HET LAND ACHTER
DE BERGEN
■yj f, f
D
PANDA EN DE GRUBBEL
NNI
w>
POLLE, PELLI EN PINGO
i- «PMsi
1
S
ÖJaltDïsney's r
■mtm
Rechter Tie en het geheim van het landhuis
Hoe Barend de beer
beroemd is geworden
=Q»
Ons vervolgverhaal
door John Boland
Op liet land
door dr. Robert van Gulik
ZATERDAG 11 DECEMBER 1965
9
(Vertalino Maraot Bakker)
- lp
BRAM MET JE FOK
komt maandag weer
Piet was op het land met oom
Kees. Oom. Kees is boer en Piet
jnocht mee. Hij mag het touw van
de geit in zijn hand houden. En
Kees wou mee, maar hij mocht niet
mee omdat hij ziek was. Kees ging
huilen och wat zielig voor Kees.
Toen oom Kees en Piet bij het
land aankwamen zei oom Kees: Zet
de geit maar aan die paal. Ja oom,
zei Piet. Nou, zei oom, Piet, wij
gaan de koeien bij elkaar drijven,
want we gaan de koeien melken.
Toen de koeien bij elkaar liepen
ging oom Kees melken. Piet liep
met de melkemmers en vulde de
bussen. Toen oom Kees klaar was
met melken gingen zij naar huis.
En toen ze thuis waren gingen ze
eten en slapen.
Andrea Weijers (7 jaar),
Oranjestraat 97,
Haarlem.
KLASSIEKE VERHALEN L
a
fq or 1
ovQ
,4mm
o y
kuntrudi Koor d^cita-
MEE ft
vbl:
41)
Mohema begon te lachen en wees
naar Leary. „Uw vriend is in slaap
gevallen." De Canadees lag op zijn
rug met open mond te snurken. Een
lege karaf naast hem was daarvan
de oorzaak vermoedelijk; een half
uur tevoren was die karaf vol ge
weest. „Hij zou in zijn bed geriefe
lijker liggen." Zij wenkte en de ver
toning van de vorige avond, een
dronken man die weggedragen werd,
werd opnieuw opgevoerd.
De musici zetten een vrolijke me
lodie in; kleuren en klanken bleven
dooreen wervelen, alsof er niets ge
beurd was en Glaymore maakte aan
stalten van zijn avond te gaan ge
nieten. Nu en dan gluurde hij vlug
naar Mohemfe en vroeg zich af, wat
hij aan haar had. Hoewel zij bereid
leek meer dan vriendschappelijk met
hem om te gaan, voelde hij zich
slecht op zijn gemak. Er lag iets
verontrustends in de doordringende
manier waarop zij hem aankeek.
Al werd het feest dan te zijner eer
gegeven, Claymore had te veel zor
gen om veel aandacht te schenken
aan wat er gebeurde in de zaal met
het koepelplafond. Hij moest een al
les overheersend probleem oplossen;
zou zijn veiligheid meer gebaat zijn
met een langdurig verblijf in Yade-
mos of met terugkeer naar de Bui
tenwereld, waar hij nu ongetwijfeld
al door de politie werd gezocht?
Zijn of niet te zijn. Blijven of niet
te blijven. Ja, dat was inderdaad de
vraag. Er was maar één ding, waar
mee hij rekening wilde houden: zijn
persoonlijke veiligheid- De wijn had
hem moed gegeven en hij vroeg
openlijk aan Mohema, „Hoe zoudt u
het vinden als ik enige tijd in Yade-
mos bleef? Een jaar bijvoorbeeld?"
Zij keek hem met ernstige blik
aan. Daarvoor zoudt u toestem
ming van de Heren nodig hebben.
Alle beslissingen worden hier door
de Heren genomen." Met haar wijs
vinger volgde zij het patroon van
een kussen, dat naast haar lag. „Als
de beslissing aan mij zou zijn
Zij keek op. „Wil ik het voor u vra
gen?"
„Nee Dat wil zeggen, ik weet
het nog niet. Ik zou er met mijn
vriend over moeten spreken."
„Meneer Leary zal liever niet
langer dan noodzakelijk bij ons blij
ven."
„Er wacht iemand op hem."
Een vrouw?"
„Ja."/
„En wacht er op u ook een vrouw,
meneer Claymore?"
„Nee." De leugen kwam hem ge
makkelijk over de lippen en klonk
overtuigend. Onopvallend veranderde
hij van onderwerp. „Over de bedien
den hebt u me nog niets verteld."
„O, die. Dat zijn de mislukkingen,
de allerlaagsten, degenen zonder in
telligentie." Voor het eerst leek zij
zich te ergeren. „Sommige Heren
voldoen, hoewel zij een voortreffe
lijke opleiding krijgen, toch niet aan
de hoge normen, die aan hun klasse
gesteld worden. Zij passen niet in
het beproefde maatschappelijke pa
troon, met andere woorden zij rebel
leren. Er wordt hun dan een examen
afgenomen om na te gaan, of zij ge
schikt zijn Heren te blijven; blijkt
dat niet het geval, dan worden zij
afgestoten en worden bedienden, de
onderste laag van onze samenleving."
Hij keek de zaal rond. Een dertig
tal bedienden had zich tot een orkest
gerangschikt, een stuk of tien ande
ren liepen met bladen vol voedsel en
dranken rond, schonken wijnen in of
namen lege glazen weg. Van hen
keek hij naar de fresco's aan alle
kanten: bergen, die door bedienden
varen geschilderd; de muziek was
door bedienden gecomponeerd en al
die bedienden zagen er in het minst
niet uit alsof zij verdrukt werden.
De bedienden leken gelukkige men
sen, want de lach week niet van hun
gezichten.
„Zij lijken tamelijk gelukkig te zijn."
zijn."
Vanzelfsprekend zijn ze gelukkig.
Iedereen in Yademos is buitenge
woon gelukkig. Daarop is onze sa
menleving berekend. Heeft Lydda u
niet verteld dat Yademos het land
van geluk is?"
De schelle klank van een Yade-
mese stem deed Claymore ontwa
ken. Hij richtte zich op zijn elleboog
op, gaapte en keek slaperig om zich
heen, op zoek naar degene die ge
sproken had. Leary's bed was leeg
en de deken hing slordig over het
voeteneind tot op de vloer. Weer
klonken er een paar woorden in de
landstaal en zij leken uit de bad
kamer te komen. Claymore riep,
maar kreeg geen antwoord. Moppe
rend kwam hij zijn bed uit en keek
in de badkamer. Daar was niemand.
Overtuigd dat hij gedroomd had,
keek hij op zijn horloge. Het liep
tegen de middag en hij had een vaag
besef, voor een vroeger tijdstip een of
ander te hebben afgesproken, maar
hij kon zich niet herinneren wat. Ge
lukkig was zijn brein helder de
landswijn leek geen onaangename
nawerking te hebben en nu hij
volkomen wakker was, viel zijn blik
op een schaal vruchten tussen de
twee bedden. Gretig begon hij te
eten; de atmosfeer in het vertrek
maakte hem hongerig en de vruch
ten vulden zijn maag niet erg. Ter
wijl hij ontbeet, overdacht hij de ge
beurtenissen van de vorige avond.
Had hij zich belachelijk gemaakt
met zijn vraag, of hij mogelijk een
jaar in Yademos kon blijven? Mo
hema had hem nogal verheugd aan
gekeken, toen hij ervan repte, maar
na een nacht slaap was hij er nog
minder van overtuigd, dat zij te ver
trouwen was. Als bankdirecteur had
hij in de loop van de jaren de men
selijke aard tamelijk goed leren ken
nen. Hij had een soort zintuig ont
wikkeld, dat hem waarschuwde, zo
dra een cliënt niet volkomen openhar
tig was wat betreft zijn zakelijke
aangelegenheden. Hij reageerde pre
cies zo, als hij zich met Mohema
onderhield: ook zij was niet volko
men eerlijk. Hij at de laatste vrucht
op en ging zich in de badkamer was
sen en scheren.
Toen hij de slaapkamer weer bin
nenkwam, zat Leary op zijn bed te
wachten. „Zo zo, jongen, hoe staan
de zaken? Gelukkig en voldaan?"
(Wordt vervolgd).
- .-f v*/' fc .-1 .-
Barend de Beer was een klein, bruin
beertje toen hij geboren werd. Ilij werd
thuis Barendje genoemd. Maar ai gauw
groeide hij op tot onze bekende dik-
becr. Jullie zijn natuurlijk benieuwd
boe Barend het zandmannetje leerde
kennen. Dat zal ik jullie vertellen:
Jullie hebben allemaal wel eens van de
Grote en kleine Beer gehoord. Deze
grote en kleine Beer zijn achter-fami
lie van Barend. En jullie weten mis
schien ook dat een boze tovenaar de
beide Beren omgetoverd had in sterren
beelden.
Nu was Barend een keer bij de beren
op bezoek. Hij vroeg hun of ze een
baantje voor hem wisten. De grote
Beer dacht eens na en zei toen: „De
zandman heeft iemand nodig om voor
Pimpernel en Klaasje een verhaaltje
te vertellen of een slaapliedje te zin
gen omdat het zulke lieve kinderen
zijn.
Al gauw kwam Barend in dienst van
de zandman en werd vriendje van
Pimpernel en Klaasje. Zij waren zo
blij met hem, dat zij het aan al hun
vriendjes en vriendinnetjes vertelden.
Een vader van een vriendje van Klaas
je werkt bij de televisie. Hij besloot dat
Barend, Pimpernel en Klaasje voor de
televisie moesten komen. Dat gebeurde
en heel Nederland en kinderen in an
dere landen leerden Barend en zijn
vriendjes kennen.
Maar jammer genoeg moest Barend
op reis. Hij kan dus niet meer op de
televisie verschijnen. Zijn plaats werd
ingenomen door Klaas Vaak, die ook
erg leuk is. Maar jullie weten nu ten
minste hoe Barend beroemd is gewor
den.
MARIAN BUTTE, (12 jaar),
Ipenrodestraat 9, Haarlem.
Wat heeft Mieke hier? Een lekker
koekje. En voor wie is dat koekje? Dat
moeten jullie eens uitzoeken. Neem
maar een potlood en begin bij cijfer 1.
Dan ga je verder naar 2 en zo tot
cijjer 19. Ben je klaar, dan zie je aan
wie Mieke haar koekje wil geven.
CO* MARTIN TOONCW
I";
21. Joris Goedbloed had zichzelf dus benoemd tot
directeur met onkostenrekening. Hij wist nog niet pre
cies directeur van wat, maar dat zou zich vanzelf wel
wijzen. „Want", zo dacht hij, „als men eenmaal een
hoge positie inneemt in de maatschappij, dan wedijve
ren de aanzienlijke lieden in het verlenen van eerbe
wijzen, commissariaten, krediet en nieuwe directeur
schappen. Teveel eenvoud was geruime tijd mijn groot
ste fout; maar nu kan ik alle jongelingen met ambitie
weer ten voorbeeld worden gesteld. Per aspera ad di-
rectorum! riepen reeds de Ouden zo bemoedigend
uit. En ziet; als eerste vrucht van mijn onvermoeid
streven is hier al dat kistje Mbanga-Wanga fruit, dat
ik mij goed kan laten smaken... Hoewel," zo vroeg hij
zich even later af, „zou het niet beter zijn dit kostbaar
natuurproduct te verkopen aan een welgesteld iemand,
en de gelden te storten in het Fonds voor Tijdelijk
Non-Actieve Directeuren?" Terwijl Joris zich aldus be
zig hield met toekomstdromen, zat Panda gezellig thuis,
voldaan over het feit dat hij de schelm had gedwongen
tot een leven van stoere, gezonde handenarbeid. „Dat
zal een heel ander iemand van die Goedbloed ma
ken...", dacht hij nog, maar zijn illusie was van korte
duur, want reeds naderde Jollypop met de telefoon,
waaruit een reeks rauwe kreten opsteeg. „Een heer
uit de lagere standen wenst ons te spreken", kondigde
Jollypop aan. Het was niemand minder dan Opzichter
Vanondere.
ALLEEN - KLAASJE HEEFT ZOVEEL PLEZIER MET 06
KLEINTJES
PELLI6 MOET DE HELE DA6 MET
HEM RONOZeULEN!
KLAASJE MOET MAAR NAAR HUISiHU
MAAKT PELLIE HELEMAAL (NOSWAR!
JA,TOTDAT ZE MET
KAARTEN WEER VALS
SPELEN
©PIB
COKHHMEN
1963-F,
IE DERDE MAN
E
IERG
0v Q J ,J
al J -*c c> IM
O 'o
o V/o'^0
DE MACHTIGE CITADEL ■SPUWT
?'JN WRAAK OP DE Df?IE OVERMOE_Si?ü>
PIGEN
B I
VjifAi-
PE VLOED VAN
VAN VB KL IMMERS
HET 16 EEN
NAAR
FLINKE WOND
KAPITEIN!
KENT NIET
tein
INTER
©1959
W*lt Di«n«y Production»
World Right» Re»«r\ nl
eUDI
Di
UK
GE WAAS?
VOoRVANCAAG IS
HET GENOEG,
GEWEEST. MOf?
GEN KOMT ER.
WEER EEN DAG
PE VOLGENDE DAG, VROEG IN DE MOP-
GEN, VERSCHIJNT PLOTSELING CCM
FRANS IN DE BERGHUT...
MENEER.
OOM
CHUWD!
IFRANS, I W HEEFT ANGST
TJA, IK HEB ANGST M3DK De
"ZB e>Ef?G...MAA£ IK WIL
NIET
NIET
NEMEN
40. Rechter Tie heeft zich aangekleed
en zijn kap opgezet. Hij is de verlaten
binnenplaats overgestoken en beklimt de
brede trap in de zijhal die naar de kamer
van de zieke landheer voert. Mevrouw
Accacia ontvangt hem niet zeer vriende
lijk. Ze neemt de onverwachte bezoeker
met gefronste wenkbrauwen op en vraagt
dan kortaf: "Wat is er nu weer?" De
rechter werpt een blik op de zieke, zijn
ogen zijn gesloten maar hij haalt regel
matig adem. Hij antwoordt beleefd: "Ik
voel me veel beter, mevrouw Pao. Aan
gezien ik morgenochtend in alle vroegte
denk te vertrekken, wilde ik nu graag
even van de landheer afscheid nemen".
"Vader slaapt en mag volstrekt niet ge
stoord worden", zegt Accacia stug. "Dat
is jammer, zegt de rechter luid. Hij
hoopt dat zijn stem de landheer zal wek
ken, maar de ogen van de zieke blijven
gesloten. Rechter Tie wendt zich tot Me
vrouw Pao: "Is uw tante ernstig ziek,
Mevrouw?" "Mijn tante?'' vraagt Acca
cia verbaasd. "Wat bedoelt u.O ja,
de schoonmoeder van mijn man's broer,
natuurlijk. Wat gaat u dat eigenlijk aan,
meneer?" "Och, alleen maar beleefde be
langstelling, mevrouw!" antwoordt de
rechter zoetsappig. "Mijn beste wensen
voor de beterschap van uw vader. Goe
denavond, mevrouw!"