FILATELIE MOET U OOK ZO NODIG EEN IMPONEERTOETER? Dammen Bridge Schaken Voor- en nadelen van télé-lenzen Zuigeling ZATERDAG 27 NOVEMBER 1965 W Erbij 21 n v wïfwïu 1 mm 'mm. mm. w, B. Dukel W; wm :<#H mm. w?/, ;m,. m w—rf// m?//, mm. Welhaast iedere Betere Amateur heeft tegenwoordig een kleinbeeld- reflexcamera of is er naarstig voor aan het sparen. Het zijn leuke din gen, omdat je er eindeloos mee kunt spelen en experimenteren. Alles kan d'raf en d'rop, van de zoeker-lichtkap tot het matglas, van de tussenring tot de balg-met- instelslee. En het mooist van alles: je kunt ook de lens er afschroeven en er een andere lens voor in de plaats zetten; een hele lange toeter bij voorkeur, want dat is het van jé vandaag-de-dag. Zonder zo'n tele- kanon voor je buik tel je nauwe lijks meer mee in het wereldje der statussymbool-jagers, ja: riskeer je de spot van alle camerasnobs. Nog onlangs heb ik op een sporttribune meegemaakt dat foto-amateur A tegen idem B zei: Gut, fotografeer jij nog met een standaar d- lens? en dat op een toon alsof de heer B, die er toch echt netjes en welvarend uitzag, een soort vod denraper van Parijs was. Aderlating N eanderthalers Ongare poffers Universeel Herman Croesen Zilveren Camera voor „Drakensteyn-foto's BELGIë. Ter herinnering aan het feit dat honderd jaar gelede/i koning Leopold I (1790-1865) overleed zijn twee postzegels, 3 en 6 fr., in omloop gebracht. Op beide zegels is diens por tret afgebeeld (afbeelding). De oplage bedraagt respectievelijk 10.500.000 en 2.500.000 exemplaren. RWANDA. Een serie van zes zegels met afbeeldingen van vlinders is uit gegeven. De waarden zijn: 10, 20, 30, 40 c., 4 en 50 fr. De zegels zijn ontwor pen door de Belgische kunstenaar Jean van Noten. EGYPTE. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de UNO is een serie van drie zegels verschenen. De zegels hebben als thema de internatio nale samenwerking om de Nubische monumenten te redden. De 5 mills toont het standbeeld van koning Ram ses II en het embleem van het Jaar van de Internationale Samenwerking (I.C.Y.). de 10 mills de pilaren in Aboe Simbel en de 35 mills twee standbeel den van Ramses II in Aboe Simbel. Een miniatuurvelletje dat een zegel van 50 mills bevat, is eveneens ver krijgbaar gesteld. ISRAEL. De serie met afbeeldingen van stadswapens is uitgebreid met een waarde van 1 Isr. pond (groen), waar- op het wapen van Tel Aviv-Yafo voor komt. De zegel is ontworpen door de gebroeders M. en G. Shamir (afbeel ding). ARGENTINIë. De Argentijnse poste rijen hebben een postzegel van 8 pesos (karmijn) het licht doen zien naar aan leiding van de Dag van de federale po litie. De zegel draagt het embleem van dit korps, bestaande uit een kaartje van Buenos Aires, een kompas en een haan. HONGARIJE. De Dag van de post zegel 1965 is gevierd met de uitgifte van een miniatuurvelletje dat vier ze gels met aanhangsels, elk ter waarde van 2 1 ft. bevat, waarop vroegere Hongaarse uitgiften zijn gereprodu ceerd: de 1 ft. bloemenzegel van 1950, de 2 ft. dierenzegel van 1963, de 2 ft. zegel voor de Europese kampioen schappen ijsdansen 1963 en de 2 ft. ruimtevaartzegel van 1961. CUBA. Met afbeeldingen van vlin ders zijn vijftien zegels uitgegeven. De waarden zijn: 5 x 2 c., 5 x 3 c. en 5 x 12 c. De zegels zijn samenhangend ge drukt in vellen van 25 stuks. TRINIDAD en TOBAGO. Op 10 de cember, de Dag van de mensenrechten, zal een postzegel van 25 cents in circu latie worden gebracht. Afgebeeld zijn het portret van mevrouw Eleanor Roo sevelt en een vlam als symbool van de mensenrechten, alsmede het embleem van de UNO. (Afbeelding). ETHIOPIë. Ter gelegenheid van het Jaar van de Internationale Samenwer king (I.C.Y.) is een serie van drie ze gels, 10, 50 en 80 cents, in roulatie ge bracht. De zegels dragen het I.C.Y.- embleem (twee in elkaar geslagen handen). GRENADA. Binnenkort zal een nieuwe serie frankeerzegels van vijf tien waarden met verschillende voor stellingen verschijnen: 1, 2, 3, 5, 6, 8, 10, 12, 15, 25, 35, 50 cents, 1,2 en 3 dol lars. GABON. Ter herdenking van de honderdste sterfdag van Abraham Lin coln (1809-1865) is een postzegel van 50 fr. uitgegeven, waarop diens portret is voorgesteld. MADAGASCAR (Malagasie). Ter viering van de vijfenvijftigste verjaar dag van president Philibert Tsiranana zijn twee zegels, 20 en 25 fr., uitge geven die beide zijn portret dragen. BULGARIJE. Een serie van drie ze gels is uitgegeven ter gelegenheid van het Internationale Jaar van de Rustige Zon (I.Q.S.Y.): 1 st. stralingsgordels, 2 st. de zon en 13 st. zonsverduistering. (Afbeelding). Alle zegels vertonen daarnaast het I.Q.S.Y.-embleem. Elk jaar krijgen Nederlandse topspelers uitnodigingen om in Rusland aan toer nooien deel te nemen. Het beste resultaat werd in de afgelopen zomer behaald door het lid van de Amsterdamse damclub Jozeph Blankenaar, Wim van der Sluis. Hij werd tweede achter de sterke An- dreiko. Het toernooi werd gehouden in Sochi aan de Zwarte Zee. Er namen tien Russen, drie Nederlanders en een Italiaan aan deel. In de zesde ronde won Van der Sluis met weinig middelen van de Neder landse student Schotanus. Het ging in een contactloze stand als volgt. VAN DER SLUIS XXXXXXXXX)OCXDOCOOCXX>XX JOOCOOOLO» XX?* cr/y-OOOQOOOOOOO SCHOTANUS stander met 12-17. Op dit moment faalt de doorbraak 24-20 wegens 31-37 en 21-27. Wit wordt gedwongen 9) 33-28 te spelen en de partij eindigt zonder overwicht van een der partijen in een gelijke remise. Voor de lezers is het wel leuk te onder zoeken of wit sterker had kunnen spelen. Wij hebben het nog niet gevonden. FRANSE PARTIJ Vandaag heb ik een bijzonder aardig drie-Sansje voor u. West was de gever, NZ kwetsbaar en NZ kijken tegen de volgende spellen aan: #82 O A B 8 5 3 O H B 5 2 #86 00000(XXX30000000000O0O0OrnonocyxV>^on0C00000000000000000C Zwart: 11, 12, 14, 17, 18, 19, 23. Wit: 28, 31, 32, 33, 41, 43, 44. Zwart aan zet speelde 18-22. De damdreiging met 22-27 is remise. Toen wit in tijdnood 43-39 speelde, won zwart met 14-20 en wit stond ineens ver loren. Op 41-36 volgt 20-25 en aan de dreiging 19-24 is niet te ontkomen. Jozeph Blankenaar is een der aller sterkste verenigingen in Nederland. Een twintigtal zeer bekwame dammers levert elk jaar hevig strijd om in het eerste te komen. Een bijzonder leuk spelverloop had de partij tussen de topspelers Jan Metz met wit en W. van der Sluis met zwart. W. VAN DER SLUIS cxxyyxjc^^ o OOOO^MOOOOO^^^^XJOOOOC^^^^^'iooory'^^^^OOOOOOCXXlOOOOOOOOO JAN METZ Zwart: 2, 4, 8, 9, 12, 14, 18, 22, 26, 27. Wit: 23, 25, 29, 30. 33, 34, 37, 47, 48, 49. Spelverloop met zwart aan zet. 1) 27-31. 2) 48-42 31-36. Nu moet wit reke ning houden met de dreiging 22-28. 3) 49-43 8-13. En het merkwaardige van deze stand is dat wit nu ineens verloren staat. Er dreigt voor zwart stukwinst met 13-19. 4) 30-24? 14-20. 5) 25x3 13-19. 6) 3x28 19x48. 7) 23x12 26-31. 8) 37x26 48x40 wint. Uit de onderlinge DClJ-competitie is de volgende stand. 3000000OOCKXXXXXXXXX> JOOOOOOCX OOOOOOCX X XXOOOOCV r oo #H B 4 6 O A V 7 4 A H 10 7 2 West, noord en oost beginnen te passen: zuid één klaver OW blijven passen noord één harten zuid twee ruiten noord drie ruiten zuid drie SA allen' passen. Zuid gaat dus drie SA spelen en west komt uit met schoppen drie, noord schop pen twee, oost schoppenvrouw en zuid wint de slag met schoppenheer. Bereken uw speelplan eens, alvorens verder te lezen. Het is duidelijk, dat NZ alles in het werk moet stellen te trachten, dat oost niet aan slag komt. Want zou oost wél aan slag komen dan volgt natuurlijk schoppen, enzovoort. Een normaal gezond speelplan is dus, in slag 2 met een kleine ruiten naar de ruitenboer van tafel te gaan en in slag 3 klaver zes te spelen oost de klaver vijf zuid de tien en west wint de slag met klaverboer. Nu vindt west goed tegenspel: harten boer wordt nagespeeld en het lijkt wel het beste, deze slag maar met hartenaas op tafel te winnen. Van noord uit volgt wéér klaver en zuid speelt thans klaveraas en heer, in de hoop dat die kleur rondvalt. Helaas west blijkt vier klaveren van VB gehad te hebben en zuid heeft nog altijd geen negende slag. Dus toch maar klaver doorgespeeld west komt aan slag met klavervrouw, oost heeft inmid dels een hartentje en een ruitentje op geruimd. Het verdere verloop is voor NZ weinig aangenaam: west speelt harten tien terug en wat zuid ook doet, hij kan het spel niet meer winnen. Want alt men west de harten tien laat houden, speelt west schoppen(I) na, oost neemt met schoppen aas!!!) en incasseert nog de harten vrouw. OW maakten dus twee klaveren, twee harten alsmede schoppenaas: één down. Zuid heeft hier weinig of niets aan kunnen doen zijn speelplan was goed, maar het tegenspel was uitermate ge raffineerd en zuid is daarin gelopen. Dit spel is een bewijs, dat óók dames goed en geraffineerd kunnen spelen. Het tegenspel van OW werd op voornoemde wijze gedemonstreerd in de dameswed strijd FrankrijkIerland te Oostende. De Ierse zuid ging in drie SA dan ook down en het zal u interesseren, wat aan de andere tafel gebeurde. Oók drie SA door zuid óók schoppen uitkomst van west (de schoppen drie) maar hier nam oost slag 1 met schoppen aas en speelde in slag 2 een kleine schop pen na. Zuid sneed met schoppenboer en toen die de slag hield, lagen er al negen slagen kant en klaar te wachten. Oost had: AV 10 6 9 V 9 7 42 6 3 9 5; het leggen van schoppenvrouw inplaats van schoppenaas, maakt al het verschil in feite is dit het verschil tussen ge woon en beter bridge! No. 2 (volgende week). Bridgevraag dezer week: Oost gever, allen kwetsbaar, Europese kampioen schappen (viertallen). Zuid heeft: HB29B10 9ÓAV4+AV63 Oost past zuid één klaver (als u wilt: één SA) west vier schoppen noord en oost passen. Wat doet zuid? Filarski zoeken, zijn ontelbare technieken telkens weer oefenen en verbeteren. Wilt ge een partikeltje zien van de voorbereiding, welke een man als Donner moest verrichten voor slechts één sub- variantje van slechts één hoofdvariant van slechts één opening, die wel eens op het bord zou kunnen komen, toen hij naar het recente toernooi te Cuba ging (waar hij achter topklassers als Smyslov, Ivkov, Gelier en Fischer een eervolle zevende plaats bezette)? Zie dan eens het begin van zijn partij tegen de Oostduitser Pietsch. Wit: Donner. Zwart: Pietsch. Nimzo-Indisch 1) d2-d4 Pg8-f6. 2) c2-c4 e7-e6. 3) Pbl- c3 Rf8-b4. 4) e2-e3 0-0. 5) Rfl-d3 d7-d5. 6) Pgl-f3 c7-c5. 7) 0-0 Pb8-c6. 8) a2-a3 Rb4-a5. 9) c4xd5 e6xd5. 10) d4xc5 Ra5xc3. 11) b2xc3 Rc8-g4. 12) c3-c4 Pc6-e5. Na zwarts twaalfde zet. PIETSCH OOOOOOOOOOCX rXXXXXXK XXXXXXXXX)OOfX)OOCXX)0000^ oooooooooooooooooocxxxsoooooooooooooooooonnoooooooooooooc Zwart: H. J. Winter, tien stukken op 2, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 21, 26, 27. Wit: B. Dukel, tien stukken op 23, 24, 29, 30, 36, 42, 43, 45, 47, 48. Zwart aan zet vervolgt met 1) 27-32. Een ondernemende voortzetting. Er dreigt 32-37. Als afweer kan wit ook goed 36-31 spelen. Wit vervolgt met 2) 47-41. De dam die zwart nu kan nemen na 12-18 13-19 22-27 en 26x46 is niet goed, omdat wit met 12-7 ook dam haalt. Op 2-8 7-1 8-12 volgt damafneming door 1x37 en 46x25 met 43-39 en wit heeft een ge wonnen eindspel. In de partij speelt zwart echter 2) 21-27. Wit krijgt gelegenheid na 42-37 stuk te winnen. Na 16-21 37x28 en 11-16 is de overblijvende stand voor wit, ondanks het stuk voor, niet best. Er dreigt immers 12-18 en 27-31. Op 23-19 27-32 19x17 en 32x25. Wit meent al deze bezwaren op te hef fen door 3) 41-37 32x41. 4) 36x47 27-32. Bijzonder sterk. Nu volgt op 47-41 dam met 32-37 12-18 en 11-17. In de partij ver volgt wit 5) 43-38 32x43. 6) 48x39 26-31. 7) 39-33 16-21. 8) 30-25 met de volgende cijferstand. Zwart: acht stukken op 2, 9, 11, 12, 13, 15. 21, 31. Wit: acht stukken op 23, 24, 25, 29, 33, 42, 45, 47. En nu verrast zwart opnieuw de tegen- DE PLOETERENDE EN ZWOEGENDE SCHAAKMEESTER Een beroemd concertpianist zeide eens: „Als ik één dag niet studeer, merk ik het zelf, de critiek constateert het, wanneer ik twee dagen stilzit en het publiek hoort het, wanneer ik mijn etudes drie dagen laat rusten". Deze uitspraak wordt door de muziekliefhebbers zonder meer als in beginsel natuurlijk juist aanvaard. Evenzeer vindt men het vanzelfsprekend dat de wedstrijdroeier-in-training niet rookt, niet drinkt en voor elven naar bed gaat, dat voetballers systematisch worden gecoached, dat hardlopers dagelijks hun baantje afleggen. Maar wat denkt „men" van de schaak meester? Dat deze „zo maar" achter het bord gaat zitten en dan eenvoudig zijn aangeboren schaak-„knobbel" laat func tioneren. Wij hebben reeds tal van malen deze opvatting als een misverstand gesigna leerd. Op gevaar af dat ons „frappez tou- jours" (vrij vertaald: ons hamersysteem) vervelend wordt, herhalen wij nog eens: niets is minder waar. In werkelijkheid is een schaakmeester van formaat een ploe terende en zwoegende figuur. Hij moet zijn vak niet „goed" beoefenen, maar „beter", beter dan de besten, naar één plaats ter wereld gerecruteerd uit alle windstreken der aardbol. 'Hij moet dan in perfecte lichamelijke conditie zijn, ijzeren zenuwen hebben, enige weken achtereen 10 a 12 uur per dag zwaar geestelijk werk verrichten, tegenslagen verwerken, inspiratie op brengen. Maar bovenal, hij moet met een arse naal van kennis het strijdperk betreden, de openingsnieuwtjes uit de Kaukasus en New York bijhouden en critisch onder- Www. OOOOO90OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC DONNER (aan zet) Aan de voorafgaande twaalf zetten kan men een dik boek wijden, maar het gaat ons cm deze stelling, welke reeds her haaldelijk voorkwam en allerwege diep gaand werd geanalyseerd. De „Losbla dige" maakte er reeds in 1956 melding van en gaf het volgende partijfragment, dat de kansen van zwart duidelijk illu streert. 13) cd5: Pf3:j\ 14) gf3: Rh3. 15) Tel Dd5:. Dreigt Dg5f enz. 16) Rfl Dh5. 17) Rh3: Dh3:. 18) Rb2 Tad8. 19) De2 Td5. 20) f4 Pe4 en wit staat reeds hopeloos, want er dreigt niet alleen Td2, maar ook Pg5! (fg: Tg5:t enz.). Het grote kenmerk van de stelling is, dat de witte konings loper voor de verdediging van de witte koningsveste bezwaarlijk gemist kan worden. Bovenstaande zettenreeks werd gespeeld tussen de dames Borisenko en Keller-Herrmann. Het commentaar van Brinckmann in de Schach-Echo van 5 januari 1956 luidde onder meer: Beter was voor wit 13) Rb2. In latere jaren werd met deze zet ge- experimenteerd. Eén van de beroemdste voorbeelden van de partij Giigoric-Ivkov te Zagreb. De Joegoslavische witspeler, één van de beste theoretici ter wereld, kwam daarbij van een koude kermis thuis. In de diagramstelling volgde: 13) Rb2 Pf3:f. Wij laten nu de diverse zijwegen zoals 13) dc4:, 13) Rf3: en 13) Pc4: (welke de ploeterende meester natuurlijk alle óók nauwkeurig moet onderzoeken) hier ~*buit en beschouwing. 14) gf3: Rh3. 15) Tel Pe4ü Een verras sende offerwending, gebaseerd op de mat- dreiging Dg5t enz. De zet werd reeds ge speeld in 1954 tussen Furman en Taima- nov. Daar pareerde de witspeler het drei gende gevaar met 16) Re5 Dg5f. 17) Rg3 en het werd tenslotte remise. Kende Gli- goric deze partij niet, of meende hij, het witte spel te kunnen verbeteren? In plaats van 18) Re5 vervolgde hij met 16) f4? Dh4. 17) Df3 Wij laten nu de alternatieven 17) Re4: en het (betere) 17) De2 weer onbesproken. 17) Pd2. 18) De2 Niet 18) Dg3 wegens dameruil Pf3f en de kwaliteit is méér waard dan wits loperpaar en pluspion. 18) dc4:. 19) Rc2 Natuurlijk niet 19) Dd2: Dg4j- enz. 19) Tad8 en wit stond machteloos tegen de dreigingen als Rg4 en Td8-d5-g5!, zodat hij snel verloor. Keren wij opnieuw terug tot de dia gramstelling. In de recente tweekamp PortischTal beproefde wit wederom 13) Rb2 Pf3:f. 14) gf3: Rh3, ondanks de voor wit ongunstige ervaringen, om vervolgens met het belangwekkende nieuwtje 15) cd5:!? te komen. Dit kwaliteitsoffer is ge baseerd op de taxatie, dat na 15) Rfl:. 16) Rf6: Df6:. 17) Rfl: de geweldige witte pluspionnen, gesteund door het loperpaar, zwaarder wegen dan de kwali teit. Als ervaren schaker zag Portisch bij zijn voorbereiding natuurlijk in één oog opslag, dat „vanzelfsprekend" (anders dan in de geciteerde partij der dames uit 1956, waar de loper nog op cl stond). 15) Dd5: zou moeten falen op 16) Rf6: gf6:. 17) Rh7:f met verovering van de zwarte dame. Daarom zal hij wel voor namelijk onderzocht hebben, hoe met wif zijn veelbelovende aanvalskansen na 15) Pd5:. 16) Khl Rfl:. 17) Dfl: konden worden gerealiseerd. Tal ging er dan ook eens voor zitten en deed na 40 minuten peinzen in de stelling van diagram 2 een geweldige vondst Na 15) cd5:. TAL (aan zet) !>DOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOC>ÖOOOO DIE TELELENZENRAGE is ook al weer een vorm van exhibitionisme ge worden, waaraan velen meedoen om dat zij niet bij hun vrienden, buren of superieuren wensen achter te blijven. Maar vraag nu eens aan een bevriende fotohandelaar, hoeveel van zijn lange- brandpuntsklanten nu ook met scherpe opnamen thuiskomen Goed, een lange telelens is een bij zonder nuttig hulpstuk, dat voor de fo tograaf zowel figuurlijk als letterlijk nieuwe perspectieven opent. Maar dan hoort er ook 'n stevig statief, of tenmin ste 'n geweerkolf-aanzetstuk onder, op dat men dat enorme verlengstuk tij dens het afdrukken ook stil kan hou den. Vakfotografen gebruiken hun tele lenzen met brandpunten van 30 cm. of meer nimmer zonder zo'n stutje en kiezen daarbij dan nog een sluitertijd van ten hoogste l/250ste sekonde. Dat doen zij omdat er anders slechts on scherpe opnamen te verwachten zijn. Maar als het even kan, laat-de vak man die „schoorstenen" thuis en ge bruikt in plaats daarvan zijn stan daardlens of een objectief van zo'n 9 tot 13,5 cm. brandpuntsafstand. Een ander voordeel van de „halve" tele's (9 tot ca. 13,5 cm. brandpunt) boven de lange telelenzen is hun gro tere scherptediepte. Men hoeft niet zo sterk te diafragmeren (dat is: de lens opening kleiner maken) om b.v. voor grond en horizon beide „scherp" te krijgen en dat is bij vele motieven een evident voordeel. Vooral, dacht ik, voor bewegende onderwerpen die een snelle sluitertijd eisen en waarbij men dus een grote lensopening moet gebrui ken. De echte tele-„schoorstenen" van 30, 40 of 50 cm. hebben bij volle opening en dichtbij instelling slechts een scherptediepte van enkele centi meters. Door sterk diafragmeren wordt dit natuurlijk beter, maar dan wordt de bijbehorende sluitertijd al gauw te lang om bewegende motieven ragscherp te kunnen vastleggen. 15) Dd5:ü Wat is dat? Een blunder van Tal, welke de dame kost? Even zien. 16) Rf6: gf6:! Eensklaps wordt alles dui delijk. Na 17) Rh7:f? Kh7:. 18) Dd5: wint wit wel de dame, maar wordt hij met Tg8f Rg2f Rf3: matgezet. Een kos telijke wending. DAARMEE is zeker de beginnende amateur het meest gebaat. De twee genoemde middelbare brandpunten zijn b.v. uitstekend geschikt voor perspec tivisch-juiste portretten. Met de stan- daardlenzen van 5 cm. of met de groot hoek-objectieven van 3,5 cm. kan men geen grote koppen van dichtbij opne men; er ontstaat dan teveel verteke ning, waardoor of de neus van het slachtoffer, ofwel zijn onderkaak wan staltig groot worden, terwijl de rest van het koppetje, alsook 's mans nobe le voorhoofd, ineenkrimpen tot de pro porties van een Neanderthaler. Man nen die aldus geportretteerd worden, kunnen daar misschien nog om lachen. Maar waag het niet, een lieftallige dameskennis op die manier te vereeu wigen: zij zou het u nimmer ver geven HELE LANGE telelenzen doen juist het tegenovergestelde. Zij drukken a.h.w. de afstanden in elkaar, zoals iedereen weet die wel eens een voet balwedstrijd op de t.v. gezien heeft. De telelenzen van de televisiecamera's ha len, net als verrekijkers, een spelscè- ne dichtbij, maar de proporties van het voetbalveld kloppen dan kennelijk niet meer: het doel lijkt enorm breed, de penalty lijn schijnt op nauwelijks drie meter voor de doelmond te liggen en de tribunes lijken tweemaal zo hoog, maar ook veel smaller dan zij in wer kelijkheid zijn. Verre motieven, zoals gebergten aan de horizont of grote gebouwen, worden naar verhouding groter afgebeeld dan wanneer men deze met een standaard objectief (van hetzelfde opnamestand punt) vastlegt, voorgrond-objecten daarentegen lijken, ook alweer naar verhouding, kleiner. Die eigenschap kan vaak worden uit gebuit om veelgeziene dingen en mo tieven in een nog niet eerder „gezien" perspectief uit te beelden. Maar voor portretwerk is dit een nadeel: het „landschap" van het menselijk gezicht wordt, met extreme telelenzen opgeno men, te vlak, te weinig plastisch: de neus lijkt ingedrukt als die van een bokser. De oren zijn naar verhouding te groot, het ganse (teerbeminde) ge laat wordt breed en plat als de spreek woordelijke ongare poffer. MMMIMWIWVIMWVVWVVVVVVWMMVMMVWWVWM Donner moet dit alles tot in de puntjes hebben doorgrond en er lering uit hebben getrokken. Welke? De lezer, die dit ar tikel moge uitknippen, hoort het volgende week! Mr. Ed. Spanjaard •uazaipaA jaaA ua uauuiM aaui SiutaM lapuozftq 'sjajads apaoS uaSaj 'ja n uajajqnop jam :uiojapajyy uaaq ua saeeuajjeq „iebui uaaRB" ftq puoA lajaj do 'aas aaaqua;tnj ua suajjéq aaM} 'uaddoqas (j)uaij peq jsa/A :jqeeur -a3 qfqaqqeuiaS jpjoM uaddoqas jaiA 'saf -jBBid aiooui uaSia ap ui uep 'fipieduaSaj jap poq ajeqsiaMq ;aq ui uaqqaq ;aoux uaMnojpiaA jaaui uaui uijbbm 'ai^sa/Aq aMnaiu uag •SmsjAaSpuq SuissoidQ EXTREME telelenzen zijn natuurlijk onmisbaar voor hem of haar die b.v. vogels in de vrije natuur of schuw wild wil fotograferen. Ook voor cric ket en andere „verre" veldsporten is zo'n kanon een moetje. Maar voor da normale amateurpraktijk is het eigen lijk een onding. Ten eerste omdat het, op de camera geschroefd en stoer voor de buik ge hangen, enorm kwetsbaar is voor sto ten. Probeer met zo'n uitrusting maar eens door een volle winkelstraat te la veren; dan zult u het aan den lijve er varen. Ten tweede omdat het alleen optima le resultaten oplevert bij gebruik van een of andere solide statief, wat weer een flink extra meesleep-gewicht bete kent. En ten derde omdat een werke lijk goede telelens van 30 of 40 centi meter brandpunt schrikbarend duur is. U moet er, afhankelijk van merk, brandpuntsafstand en lichtsterke, tus sen de 500 en 1000 gulden voor neer tellen en dat is voor het beperkte gebruik dat de doorsnee-amateur van zo'n lens maakt, toch wel een heel zwa re aderlating. Goedkope télé's, zo in da buurt van de 200 gulden, zijn er ook, maar dan moet u uw eisen qua scherp te en lichtsterkte aanzienlijk lager stel len. Gek eigenlijk dat die dingen zo duur zijn, want in feite zijn het vrij simpele optische constructies, die zel den uit meer dan 3 lensdelen bestaan, terwijl uw veel goedkopere standaard lens minstens 4, en soms wel 7 lens elementen heeft EEN PRIMA 9 cm- of 13,5 cm-lens (dat is anderhalf tot bijna tweemaal de brandpuntsafstand van uw stan daardobjectief) is voor de meeste re flexcamera's al voor ongeveer 200 gul den te koop en dat geld haalt u er volop uit omdat deze objectieven vrij wel universeel bruikbaar zijn voor al le fotografische motieven, zeker als u er meteen een verlengbalgje of een stel tussenringen bij koopt. Vooral uw dia's (waar bijna altijd teveel opstond) zul len daar wel bij varen. Later, bij een eventuele specialisatie op „lange-afstandwerk" kunt u dan eens gaan denken over (en sparen voor) zo'n imponeertoeter van 20, 30 of 40 centimeter focus, of misschien wel over een groothoeklens. Maar dat is een ander chapiter, waarover een volgend keer. OP 10 DECEMBER opent in Den Haag de tentoonstelling „World Press Photo 1965". Er is een kans dat prins Bernhard als bescherm heer van dit wereldevenement, een prijs zal uitreiken aan de fotograaf John de Rooy, wiens eerste foto's van Beatrix en Claus in Nederland de „verlovingsstorm" deden los barsten. DE ROOY heeft zijn foto's in kleu ren en in zwart-wit ingezonden en het wachten is nu op het jury-oordeel. Al lereerst is er de internationale com petitie, met een internationale jury, die zich naar men mag aannemen aan in terne Nederlandse politieke situaties weinig gelegen zal laten liggen bij het beoordelen van De Rooy's foto's. Daar naast is er de strijd om de „Zilveren Camera" (voor de beste Nederlandse foto). In deze sectie velt een Nederland se jury het oordeel. In beide catego rieën komt de foto van De Rooy aan bod. FOTOGRAAF De Rooy is van allerlei zijden aangevallen, omdat hij met een telelens de foto's van de prinses en haar geliefde, wandelend in eigen tuin heeft gemaakt. Ook het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Foto journalisten heeft direct na publikatie van de platen, een afkeurend standpunt ingenomen. Later is dit op aandrang van de verenigingsleden, herzien. PARIJS (AFP) De 23-jarige doch ter van de directeur van een dieren tuin in het Westfranse stadje Saint- Vincent-de-Tyrosse heeft een door de moeder verstoten leeuwenwelpje het 1 ven gered door het roofdiertje twee d gen lang samen met haar eigen ba by van een half jaar de borst te ge ven. Drie welpen van dezelfde leeuwin waren al verhongerd. Een hond heeft inmiddels de taak van de jonge moe der overgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 21