het Gemini-program Ons vervolgverhaal door John Boland door dr. Robert van Gulik MAANDAG 8 NOVEMBER 1965 7 (Vertaling Margot Bakker) V flesje 1 de kracht van een verkoudheid IMWWWI/WVWMWVWW 12) Tien dagen lang leefde Claymore in een verborgen hel, volkomen overtuigd dat Leary hem bedrogen had. Toen hij de grove stem van Leary door de telefoon hoorde, was hij zo opgelucht, dat hij op dat ogen blik bijna van zijn metgezel op het pad van de misdaad hield. Leary was in een stralend hu meur, toen zij elkaar die avond za gen. „Het liep allemaal als gesmeerd jongen", zei hij. Hij droeg een nieuw geruit hemd, nog opzichtiger dan vroeger, en zijn gezicht was door de zon gebruind. „Hilda is al helemaal op streek; het is alsof zij er altijd gewoond heeft", vertelde hij. „Geen last gehad?" „Geen spat last, jongen." Leary was in een zo uitbundige stemming, dat hij letterlijk om de eerste bor rels schreeuwde en ze bovendien be taalde. Van mijn geld! dacht Claymore nijdig. „Het zal nu niet lang meer duren", ging de piloot monter verder. „Voor ik naar je toe kwam, ben ik nog er gens geweest en ik heb precies het vliegtuig gevonden dat we nodig heb ben. We zullen haast moeten maken; iemand anders zou het kunnen kopen als wij niet toehappen." Hij onthaal de de bankdirecteur op een stort vloed van technische bijzonderheden, die Claymore grotendeels voorbij ging. Hij zou tenminste zeven dagen aan het toestel moeten werken, me de omdat hij extra brandstoftanks in de romp wilde bouwen. „Kun je dat karwei alleen aan?" „O ja. Toen ik in de wildernis vloog, heb ik wel geleerd mezelf te redden. Ik denk, dat ik alle noodza kelijke werkzaamheden zelf kan uit voeren." Nadat hij zich tot in bijzonderhe den op de hoogte had laten stellen, deed Claymore voor de tweede maal een greep in de kluis van de bank. Ditmaal nam hij niet het risico, het geld in goed vertrouwen af te dragen. Hij wilde per se samen met de Ca nadees het vliegtuig gaan kopen. Misschien vond de verkoper het vreemd, dat hij op een zondagmid dag contante betaling ontving, maar hij zei daarvan niets. De aanblik van een portefeuille vol bankbiljetten hielp hem vermoedelijk over alle wantrouwen heen, dat hij mogelijk gekoesterd had. Binnen drie dagen was de koop afgewikkeld en was het vliegtuig overgegaan in handen van een zekere meneer Martin Pe ters, een Amerikaanse zakenman, die zich, zoals Leary verklaard had, snel wilde kunnen verplaatsen op een zakenreis door Europa. Claymore ontmoette de piloot weer op de avond nadat het vliegtuig was afgeleverd. Zodra hij de Canadees zag, begon Claymore aan de goede afloop te twijfelen. Leary was stom dronken. De bankdirecteur probeerde zich uit de voeten te maken; hij voelde er niet voor met de piloot te worden gezien, nu de man in deze toestand was. Leary had hem even wel al gezien en kwam wankelend op Claymore af, lalde een luidruchtige begroeting en klampte zich aan de revers van de bankdirecteur vast. „Ga mee, knaap", brabbelde hij. „We gaan zitten en nemen er een." Zijn adem rook walgelijk naar whis ky- De Engelsman keek snel om zich heen. Verscheidene gasten in de con versatiezaal keken naar de Canadees met nauwelijks verborgen afkeuring. „Hee daar, bar-keeper! Breng me een borrel!" Leary had zijn bestelling uitge schreeuwd. Woedend greep Clay more de dronken piloot bij de arm, draaide hem rond en stiet hem naar de buitendeur. De Engelsman kook te inwendig van woede, maar op zijn beheerst gezicht lag daarvan niets te lezen, terwijl hij de Canadees naar buiten bracht. Hij wenkte een kelner. „Breng me in mijn wagen een fles whisky." Hij zag kans de piloot binnen de perken te houden, tot de kelner kwam. Hij duwde Leary de fles in de hand en zei, „Daar, zuip je vol, dronken varken dat je bent." Leary nam een slok uit de fles en liet ook de nodige whisky over zijn kleren stromen. Claymore trachtte een verstandig woord uit hem te krijgen, maar slaagde er niet in. De Canadees was op de voorbank in eengezakt en hield de whiskyfles scheef in zijn slappe vingers. Clay more nam hem de fles af. Hij bracht de wagen op gang, volgde eerst zij straten, daarna buitenwegen en stop te ergens. Hij trok de dronken piloot van zijn plaats en liet hem in een hoop vers hooi achter. Laat hem daar zijn roes uitslapen, dat var ken, dacht hij. Het was veiliger dan de man naar zijn hotelkamer te brengen. Leary mocht eens bijko men en zich in bijzijn van een hotel bediende iets laten ontvallen. De volgende dag tegen lunchtijd zag hij Leary terug. Met rood belo pen ogen en verkreukelde kleren stond de Canadees te wachten voor de Grill-room, waar de bankdirec teur in het middaguur gew;end was te eten. Depiloot was in een kwaad aardige stemming. Hij prikte Clay more met een dunne, bruin berook- te vinger in de borst, terwijl vloeken en grove scheldwoorden hem als ko gels uit de mond vlogen. „Probeer me nog eens zo'n streek te leveren", snauwde hij. „Heb het hart eens!" Claymore keek schichtig om zich heen. Elk ogenblik kon er iemand in zicht komen, die hem kende. Hij greep de hand van de Canadees en kneep steeds krachtiger toe, tot hij de botten voelde kraken; met opeen geklemde lippen glimlachte hij, ter wijl hij het bloed uit het gezicht van zijn slachtoffer voelde wegtrekken. (Wordt vervolgd). TJET GROOTSTE GEWEER ter wereld blijft in Engeland. Dat is ver- heugend nieuws voor de traditie-lievende Britten, want het enorme schietwapen is een unieke relikwie uit de glorietijd van het Empire, toen „Britannia" nog de baren, en de halve aarde regeerde. Nu is dat eens zo trotse wereldrijk, waarin de „zon nooit onderging", in vele stukken uiteen gevallen en zijn alleen de symbolen van de vroegere macht overgebleven: de kroonjuwelen, de keizerskroon van voormalig Brits-Indië, de vele kostbare cadeaus en eerbewijzen van de maharadja's en nabobs. /VWW\/\H/|ft||AA<WWWWWA>WIAftlWWWWm>WVWIAAWAAft/WWV<WWWW>/WMWWmAAW/Wm/mAA<VWIAA»WWWIIWWWIi ZO'N „souvernir sentimental" is ook dit kunstig bewerkte schietijzer, dat bijna 50 kilo weegt en 2,70 meter lang is, een prachtig stuk handwerk dat omstreeks 1770 in India vervaardigd is in opdracht van een prins of radja. Drie man hebben er hun handen vol aan om het geval in schietpositie te brengen, maar oorspronke lijk heeft het geweer gerust op een zwaar statief. Het werd gebruikt voor ceremo niële gelegenheden zoals het afvuren van welkomstschoten, maar boze tongen be weren dat het waarschijnlijk ook gebruikt is voor executies van terdood veroc«reel- den. Het werd geladen met twaalf gram kruit (zesmaal zoveel als een normale „voorlader") en een handvol hagel-„kor- rels", zo groot als knikkers. Wat gebeurde er met de onfortuinlijke schutter, die het gevaarte moest bedienen? Men neemt aan dat hij een lange lijn aan de trekker bond om het wapen „op afstand" te kunnen afvuren. De terugstoot zou anders zijn schouder verbrijzeld hebben. HET ZELDZAME stuk is lange tijd in het bezit geweest van de nazaten van Lord Robert Clive, „de Jan Pietersz. Coen van Brits-Indië", die de wingewes ten in de Oost te vuur en te zwaard onderwierp, maar bok de schandalige cor ruptie der ambtenaren van de Brits-Indi sche Compagnie bestreed en het koloniale bestuur saneerde. Als dank voor zijn vele verdiensten werd hij in de adelstand ver heven en overladen met geschenken en donaties, zowel door de heren der Com pagnie als door de Indische potentaten. *9 „JONGE, ONERVAREN honden laat men uit aan de lijn, opdat zij, in de hun onbekende „buitenwereld", niet het slachtoffer van eigen onvoorzich tigheid worden. Niet anders is het gesteld met jonge, onervaren astronau ten. Ook zij zullen, bij hun toekomstige ruimtewandelingen, nog lange tijd „aangelijnd" moeten blijven, totdat zij de gevaren, die in hun „buiten wereld" op hen loeren, leren kennen en vermijden". ALDUS EEN der inleiders op een on langs in St\ Louis, V.S. gehouden confe rentie over de bemande ruimtevaart, waarbij vooral de fouten, gemaakt door James McDivitt en Edward White in hun Cemini-4 capsule onder de loep genomen werden. Die fouten behelsden volgens de ruimtevaart-deskundigen de volgende pun ten: 1. De moeite die McDivitt en White hadden om het luik van hun ruimtevaar tuig te openen opdat White in de ruimte kon stappen, had hen moeten waarschu wen dat zij waarschijnlijk nog meer moei te zouden hebben, het te sluiten waardoor hun levens in gevaar zouden komen. Zij 50-6b;r~s- 50. „Halt! Stop! Laat die goudwagon staan!" riep Panda de treinrovers toe. „Dat is diefstal en dat mag niet!" „Kom nou", zei een van hen op botte toon. „Waar zijn wij anders dieven voor? We hebben er de hele reis hard genoeg ons best voor gedaan!" Nu mengde de mogol zich in het gesprek. „Hoor ik goed?" riep hij uit. „Is dit een wagon met goudlading? Denk erom, geen geroof en zo! Die lading is voor mij, daar heb ik notabene al die 'tijd op gewacht!" „Hebt u dat goud besteld?" vroeg Panda opgelucht. „Dus dan heb ik het hier veilig afgeleverd! Daar ben ik blij om, hoor!" „Ik ook", antwoordde de oosterling. „Ik begon me al af te vragen of de bank soms hqd vergeten me mijn maandsommetje contanten te sturen." Toen de treinrovers dit hoorden werden ze erg bedroefd. „Dus toch dlle moeite voor niets!" snikten ze. „Waar om moet nou net alles mislukken nu we eindelijk onze slag kunnen slaan?" „Kom, kom", sprak de mogol op beurend. „Jullie krijgen nog kansen genoeg, hoor. Weet je wat? Voortaan mogen jullie van mij elke dag om drie uur dertig een treinoverval plegen. Kijk eens, hier is alvast een voorschot en zo!" Dit zeggend druk te hij het verraste viertal een stapeltje bankbiljetten in handen. „Is dat geen mooie oplossing?" vroeg hij vergenoegd aan Panda. „Ik had nog geen rovers bij mijn verzameling, zie je! Het lijkt me echt leuk om hen elke dag bezig te zien." IK HOOP DAT MOEDER OOIEVAAR GAUW THUIS KOMT, WAT MOET IK MET 016 JOM66N BEGINNEN HONGER'. 6EEP TE VOORLOPlö IETS TE ETEN'. rp===x -V—HEB JE EEnT H0N6ER1 JA, JA - éEN TEGELIJK - TE SCHIJNEN MUN ERWTEN SOEP LEKKER TE VINOEN WAT EEN 6ELUK', hadden er dus van moeten afzien het luik te openen. 2. White had 10 tot 12 minuten aan het Toen Clive later, belasterd door vele vij anden, zelfmoord pleegde, liet hij een on metelijk fortuin achter, waarvan zijn erf genamen generaties lang goed sier maak ten. Ook de kostbare „herinneringen" wer den te gelde gemaakt. ZO KWAM na vele omzwervingen, ook het „mammoet-geweer" bij een antiquair terecht: in de kleine „curiosity shoppe" van Peter Dale in Lpndens Westend, die zo met dit pronkstuk is ingenomen, dat hij onlangs een Amerikaans bod van meer dan achtduizend gulden geweigerd heeft. Ik kan er niet van scheiden, zegt hij, terwijl hij en zijn twee assistenten het gevaarte ter nadere inspectie tonen. „Kijk, de hamer met slagpin is een smeedijzeren moogoose (Indische wezel) die een cobra aanvalt. De korrel is een zilveren olifantskop met omhooggeheven slurf. De 1,60 meter lange loop is gegra veerd met jachttaferelen, kolf en loop- steun zijn ingelegd met sierlijke dieren- en bloemmotieven in goud en zilver. Be grijpt u nu, waarom ik het niet kwijt wil al is het dan ook een sta-in-de-weg? Het liefst zou ik het thuis aan de wand hangen, maar ik ben bang dat de mu ren in mijn flat niet sterk genoeg zijn". einde van zijn 7.5 m. lange „levens- streng" buiten het ruimtevaaruig moeten blijven. Hij bleef langer buiten en zelfs na dat hem hiertoe van de grond af bevel gegeven was toonde hij nog niet veel zin in het ruimtevaartuig terug te keren. Hij bleef in totaal 21 minuten buiten. McDivitt en White hadden veel moeite het luik te sluiten en moesten afzien van een plan om dit voor de tweede maal te openen om de „navelstreng" en ande re overbodige uitrusting weg te werpen. De verantwoordelijke autoriteiten voor bemande ruimtevluchten maken zich zor gen over de kans dat een niet-aangelijnde astronaut zover van zijn ruimtevaar tuig zal afdwalen dat zijn redding onmo gelijk wordt. De discussie ontstond naar aanleiding van een voordracht die door ene W. C. McMillin op de conferentie gehouden werd. Hierin wordt een beschrijving gegeven van een rugzak-raketmotor waarvan de ontwerper beweert dat deze de astronau ten van de Gemini-9 en 12-vluchten het volgend jaar in staat zal stellen zich niet- aangelijnd in de ruimte te bewegen. Voordat de lezing gehouden werd, had George Lów, vice-directeur van het be mande ruimtevaartcentrum van de NASA (Amerikaans bureau voor de ruimtevaart) aan journalisten verteld dat de astronauten in het vervolg aan een 60-meter lange levensstreng vastgemaakt zullen worden. Een kabel van die lengte zou hen in staat stellen de motor te be proeven zonder het risico te lopen dat zij te ver wegdrijven. Low zei dat deze proeven de weg zou den kunnen effenen voor niet-aangelijnde ruimtewandelingen tijdens vluchten rond de aarde binnen het kader van het (late re) Apollo-programma om de mens op de maan te brengen. Hij zei dat het besluit om „de lijn" te handhaven uit veilig heidsoverwegingen genomen was en niet op grond van hetgeen McDivitt en White gedaan hadden. Inleider McMillin zei dat de rugzak-motor bij de lancering opgeslagen wordt in een holte aan de voet van de Gemini. De rug zak bevat behalve een raketmotor een zuurstofcapsule en apparaten waarmee de astronaut „buiten" in verbinding kan blij ven met zijn collega in de capsule. „Mocht er iets met de rugzak misgaan terwijl de astronaut zich in de ruimte be vindt, dan zou een flikkerlicht gaan branden op het borstpak. De astronaut in de cabine zal voorts via zijn koptele foon gewaarschuwd worden door fluitto nen. Het Geminiruimtevaartuig is manoe- vreerbaar voor het geval de astronaut ge red moet worden". In de rugzak bevinden zich acht kleine raketmotoren die met de hand worden be diend. Low zei dat de rugzak-motor voor twee wandelingen in het Gemini-programma voorlopig afgelast zijn. Advertentie mn^m bij Vader,Moederen Kind.a^Mi 11 Ze horen het gekletter van hoeven en het geschreeuw wordt luider. Rechter Tie staat op en kijkt door het venster. Een in het zwart geklede kerel galoppeert op zijn paard de dorpsstraat door, dwars door de menigte. De dorpelingen zoeken een goed heenkomen. Een vruchtenstal letje wordt omvergereden, de radeloze eigenaar moet toezien hoe zijn mooie me loenen over de straatkeien rollen. Rech ter Tie vraagt verontwaardigd: „Wie is die woesteling? Laat die vent dadelijk aanhouden!" Het dorpshoofd schudt zijn hoofd en zegt gelaten: „Dat is meneer Pao, de zoon van de landheer. Meneer Pao moet wel erge haast hebben". Rech ter Tie houdt zich met moeite in. Hij zou dadelijk naar buiten willen om die vlerk de mantel uit te vegen, maar hij moet in zijn rol van klein ambtenaartje blijven. „Laten jullie die zoons van de landheer zomaar tegen het arme volk te keer gaan?" vraagt hij boos. „Och, me neer, het is alleen die Pao waarover we te klagen hebben. En de Lais zijn al meer dan een eeuw onze meesters. Sommigen zijn slecht, sommigen goed. Het valt zoals de hemel het beschikt. En we mogen niet klagen. Iedereen heeft hier z'n lapje grond of z'n winkeltje, en genoeg is beter dan teveel, zeg ik altijd". 380. Onbewust van wat zich een eindje verder afspeelde, schaatste Brammetje in zijn eentje voort. Regelmatig streek hij zijn slagen en vermoeid voelde hij zich nog niet. Daar hij niet wist, dat de Ge maskerde een weggetje binnendoor had genomen, meende Brammetje niemand voor zich te hebben. Koud werd het wèl. Net als alle ande re schaatsers had Bram zich tegen do koude gewapend met kranten en extra frokje, maar toch verheugde hij zich erop, dat hij snel het tentje van vrouwtje Uk- keling zou bereiken, dat op de routekaart stond aangegeven. In de verte zag hij het tentje al en zijn scherpe ogen zagen vrouwtje Ukkeling al staan. Tenminste Het léék vrouwtje Ukkeling, maar dig lag geboeid en gekneveld in haar koek-en zopie. Wie met een beker in de hand ge reed stond om de dorstige rijder te la ven, was vrouwtje Ukkeling niet, maar de Gemaskerde, die zijn, masker door de muts van de goede vrouw had vervangen. In de beker had hij een poedertje ge strooid, dat dadelijk in de hete chocola demelk zou oplossen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 7