HET LAND ACHTER
DE BERGEN
Een hondenleven
KERSTMAN EN YOGA TABOE
IN PAARDEKOP
PANDA EN DE GRUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
BRAMMETJE FOK
-im
Rechter Tie en het geheim van het landhuis
Ons vervolgverhaal
M
Waarom niet
een gasaansteker
met een
wereldnaam?
M* AÜ
9
door John Boland
L
SILVERJWATCH
door dr. Robert van Gulik
DONDERDAG 23 DECEMBER 1965
(Vertalina Maraot Bakker)
Lidmaten in opstand
tegen de dominee
Onchristelijke"
hé, wat ia eg iwer klaasje -
nep, uef lammetje! __(wihn lieve
\rkleine
klaasiê:
Yoga-verbod
WW"
51)
Weer klonk de kermende zucht uit
de monden van mannelijke en vrou
welijke Dienaren en vulde als een
zacht ruisen het vertrek. Claymore's
knokkels werden wit, doordat hij de
handen tot vuisten balde om zijn zelf
beheersing niet te verliezen. Hij voel
de, dat de blikken van alle Dienaren
met wetenschappelijke nieuwsgierig
heid op hem gericht werden. Hij kon
het in de zaal niet langer uithouden,
wankelend stond hij op. „Ik ik
voel me niet erg goed."
De Eerste Dienaar was ogenschijn
lijk een en al bezorgdheid. „Meneer
Leary, wilt u met uw vriend mis
schien een ogenblik naar buiten gaan
We zouden het heel erg vinden, als
meneer Claymore de sportwedstrij
den niet zou kunnen bijwonen."
Claymore greep dankbaar de Cana
dees bij de arm, blij dat zijn excuus
n:et onder de loep werd genomen.
Buiten de Verblijven knapte hij da
delijk op. Hij greep Leary bij de re
vers van zijn jas. „Jij snapt zeker
nog niet, wat zij met ons gaan doen?"
Leary keek hem met nauwelijks
verborgen afkeer aan. „Met mij zul
len ze niets doen," zei hij minach
tend.
Claymore keek met grote angstogen
achterom naar de Verblijven. „Jij
bent eenvoudig te stom om in te zien
wat zij van plan zijn," riep hij.
„Maar ik begrijp het wel! Zij zijn
van plan ons te vermoorden. Ik weet
het zeker; zij willen ons vermoor
den!"
Geleidelijk herwon Claymore onder
de smalende blik van de piloot zijn
zelfbeheersing. Hij wiste in een on
handig gebaar het zweet van zijn
voorhoofd en trachtte zijn haar te or
denen. Ten slotte kon hij de starende
blik van zijn compagnon niet langer
verdragen. „Ja, weet je daarop nu
niets te zeggen?"
Leary haalde zijn sigarettenkoker te
voorschijn en nam er een sigaret uit
met weloverwogen trage bewegingen.
Nadat hij zijn longen vol rook had
gezogen, barstte hij in lachen uit en
de sigaretterook spoot en kronkelde
zijn neusgaten en mond uit. „Ik kan
alleen zeggen, knaap, dat jij alles
doet om ons met spoed naar de an
dere wereld te helpen." Hij liet zijn
schertsende toon varen. „En nu luis
ter jij naar mij en je luistert goed,
begrepen? Ik kan niet zeggen, wat die
lui met ons voor hebben, maar per
soonlijk ben ik niet van plan schade
op te lopen. Ik heb er wel eens be
roerder voorgestaan en ik leef nog al
tijd.
„Misschien zullen ze ons niets in de
weg leggen; het 'kan ook zijn, dat
zij een spelletje met ons spelen. Maar
hoe beter wij meespelen, hoe groter
de kans dat we hen door krijgen en
daarmee kunnen we dan ons voordeel
doen."
„We komen hier niet weg."
„Reken maar, dat ik het zal probe
ren, maat!" Een golf van kleuren trok
zijn aandacht: de Dienaren verlieten
de Verblijven- „En zet jij eens een
ander gezicht!"
Op een bezorgde vraag van Lydda
antwoordde Claymore, dat hij weer in
orde was. „Voortreffelijk," zei Lydda.
„Dan kunnen we nu naar de sport
wedstrijden gaan?" Hij ging hen voor,
langzaam lopend en onderwijl op
boeiende dingen wijzend. Claymore
kreeg weer kleur op zijn wangen
en Leary wijdde zich gerustgesteld
aan de Dienaren; Claymore zou
voorlopig geen domme dingen doen.
De Eerste Dienaar wees naar de
overzijde van de rivier. „De Heren
werken ijverig aan uw vliegmachine.'
Leary tuurde ook naar de overkant,
maar kon alleen een plek van lichte
re kleur op het donkere gras onder
scheiden. Hij riep tegen Lydda, „Zeg
eens, u hebt ons verteld wat er met
de Heren gebeurt als zij hun portie
werk niet doen. Maar wat gebeurt er
met lui, die overwerken?"
„Doorgaans is dat niet toege
staan,"
„O, zit dat zo. U hebt een vaste
werkweek."
„Juist. De Heren hebben bepaald,
dat hun werkzaamheden verdeeld
worden over vier dagen van elke
week en dat er elke dag zes uur ge
werkt zal worden."
„Ja maar, als jullie hier machines
gebruikten, kon er wel de helft kor
ter gewerkt worden. Waarom doen
jullie dat niet?"
„Wat zouden we met die extra vrije
tijd moeten aanvangen? Een mens
moet nu eenmaal werken om geluk
kig te blijven."
„Goed, maar die ouderwetse, met de
hand bediende weefgetouwen, die ik
hier gezien heb, waarom modernise
ren jullie die niet? En waarom zie
ik hier geen verkeer op de wegen?"
Lydda knikte zeer waarderend.
„Uw vragen zijn scherpzinnig, me
neer Leary. Het antwoord erop moe
ten we in de historie zoeken." Zij
naderden de stiltezone en Lydda's
stem daalde tot een soort gefluister,
terwijl hij uitleg gaf.
Eeuwen geleden, toen de bevolking
van Yademos de chaos van haar
voorgeschiedenis te boven kwam, had
de mechanisatie een hoge vlucht geno
men. De arbeiders verspreidden zich
's morgens over het land in openbare
of particuliere voertuigen. In de fa
brieken leverde een toenemend aan
tal machines een toenemende produk-
tie, die de mens steeds minder inspan
ning kostte, tot men een stadium had
bereikt, waarin men maar één dag
per week meer behoefde te werken
om in aller behoeften te voorzien.
De extra vrije tijd die ter beschik
king kwam, deed de consumptie sterk
omhooggaan en de werkers wer7
den hoe langer hoe ongelukkiger. Nu
zij geen werk konden verrichten, wer
den zij ziek, geestelijk zowel als li
chamelijk. Men nam een gewaagde
proef. Men liet een groep geestelijk
zieken met hun handen werken en
vrijwel dadelijk verbeterde hun toe
stand.
Geleidelijk werden de oude am
bachten in eer hersteld; de machines
werden gedeeltelijk afgeschaft ten be
hoeve van de handenarbeid. Hierdoor
ontstonden nieuwe problemen. Het
werk nam nu meer tijd in beslag en
mede doordat zij heen en weer moes
ten reizen naar en van hun werk,
kregen de arbeiders nu te weinig
vrije tijd.
(Wordt vervolgd)
w 'svp#
4
ss ïmm s mms» m
Pekinezen zijn dameshondjes die veel
zorg en aandacht vergen. Krijgen zij die
dan zijn het lieve, dankbare huisdiertjes,
hoewel altijd een tikje „hooghartig". Me
vrouw Ruby Patrick uit Didcot in het
Engelse graafschap Berkshire, verzorgt
haar oogappels zij heeft er op het
ogenblik vijftien alsof het kinderen
zijn. Zij heeft zelfs, in haar tuin, een ei
gen huis voor haar vriendjes ingericht,
met gebloemde gordijnen voor de ramen
en een geranium aan de dakgoot.
Elk van de pekineesjes heeft in dat
huis zijn eigen bed: een afgeschut hokje
met een zijden kussen(!) als nachtleger.
Er staat ook een gasfornuis waarop me
vrouw Patrick de maaltijden voor haar
honden bereidt, en een ijskast je, waarin
het voedsel vers gehouden wordt. „Ze zijn
vreselijk kieskeurig", klaagt zij, maar de
waarheid is dat ze de honden grenzeloos
verwend heeft. Zij lusten alleen de beste
beetjes en dan nog alleen, indien de ba
zin hun tijdens de maaltijd zacht en
vriendelijk toespreekt. Elke dag borstelt
zij hun lange zijden vachten en omringt
hen ook verder met de tederste zorgen.
Haar man, een technicus in het Harwell
Atoomcentrum, laat zich weinig aan de
honden gelegen liggen, maar hij heeft
een voorwaarde gesteld: hijzelf wil steeds
op tijd en lekker eten.
Vaak komen kennissen en buren op be
zoek om het hondenhuis en zijn bewo-
wmzM
nertjes te bewonderen. „Waarom doe je
dit allemaal?, vragen ze soms. Dan legt
mevrouw Patrick met een vertederde
glimlach uit, dat pekinezen individualis
ten zijn en zéér gevoelig. „Zij zijn heel
gauw gefrustreerd als je hun zin voor
persoonlijke vrijheid kwetst. Ik wil dat ze
een gezonde geest houden, vrij van com
plexen en remmingen.
En de pekinezen zelf? Vrienden van
van de Patricks zeggen dat zij de hond
jes duidelijk hebben zien knipogen, als
hun bazin zulke dingen vertelt. Zij lijken
best tevreden met hun hondenleven.
WWVU\A<WVWWWMAM/VWVV«AAnilAI\AAAA«IAAAA/VUWWWWIIVWVVW\AAA/VWIIWVVWV\AIWIAAIWVWVWVWWWVWIIWIIWWWVVWWVM
JOHANNESBURG (AP). In de
kleine Zuidafrikaanse stad Paarde-
kop is de roodgejurkte kerstman ver
bannen.
De predikant van de Nederduits
Gereformeerde Kerk in de stad, de
eerwaarde heer W. A. Jooste, vindt de
kerstman onchristelijk en onafrikaans
en hij heeft zijn Afrikaans-sprekende
gemeente verboden, zich in te laten
met de kerstboom, die elk jaar in
Paardekop wordt opgesteld.
„Die kerstman houdt de mensen af
van de juiste verering van Christus.
Mijn kerk beschouwt de kerstboom
als een erfenis van de heidenen", al
dus de predikant.
NAAR 'GEMELD WORDT, heeft het
verbod van Jooste misnoegen, verdeeldheid
en verbittering onder de 400 blanke in
woners van de stad veroorzaakt. In om
liggende streken is Paardekop reeds be
kend als „de stad van één kerk en één
kroeg". Leden van de gemeente zijn open
lijk in opstand gekomen. Zij zijn van plan
het traditionele kerstfeest compleet met
boom en kerstman te vieren, gebeure
wat wil.
Een boze inwoner zeide: „De Afrikaan-
COP MAKTEN rOGNDER
31. „Wat is hier eigenlijk aan de hand?" vroeg
Panda, toen de rust scheen weer te keren na het ver
trek van Opzichter Vanonderen. „Wat ge zojuist aan
schouwd hebt", begon Joris Goedbloed, „waren blijk
baar guitestreken van het zich Grubbel noemend vent
je. Deze Grubbel bleek door nog niet opgehelderde om
standigheden, verpakt te zijn in de fruitdoos die ik mee
naar huis nam om er enig wetenschappelijk onderzoek
op te verrichten. De ware aard van dit wezentje is
me nog niet geheel duidelijk. Maar me dunkt, dat het
lijdt onder een betreurenswaardig gebrek aan innerlij
ke beschaving. Ik overweeg dan ook het uit te leveren
aan de kinderpolitie of een andere instelling die zich
bezig houdt met de opheffing van de misdadige
jeugdJuist toen Panda tegen dit wrede voorne
men wilde protesteren, bleef Joris in zijn toespraak
stokken. Zijn blik viel namelijk toevallig op de Grub
bel, en het was hem duidelijk dat deze een nieuwe
snaaksheid in het schild voerde waarvan Panda het
slachtoffer dreigde te worden. Om dit te voorkomen
greep hij het eerste het beste voorwerp dat bij de
hand stond, en smeet dit krachtdadig in de richting
van de grappenmaker. „Waarom doe je dat nu
weer...?" begon Panda; maar wat hij daarna zag
deed ook hem de woorden op de lippen besterven.
„Hmmm grrrr knauw smakte de genieten
de Grubbel. „Pannetje mals, Grubbel dolfijn houdt
van kleine pannetjeen hij liet het zich goed
smaken. „Sic transit propria cures", merkte Joris op.
„Zoals de Ouden verzuchtten als zij hun huishoude
lijke goederen door de barbaren zagen vernietigen".
DATNOEWWKNOG
EENS EEN SNOEK
SPRONG
PIB
1973-F.
ders van onze generatie zijn grootgebracht
in de liefdelij ke tradities van Kerstmis,
kerstman en de kerstboom inbegrepen. Ik
wil er niet aan denken, dat dominee door
zijn ouders is opgevoed in onbekendheid
met deze tradities en gebruiken, hun lief
lijkheid en de invloed die zij hebben op
een dieper beleven van Christus' geboor
te."
En een ander voegde hieraan toe: „Ik
begrijp niet, waarom iemand, die zelf vijf
kinderen heeft, deze vreugde zou willen
ontroven."
AL EERDER had de dominee zich ge
keerd tegen pogingen van inwoners om
geld in te zamelen voor een gemeen
schapsgebouw, omdat dit, naar hij zeide,
toch maar gebruikt zou worden om erin
te dansen.
HET STANDPUNT van Jooste geniet
de steun van de synode van de Neder
duitse Gereformeerde kerk in de streek.
De secretaris van de kerkelijke commis
sie voor de zedelijkheid, de eerwaarde
heer D. F. de Beer, zei in Pretoria, dat
de synode verscheidene jaren geleden
heeft uitgesproken, dat de kerstman
„vreemd aan, en niet in overeenstem-
Advertentie
FIRST CLASS
ming met de christelijke opvatting van
het kerstfeest" is.
De opvatting van de kerk is, zo zei
hij, dat het kerstfeest een familiefeest
moet zijn ter gelegenheid waarvan jonge
mensen bijeen kunnen komen en bejaar
den in de gezinnen kunnen worden ge
haald een dag van goede godsdienstige
gezindheid.
INMIDDELS wordt gemeld, dat volgens
een andere Nederduits Gereformeerde
autoriteit, prof. P. A. Verhoef, hoogleraar
aan het theologische seminarie in de
Kaapprovincie, ook yoga in strijd is met
de Bijbel omdat het systeem berust op het
denkbeeld, dat de mens, met behulp van
concentratie, „in staat (is) zichzelf te be
vrijden". Hij schreef dit in antwoord op
het verzoek van een dominee, die de
kerk had gevraagd om leiding „ter be
strijding van deze wijsgerig-godsdienstige
stroming".
Verhoef schreef hierop in de llKerkbo-
de", het officiële orgaan van de kerk:
„Als mensen zeggen, dat zij aan yoga
doen alleen terwille van hun lichamelijke
gezondheid, ontkennen zij de consequen
ties _van dit systeem, dat in wezen hei
dens en humanistisch is, en stellen zij
zich bloot aan het gevaar, door deze hei
dense leer en praktijk te worden beïn
vloed."
„Ook onder Afrikaanders (blanke Zuid
afrikanen) vindt men zonderlingen, die
naar de horizon staren om te zien of zij
niet ongewoons kunnen ontdekken, aldus
Verhoef, „deze lieden zoeken de gezond
heid te ver en bij voorkeur in een stel
sel, dat in wezen magisch is".
50. Rechter Tie slaakt een duidelijk
hoorbare zucht. „Ik moet zeggen dat u
letterlijk aan alles hebt gedacht, meneer
Pao!" zegt hij benepen. Maar wacht
eens, Mevrouw Yie weet toch ook van uw
plannen?" Pao en Yie schijnen die vraag
erg amusant te vinden, zij barsten in een
luid hoongelach uit. De pseudo-Yie zegt:
„Ze moet eerst maar eens netjes opbiech
ten met wie haar dooie man nog meer
over ons gekletst heeft. Dat zal ze op den
duur wel, want ze begint al aardig murw
te worden! Als ze dan alles
verteld heeft, dan gaat zij er ook aan,
samen met die bengel van haar!" Rech
ter Tie zucht nog eens. „Ja, u zorgt dus
wel dat u geen enkel spoor achterlaat.
Ik moet bekennen dat ik u schromelijk
heb onderschat, meneer Pao. We hadden
natuurlijk eerst aan Zijne Excellentie Tie
moeten rapporteren toen we argwaan
kregen, en om nieuwe instructies vra
gen. „Natuurlijk had je dat moeten
doen, stommeling!" zegt Pao minachtend.
„Zodra mijn vrouw jullie in Yie's ka
mer had zien rondscharrelen, hadden we
door, dat jullie een paar dwarskijkers
zijn. M'n vrouw legde toen een rotsblok
op je deur en later wilde de huismeester
je in je slaap je keel afsnijden, maar
dat was allemaal maar prutswerk! Ik zal
jullie keurig van het toneel laten ver
dwijnen, zonder ook maar èèn spoor ach
ter te laten!"
•>iK
•<}tr w"
es V.-
•:r 1 .-jo zit
413. Voordat iemand ook maar iets kon
doen om het staatshoofd te helpen vloog
het reusachtige stuk vuurwerk, krampach
tig door El Presidento vastgehouden, hoog
de lucht in.
„Ohhhhhriepen alle mensen,
want dat hoort zo bij vuurwerk.
Een lange straal vuur spetterde achter
de vuurpijl aan, waarin allerlei kleuren
oplichtten.
„Hééééé," riepen alle mensen.
De vuurpijl barstte uit elkaar.
Duizenden groene en rode en gele en
blauwe sterretjes flonkerden aan de he
mel.
„Ahhhhh." riepen alle mensen.
En terwijl het mooiste stuk vuurwerk
van de wereld uit elkaar plofte, stortte
El Presidento in het water met de mooi
ste plons ter wereld.
„Haddaddd" riepen alle mensen.
i