HET LAND ACHTER
DE BERGEN
1 I
Puzzel van de week
PANDA EN DE GRUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
Mü nog 15495
sö»'--
«■"•rzrï»»-
m
Rechter Tie en het geheim van het landhuis
KRAMMETJE FOK
21
Ons vervolgverhaal
door John Boland
door dr. Robert van Gulik
Mi
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1965
(Vertalina Maraot Bakker)
i
%i —«a*
mmi
>ivf\
van de schoolmeester,-' ais ie er
ÜSÜA
Honderd kiezen
uit Afrika
22) Haar
blauwe ogen vormden een merk
waardig contrast met haar donkere
huid. Op een meter afstand van hen
bleef zij staan en boog diep, waarbij
zij de plooien van haar gewaad te
gen haar lichaam bijeenhield.
„Ik ben Brontwy, Zesde Dienaar
van Yademos."
Claymore boog eveneens en stelde
vervolgens zichzelf en zijn compag
non voor; Leary knikte stug. Bront
wy wees naar de boot. „Een paar
van de Heren zouden graag uw
vliegmachine willen zien. Vindt u dat
goed?"
„Ik zou zeggen ja," Leary gluurde
naar Claymore. „Beter hen niet te
gen ons in het harnas te jaren, wel?"
Claymore zuchtte van opluchting.
Even had hij gemeend dat Leary las
tig ging worden, maar hij bleek vol
komen bereid de onbekenden het toe
stel te laten bezichtigen. Kwam dat,
doordat een vrouw het was komen
vragen? Leary had nooit blijk van
belangstelling voor de andere sexe
gegeven, behalve dan voor die door
de wol geverfde nachtclubzangeres,
waar hij gek op was.
Veertien man stapten er uit de
boot. Zij leken in lichaamsbouw en
voorkomen allen merkwaardig veel
op elkaar en de gelijkenis werd nog
vergroot door de grijze pakken uit
één stuk, die zij allen droegen. De
voorste man typeerde hen allen: ze
ker een meter vijfenzeventig met
donker haar tot op de schouders en
grote starre ogen. Grinnikend bleef
hij naar de beide vliegers staan kij
ken. Een klein doosje, vijf bij zeven
centimeter ongeveer, was op zijn lin
kerschouders vastgegespt. Van dat
doosje liep een snoer naar een licht
gewelfde schijf, die zijn linkeroor be
dekte. Een tweede doosje, weinig gro
ter, was midden op zijn borst vlak
boven de solar plexus vastgegespt.
De man bleef grinnikend naar hen
staan kijken zonder zelfs maar met
de ogen te knipperen. De andere le
den van het gezelschap drongen op
en dromden om hem heen, de vlie
gers op dezelfde manier aankijkend.
De lage stem van Brontwy verbrak
de stilte.
„De Heren verzoeken me u welkom
te heten en u te zeggen, dat het hun
behaagd heeft u hulp te bieden waar
dat nodig is. Indjen u dat wenst, zul
len zij uw vliegmachine voor u her
stellen." Zij keek hen beurtelings aan.
„Wilt u overleg plegen? Dan zullen
wij ons terugtekken." Zij sprak een
paar afgebroken woorden. Het gezel
schap onbekenden maakte rechtsom
keert en ging weg; Brontwy volgde
hen. Op vijftig meter afstand bleven
zij staan en wachtten af.
„Wat denk je ervan, Geoff?" vroeg
Claymore. „Zullen we van hun dien
sten gebruik maken?"
Leary liet een minachtend geluid
horen. „Knaap, je bent gek als je
denkt dat ik die troep grijnzende
hyena's op ons toestel loslaat.".
„En je zei.
„Weet ik. Zij mogen het wiel repa
reren. En best mogelijk, dat ze het
nog goed doen ook. Je kunt soms veel
profijt trekken van die inheemse
stammen, dat wil zeggen voor het
eenvoudige werk."
„Dit zijn geen primitieven. Als je
alleen hun gebouwen maar ziet, weet
je, dat zij een hoge graad van be
schaving hebben."
„Dat denk je, maat. Maar ik heb
mooiere gebouwen dan die daar
ginds in de rimboe zien afbrokkelen;
gebouwen afkomstig van rassen, die
van de aardbodem verdwenen waren.
Wil je me wijsmaken, dat dit een
cultuurvolk is? Waar is je bewijs? Ik
heb hier nog niet een auto gezien;
en volgens mijn opvatting zijn roei
boten toch wel wat uit de tijd."
„Radio hebben zij."
Leary keek van opzij naar de En
gelsman op en een grijns verscheen
om zijn volle lippen. „Dat beweren
ze tenminste, jongen. Ik was eens
ergens in China en 'n plaatselijke be
woner vertelde me wonderen over
een nieuwe fabriek, waar hij werkte.
Tienduizend paar schoenen was de
dagproduktie, als ik hem moest ge
loven. Zie je, hij beschreef me alles
uitvoerig. De werkplaatsen, de ma
chines, de soorten schoenen die zij
maakten; nu ja,* alles. De volgende
dag kwam ik te weten dat de fabriek
alleen op papier nog maar bestond
aan de uitvoering van de plannen was
men nog nauwelijks begonnen." Hij
lachte hardop. „Snap je me?"
Brontwy kwam terug. Zij boog en
wees in de richting van de groep
mannen. „De Heren zouden nu graag
naar Herpoli terugkeren," zei ze.
„Zij zouden het als een gunst be
schouwen, indien u hun toestond de
schade op te nemen eer zij naar huis
gaan."
Leary en Claymore keken elkaar
aan. „Ze gaan hun gang maar," zei
de Canadees. „Veel kwaad zal het
niet kunnen."
„O," zei Brontwy, „maar u hoeft
niet bezorgd te zijn. De heren zijn
allemaal deskundig op het gebied van
antiquiteiten." Leary deed geen
moeite zijn lach te bedwingen. Bront
wy keek hem verontrust aan. „Heb
ik mijn bedoeling misschien niet dui
delijk kunnen maken? U zult me toch
wel willen verontschuldigen? Het is
zoveel jaar geleden, dat ik uw taal
heb gesproken; ik kan best een fout
hebben gemaakt. Ik zal nog eens pro
beren me verstaanbaar te maken.
Ieder van deze Heren is een volledig
bevoegd werktuigkundige; zij zijn op
geleid in het ontwerpen en bedienen
van alle typen verouderde verbran
dingsmotoren."
Leary wees naar het toestel achter
hen. „U wilt zeggen, dat zij verstand
van dat type vliegtuig hebben?"
„Nee, niet van vliegmachines, tot
mijn spijt. Maar van de motor wel."
„Tjonge jonge! Waar hebben zij
iets over motoren geleerd?"
„Op school en in de musea."
De piloot keek Claymore aan en
grijnsde. „Nee, die is goed. Hier
kunnen ze alles. Waar heeft ze het
in vredesnaam over?"
(Wordt vervolgd).
UMÜËËii
i
,;-ï?
De nieuwbouw voor de Delftse T.H.
van de Rotterdamse architect Bake-
ma nadert zijn voltooiing. De foto's
geven een beeld van het gedurfde
concept voor de nieuwe aula, welker
constructie van voorgespannen
beton slechts op twee betonnen
pijlers rust.
y'ïp''"
NUMMER 45
Horizontaal: 1. toiletartikel, 6. scheel,
11. meisjesnaam, 12. verlaagde toon, 14.
soort onderwijs, 16. verdriet, 18. hoefdier,
19. dus, 21. snedig, 23. koeiemaag, 24.
langwerpig rond, 25. windrichting, 26. ge
bogen, 27. rivier in Duitsland, 28. Gode zij
lof, 30. aanzien, 33. gebaar, 36. gedroogde
vrucht, 39. gewicht, 40. maanstand, 41.
lidwoord, 42. voorzetsel, 43. knijpen, 46.
meisjesnaam, 49. meisjesnaam, 52. slede,
54. pl. in Noorwegen, 55. min, 57. familie
lid, 58. grap, 60. speelgoed, 62. lengtemaat,
64. vogel, 65. roofdier, 66. uiterste grens,
67. boom, 69. holte in de muur, 70. deel v.
Amerika, 71. vent, 72. dierentuin.
Verticaal: 2. worm, 3. voorzetsel, 4.
voorzetsel, 5. aanw. vnw., 7. rivier in Si
berië, 8. leerling (fr.), 9. meisjesnaam, 10.
geluid, 12. soort bond, 13 eenvoudig, 15.
loon, 17. voetbalvereniging, 20. bitter
vocht, 22. stuk, 24. bediende, 29. niet mooi,
31. voegwoord, 32. lekkernij, 33. drank,
34. zeepwater, 35. lidwoord, 36. wig, 37
pl. in Gelderland, 38. voorzetsel, 44. droog
oven, 45. onmeetbaar getal, 47. venster,
48. adreskaartje, 49. edelsteen, 50. niets
uitgezonderd, 51. planeet, 53. staaf, 54. op
dracht, 56. graansoort, 57. heidemeertje,
59. slot, 61. handelsterm, 63. buigzaam, 68
deel v. e. fr. ontkenning, 70. stad der
oudheid.
S
•uuiiiiiumiMi
2. Jollypop had de deur nog maar nauwelijks ge
opend, of de bezoeker voegde hem al bits toe: „In
het vervolg wat rapper, vent! Ik kan mijn tijd niet
aan wachten verdoen. Dolce et honorem est rapiditas
domestici, leerden ons de klassieken reeds, en ge zult
de zinsnede ongetwijfeld ook in Uw knechten-leerboek
ontmoeten. Doe daar uw voordeel mee! En nu, vrind,
verzorg mijn hoofddeksel in uw garderobe, en dien me
bij uw meester aan. Professor Goedbloed, Markies van
Malpertuis, is de naam, maar ge hoeft de titels niet
te noemen; uw heer zal verrukt zijn van me te ho
ren!" „Dat zullen we niet zijn, vrees ik", antwoordde
Jollypop onverschrokken; de bediende had namelijk bij
verschillende gelegenheden een minder gunstige in
druk van Joris gekregen. „Wij ontvangen vandaag niet,
en voor zover het flessentrekkers en straatschenders
betreft ontvangen wij nooit". En met die woor
den smeet hij ferm de deur weer dicht, zodat Jo
ris Goedbloed lelijk op zijn neus keek. „Nu ben ik
dus door een loontrekker de deur gewezen!" siste hij.
„O tempora, o mores! klaagden de ouden reeds. In
mijn tijd zou ik zo'n horige in de kelder voor de rat
ten gegooid hebben... maar zelfs nu laat ik me niet
door een simpele domestiek betuttelen! Ik zal hier bin
nen komen, hoe dan ook!" Maar niet als het van
Jollypop afhing; want deze antwoordde juist op Pan
da's vraag wie er aan de deur was geweest: „Een
individu dat in onze kringen niet past, als ik zo vrij
mag zijn; één van die onguren, die ons herhaaldelijk
hebben meegesleept in lotgevallen beneden onze
stand..."
PRACHTIG, DAT we 06 BRIL WAT El 6 46
te PAKKEN HEB8EN 1 r-fbOOR HEEN
W66 ÜA6T Die Af*
schoweluke 8Riol
4A,we WORD6N
AND6RS 8AN6
VOOR ELKAAR
EN WAT HES 414
EEN 6RIEEEU6
GROT6 OGEN?
6A, WAT B6N 46 NU
6ROOT 6M IE114K
1944-B
Advertentie
Wees de «se"8 vóór'
ruitesproeiers, stu
slaapbanken, laadvlo
gebittacte carrossene
SKODA DEALER:
Autobedr. VERBEEK N.V., Bloemen-
daalsew. 1 -9. Bloemendaal, tel. 52301
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons be
zit te zijn.
OPLOSSING PUZZEL 44
Horizontaal: 1. granaat; 3. kreet; 5.
kwaal; 7. nerveus; 8. zweem; 10. manie
12. lunet; 13. lente; 14. Maarn; 16. Peter
18. poten; 19. riant; 20. verhaal; 22. ereis:
23. libel; 24. toestel.
Verticaal: 1. grein; 2. thans; 3. kasteel
4. termiet; 5. kreupel; 6. legende; 8. zots
kap; 9. mondain; 10. monster; 11. eminent
14. materie; 15. notaris; 16. portaal 17
raadsel; 20. vleet; 21. label.
De prijswinnaars vindt u elders in dit
blad.
De Hongaars-Nederlandse arts
tandarts dr. H. Egyedi uit Amster
dam heeft van zijn zoon, die als
dokter-tandarts in Liberia verblijft
een pakketje met een vreemde in
houd ontvangen. Er zaten 100 tan
den en kiezen in, die zoon Peter
verzamelde van personen, die vol
komen vrij van tandbederf waren.
Dr. Egyedi gaat de zeldzame tan
den en kiezen, afkomstig van lijk
schouwingen en ongeneeslijke tu-
morgevallen aan een diepgaand on
derzoek onderwerpen in het bioche
misch laboratorium van de interne
kliniek van het Binnengasthuis in
Amsterdam. Het doel is, vast te
stellen hoe het staat met het in
tanden aanwezig percentage glyco
geen (uit suiker opgebouwde kool
hydraten). Als dat percentage vrij
wel te verwaarlozen is, dan heeft
dr. Egyedi opnieuw een sterke aan
wijzing voor zijn stelling, dat tand
bederf in sterke mate kan worden
voorkomen, indien in de baby- en
kleuterjaren weinig of geen suiker
wordt gebruikt.
De Amsterdamse arts-tandaits
meent namelijk dat tandglazuur
volledig in staat is, het bacteriën
onmogelijk te maken in de tand
binnen te dringen mits het glazuur
maar niet van buitenuit wordt ver
zwakt door in de eerste levens
jaren daar binnengedrongen gly
cogeen.
De stichting T.N.O. is sterk geïn
teresseerd in het onderzoek van dr.
Egyedi. Zij heeft hem het onder
zoek financieel mogelijk gemaakt.
Een deel van het laboratoriumon
derzoek zal worden verricht in En
geland.
Dr. Peter Egyedi heeft in Afrika
onder meer de gebitten onderzocht
van twintig koks en huisbedienden,
die hun eerste levensjaren in de
„bush" doorbrachten. Later werden
ze in hun beroep blootgesteld aan
alle verlokkingen van suikerrijke
voeding. De Afrikanen (gemiddelde
leeftijd 30 jaar) hadden ondanks de
reeks van jaren, waarin zij de in
tandheelkundig opzicht zo ongunsti
ge voeding nuttigen, verrassend
goede gebitten. Twaalf van de twin
tig bleken zelfs volledig gezonde ge
bitten te hebben.
Dr. Egyedi hoopt de resultaten
van zijn onderzoek over een jaar
wereldkundig te kunnen maken.
21. Rechter Tie en Tsjiao Tai laten zich
het eten goed smaken, ze letten maar
niet op het zure gezicht van de huismees
ter die de schotels opdient. Hun gast
heren, de broeders Pao en Yie, zijn niet
erg spraakzaam, het gesprek gaat over
ditjes en datjes, met horten en stoten.
Maar de landwijn is lang niet slecht. Pao
heft zijn beker op en drinkt de rechter
toe. „Ik hoop dat u deze simpele kost
wilt excuseren!" Rechter Tie neemt ook
zijn beker. „Ik drink op het spoedig her
stel van meneer uw vader!" Pao zet zijn
beker hard neer. Hij fronst zijn dikke
zwarte wenkbrauwen. „Helaas is de toe
stand van mijn vader zeer ernstig, me
neer. Hij is nu geheel blind en zijn ge
hoor wordt ook elke dag minder. En dan
nog zijn hartkwaal Pao zucht diep.
Dan voegt hij erbij: „Tja, als men ook
al bij de negentig is Na een kort
stilzwijgen vraagt de rechter: „Kunnen
u en uw broer al dit land hier beheren,
zonder rentmeester of zo?" „Natuurlijk
niet!" antwoordt Pao gemelijk. „We laten
alles maar op zijn beloop totdat vader
enfin, u begrijpt me wel." Yie heeft zit
ten luisteren naar de hond die weer erg
tekeer gaat. Hij keert zich half op zijn
stoel om en zegt tegen de huismeester:
„Kun je dat vervloekte beest niet stil
houden? Geef hem er van langs, met een
stuk hout of zo
389. NET ZOALS de man met de vlag
getjes daarstraks door een kijker Bram
Fok. in het oog had gehouden, werd hij
zelf weer met een kijker door anderen be
spied.
Maar Bram wist er niets van en de
man met de vlaggetjes wel, dat was het
hele verschil.
Ergens aan de havenkant zat iemand
op een wrakke, vervallen steiger.
Door de kijker volgde hij het spel met
de vlaggetjes. En wat voor een ander on
leesbaar was, scheen voor hem gemakke
lijk te volgen te zijn.
„Schip Kokanje. Goed voor ons doel.
Stel het grote plan in werking," mompel
de de man zachtjes. Rustig legde hij zijn
kijker neer.
„Het gaat dus gebeuren," sprak hij
voor zichzelf heen. „Nu moet het ons ge
lukken. Het Grote Plan moet slagen... en
de zeeman van het schip Kokanje zal ons
helpen, of hij wil of niet."
Hij zag er naar uit, dat hij erg tevreden
was over de gang van zaken. Maar nie
mand had hem verteld, dat de beste zee
man aan boord was, die ooit de zeven
zeeën bevoer: Brammetje Fok. Anders
zou hij zich misschien wel tweemaal heb
ben bedacht eer hij het Grote Plan in
werking zette.