HET LAND ACHTER DE BERGEN Puzzel van de week PANDA EN DE GRUBBEL 1 POLLE, PELLI EN PINGG Austin reikt de automobilisten de hand VOOR HEM KLAAR Rechter Tie en het geheim van het landhuis KRAMMETJE FOK Ons vervolgverhaal direct uit voorraad te leveren EIGEN WEG VRIJDAG 17 DECEMBER 1965 21 door John Boland 11 8ÖRSWATERSTAAT I' - L m Pii'i'ii i L m va Koop Uw auto nog vóór het einde van het jaar. Dan profiteert U nog van de oude prijs. Kort nieuws door dr. Robert van Gulik MAAAAJWtAAAJWWW (Vertaling Maraot Bakker) 46) „Het gaat niet om wat ik gelezen heb, Geoff. Ik heb gewoon in prak tijk gebracht, wat jij zelf altijd leert: „Vertrouw de inboorlingen nooit." Hij zei het geduldig, alsof hij een kind iets uitlegde. „Ja, ga door," zei Leary, nog lachend. „Ik heb het gevoel dat we in het oog worden gehouden; dat deze lie den niet van plan zijn ons te laten gaan. Ik geloof dat zij met ons spe len." „Je bent gek, Bob. Als zij ons niet willen laten gaan, waarom nemen ze dan de moeite ons vliegtuig weer in orde te maken?" „Weet je zeker, dat ze dat doen?" „Ik wel. Brontwy gaat morgen weer met me naar de vorderingen kijken." „Jij vertrouwt die lieden dus vol komen?" Leary streek met zijn tongpunt langs zijn lippen. „Dat heb ik niet beweerd, maat," zei hij listig. „Ik vertouw geen mens ooit verder dan nodig is. Niemand. Jou niet eens, beste jongen." Hij sloeg Claymore op de schouder. „Prima. Als dat alles is wat je me te zeggen had, dan ga ik weer naar binnen. Misschien is er iemand te vinden, die me een borrel wil schen ken." „Nee, Geoff, wacht nog even." Claymore liet zijn hand op Leary's arm neerkomen. „Er zijn nog een paar dingen, die ik met je wil be spreken." Hij tuurde de weg af. „Waarom denk je, dat de Dienaren niet naar Herpoli zijn gegaan?" „Ze hebben de zaak misschien via de radio afgehandeld. „Hij keek op zijn horloge. Zij kunnen er nu nog niet geweest zijn. De tijd is te kort. Misschien zijn ze nog niet vertrok ken." „Geoff, is het jou niet opgevallen, dat Lydda ons telkens precies op het juiste ogenblik komt halen?" „Hoe bedoel je dat?" „Nou, daareven bijvoorbeeld. Jij hebt je nog maar net aangekleed, of hij komt binnen. Hij klopt niet, hij vraagt niets, hij komt zo maar bin nen. Hij verschijnt nooit als wij een gesprek met elkaar hebben, hij komt niet binnen als er maar één van ons aanwezig is of als wij bezig zijn met kleden. Het is net alsof hij op een of ander teken wacht, eer hij binnen komt." „Moet toevallig zijn." Claymore schudde het hoofd. „Ik geloof er niets van. Ik begin ervan overtuigd te raken dat we waarge nomen worden door iemand of door iets. Het is zo ondenkbaar niet, zou ik zeggen. Ik heb je verteld, dat de schoolkinderen door een of andere machine worden geobserveerd. Een mechanische oppasser." Er liep hem een rilling langs de rug. „Wie zegt je, dat ze ook niet zo'n apparaat op onze slaapkamer hebben gericht? De bezorgde trek verdween van Leary's gezicht en hij lachte een beetje. „Laten we dan maar geen dames mee naar binnen nemen!" „Kun je nu geen ogenblik ernstig zijn?" Zijn scherpe toon vaagde de lach van Leary's gezicht. „Ernstig!" schreeuwde hij. „Jij dikke windbuil van een overspannen warhoofd!" Dadelijk werd Claymore de be heerste bankdirecteur. „Het lijkt me niet nodig grof te worden" begon hij. Leary stak in wanhoop de ar men omhoog. „Niet nodig..." Hij be heerste zich met alle inspanning. Hoor eens, vriend," zei hij bedaard. „We zitten nu samen in het schuitje en het heeft geen zin, ruzie te ma ken, dat wil zeggen als we hieruit wil len komen. Waarom zouden we bei den niet doen wat we kunnen? Waar om doe je niet iets nuttigs, in plaats van te janken en te grienen?" „Jij meent waarschijnlijk iets nut tigs te doen, door met die vrouw op te trekken en Claymore hield zijn mond, geschrokken van de haat in Leary's blik. „Ga maar door, maat," zei Leary gedempt, „ga maar door. En als je je dan goed belachelijk hebt gemaakt, zal ik je zeggen wat ik gedaan heb." Hij wachtte even, maar Claymore had op dat ogenblik blijkbaar niets te zeggen. „Daar weet je geen ant woord op te geven, hé? Jij sukkel, je hebt nog geen poot uitgestoken, na dat we dit begonnen zijn." „Zonder mij." viel Claymore drif tig uit, „zou jij je nog elke avond bezatten aan whisky; je zou nog voor hetzelfde hongerloontje je werk doen, tot je zo verzopen zou zijn, dat je er niet meer voor deugde!" „Zo is hef, maat- En jij zou nog altijd de voorname en machtige me neer Robert Claymore zijn, interna tionaal financier." Hij spuwde op de grond. „Laat me niet lachen!" Lea ry's toenemende woede deed hem de dreiging van Claymore's grotere li chaamskracht vergeten en de woor den tuimelden hals-over-kop zijn lip pen over. „Het enige dat jij hebt gedaan is een paar luizige koffers volpakken! Wie heeft het vliegtuig gekocht, wie heeft er dagen aan ge werkt; wie heeff voorraden ingesla gen en naar de blokhut gevlogen; wie heeft de reparaties op gang gekregen nadat jij het toestel zo beroerd aan de grond had gezet? Ik, ik, ik alleen. En wat heb jij gedaan? Óp je ach terste gezeten, met je duimen ge draaid en overwogen of je die juf zou aanmoedigen." Het bloed steeg Claymore naar het hoofd en kleurde zijn kaken donker rood, terwijl Leary bleef tieren. „Lieve help!" schreeuwde Leary, „als ik even iets aan je overlagt als ik je even hef vliegtuig laat be sturen omdat ik aan wat rust toe ben dan breng je er niets van te recht. Dan moet je de boel verknoei en en ons in de puree helpen Lea ry schreeuwde zo hard, dat hij blijk baar alle voorzichtigheid uit het oog had verloren. „En dan heb je nog het lef mij ervan te beschuldigen, dat ik mijn 'tijd met een vrouw verdoe! Jawel, ik verdoe mijn tijd! Dat moet jij nodig zeggen, knaap." Daarna kwam hij fot bedraren. „Zal ik je zeggen, wat ik van Bront wy Tyil? Ik wil te weten zien te ko men, hoe je uit dij vervloekte land weg komt, dat is alles! Jij dacht dat ik vanmiddag iets met haar wilde be ginnen? Nou jongen, dan vergis je je. (Wordt vervolgd) lftftftWWWWWWWWMWIAAI>/WWWWWWWWIIW\AAftWAWWWWIA<WIWIWMIW/IIMIIIAIWWIfllWIIWWWWIflAIWWWWWW\WIWMWWIIMWWW NUMMER 49 20 21 Horizontaal: 1. opera; 4. van het heilige roomse rijk; 7. houten loods; 10. pl. in Nederland; 13. moesplant; 14. gestold vleesnat; 16. onbep. telwoord; 18. voor zetsel; 20. schortje; 22. sluis; 23. teken; 25. aanzien; 26. deel v. d. bijbel; 27. seconde; 5£ 1 T£* 8EBÏ JMMlll TOECAHlfSiy» T echnisch is Rijkswaterstaat een hypermoderne organisatie, maar qua taalgebruik loopt deze ambtelijke in stantie nog wel een dikke eeuw ach ter, getuige deze mededeling onder een verkeersbord. Voor hen die niet be dreven zijn in de interpretatie van het middel-Nederlands volgt hier de ver taling: „ten bede toegankelijk" be tekent dat deze eigen weg alleen met toestemming van Rijkswaterstaat, alias de kantonnier ter plaatse, betreden of bereden mag worden, 't Is maar dat u het weet. COP MAPTIN TOONCcP 26. „Leuke geine grollen!" schaterde het wezentje dat zich als Grubbel had voorgesteld. „Lach-gier-brul hahaha, houdt Grubbel van". „Zie je nu wel?" vroeg Panda aan Joris. „Ben je daar nu zo bang van? Een heel aardig ventje; en dat stakkerdje heeft wie-weet hoe lang in dat enge kistje opgesloten gezeten! En in- plaats dat je het meteen wat warme melk geeft, sta je bang te gillen! Schaam je! We moeten iets voor dat kereltje doen„Ja, toe maar", prevelde Joris Goedbloed. „Iets voor hem doen! Met deze afstotende indringer de eenvoudige maaltijd delen, die ik in het zweet mijns aanschijns moet verdienen! En ik verze ker je dat dit individu'tje niet op goede of opbouwende daden uit is.„Hahahah! Grubbel niet houdt van goed. houdt van grap! Nieu bouw op, maar bouw af! Pret!" riep Grubbel, terwijl hij het vloerlopertje een behendige ruk gaf, zodat Panda en Joris ten val kwa men. „Hahahahah!" „Au! Wat een engerd!" riep Panda; en Joris merkte op: „Gelijk ik reeds zeide, vrind; ongenode gasten zijn zelden welkom, en wat deze Zogeheten Grubbel nu als pret blijkt te beschou wen, getuigt van een zeer laag leutbesef. Ik acht de toestand ernstig. Au!" UEVE HELP'. H6B JE 16 ZWEMBROEK IN JEj MUIS *2 j /ia mc ucaie Ai.xnr\\ IK EWEM TOCH ZO 6RAA61 KOM OOK,Potte, HET WATER IS LEKKER WARM DANK 46, IK HEB ME GISTEREN GEWASSEN', 814 ME, VOORT GEVAL- DAT IK IN DE BOORT VAN WATERKOM 1968-A. 28. titel; 29. eenh. v. kracht; 30. persbureau; 32. leeftijd (Fr.); 34. pers. vnw.; 36. niet netjes; 37. onbeleefd; 38. familielid; 39. wilde haver; 41. broeiplaats; 42. deel v. e. Fr. ontkenning; 43. pers. vnw.; 45. ten toonstellingsgeb. in A'dam; 47. gouden tientje; 48. schil; 49. pl. in Nederland; 50. aanzien; 52. meisjesnaam; 53 netto; 54. org. der Ver. Naties; 55. bloem; 59. be diende; 62. maand; 65. kaartenboek; 66. zangstem; 67. voorzetsel. Verticaal: 1. bontsoort; 2. omslag; 3. eenh. v. elektr. stroom; 4. heilige; 5. cij feren; 6. titel; 7. hevig; 8. vriend (Fr.); 9. af; 11. selenium; 12. de dato; 13 plaats in Gelderland; 15. verdriet; 17. beschul digen; 18. te gelegener tijd; 19. vogel; 21. familieleden; 23. schoeisel; 24. reptiel; 29. voetbalvereniging; 30. vogel; 31. kem; 32. woonschip; 33. wandversiering; 35. dunne; 40. groot bouwwerk; 44. pl. in Friesland; 45. loop (Eng.); 46. nieuwe wereldtaal; 47. aroma; 48. uitgestotene; 51. ijzeroxyde; 56. deel v. Amerika; 57. onderricht; 58. muziekterm; 59. rivier in Siberië; 60. jongensnaam; 61. tijdperk; 63. zoals de akten getuigen; 64. meterton. Oplossingen, uitsluitend per briefkaart, dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit te zijn. OPLOSSING PUZZEL No. 48 Horizontaal: 1. kokosmelk; 4. snoes; 7. baronet; 8. orion; 9. orgie; 11. edammer; 12. kakelbont; 14. rondo; 16. rijmen; 18. ganzeveer; 20. meerval; 22. casco; 23. gekko; 24. Laconië; 25. Rotte; 26. bood schap. Verticaal: 1. kaasmaker; 2. einde; 3. kat; 4. stola; 5. olieman; 6. sonar; 7. broek; 10. galon; 11. enten; 13. orgel; 14. reeds; 15. oorschelp; 17. meerkat; .19. eloge; 20. mager; 21. vrome; 22. cacao; 24. lob. De prijswinnaars vindt -u elders in t blad. atjua jzanpy AUSTIN Ook in de kerstversiering spiegelt zich de welvaart. Zo groot als voetballen zijn de nieuwste kerstboomballen voor huiselijk gebruik. Men maakt ze zelfs van onbreekbaar plastic. Negentig varkens verbrand. In Alteveer (gemeente Onstwedde) is een land- bouwschuur door brand totaal verwoest. Negentig varkens zijn in de vlammen omgekomen. Per tandem naar Afrika. Uit Den Haag is de 30-jarige Canadese journalist Ernest Hillen met zijn echtgenote per tandem met aanhangwagen naar Afrika vertrok ken. Het echtpaar denkt twee jaar weg te blijven. Het doel is een bezoek aan onderontwikkelde gebieden, waarover Hillen in reportages wil schrijven. Hij is redacteur van de „Family Herold" in Montreal (Canada), welk blad hem twee jaar verlof voor deze reis heeft gegeven. Advertentie 45. Bij het zien van de vrouw zegt Rech ter Tie: „Herkent u me niet, mevrouw Yie? Ik ben degene die u gisteren in het bos tegen de boeven van Pao bescherm de!" De rechter heeft gezien dat de han den van de ongelukkige vrouw op haar rug zijn samengebonden en vastgemaakt aan een ijzeren ring in de rotswand. Zij draagt alleen een onderkleed dat is ge scheurd en met slijk bedekt. Haar ogen hebben een koortsachtige glans. Dan ont spant haar vertrokken gelaat zich: ze heeft deze gebaarde man herkend als haar redder in het bos. „Zoekt alstublieft eerst mijn zoontje, meneer!" roept ze. Die wrede duivels hebben hem opgeslo ten in een grot hier ergens vlak bij, want soms kan ik hem duidelijk horen huilen! Redt hem eerst, ik smeek het u!" Ter wijl de rechter de constructie van het slot inspecteert, probeert hij tegelijkertijd de vrouw wat gerust te stellen. „We zullen uw zoontje dadelijk gaan zoeken, samen met u. En daarna zullen we de lafhartige moordenaars van uw man arresteren!" 409 In de mooiste kamer van het regerings gebouw zat het staatshoofd, El Presiden- to, op zijn geliefkoosde plaatsje: hoog op de troon en tussen kleine kanonnen. Hij verveelde zich,_ want er waren boe ren met klachten gekomen. Bedremmeld stond één van hen tegenover El Presiden- to om uit te leggen, dat zij geen geld meer hadden om de hoge belastingen te betalen. „En wat willen jullie nu eigenlijk?" riep El Presidento woedend. „We wilden vragen of we misschien wat minder mochten betalen", stamelde de boer. „We hebben nauwelijks te eten. kleren kunnen we niet kopen. „En mijn vuurwerk dan?" riep El Pre sidento. De boer sidderde, maar nu hij hier toch eenmaal was wilde hij zeggen, waar het op stond. „We dachten, dat het misschien met wat minder vuurwerk ook zou gaan. Bloedrood zwol het gezicht van El Pre sidento op. „Ik zal vuurwerk kopen, zoveel als ik wil", schreeuwde hij. „En jullie zullen het betalen! En nu eruit, want ik ga een vuurpijl afsteken." Hij hield een lucifer bij een krachtige gillende keukenmeid en de boer, Sijmen genaamd, rende weg, gevolgd door al zijn angstige vrienden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 21