HET LAND ACHTER DE BERGEN KNUTSELAAR ONTLOKT MUZIEK AAN AFGEDANKTE SPEELDOZEN PANDA EN DE GRUBBEL POLLE, PELLI EN PINGO iets voor fiets! BRAMMETJE FOK Rechter Tie het geheim van het landhuis „HET IS GEKKENWERK, MAAR IK KAN HET NIET LATEN Stalen kantoor- en bedrijfsmeubelen Ons vervotgverhaai Ü3 MAANDAG 29 NOVEMBER 1965 15 door John Boland (Vertalina Maraot Bakker) Tand technicus Kf F1&NCB 1 DANfS Speeldoosmuseum Ook toeoï tophits Doodvonnis BENZIMEPOA BENZIN E BENZ 'n geschenk voor vader? BUREAUS BUZETREK ARCHIEFREK LADENKAST 4-LADIGE KAST TAFELS KASTEN KAARTENKASTEN BRIEVENBAKDES PAPIERBAKKEN EFFECTEN TROMMELS STOELEN IHjaarlem Schoterweg 5 en 7 Tel. 60114 TIPS VOOR DE GEZONDHEID door dr. Robert van Gulik WWWWWWWW^ 30) Vaak hoorde men boven het land het. ronken van vliegtuigmotoren, maar doordat er onveranderlijk een wolkenlaag boven Yademos hing, kon men nooit vliegtuigen zien. Clay more's vliegtuig moest door een ge lukkig toeval juist door de pas zijn gevlogen, die de enige bruikbare toe gang tot het land was. Het leek een wonder, dat het niet te pletter was geslagen tegen de hoge bergen aan weerskanten van het nauwe ravijn. Lydda ging over tot de geschiede nis van het land. Niemand wist, wie de oorspronkelijke bewoners van het land waren geweest. Of zij van elders waren gekomen, of ter plaat se in stamverband hadden geleefd sedert de mens op twee benen be gon te lopen, was niet bekend. Hoe wel de geschreven historie van het land volledig genoeg was om een duidelijk beeld te geven van de gang van zaken in de afgelopen vierduizend jaar, moest al wat over de tijd daarvoor bekend was, als legende worden beschouwd. De geschreven historie belichtte hier en daar gebeur tenissen uit de voorgaande millennia; de oudste geschreven berichten had den betrekking op een van de stam men, die de westelijke rivieroever bewoonden. De brede rivier had een belangrij ke rol in de geschiedenis van het land gespeeld. Zij stroomde van noord naar zuid en deelde het land on geveer in tweeën. Gemeenschappen hadden zich vrijwel zonder uitzon dering op haar oevers ontwikkeld. Aanvankelijk was alleen de west oever bewoond geweest, naar nader hand was een stam, waarvan de mannelijke bevolking vrijwel was uitgemoord tijdens overvallen door een naburige stam, de rivier overge- vlucht. Deze mensen vestigden zich in de onbewoonde gebieden en zij wa ren bezeten door slechts één verlan gen, waaraan zij alle andere belan gen opofferden: wraak. Het duurde evenwel vele generaties eer zij nummeriek sterk genoeg wa ren om een reeks aanvallen op hun vroegere vijanden aan de rivier te doen. Hun eerste inval werd een volledig succes. Zij overrompelden hun onvoorbereide vijanden en ver sloegen hen zonder veel inspanning. Na een korte onderbreking voor een overwinningsfeest vielen zij naburi ge stammen aan en verjoegen hen. Jubelend trokken de soldaten van Emos op hun eigen rivieroever te rug- De nieuwe bedreiging uit het oos ten deed de stamhoofden op de west oever de eigen onderlinge geschillen vergeten. Tevoren hadden zij op ge zette tijden elkaar overvallen en be vochten. Ten overstaan van deze ern stiger bedreiging waren zij voor hun wederzijdse veiligheid wel gedwon gen zich aaneen te sluiten. De stam hoofden kwamen bijeen en bespra ken, welke maatregelen er genomen dienden te worden. Hun vergaderin gen, gehouden onder de steeds aan wezige dreiging van een overval, leidden ten slotte tot een plan dat voor alle stammen aanvaardbaar was: men zou ter gezamenlijke be scherming een gemeenschappelijk le- Elke stam droeg een tevoren over eengekomen aantal manschappen en een bepaalde hoeveelheid wapens tot dat leger bij. Nadat er vele moeilijk heden waren overwonnen, waren de gewapende eenheden geleidelijk opge gaan in een groot leger, dat in staat was elke aanval van de overzijde van de rivier af te slaan. Doordat zich de noodzaak voordeed de mannen van diverse stammen in één leger onder te brengen, brokkelden de stamgrenzen geleidelijk af. Mettertijd werd het aantal huwelijken tussen mannen en vrouwen van verschillen de stammen talrijker en ten gevol ge daarvan raakten de volken sterker vermengd. Ten slotte was er, zij het na vele eeuwen, een homogeen ras ontstaan en de natie vierde de een wording door zich het land Yad te noemen. Onderwijl waren er heel wat oor logen uitgevochten. Maar de leger aanvoerders van het westen verklaar den, dat zij onoverwinnelijk waren geworden. Er was een wapen uitge vonden, dat voldoende kracht bezat om elk leger, ongeacht de grootte, uit te roeien. Twee dagen nadat deze verklaring was afgelegd stak er een delegatie uit Emos, het land aan de overkant van de rivier, over en maakte de bevolking van Yad bekend, dat het zelfde wapen ook aan de andere kant van het water aangemaakt werd. Hoewel men dat destijds niet zo voelde, was dit het begin van de Langdurige Vrede. Beide naties bleven elkaar bedrei gingen toevoegen, maar deze bedrei gingen werden nooit in daden om gezet. Naderhand vond de nationale trots een uitlaatklep in internationale sportwedstrijden. Deze jaarlijks ge houden sportfeesten boden ontevre den burgers en bevolkingsgroepen de gelegenheid hun gemoed te luchten door hun tegenstanders uit te jouwen zonder dat men tot handtastelijk heden kwam. Ondanks hun uiteenlopende ideolo gieën konden de twee landen goed met elkaar overweg. De handel tus sen hen kwam tot bloei en de bur gers konden zich in een geleidelijk stijgende mate van welvaart verheu gen. Maar na lange jaren van vreed zaam samenleven groeide juist die welvaart uit tot een nieuwe bedrei ging. Jaarlijks nam de bevolking in aantal toe, maar de voor de land bouw beschikbare grond was niet voor uitbreiding vatbaar. Het was duide lijk dat men in de toekomst tot rant soenering zou moeten overgaan van het voedsel of van het kindertal dat men zich kan veroorloven. Yad, het land met de dichtste be volking, was zich dit probleem al se dert lang bewust, maar had er tot dusver weinig tegen gedaan. Men lo- caliseerde het in de verre toekomst, maar een ramp deed de bevolking opschrikken. Twee jaar achtereen mislukten de oogsten. Alleen een strenge rantsoenering van levensmid delen, die neerkwam op hongerlijden, kon het land voor de ondergang be waren en de autoriteiten van Yad na men de maatregelen, die zij als on vermijdelijk zagen. Zij vroegen daar voor toestemming aan het volk. (Wordt vervolgd). ger opbouwen. 99 (Van onze correspondent) BENNEKOM Ir. F. Moltzer uit Bennekom is, afgezien van twee Zwitsers, vermoedelijk de enige ter wereld die nog kans ziet om oude en verminkte speeldozen te herstellen. „Eigenlijk gekkenwerk"zegt hij. „Want buiten mijn Zwitserse vrienden kan niemand mij meer aan onderdelen helpen." Een tijd-, maar vooral geduldrovende liefhebberij. De heer Moltzer is werkzaam op het instituut voor de tuinbouw in Wageningen. „Ik offer mijn vrije tijd er graag aan op. Liever gezegd: ik kan het niet laten. Die oude muziekdozen intrigeren me. AU ik er een te pakken heb, wil ik weten wat voor muziek de makers erin gestopt hebben." „JAREN GELEDEN kreeg ik van een kennis een volkomen vernielde doos. Zijn zoontje had ermee gespeeld. Er kwam geen geluid meer uit. Tweeëneenhalf jaar heeft het me gekost om hem weer te laten spelen. Het grootste werk was het herstellen van de cilinder, die van nieu we stiftjes moest worden voorzien. Hier voor ontwierp ik een speciaal instrument. Weken achtereen deed ik niets anders dan die stiftjes inzetten. Een vreselijk werk. Daarna moest de kam nieuwe tan den hebben, die net zolang moesten wor den bewerkt tot ze een bepaalde noten reeks vormden. KUN JE JE voorstellen wat een sensa tie het voor me was, toen er op een goede dag „Wien Neerlands bloed" uitkwam? Het bleek een doos van Zwitserse make lij te zijn uit de negentiende eeuw, die voor export naar Nederland speciaal van een Hollands volksliedje was voorzien." Zijn liefde voor speeldozen stamt uit zijn jeugd. Veertig jaar geleden was het nog slechts liefde op het eerste gezicht. De jonge Moltzer toonde een meer dan ge wone belangstelling voor de dozen in het huis van zijn ouders. Jaren later kocht SM hij zelf een versleten en naar het leek onbruikbare doos in een antiekzaak en wist er na eindeloos geduld muziek uit te krijgen. Na die eerste zijn er ruim dertig bijge komen. De werkkamer in Bennekom werd te klein. Hij liet kortgeleden een stuk aan zijn huis bouwen, waardoor er ruimte vrijkwam voor een museum. „De inrichting laat ik aan mijn vrouw over," zegt hij. In dit miniatuurmuseum krijgen ook de rariteiten uit de speeldozenindus- trie een plaats die de heer Moltzer in de loop der jaren verzameld heeft: fluitende vogels, een handorgeltje en drie melo dieuze toiletartikelen (een nachtspiegel, een closetrol en een klerenborstel). DE SPEELDOZENINDUSTRIE heeft een eeuw gebloeid. Tegen het einde van de achttiende eeuw vond Antoine Favre een systeem uit om door een cylinder- mechanische dunne stalen tanden in tril ling te brengen. Nadat dit systeem be langrijk was verbeterd door toepassing van een uit een stuk staal bestaande kam kwam de fabricage van speeldozen pas goed op gang. Zwitserland bekleedde hier in lange tijd een monopoliepositie. Het ci lindersysteem had echter het nadeel dat het aantal liedjes beperkt moest blijven. Tegen het einde van de vorige eeuw kwam Duitsland met een nieuw model op de markt dat commercieel veel meer mo gelijkheden bood: een speeldoos met ver wisselbare schijven, het zogenaamde symfonion. Losse platen met de nieuw ste schlagers konden nu worden bij ge- kocht. Zwitserland en Duitsland waren de eni ge die op grote schaal speeldozen bouw den. Er bestaan nog dozen van Tsjechi sche en Oostenrijkse komaf, maar die wer den slechts incidenteel gemaakt. Neder landers hebben alleen speelwerkjes in horloges en klokken gebouwd. DE FONOGRAAF van Edison beteken de het doodvonnis voor de speeldoosfabri kanten. De industrie zakte ineen en zij konden slechts een dunbelegde boterham blijven verdienen aan de souvenirindus trie. De simpele doosjes en klokjes voor toeristen konden echter niet in de scha duw staan van de ingewikkelde en dure instrumenten uit de bloeitijd die gedoemd waren weg te kwijnen bij verzamelaars en in antiekzaken. „DE MENSEN hebben een oude speel doos alleen nog in huis als siervoorwerp", zegt de heer Moltzer. „Zij hebben die uit een erfenis, of gekocht in een romantische bui. Het is zomaar een ding geworden, waarvan niemand de geschiedenis kent, omdat er maar zelden mee"r een gave her kenbare melodie uitkomt. En de levens loop van zo'n doos is juist zo interessant.' Voor de heer Moltzer ligt in iedere oude doos een eigen wereldje besloten. Een we reldje dat slechts na eindeloos geduld en mét b'éhulp van beitel technische kenmk en een uitgebreide literatuur voor hem open gaat. En dat'-klinkt herfrta-ls muziek in de oren. in april van het volgend jaar willen de Franse waterskifabrikant Bernard Danis (op voorgrond) en zijn drie vrienden vanuit de havenstad Brest de Atlantische Oceaan oversteken, han gend aan de enorme vlieger die hier is afgebeeld. Bij matige wind en con stante windrichting hopen zij een ge middelde snelheid van 40 km per uur te bereiken. Zij zullen elkaar tijdens de oversteek regelmatig aflossen, om dat het hangen aan de vlieger uiter mate vermoeiend is. Om de gigantische vlieger „op de wind" te kunnen houden is het geval aan de onderkant ver zwaard met loden tegengewichten, die kantelen voorkomen zouden. Hoofddoel van de zotte onderneming is, gratis publiciteit te krijgen voor Danis' waterski-uitrustingen. 10. ,jk kwam even kijken hoe je het maakt, Joris," tei Panda door de tralies. „O kijk maar," ant woordde Joris bitter. „Gij die u in welstand en vrij heid kunt verheugen Ja, ja, als vrucht van mijn lessen en mijn mooi voorbeeld zijt ge tot eer en aan zien gekomen, en nu ziet ge toe hoe uw leermeester door een hard lot in het stof is gedrukt „Ja maar, Joris," zei Panda, „ik wilde juist zien of ik iets voor je kon doen. Alleen dan moet je natuurlijk je leven beteren; dan moet je eens flink aan het werk gaan en ferm aanpakken en zuinigheid en vlijt be trachten!" „Niets zou me liever zijn!" riep Joris Goedbloed ontroerd. „O, in deze sombere kerker heb ik al veel en diep nagedacht. En ik geef toe, niet altijd konden de paden mijns levens het daglicht verdragen. Maar och, baaske, ge weet toch welk een edele ziel er huist in mijn beprangd gemoed Ik verzeker u, ik zal mijn leven beteren!" „Nou," zei Panda, „als je me dat belooft zullen we eens zien wat we kunnen doen!" En zo stapte hij het bureau binnen, waar Brigadier Breedschuiver net zijn rapport zat te schrij ven. „U moet die Joris Goedbloed weer vrijlaten," zei Panda. „Er huist een beprangde ziel in ik bedoel, hij is niet zo kwaad als hij er uit ziet. Ik sta er voor in dat hij zijn leven zal beteren." Daar hoorde de briga dier van op. |TT1T|\I l-T IIIUIIM 'in I rniiin" m'iirn" DAT NOEM IKNOe EENS SERVICE EH, 411 KLEIN varkentje! IK DOE ALLES MEVROUW Whrm-m PIB CDKHMSd J952B. Advertentie T.V .11 Advertentie Alsunu toch een deken op bed neemt, leg die dan eerst eens over uw voeten en be- nen.De kans is groot dat u het dan warm, genoeg hebt en ...uw borst noeft dan niet, al ademend.nogeen gewicht op te tillen. U rust dus beter uit. Wanneer er tijdens uw verkoudheid nu toch fruit in huis is. eet dit dan om uw dorst te bestrijden. Als u zich twee etma len lang verder alle vocht ontzegt.hebtu veel kans dat u de verkoudheidsbarillen door "uitdnodng" on- der de kniekrijgt 29. Tsjiao Tai heeft met zijn lantaren tje in de hand in de grote hal rond ge keken. Daarna heeft hij, heel voorzichtig, ook de kamers van Pao en Yie bezocht, en ten slotte de stallen en het kamertje van de huismeester in het poortgebouw. Het enige levende wezen dat hij tegen kwam was de hond, die vriendelijk kwis pelstaartte. Tsjiao Tai zegt gemelijk bij zichzelf: „Dat is toch wel erg gek, het is overal stikdonker en ik hoor niks! Ik zal maar eens op het dak klauteren en de zaken van bovenaf bekijken!" Hij haakt het lantarentje aan zijn gordel. Voor een geoefend atleet als hij, is het een klein kunstje om op het dak van de hal te klimmen. Nu staat hij op de dak rand van de bovenverdieping op het zij balkon van de ziekenkamer. „Daar snap ik nou helemaal geen snars van! Daarbin nen is alleen de ouwe man die in z'n bed ligt! Waar zit iedereen dan toch? Dit be valt me helemaal niet! Ik vind het maar een griezelige bedoening hier." Hij krabt verbouwereerd op zijn hoofd. „Iedereen is gewoon foetsie, inclusief de vent die de baas met dat rotsblok wou koud maken! Wacht' es even, er zal toch geen trap of zo in die rotswand hier achter het huis zitten?" 395. Onder het domme petje van Archi bald Knoesteveger school een helder ver stand. Punt voor punt had hij zich voor gesteld wat er gebeuren zou nadat hij de aandacht van Bram had afgeleid en het stuk vuurwerk in de kajuit had geworpen. En het gebeurde ook precies, zoals hij dacht. Nauwelijks raakte het projectiel met de brandende lont de vloer of er ont stond een groot spektakel van knallend vuur en sissende rook, waardoor het leek alsof achter de patrijspoorten een natio nale feestdag was uitgebroken. Was het wonder, dat Tutu in het hoog ste puntje van de mast vluchtte, terwijl Bram en Karo zich halsoverkop in de ka juit stortten om het gevaar te bezweren? Laag en gemeen gleed een glimlach on der de snor van Knoesteveger uit. „Daar wilde ik ze maar hebben," sprak hij glunder en met één vinger duwde hij speels een deurtje dicht om de weerbare leden van de bemanning onschadelijk te maken,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 15