HET LAND ACHTER
DE BERGEN
Kop van reuzenhert kwam na
30.000 jaar „boven water"
RenniesJ
HARDNEKKIGE HYACINT
Ckefarine „4
E
PANDA
EN DE GRUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
KRAMMETJE FOK
Rechter Tie en het öeheim van het landhuis
Cu
4 middelen doen wonde
ren bij pijn of griep!
Ons vervolgverhaal
'IF'
w
V!
DINSDAG 23 NOVEMBER 1965
15
door John Boland
(Vertaling Maraot Bakker)
Rijke vondst
in bodem van
Zwolse plas
fSlt;
yjjj
Brandend maagzuur?
helpen direkt!
DE LIEFDE van een mens voor
een mooie bloem heeft drie wereld
delen hoofdpijn bezorgd; 'n hoofd
pijn waarvoor totnogtoe geen ge
neesmiddel gevonden is.
Een tuinliefhebber nam in de
vijftiger jaren uit zijn geboorte
land in Zuid-Amerika een paar
stekjes mee van de sierlijke water
hyacint en plantte deze in de vij
ver van zijn villa in Louisiana
(V.S.). De plant gedijde daar voor
treffelijk. Te voortreffelijk zelfs,
want in een oogwenk verbreidde ze
zigh over naburige wateren en op
Hét ogenblik vormt zij in twee
Amerikaanse staten al een acute
bedreiging voor de waterhuishou
ding. Die beide statenLouisiana
en Florida, hebben hun toevlucht
moeten nemen tot kostbare uitroei
ingscampagnes, opdat niet alle ri
vieren en meren verstopt raken
door de voortwoekerende water
plant, die inmiddels ook in Afrika
en Azië is opgedoken.
Ook sporen
van mensen
Vier middelen in één tablet helpen
elkaar endoen wonderenl
De vier middelen, verenigd in één
tablet Chefarine „4", zijn elk afzon
derlijk in de hele wereld beroemd en
hebben miljoenen mensen baat ge
bracht. Tezamen werken zij nog
beter en doen werkelijk wonderen.
Eén der bestanddelen is het betrouw
bare maagmiddel Chefarox, dat een
teveel aan maagzuur neutraliseert.
De combinatie is ideaal om pijn of
griep doeltreffend te bestrijden.
hoera) wu hebben óe-
door dr. Robert van Gulik
SS
25)
Tot uw geruststel
ling ga ik met u een van onze mu
sea bezoeken. Daar zult u met eigen
ogen kunnen zien, dat onze Heren in
derdaad technisch zeer knap zijn."
Hij boog en liet hen alleen.
Leary keek met grote ogen naar
de gesloten deur. „Bob, wat is dat
voor een vent, denk jij? Hij praat als
een hoteldirecteur." De piloot lachte
op zijn grove manier. „Stel je dat
eens voor, zeg Als we weggaan,
krijgen we een hotelrekening aange
boden! Je weet wel. kamer met
bad, bediening.
Claymore ging de badkamer bin
nen. Het was een badkamer met
douche, kuip, wasbak en twee hoge
spiegels. Hij bleef met een schok van
schrik staan, toen hij zichzelf in een
van die spiegels zag. Hij bood een af
zichtelijke aanblik; zijn voorhoofd zag
pimpelpaars en twee blauwe ogen
voltooiden het schilderij. Hij ging
dicht bij de spiegel staan, onder
wierp zichzelf aan een onderzoek en
betastte de buil op zijn voorhoofd. Het
leek wel alsof hij een masker droeg;
de kneuzing liep van de ene slaap
tot de andere en de donkere vlekken
rondom zijn ogen hadden zich tot
over de jukbeenderen uitgebreid-
Het was ongelooflijk: als hij de ge
kneusde plekken aanraakte, voelde
hij geen pijn. In feite had hij niet
de geringste hinder van zijn verwon
dingen gehad. Toch had hij na zo'n
klap althans een zware hoofdpijn
moeten hebben.
„Hoe is het ermee?" Leary bleek
in de deuropening te staan en keek
naar hem.
Hij luisterde en knikte. „Ze zullen
hier wel een beste dokfer hebben. Ik
voel me zelf ook prima." Hij schar
relde de badkamer door en onder
zocht al wat hij zag aandachtig. In
plaats van kranen vond hij boven de
wasbak twee openingen met handels
erboven. Hij haalde er een over en
ef sprong een straal kokend heet wa
ter uit de opening eronder. „Best in
orde, hè? Heet water in overvloed."
Hij scharrelde verder naar de bad
kuip. „Ik geloof dat ik maar eens
een bad ga nemen," zei hij.
Terwijl 't water in de kuip stroom
de, kwam Lary vlak bij Claymore
staan. „En nu moeten jij en ik eens
even praten," zei hij gedempt. „Maar
doe het zacht, want we kunnen afge
luisterd worden".
Claymore keek hem verbluft aan.
„Wat bezielt je feitelijk?" zei hij. „Ik
neem het zekere voor het onzekere,"
antwoordde Leary. „Ik vertrouw onze
lange vriend niet."
„Ben je nu stapel!" Claymore
keek op zijn makker neer met een
blik vol minachting en spot; daarna
keerde hij zich om en verliet de bad
kamer. Dat hadden ze nog net nodig,
dat Leary er een drama van ging
maken. Die stommeling zag niet in,
dat zij geweldig geboft hadden; hij
moest wantrouwend zijn. Er stonden
geen stoelen in de kamer en Claymore
ging op een van de bedden ziften. Het
was een bed met voortreffelijke ve
ren; de donkergroene lakens voelden
als zijde aan en de matras leek wel
met veren gevuld. Hij keek op, toen
Leary de kamer binnenkwam.
Aanvallen was de beste wijze van
verdedigen, dacht Claymore, nadat hi
Leary's sombere gezicht had gezien.
„Zeg eens, Geoff, wat heb je toch?"
vroeg hij. „Je doet alsof we door spion
nen omringd zijn! Ik denk, dat je de
laatste tijd te veel sensatieromans
gelezen hebt." Hij zorgde ervoor de
minachting, die hij voelde, niet in zijn
stem te laten klinken.
Leary keek hem woedend aan. „Als
jij zoveel in de wereld rondgekeken
had als ik, jongen, dan zou je op dit
ogenblik niet zo voldaan kijken."
„Waarom mag ik niet voldaan kij
ken? Wat kan ons hier gebeuren?"
„Die hele zaakt deugt hier niet, dat
is het!"
„Het is bepaald 'n beetje ongebrui
kelijk, moet ik toegeven.
„Jawel het is bepaald een beetje
ongebruikelijk, moet ik toegeven," zei
Leary hem na! Wil het niet tot je
stompzinnige Engelse brein doordrin
gen dat we in de puree zitten?"
Claymore kon zijn afkeer niet lan-
gei verborgen houden. „Als we in de
puree zitten, zoals jij het uitdruk,t"
zei hij kil en uit de hoogte, „is dat
mijn schuld niet;ik neem aan, dat
je dat beseft."
„Laten we het daarover niet meer
hebben. Die whisky is het keelgat
ingegaan en daar zien we nooit meer
iets van terug. Dat wil niet zeggen,
dat we nooit meer whisky zullen drin
ken. Nee, meneer, als we maar han
dig zijn" Hij sloeg zich op de borst.
„En ik ben handig, maat, al ben jij
waf achterlijk. Jawel, meneer, ik ben
handig genoeg om ons uit de puree te
halen."
Hij ging op het andere bed zitten en
boog zich naar Claymore toe. „Ik heb
er wel vaker lelijk tussen gezeten.
Niet zo beroerd als deze keer mis
schien, maar ik heb een en ander
achter de rug. En ik kan er nog over
praten. Weet je waarom? Omdat ik
de inlanders nooit vertrouwd heb. Je
moet een ander nooit vertrouwen,
maat. Dan kun je oud worden." Leary
streek met zijn tong langs zijn volle
lippen, alsof hij ze wilde smeren om
da woorden gemakkelijker te doen
komen. „Neem van me aan, dat ik
allang dood zou zijn, als ik de andere
partij vertrouwd had."
Claymore staarde naar de vloer en
dacht in gespannen na. Wat Leary be
weerde was te verstandig om er niet
over na te denken. Vertrouwde hij
zelf die Yademezen niet wat al te vlot?
De manier waarop zij twee onbeken
den hadden ingehaald, was haast te
vriendelijk om geloofwaardig te zijn.
Zij hadden geen nieuwsgierigheid ge
toond en geen vragen gesteld. Het
kon enkel en alleen hoffelijkheid zijn
geweest, maar in een gecompliceerde
moderne samenleving waren de auto
riteiten zo hoffelijk niet, of zij stelden
heel wat vragen aan de buitenlander,
aie hun land bezocht. Zij hadden met
politie noch douane te maken gekre
gen. Nu hij erover nadacht, kreeg hij
de indruk dat zij te gemakkelijk wa
ren toegelaten.
De slaapkamerdeur ging open en
Lydda kwam binnen. „Bent u zo ver
dat u met mij het museum kunt be
zoeken?"
(Wordt vervolgd).
BIJ DE WINNING van zand in de Agnietenplas in Zwolle zijn fossiele
beenderen van het reuzenhert, edelhert, de mammoet en de bison ge
vonden, vermoedelijk stammend uit de late ijstijd, 30.000 jaar geleden. De
meest spectaculaire vondst is de bijna complete kop van het reeds lang
uitgestorven reuzenhert. Het gewei van dit hert kon, zo hebben recon
structies uitgewezen, een spanwijdte van vier meter krijgen.
Volgens de heer J. Tolhuis, Zwols
correspondent van het Rijksmuseum
voor geologie en mineralogie te Leiden
is de nu opgezogen kop van het reu
zenhert de mooiste, ooit in Nederland
gevonden.
Er worden in de omgeving van Zwol
le bij zandwinning of andere graaf
werkzaamheden op grote diepte dik
wijls fossiele beenderen van reuzen-
herten, mammoeten, oerrunderen, wol-
harige neushoorns en andere uitgestor
ven diersoorten gevonden. Het wijst er
op dat de IJssel-Vechtdelta waarin
Zwolle ligt in het verre verleden een
veel begraasd weide-gebied is geweest.
In de late ijstijd was de IJsselvallei
zeker tien meter en daarvoor zelfs hon
derd meter lager.
Er bestaat een theorie dat bij over
stromingen het naar dit lage gebied
toestromende water de dieren overviel,
waarbij er velen verdronken. Daarmee
zou verklaard zijn dat zoveel fossielen
op één plaats worden gevonden.
Behalve de kop van het reuzenhert
Een deel van het gevonden mammoet
hekken met een tekening van deze
prehistorische olifant.
r T
t y
i' - «wS
Reconstructie van het reuzenhert.
Advertentie
VORIG JAAR werd alleen al langs
de Nijl ruim vijf miljoen gulden uitge
geven om de waterhyacinth in toom te
houden, en ook dat heeft weinig ge
holpen. In Zuid-Afrika maakte de plant
zijn stormachtige entree in 1956, drong
vandaar de Kongo binnen en rukte
daarna via Soedan op naar de boven
loop van de Nijl. Vogels hielpen bij de
verspreiding der zaden en nu is de
bloem ook opgedoken in visvijvers in
Oost-Pakistan. De wortels en stelen
zijn buitengewoon taai. De vegetatie is
zo dicht dat bevloeiingskanalen ver
stopt raken en pompen niet meer
draaien kunnen. Vaak is zelfs het va
ren met kano's onmogelijk. Afgevaar
digden van 18 Afrikaanse landen heb
ben vorige maand een beroep gedaan
op de FAO, de voedsel- en landbouw
organisatie van de UNO, om bij de
bestrijding te helpen. Een FAO-onder-
zoek heeft inmiddels uitgewezen dat
de plant op de Nijl over een lengte
van 1600 km tot tien meter diep in het
water zit en zoveel zuurstof gebruikt
dat er geen vissen meer kunnen leven.
ER IS VAN ALLES geprobeerd om
de plant te vernietigen. Louisiana ge
bruikt dure kapmachines en zaagbo-
ten. Soedan probeert het met spuitmid-
delen. Enige tijd hoopte men dat de
is er een groot stuk van het bekken
van een mammoet gevonden, verder
stukken gewei van het edelhert, een
kniegewricht van een bison en andere
nog niet precies geïdentificeerde fos
sielen.
De beenderen zijn gevonden op een
diepte van ongeveer tien meter onder
de wateroppervlakte van de Agnieten
plas. Kleinere stukken worden met het
zand meegezogen naar het op te spui
ten gebied in de Aa-landen, grotere
fossielen, zoals het bekken van de
mammoet en de kop van het reuzen
hert blijven voor de zuigmond steken.
De bemanningsleden van de zandzui
ger Willemsdorp kunnen aan de druk
meters zien dat ar een obstakel voor
de zuigmond zit. Zij laten de zuiger
doordraaien, halen de zuigbuis voorzich
tig naar boven en kunnen de voorwer
pen dan verwijderen.
Behalve fossiele beenderen worden
in het zand van de Agnietenplas voor
werpen gevonden die duidelijk de spo
ren van mensenwerk dragen en ken
nelijk uit een veel latere periode dan
de ijstijd stammen. Er is bijvoorbeeld
een enigszins bewerkt bot gevonden,
De zandzuiger-machinist W. van der
Groep met de vrijwel complete kop
van het reuzenhert bij de vind
plaats, de Agnietenplas.
rest van een niet-afgemaakte poging om
een of ander gebruiksvoorwerp te ma
ken. Er zijn ook bewerkte stenen aan
getroffen, die vermoedelijk zijn gebruikt
voor verzwaring van visnetten en er is
een groot stuk bewerkt been gevonden,
duidelijk deel van een toog, misschien
wel afkomstig van het klooster op of
bij de Agnietenberg waar Thomas a
Kempis zijn „Navolging van Christus"
heeft geschreven.
zeekoe uitkomst zou kunnen brengen.
Bij een experiment van drie maanden
in Brits Guyana verslonden de altijd
hongerige zeekoeien een waterhyacin
then veld van 1600 bij 7 meter in een
kanaal. In Puerto Rico werd een soort
slak gebruikt om een kleine vijver te
zuiveren van waterhyacinthen. Helaas
bleek deze slak de drager te zijn van
de gevreesde Billharsiaziekte (tropi
sche parasitaire worm) zodat ook zij
weer uitgeroeid moest worden.
Advertentie
BEROEMDE MIDDELEN IN ÉÉN
TABLET DOEN WONDEREN!
rt
5. „Nee, Jollypop, dat gaat niet aan", sprak Panda
streng. „Nu heb je al twee keer iemand van de deur
gestuurd zonder mij eerst te raadplegen, en één van
die iemanden was nog ivel liefst een ambtenaar! Jij
bent geneigd om alle iemanden onguur te vinden, Jol
lypop, en daarom krijg ik nooit eens gezellig bezoek.
Dat gaat zo niet langer, hoor... voortaanzal ik zélf
de deur wel open doen, en dan zal ik zélf beslissen
ivie ik wil ontvangen en wie niet!" „Zoals wij willen,"
antwoordde Jollypop stijfjes, „maar ik vrees dat wij
dan wel weer in allerhand onbeschaafde onaangenaam
heden betrokken zullen geraken..." Hij kon de gedach-
tengang niet verder verduidelijken, want op dit ogen
blik werd er alwéér geklopt. Wie zich deze keer aandien
de was een lieve oude dame, zoals we zien; iemand die
vol vertrouwen wachtte om opengedaan te worden, ter
wijl zij in zichzelf mompelde: „Veni brevis per ars lon-
ga, zoals de klassieken al opmerkten wanneer zij wil
den zeggen dat de aanhouder wint! De bewoner van dit
royale pand zal me zeker te woord willen staan! En
ja hoor..., volgens de nieuwe regeling was het Panda-
zèlf die de deur opende en vriendelijk zei: „Dag me
vrouw wat kan ik voor u doen?" „U bent mijnheer-
zelf, nietwaar? Och, och, wat tref ik dat," zei de dame.
„U moet weten, ik ben mevrouw Goedhart-Komperin,
en ik wijd me geheel aan de liefdadigheid. Dat zal u
'stellig wel interesseren." „Ja natuurlijk!" riep Panda
beminnelijk.
LOOP OM Die
KUIV HEEN
1947-E.
WONNEN,'HIER. MET DlEy
BRIL, mijnheer de
1 MEESTER 1 y
NEENNEEN
- DAN KAM IK
TOCH NIETS
.ZIEN l
24. Rechter Tie werpt een korte blik op
de slanke vrouw in het zwart die nu over
eind staat. Zij heeft een knap maar iet
wat koud gezicht. Pao gaat op zijn tenen
op Rechter Tie toe en fluistert: „Vader
mag niet weten dat we door zijn ziekte
het land moeten verwaarlozen, begrijpt u
wel. Het gaat ons erg aan het hart,
maar.Rechter Tie knikt waar
derend. „Lofwaardige kinderliefde! Uw
vader slaapt nu weer, ik zal hem niet
storen. Ik wens u een goede nacht." Ter
wijl Rechter Tie zich naar zijn kamer
begeeft, komt juist Tsjiao Tai weer aan
lopen, die de hond heeft weten te kal
meren. Bij het binnengaan van de kamer
zegt Rechter Tie tegen Tsjiao Tai: „De
oude landheer lijkt mij zwaar ziek en wel
zeer uitgeput. Hij was ondanks zijn ziekte
en uitputting nog erg helder van geest.
Het is verwonderlijk hoe iemand in dia
toestand en zo dicht bij de eeuwigheid
nog zoveel waarde hecht aan de toestand
van het gewas en het binnenhalen van de
oogst." „Nadat ik bij de hond was om
hem te kalmeren, ben ik het gehele huis
doorgelopen," zegt Tsjiao Tai. „Alles was
leeg en verlaten, ook de kamer tegenover
de onze."
391. AAN BOORD VAN HET goede
schip Kokanje stond Karo nog steeds on
der de douche.
„Help, help," klonk het plotseling. Tutu,
die een beetje was ingedommeld, schoot
wakker.
„Waterrr te warrrm?" kraste hij, want
hij meende, dat Karo die kreet had ge
slaakt. Maar al gauw zag hij zijn ver
gissing in.
„Schipbreukeling a hoi...!" riep Bram
Fok en hij liet de douche zo schielijk
los, dat Karo in moeilijkheden kwam. „We
komen je redden, man!"
„Hoera! Help! Hoera!" riep Knoesteve-
ger en hij stak er telkens plechtig zijn
hand bij op.
„Raarste schipbreukeling, die ik ooit
heb gezien," gromde Bram, maar ook ra
re schipbreukelingen dienden gered te
worden. Behendig stuurde hij dus het goe
de schip Kokanje naar de ton toe, waarin
Knoesteveger ronddreef.
„Hoera", riep Knoesteveger weer. Hij
had wel reden om dat te roepen, want het
eerste deel van het Grote Plan scheen bui
tengewoon goed te lukken.