FILATELIE
MOET U OOK ZO NODIG
EEN IMPONEERTOETER?
Dammen
Bridge
Schaken
Voor- en nadelen van télé-lenzen
Zuigeling
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1965
W Erbij
21
n v wïfwïu 1
mm 'mm. mm. w,
B. Dukel
W; wm :<#H mm.
w?/, ;m,.
m w—rf// m?//, mm.
Welhaast iedere Betere Amateur
heeft tegenwoordig een kleinbeeld-
reflexcamera of is er naarstig voor
aan het sparen. Het zijn leuke din
gen, omdat je er eindeloos mee
kunt spelen en experimenteren.
Alles kan d'raf en d'rop, van de
zoeker-lichtkap tot het matglas,
van de tussenring tot de balg-met-
instelslee. En het mooist van alles:
je kunt ook de lens er afschroeven
en er een andere lens voor in de
plaats zetten; een hele lange toeter
bij voorkeur, want dat is het van jé
vandaag-de-dag. Zonder zo'n tele-
kanon voor je buik tel je nauwe
lijks meer mee in het wereldje der
statussymbool-jagers, ja: riskeer je
de spot van alle camerasnobs. Nog
onlangs heb ik op een sporttribune
meegemaakt dat foto-amateur A
tegen idem B zei: Gut, fotografeer
jij nog met een standaar d-
lens? en dat op een toon alsof de
heer B, die er toch echt netjes en
welvarend uitzag, een soort vod
denraper van Parijs was.
Aderlating
N eanderthalers
Ongare poffers
Universeel
Herman Croesen
Zilveren Camera voor
„Drakensteyn-foto's
BELGIë. Ter herinnering aan het
feit dat honderd jaar gelede/i koning
Leopold I (1790-1865) overleed zijn
twee postzegels, 3 en 6 fr., in omloop
gebracht. Op beide zegels is diens por
tret afgebeeld (afbeelding). De oplage
bedraagt respectievelijk 10.500.000 en
2.500.000 exemplaren.
RWANDA. Een serie van zes zegels
met afbeeldingen van vlinders is uit
gegeven. De waarden zijn: 10, 20, 30,
40 c., 4 en 50 fr. De zegels zijn ontwor
pen door de Belgische kunstenaar Jean
van Noten.
EGYPTE. Ter gelegenheid van het
twintigjarig bestaan van de UNO is een
serie van drie zegels verschenen. De
zegels hebben als thema de internatio
nale samenwerking om de Nubische
monumenten te redden. De 5 mills
toont het standbeeld van koning Ram
ses II en het embleem van het Jaar van
de Internationale Samenwerking
(I.C.Y.). de 10 mills de pilaren in Aboe
Simbel en de 35 mills twee standbeel
den van Ramses II in Aboe Simbel.
Een miniatuurvelletje dat een zegel
van 50 mills bevat, is eveneens ver
krijgbaar gesteld.
ISRAEL. De serie met afbeeldingen
van stadswapens is uitgebreid met een
waarde van 1 Isr. pond (groen), waar-
op het wapen van Tel Aviv-Yafo voor
komt. De zegel is ontworpen door de
gebroeders M. en G. Shamir (afbeel
ding).
ARGENTINIë. De Argentijnse poste
rijen hebben een postzegel van 8 pesos
(karmijn) het licht doen zien naar aan
leiding van de Dag van de federale po
litie. De zegel draagt het embleem van
dit korps, bestaande uit een kaartje
van Buenos Aires, een kompas en een
haan.
HONGARIJE. De Dag van de post
zegel 1965 is gevierd met de uitgifte
van een miniatuurvelletje dat vier ze
gels met aanhangsels, elk ter waarde
van 2 1 ft. bevat, waarop vroegere
Hongaarse uitgiften zijn gereprodu
ceerd: de 1 ft. bloemenzegel van 1950,
de 2 ft. dierenzegel van 1963, de 2 ft.
zegel voor de Europese kampioen
schappen ijsdansen 1963 en de 2 ft.
ruimtevaartzegel van 1961.
CUBA. Met afbeeldingen van vlin
ders zijn vijftien zegels uitgegeven. De
waarden zijn: 5 x 2 c., 5 x 3 c. en 5 x
12 c. De zegels zijn samenhangend ge
drukt in vellen van 25 stuks.
TRINIDAD en TOBAGO. Op 10 de
cember, de Dag van de mensenrechten,
zal een postzegel van 25 cents in circu
latie worden gebracht. Afgebeeld zijn
het portret van mevrouw Eleanor Roo
sevelt en een vlam als symbool van de
mensenrechten, alsmede het embleem
van de UNO. (Afbeelding).
ETHIOPIë. Ter gelegenheid van het
Jaar van de Internationale Samenwer
king (I.C.Y.) is een serie van drie ze
gels, 10, 50 en 80 cents, in roulatie ge
bracht. De zegels dragen het I.C.Y.-
embleem (twee in elkaar geslagen
handen).
GRENADA. Binnenkort zal een
nieuwe serie frankeerzegels van vijf
tien waarden met verschillende voor
stellingen verschijnen: 1, 2, 3, 5, 6, 8,
10, 12, 15, 25, 35, 50 cents, 1,2 en 3 dol
lars.
GABON. Ter herdenking van de
honderdste sterfdag van Abraham Lin
coln (1809-1865) is een postzegel van
50 fr. uitgegeven, waarop diens portret
is voorgesteld.
MADAGASCAR (Malagasie). Ter
viering van de vijfenvijftigste verjaar
dag van president Philibert Tsiranana
zijn twee zegels, 20 en 25 fr., uitge
geven die beide zijn portret dragen.
BULGARIJE. Een serie van drie ze
gels is uitgegeven ter gelegenheid van
het Internationale Jaar van de Rustige
Zon (I.Q.S.Y.): 1 st. stralingsgordels,
2 st. de zon en 13 st. zonsverduistering.
(Afbeelding). Alle zegels vertonen
daarnaast het I.Q.S.Y.-embleem.
Elk jaar krijgen Nederlandse topspelers
uitnodigingen om in Rusland aan toer
nooien deel te nemen. Het beste resultaat
werd in de afgelopen zomer behaald door
het lid van de Amsterdamse damclub
Jozeph Blankenaar, Wim van der Sluis.
Hij werd tweede achter de sterke An-
dreiko. Het toernooi werd gehouden in
Sochi aan de Zwarte Zee. Er namen tien
Russen, drie Nederlanders en een Italiaan
aan deel. In de zesde ronde won Van der
Sluis met weinig middelen van de Neder
landse student Schotanus.
Het ging in een contactloze stand als
volgt.
VAN DER SLUIS
XXXXXXXXX)OCXDOCOOCXX>XX JOOCOOOLO» XX?* cr/y-OOOQOOOOOOO
SCHOTANUS
stander met 12-17. Op dit moment faalt
de doorbraak 24-20 wegens 31-37 en 21-27.
Wit wordt gedwongen 9) 33-28 te spelen
en de partij eindigt zonder overwicht van
een der partijen in een gelijke remise.
Voor de lezers is het wel leuk te onder
zoeken of wit sterker had kunnen spelen.
Wij hebben het nog niet gevonden.
FRANSE PARTIJ
Vandaag heb ik een bijzonder aardig
drie-Sansje voor u. West was de gever,
NZ kwetsbaar en NZ kijken tegen de
volgende spellen aan:
#82
O A B 8 5 3
O H B 5 2
#86
00000(XXX30000000000O0O0OrnonocyxV>^on0C00000000000000000C
Zwart: 11, 12, 14, 17, 18, 19, 23.
Wit: 28, 31, 32, 33, 41, 43, 44.
Zwart aan zet speelde 18-22.
De damdreiging met 22-27 is remise.
Toen wit in tijdnood 43-39 speelde, won
zwart met 14-20 en wit stond ineens ver
loren. Op 41-36 volgt 20-25 en aan de
dreiging 19-24 is niet te ontkomen.
Jozeph Blankenaar is een der aller
sterkste verenigingen in Nederland. Een
twintigtal zeer bekwame dammers levert
elk jaar hevig strijd om in het eerste te
komen.
Een bijzonder leuk spelverloop had de
partij tussen de topspelers Jan Metz met
wit en W. van der Sluis met zwart.
W. VAN DER SLUIS
cxxyyxjc^^ o
OOOO^MOOOOO^^^^XJOOOOC^^^^^'iooory'^^^^OOOOOOCXXlOOOOOOOOO
JAN METZ
Zwart: 2, 4, 8, 9, 12, 14, 18, 22, 26, 27.
Wit: 23, 25, 29, 30. 33, 34, 37, 47, 48, 49.
Spelverloop met zwart aan zet. 1)
27-31. 2) 48-42 31-36. Nu moet wit reke
ning houden met de dreiging 22-28. 3)
49-43 8-13. En het merkwaardige van
deze stand is dat wit nu ineens verloren
staat. Er dreigt voor zwart stukwinst met
13-19. 4) 30-24? 14-20. 5) 25x3 13-19. 6)
3x28 19x48. 7) 23x12 26-31. 8) 37x26 48x40
wint.
Uit de onderlinge DClJ-competitie is de
volgende stand.
3000000OOCKXXXXXXXXX> JOOOOOOCX OOOOOOCX X XXOOOOCV r oo
#H B 4
6
O A V 7 4
A H 10 7 2
West, noord en oost beginnen te passen:
zuid één klaver OW blijven passen
noord één harten zuid twee ruiten
noord drie ruiten zuid drie SA allen'
passen.
Zuid gaat dus drie SA spelen en west
komt uit met schoppen drie, noord schop
pen twee, oost schoppenvrouw en zuid
wint de slag met schoppenheer. Bereken
uw speelplan eens, alvorens verder te
lezen.
Het is duidelijk, dat NZ alles in het
werk moet stellen te trachten, dat oost
niet aan slag komt. Want zou oost wél
aan slag komen dan volgt natuurlijk
schoppen, enzovoort.
Een normaal gezond speelplan is dus, in
slag 2 met een kleine ruiten naar de
ruitenboer van tafel te gaan en in slag 3
klaver zes te spelen oost de klaver
vijf zuid de tien en west wint de slag
met klaverboer.
Nu vindt west goed tegenspel: harten
boer wordt nagespeeld en het lijkt wel het
beste, deze slag maar met hartenaas op
tafel te winnen. Van noord uit volgt wéér
klaver en zuid speelt thans klaveraas en
heer, in de hoop dat die kleur rondvalt.
Helaas west blijkt vier klaveren van
VB gehad te hebben en zuid heeft nog
altijd geen negende slag. Dus toch maar
klaver doorgespeeld west komt aan
slag met klavervrouw, oost heeft inmid
dels een hartentje en een ruitentje op
geruimd.
Het verdere verloop is voor NZ weinig
aangenaam: west speelt harten tien terug
en wat zuid ook doet, hij kan het spel
niet meer winnen. Want alt men west
de harten tien laat houden, speelt west
schoppen(I) na, oost neemt met schoppen
aas!!!) en incasseert nog de harten vrouw.
OW maakten dus twee klaveren, twee
harten alsmede schoppenaas: één down.
Zuid heeft hier weinig of niets aan
kunnen doen zijn speelplan was goed,
maar het tegenspel was uitermate ge
raffineerd en zuid is daarin gelopen.
Dit spel is een bewijs, dat óók dames
goed en geraffineerd kunnen spelen. Het
tegenspel van OW werd op voornoemde
wijze gedemonstreerd in de dameswed
strijd FrankrijkIerland te Oostende. De
Ierse zuid ging in drie SA dan ook down
en het zal u interesseren, wat aan de
andere tafel gebeurde.
Oók drie SA door zuid óók schoppen
uitkomst van west (de schoppen drie)
maar hier nam oost slag 1 met schoppen
aas en speelde in slag 2 een kleine schop
pen na. Zuid sneed met schoppenboer en
toen die de slag hield, lagen er al negen
slagen kant en klaar te wachten. Oost
had: AV 10 6 9 V 9 7 42 6 3 9 5;
het leggen van schoppenvrouw inplaats
van schoppenaas, maakt al het verschil
in feite is dit het verschil tussen ge
woon en beter bridge!
No. 2 (volgende week).
Bridgevraag dezer week: Oost gever,
allen kwetsbaar, Europese kampioen
schappen (viertallen). Zuid heeft:
HB29B10 9ÓAV4+AV63
Oost past zuid één klaver (als u wilt:
één SA) west vier schoppen noord
en oost passen. Wat doet zuid?
Filarski
zoeken, zijn ontelbare technieken telkens
weer oefenen en verbeteren.
Wilt ge een partikeltje zien van de
voorbereiding, welke een man als Donner
moest verrichten voor slechts één sub-
variantje van slechts één hoofdvariant
van slechts één opening, die wel eens op
het bord zou kunnen komen, toen hij
naar het recente toernooi te Cuba ging
(waar hij achter topklassers als Smyslov,
Ivkov, Gelier en Fischer een eervolle
zevende plaats bezette)?
Zie dan eens het begin van zijn partij
tegen de Oostduitser Pietsch.
Wit: Donner. Zwart: Pietsch.
Nimzo-Indisch
1) d2-d4 Pg8-f6. 2) c2-c4 e7-e6. 3) Pbl-
c3 Rf8-b4. 4) e2-e3 0-0. 5) Rfl-d3 d7-d5.
6) Pgl-f3 c7-c5. 7) 0-0 Pb8-c6. 8) a2-a3
Rb4-a5. 9) c4xd5 e6xd5. 10) d4xc5 Ra5xc3.
11) b2xc3 Rc8-g4. 12) c3-c4 Pc6-e5.
Na zwarts twaalfde zet.
PIETSCH
OOOOOOOOOOCX rXXXXXXK XXXXXXXXX)OOfX)OOCXX)0000^
oooooooooooooooooocxxxsoooooooooooooooooonnoooooooooooooc
Zwart: H. J. Winter, tien stukken op
2, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 21, 26, 27.
Wit: B. Dukel, tien stukken op 23, 24,
29, 30, 36, 42, 43, 45, 47, 48.
Zwart aan zet vervolgt met 1)
27-32. Een ondernemende voortzetting. Er
dreigt 32-37. Als afweer kan wit ook goed
36-31 spelen. Wit vervolgt met 2) 47-41.
De dam die zwart nu kan nemen na
12-18 13-19 22-27 en 26x46 is niet goed,
omdat wit met 12-7 ook dam haalt. Op
2-8 7-1 8-12 volgt damafneming door 1x37
en 46x25 met 43-39 en wit heeft een ge
wonnen eindspel. In de partij speelt zwart
echter 2) 21-27. Wit krijgt gelegenheid na
42-37 stuk te winnen. Na 16-21 37x28 en
11-16 is de overblijvende stand voor wit,
ondanks het stuk voor, niet best. Er dreigt
immers 12-18 en 27-31. Op 23-19 27-32
19x17 en 32x25.
Wit meent al deze bezwaren op te hef
fen door 3) 41-37 32x41. 4) 36x47 27-32.
Bijzonder sterk. Nu volgt op 47-41 dam
met 32-37 12-18 en 11-17. In de partij ver
volgt wit 5) 43-38 32x43. 6) 48x39 26-31.
7) 39-33 16-21. 8) 30-25 met de volgende
cijferstand.
Zwart: acht stukken op 2, 9, 11, 12, 13,
15. 21, 31.
Wit: acht stukken op 23, 24, 25, 29, 33,
42, 45, 47.
En nu verrast zwart opnieuw de tegen-
DE PLOETERENDE EN ZWOEGENDE
SCHAAKMEESTER
Een beroemd concertpianist zeide eens:
„Als ik één dag niet studeer, merk ik het
zelf, de critiek constateert het, wanneer
ik twee dagen stilzit en het publiek hoort
het, wanneer ik mijn etudes drie dagen
laat rusten". Deze uitspraak wordt door
de muziekliefhebbers zonder meer als
in beginsel natuurlijk juist aanvaard.
Evenzeer vindt men het vanzelfsprekend
dat de wedstrijdroeier-in-training niet
rookt, niet drinkt en voor elven naar bed
gaat, dat voetballers systematisch worden
gecoached, dat hardlopers dagelijks hun
baantje afleggen.
Maar wat denkt „men" van de schaak
meester? Dat deze „zo maar" achter het
bord gaat zitten en dan eenvoudig zijn
aangeboren schaak-„knobbel" laat func
tioneren.
Wij hebben reeds tal van malen deze
opvatting als een misverstand gesigna
leerd. Op gevaar af dat ons „frappez tou-
jours" (vrij vertaald: ons hamersysteem)
vervelend wordt, herhalen wij nog eens:
niets is minder waar. In werkelijkheid is
een schaakmeester van formaat een ploe
terende en zwoegende figuur. Hij moet
zijn vak niet „goed" beoefenen, maar
„beter", beter dan de besten, naar één
plaats ter wereld gerecruteerd uit alle
windstreken der aardbol.
'Hij moet dan in perfecte lichamelijke
conditie zijn, ijzeren zenuwen hebben,
enige weken achtereen 10 a 12 uur per
dag zwaar geestelijk werk verrichten,
tegenslagen verwerken, inspiratie op
brengen.
Maar bovenal, hij moet met een arse
naal van kennis het strijdperk betreden,
de openingsnieuwtjes uit de Kaukasus en
New York bijhouden en critisch onder-
Www.
OOOOO90OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
DONNER (aan zet)
Aan de voorafgaande twaalf zetten kan
men een dik boek wijden, maar het gaat
ons cm deze stelling, welke reeds her
haaldelijk voorkwam en allerwege diep
gaand werd geanalyseerd. De „Losbla
dige" maakte er reeds in 1956 melding
van en gaf het volgende partijfragment,
dat de kansen van zwart duidelijk illu
streert. 13) cd5: Pf3:j\ 14) gf3: Rh3. 15)
Tel Dd5:. Dreigt Dg5f enz. 16) Rfl Dh5.
17) Rh3: Dh3:. 18) Rb2 Tad8. 19) De2 Td5.
20) f4 Pe4 en wit staat reeds hopeloos,
want er dreigt niet alleen Td2, maar ook
Pg5! (fg: Tg5:t enz.). Het grote kenmerk
van de stelling is, dat de witte konings
loper voor de verdediging van de witte
koningsveste bezwaarlijk gemist kan
worden. Bovenstaande zettenreeks werd
gespeeld tussen de dames Borisenko en
Keller-Herrmann.
Het commentaar van Brinckmann in de
Schach-Echo van 5 januari 1956 luidde
onder meer: Beter was voor wit 13) Rb2.
In latere jaren werd met deze zet ge-
experimenteerd. Eén van de beroemdste
voorbeelden van de partij Giigoric-Ivkov
te Zagreb. De Joegoslavische witspeler,
één van de beste theoretici ter wereld,
kwam daarbij van een koude kermis
thuis.
In de diagramstelling volgde: 13) Rb2
Pf3:f. Wij laten nu de diverse zijwegen
zoals 13) dc4:, 13) Rf3: en 13)
Pc4: (welke de ploeterende meester
natuurlijk alle óók nauwkeurig moet
onderzoeken) hier ~*buit en beschouwing.
14) gf3: Rh3. 15) Tel Pe4ü Een verras
sende offerwending, gebaseerd op de mat-
dreiging Dg5t enz. De zet werd reeds ge
speeld in 1954 tussen Furman en Taima-
nov. Daar pareerde de witspeler het drei
gende gevaar met 16) Re5 Dg5f. 17) Rg3
en het werd tenslotte remise. Kende Gli-
goric deze partij niet, of meende hij, het
witte spel te kunnen verbeteren? In
plaats van 18) Re5 vervolgde hij met 16)
f4? Dh4. 17) Df3 Wij laten nu de
alternatieven 17) Re4: en het (betere) 17)
De2 weer onbesproken. 17) Pd2. 18)
De2 Niet 18) Dg3 wegens dameruil
Pf3f en de kwaliteit is méér waard
dan wits loperpaar en pluspion. 18)
dc4:. 19) Rc2 Natuurlijk niet 19) Dd2:
Dg4j- enz. 19) Tad8 en wit stond
machteloos tegen de dreigingen als Rg4
en Td8-d5-g5!, zodat hij snel verloor.
Keren wij opnieuw terug tot de dia
gramstelling. In de recente tweekamp
PortischTal beproefde wit wederom 13)
Rb2 Pf3:f. 14) gf3: Rh3, ondanks de voor
wit ongunstige ervaringen, om vervolgens
met het belangwekkende nieuwtje 15)
cd5:!? te komen. Dit kwaliteitsoffer is ge
baseerd op de taxatie, dat na 15)
Rfl:. 16) Rf6: Df6:. 17) Rfl: de geweldige
witte pluspionnen, gesteund door het
loperpaar, zwaarder wegen dan de kwali
teit. Als ervaren schaker zag Portisch bij
zijn voorbereiding natuurlijk in één oog
opslag, dat „vanzelfsprekend" (anders
dan in de geciteerde partij der dames uit
1956, waar de loper nog op cl stond). 15)
Dd5: zou moeten falen op 16) Rf6:
gf6:. 17) Rh7:f met verovering van de
zwarte dame. Daarom zal hij wel voor
namelijk onderzocht hebben, hoe met wif
zijn veelbelovende aanvalskansen na 15)
Pd5:. 16) Khl Rfl:. 17) Dfl: konden
worden gerealiseerd.
Tal ging er dan ook eens voor zitten en
deed na 40 minuten peinzen in de stelling
van diagram 2 een geweldige vondst
Na 15) cd5:.
TAL (aan zet)
!>DOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOC>ÖOOOO
DIE TELELENZENRAGE is ook al
weer een vorm van exhibitionisme ge
worden, waaraan velen meedoen om
dat zij niet bij hun vrienden, buren of
superieuren wensen achter te blijven.
Maar vraag nu eens aan een bevriende
fotohandelaar, hoeveel van zijn lange-
brandpuntsklanten nu ook met scherpe
opnamen thuiskomen
Goed, een lange telelens is een bij
zonder nuttig hulpstuk, dat voor de fo
tograaf zowel figuurlijk als letterlijk
nieuwe perspectieven opent. Maar dan
hoort er ook 'n stevig statief, of tenmin
ste 'n geweerkolf-aanzetstuk onder, op
dat men dat enorme verlengstuk tij
dens het afdrukken ook stil kan hou
den. Vakfotografen gebruiken hun tele
lenzen met brandpunten van 30 cm. of
meer nimmer zonder zo'n stutje en
kiezen daarbij dan nog een sluitertijd
van ten hoogste l/250ste sekonde. Dat
doen zij omdat er anders slechts on
scherpe opnamen te verwachten zijn.
Maar als het even kan, laat-de vak
man die „schoorstenen" thuis en ge
bruikt in plaats daarvan zijn stan
daardlens of een objectief van zo'n 9
tot 13,5 cm. brandpuntsafstand.
Een ander voordeel van de „halve"
tele's (9 tot ca. 13,5 cm. brandpunt)
boven de lange telelenzen is hun gro
tere scherptediepte. Men hoeft niet zo
sterk te diafragmeren (dat is: de lens
opening kleiner maken) om b.v. voor
grond en horizon beide „scherp" te
krijgen en dat is bij vele motieven
een evident voordeel. Vooral, dacht ik,
voor bewegende onderwerpen die een
snelle sluitertijd eisen en waarbij men
dus een grote lensopening moet gebrui
ken. De echte tele-„schoorstenen" van
30, 40 of 50 cm. hebben bij volle
opening en dichtbij instelling slechts
een scherptediepte van enkele centi
meters. Door sterk diafragmeren
wordt dit natuurlijk beter, maar dan
wordt de bijbehorende sluitertijd al
gauw te lang om bewegende motieven
ragscherp te kunnen vastleggen.
15) Dd5:ü Wat is dat? Een blunder
van Tal, welke de dame kost? Even zien.
16) Rf6: gf6:! Eensklaps wordt alles dui
delijk. Na 17) Rh7:f? Kh7:. 18) Dd5: wint
wit wel de dame, maar wordt hij met
Tg8f Rg2f Rf3: matgezet. Een kos
telijke wending.
DAARMEE is zeker de beginnende
amateur het meest gebaat. De twee
genoemde middelbare brandpunten zijn
b.v. uitstekend geschikt voor perspec
tivisch-juiste portretten. Met de stan-
daardlenzen van 5 cm. of met de groot
hoek-objectieven van 3,5 cm. kan men
geen grote koppen van dichtbij opne
men; er ontstaat dan teveel verteke
ning, waardoor of de neus van het
slachtoffer, ofwel zijn onderkaak wan
staltig groot worden, terwijl de rest
van het koppetje, alsook 's mans nobe
le voorhoofd, ineenkrimpen tot de pro
porties van een Neanderthaler. Man
nen die aldus geportretteerd worden,
kunnen daar misschien nog om lachen.
Maar waag het niet, een lieftallige
dameskennis op die manier te vereeu
wigen: zij zou het u nimmer ver
geven
HELE LANGE telelenzen doen juist
het tegenovergestelde. Zij drukken
a.h.w. de afstanden in elkaar, zoals
iedereen weet die wel eens een voet
balwedstrijd op de t.v. gezien heeft. De
telelenzen van de televisiecamera's ha
len, net als verrekijkers, een spelscè-
ne dichtbij, maar de proporties van
het voetbalveld kloppen dan kennelijk
niet meer: het doel lijkt enorm breed,
de penalty lijn schijnt op nauwelijks
drie meter voor de doelmond te liggen
en de tribunes lijken tweemaal zo hoog,
maar ook veel smaller dan zij in wer
kelijkheid zijn.
Verre motieven, zoals gebergten aan
de horizont of grote gebouwen, worden
naar verhouding groter afgebeeld dan
wanneer men deze met een standaard
objectief (van hetzelfde opnamestand
punt) vastlegt, voorgrond-objecten
daarentegen lijken, ook alweer naar
verhouding, kleiner.
Die eigenschap kan vaak worden uit
gebuit om veelgeziene dingen en mo
tieven in een nog niet eerder „gezien"
perspectief uit te beelden. Maar voor
portretwerk is dit een nadeel: het
„landschap" van het menselijk gezicht
wordt, met extreme telelenzen opgeno
men, te vlak, te weinig plastisch: de
neus lijkt ingedrukt als die van een
bokser. De oren zijn naar verhouding
te groot, het ganse (teerbeminde) ge
laat wordt breed en plat als de spreek
woordelijke ongare poffer.
MMMIMWIWVIMWVVWVVVVVVWMMVMMVWWVWM
Donner moet dit alles tot in de puntjes
hebben doorgrond en er lering uit hebben
getrokken. Welke? De lezer, die dit ar
tikel moge uitknippen, hoort het volgende
week!
Mr. Ed. Spanjaard
•uazaipaA jaaA ua uauuiM
aaui SiutaM lapuozftq 'sjajads apaoS uaSaj
'ja n uajajqnop jam :uiojapajyy
uaaq ua saeeuajjeq „iebui uaaRB" ftq
puoA lajaj do 'aas aaaqua;tnj ua suajjéq
aaM} 'uaddoqas (j)uaij peq jsa/A :jqeeur
-a3 qfqaqqeuiaS jpjoM uaddoqas jaiA 'saf
-jBBid aiooui uaSia ap ui uep 'fipieduaSaj
jap poq ajeqsiaMq ;aq ui uaqqaq ;aoux
uaMnojpiaA jaaui uaui uijbbm 'ai^sa/Aq
aMnaiu uag •SmsjAaSpuq SuissoidQ
EXTREME telelenzen zijn natuurlijk
onmisbaar voor hem of haar die b.v.
vogels in de vrije natuur of schuw
wild wil fotograferen. Ook voor cric
ket en andere „verre" veldsporten is
zo'n kanon een moetje. Maar voor da
normale amateurpraktijk is het eigen
lijk een onding.
Ten eerste omdat het, op de camera
geschroefd en stoer voor de buik ge
hangen, enorm kwetsbaar is voor sto
ten. Probeer met zo'n uitrusting maar
eens door een volle winkelstraat te la
veren; dan zult u het aan den lijve er
varen.
Ten tweede omdat het alleen optima
le resultaten oplevert bij gebruik van
een of andere solide statief, wat weer
een flink extra meesleep-gewicht bete
kent. En ten derde omdat een werke
lijk goede telelens van 30 of 40 centi
meter brandpunt schrikbarend duur is.
U moet er, afhankelijk van merk,
brandpuntsafstand en lichtsterke, tus
sen de 500 en 1000 gulden voor neer
tellen en dat is voor het beperkte
gebruik dat de doorsnee-amateur van
zo'n lens maakt, toch wel een heel zwa
re aderlating. Goedkope télé's, zo in da
buurt van de 200 gulden, zijn er ook,
maar dan moet u uw eisen qua scherp
te en lichtsterkte aanzienlijk lager stel
len. Gek eigenlijk dat die dingen zo
duur zijn, want in feite zijn het vrij
simpele optische constructies, die zel
den uit meer dan 3 lensdelen bestaan,
terwijl uw veel goedkopere standaard
lens minstens 4, en soms wel 7 lens
elementen heeft
EEN PRIMA 9 cm- of 13,5 cm-lens
(dat is anderhalf tot bijna tweemaal
de brandpuntsafstand van uw stan
daardobjectief) is voor de meeste re
flexcamera's al voor ongeveer 200 gul
den te koop en dat geld haalt u er
volop uit omdat deze objectieven vrij
wel universeel bruikbaar zijn voor al
le fotografische motieven, zeker als u
er meteen een verlengbalgje of een stel
tussenringen bij koopt. Vooral uw dia's
(waar bijna altijd teveel opstond) zul
len daar wel bij varen.
Later, bij een eventuele specialisatie
op „lange-afstandwerk" kunt u dan
eens gaan denken over (en sparen
voor) zo'n imponeertoeter van 20, 30
of 40 centimeter focus, of misschien
wel over een groothoeklens. Maar dat
is een ander chapiter, waarover een
volgend keer.
OP 10 DECEMBER opent in Den
Haag de tentoonstelling „World
Press Photo 1965". Er is een kans
dat prins Bernhard als bescherm
heer van dit wereldevenement, een
prijs zal uitreiken aan de fotograaf
John de Rooy, wiens eerste foto's
van Beatrix en Claus in Nederland
de „verlovingsstorm" deden los
barsten.
DE ROOY heeft zijn foto's in kleu
ren en in zwart-wit ingezonden en het
wachten is nu op het jury-oordeel. Al
lereerst is er de internationale com
petitie, met een internationale jury, die
zich naar men mag aannemen aan in
terne Nederlandse politieke situaties
weinig gelegen zal laten liggen bij het
beoordelen van De Rooy's foto's. Daar
naast is er de strijd om de „Zilveren
Camera" (voor de beste Nederlandse
foto). In deze sectie velt een Nederland
se jury het oordeel. In beide catego
rieën komt de foto van De Rooy aan
bod.
FOTOGRAAF De Rooy is van allerlei
zijden aangevallen, omdat hij met een
telelens de foto's van de prinses en
haar geliefde, wandelend in eigen tuin
heeft gemaakt. Ook het bestuur van
de Nederlandse Vereniging van Foto
journalisten heeft direct na publikatie
van de platen, een afkeurend standpunt
ingenomen. Later is dit op aandrang
van de verenigingsleden, herzien.
PARIJS (AFP) De 23-jarige doch
ter van de directeur van een dieren
tuin in het Westfranse stadje Saint-
Vincent-de-Tyrosse heeft een door de
moeder verstoten leeuwenwelpje het 1
ven gered door het roofdiertje twee d
gen lang samen met haar eigen ba
by van een half jaar de borst te ge
ven. Drie welpen van dezelfde leeuwin
waren al verhongerd. Een hond heeft
inmiddels de taak van de jonge moe
der overgenomen.