Hetslmmee tfmüdet KAARTEN ZIJN VAAK ONHANDIG WANDELEN IN DE BERGEN... ook 's winters een verrukkelijke bezigheid Cmmdkt 8 Opletten Kees Maas DS. REMEYN WIL NIET ANDERS MEER Contacten Wintervakantie Uitrusting E Een gids hebben de dominee en zijn vrouw maar tweemaal gebruikt, omdat de route zonder gids te riskant was. Maar voor degenen, die graag van de paden afdwalen en dus meer risico's lopen, geldt toch als gulden regel dat men nooit te snel een gids kan nemen. Als ds. Remijn niet op vakantie is leest hij toch graag over alpinisme en wat er mee samenhangt, 'trouwens, als vice-consulaat Kennemerland van de Nederlandse sectie van de Oosten rijkse alpen vereniging komt hij veel met mensen in contact, die evenals hij aan de bergen verslaafd zijn. Al heeft hij het momenteel te druk om op de verenigingsavonden te komen. „Vaak zeggen gemeenteleden tegen me dat ik maar moet oppassen in de bergen. Maar ik heb er helemaal geen behoef te aan om risico te nemen. Trouwens, je laat je altijd voorlichten voor je een tocht onderneemt." DAT IS OOK wel het voornaamste voordeel van verenigingen als de Ne derlandse en de Oostenrijkse alpenver eniging. Dat mensen veel over de her gen kunnen leren en naar meer erva ren collega's kunnen luisteren. Al mag er ook wel hij worden gezegd, dat de alpenverenigingen de instanties zijn, die de bergpaden onderhouden en mar keren en de berghutten in standhouden Opent de Nederlandse sectie van de OEAV van de zomer niet een nieuwe berghut in Oost-Tirol, die een stukje Nederland in de Alpen zal betekenen? ALS MENSEN goed voorgelicht de bergen ingaan, lopen ze weinig risico's. Al blijft opletten altijd geboden. „Ik heb eens een geval gehad, dat door de regen een pad vrijwel onherkenbaar was geworden. Er lagen losse stenen, zodat we van de een op de ander moesten springen. Het was riskant en zwaar, maar uiteindelijk kwamen we toch op de plek waar je weer veilig kon lopen. En laat ik nog geen tien me ter verder ineens op mijn neus liggen, doordat ik over een klein steentje was gestruikeld! Je moet nu eenmaal in de bergen altijd goed voor je kijken. Al lopend fotograferen bijvoorbeeld is on verantwoord. Trouwens, ik heb het al gezegd, fotograferen en wandelen is moeilijk te combineren. Het schaadt je rustige gang, die je uren moet kunnen volhouden. U weet wel, driehonderd meter in een uur klimmen, zeshonderd dalen." MAAR EVEN later pakt ds. Remijn gedachteloos toch een kleinbeeldcame- ra op. „Ja, ik maak nu ook dia's," zegt hij, „die vertoon ik wel eens voor de bejaarden van de ge meente of zo. Als je toch even rust is fotograferen niet erg. Maar onderweg blijf ik toch maar zoveel mogelijk van de camera af. En wil je het toch doen, neem dan een automatische. Dat houdt minder op." Beneden klinkt een koebel, vaardig bespeeld door mevrouw Remijn. Ze kondigt een nieuwe bezoeker aan. „Ik kom zo", roep de dominee naar beneden, en dan geeft hij gehaast nog wat wenken voor diegenen, die de bergen ook eens in de winter wil len proeven. „Laat ze een paar goede boeken le zen, zoals „De bergen lokken" van Sturm of „Op reis door de bergen" van Baane, zodat ze de elementaire dingen weten en niet doen zoals die da me, die een gletscher overstak zo ver mogelijk uit de buurt van de stokken, terwijl die juist het pad markeren. Laat ze zorgen voor een goede zon nebril en voor goede gezichtscrème. En heel belangrijk is ook de voetverzor ging. Een probaat middel is het om de voeten 's avonds met kamferspiritus in te wrijven en 's morgens met talk poeder. En dan twee paar sokken na tuurlijk." Ds. Remijn klopt in gedachten op zijn bergschoenen. „Ik heb maar één maal blaren gehad", zegt hij. „Toen ik boordpredikant was op de Ryndam." EEN VAN DE belangrijkste dingen bij het maken van berg wandelingen is dat men zich weet te oriënteren. Zolang men over de paden loopt, die vrijwel overal goed zijn aangegeven met de be kende rode verfstrepen, en al dan niet van een nummer zijn voor zien, heeft men geen last, maar er kunnen altijd omstandigheden zijn waardoor dat onmogelijk wordt. Steenstortingen, zware regens, sneeuwval of lawines kunnen een pad onherkenbaar maken, een ineens in vallende mist kan het vinden van de juiste weg zeer bemoeilijken. Daarom is het noodzakelijk dat men over een goede kaart beschikt, maar ook een goede kaart biedt vaak geen uitkomst als men er niet in slaagt te bepalen, waar men zich op die kaart precies bevindt, Een kompas is daarom in de bergen altijd nodig, ook als men niet zijn weg zelf uitstippelt en de paden de paden laat, hetgeen zeker voor een beginner riskant is. In goede boeken over de bergsport vindt men uitgebreide handleidingen voor het gebruik van kaart en kom pas. Wat men daar echter niet vindt is een handige manier om die kaarten mee te dragen. Een bergwandeling is nu eenmaal geen oriëntatierit, waar de kaartlezer in de auto zijn kaart rustig voor zich kan houden, ongehinderd door regen en wind. Met graagte publiceren we hier dan ook een stukje, dat de heer F. J. Reiding in „De Bergvriend" van de Oe A V heeft geschreven over dit onderwerp. „IN DE BERGEN is een kaart een ongemakkelijk ding", schrijft hij, „een grote kaart is onhandelbaar," vooral als het waait, en slecht bestand tegen regen. Bovendien is hij kwetsbaar, want als u de kaart bij de hand wilt houden en daartoe opbergt in de zak van uw broek of anorak, dan wordt hij op de vouwlijnen al spoedig onlees baar. Wanneer dit ook uw ervaring is, probeer het de komende vakantie dan eens op de volgende manier: 1. Durf een schaar te gebruiken. Wan neer u op uw tocht de gehele kaart nodig hebt, knip deze dan in twee of drie rechthoekige stukken. Knip ook de randen er af maar zorg dat een belangrijke berggroep niet middendoor wordt geknipt. vouwlijn 1 vouwlijnen 2 t/m 4 enz. A vouwlijn la B vouwlijn 1b C Beperkt uw plan zich slechts tot een gedeelte van de kaart, knip dit er dan uit en laat de rest thuis. Knip al tijd in de richting N-Z en O-W zodat straks de vouwen weer N-Z lopen, daar hebt u gemak van bij gebruik van het kompas. Vergeet niet de titel en voor al de schaal van de kaart op de achterkant van elk stuk te schrijven. 2. Beplak de bedrukte zijde met doorzichtig plakplastic verkrijgbaar bij de „erkende kantoorboekhandel"), prik eventuele luchtblazen door en druk ze leeg. Leg de kaart nu met de plastic zijde op een vlakke tafel en strijk hem met een niet te hete strijkbout (temperatuur nylon) aan de achterzij de. Door deze laatste bewerking zal het plastic zelfs op de vouwen en de hoeken nooit meer loslaten. Wilt u een route op de kaart stippelen, doe dat dan voor het plakken. 3. Vouw de kaart nu zo, dat ieder gedeelte als een boek kan worden opengeslagen en nooit de gehele kaart behoeft te worden uitgevouwen. Dit bereikt u door eerst te vouwen jlgens vouwlijn 1, met de bedrukte zijde naar buiten. Daarna worden harmonicage- wijs de vouwen 2, 3 en 4 enzovoorts gelegd. Wanneer de kaart op deze ma nier gevouwen te groot is kan even tueel volgens de vouwlijnen 1 a en 1 b gevouwen worden. De delen A en C worden beide naar achteren gevou wen zodat de bedrukte zijde weer bui ten blijft. A en C moeten beide iets smaller zijn dan B, zodat A onder C of C on der A kan worden gevouwen. Al deze vouwen kunnen tussen krantenpapier erin worden gestreken. Een kaart, die op deze manier be handeld is, is handig in het gebruik, wordt niet vuil en onleesbaar, verslijt niet ,en u kunt er desnoods mee on der de douche". WIE KERSTMIS ZEGT denkt aan sneeuw. Het mag dan al weinig historisch zijn. want ten tijde van Jezus' geboorte lag er zeker geen sneeuw, maar in onze gedachtenwereld hoort het nu eenmaal bij elkaar. Een witte Kerstmis hoort echter tot de uitzonderingen, en dat is wel een klap voor onze romantische ge voelens. Toch hebben de laatste jaren steeds meer mensen ontdekt, hoe ze deze wens kunnen verwerkelijken. „Als de sneeuw niet naar ons komt, gaan wy naar de sneeuw toe hebben ze geredeneerd. Zo trekken duizenden Nederlanders in de kerstvakantie naar het zuiden, om in de Alpen van een witte wereld te genieten, zich te koesteren in de ultraviolette stralen van de zon en op de ski's zich eens heerlijk uit te leven. Zo roept mevrouw Remyn haar man: met een originele Stubaier koebel. MAAR OOK na het kerstfeest zullen velen zuidwaarts trekken. Het houden van een wintervakantie komt steeds meer in de mode, en vele treinenen vliegtuigen naar Oostenrijk, Zwitser land of Italië zijn dan ook in de ko mende maanden overvol. Eén van de mensen, die straks weer in de trein zullen stappen om de win- terweelde in de bergen te gaan genie ten, is de Santpoortse hervormde pre dikant ds. J. C. Remijn. Al sinds 1956 brengt hij zijn vakanties in de Alpen door, en de laatste jaren verdeelt hij deze vrije tijd nog tussen winter en zo mer. En hij is maar één van de vele geestelijken, die graag de bergen in trekken. Zijn niet vele pastoors en do minees beroemde bergbeklimmers ge weest, en omgekeerd, heeft één van hen, Achille Ratti, het zelfs niet tot paus gebracht? De bekende Heem- steedse predikant ds. Schoch trekt elk jaar met een groep jongeren na kerst mis de bergen in. Het is een ideaal middel gebleken om met jongeren in contact te komen en elkaar goed te le ren kennen. Ds. Remijn heeft de liefde voor de bergen ook in een kring van jongeren opgedaan. „Het was in 1949" herinnert hij zich, „toen ik dankzij een studie beurs van de Wereldraad van Kerken een jaar in Bazel was. We zaten in een studentenhuis, 25 jongemannen uit alle delen van de wereld. Een dag na Kerst mis gingen we naar een skikamp van de Zwitserse jonge kerk in Graubün- den. Het was voor mij iets volkomen nieuws, en ik leerde alles dan ook op de hardleerse manier. Maar na een dag of drie, vier ging het al wat vlot ter. Er zijn daarna jaren voorbij ge gaan maar de liefde bleef sluimeren en toen ik in Geertruidenberg kwam en in de omgeving een collega trof, die een verwoed bergwandelaar was, ble ven de gevolgen natuurlijk niet uit. Hij was lid van de Oostenrijkse Alpen ver eniging en deed ook mij spoedig be sluiten me als lid op te geven. Ieder jaar ging ik daarna naar de bergen, elke keer weer ergens anders." DS. REMIJN en zijn vrouw doet ook mee is geen „kletteraar". zo gemakkelijk. Zovelen denken, dat men in de bergen met touwen en haken werkt, dat elke minuut, die men er doorbrengt, levens gevaar met zich meebrengt. Maar voor ds. Remijn zijn die bergen alleen maar een mogelijkheid om heerlijk te wande len, om van een afwisselende natuur te genieten. „Je moet natuurlijk op je gemak lo pen", zegt hij, „dat leer je gauw ge noeg. Ik weet nog wel goed, dat we dat eerste jaar in het Stubaital be gonnen met veel te vlug klimmen. We hadden een „inboorling", die gelijk met ons naar boven ging, spoedig een eind achter ons gelaten. Maar na een paar bochten begonnen we te hijgen, en be gon ons hart te bonzen. We bleven staan, maar voor de man de hoek om kwam gingen we vlug verder. Het duurde echter niet lang of hij ging ons toch voorbij, rustig deinend van de ene voet op de andere, in een gestaag rit me. Als je een tijdje in de bergen zit leer je dat allemaal. Dan weet je dat je lange trage stappen moet nemen, dat je zo weinig mogelijk moet blijven staan en nog minder gaan zitten, en dat fotograferen niet bevorderlijk is voor je lopen. Je moet dan teveel stop pen en verliest dan je „kadans". DS. REMIJN verlaat de paden maar zelden. Hij is een echte bergwandelaar en vindt dat meer dan genoeg. Hij ver telt met graagte over de vele verukke- lijke contacten, die je in berghutten kunt hebben, en over de heerlijke ijle lucht, die je daar uren doet lopen, ter wijl je hier de fiets neemt om om de hoek een boodschap te doen. „We hebben vele correspondentievrienden gekregen in de bergen," zegt hij, „en in vrijwel iedere vakantie gebeurt het wel dat je ineens daarboven iemand te genkomt die je al eens eerder in een berghut hebt ontmoet." Vele zijn de streken die ds. Remijn en zijn vrouw hebben bezocht. Ze her inneren zich prachtige tochten in Oost- Tirol, de Dolomieten en Zwitserland, maar met het meeste vuur vertellen ze toch over die tochten, waarbij ze met sneeuw en ijs zijn geconfronteerd. Toch heeft het nog heel lang geduurd voor ze er toe kwamen in de winter op vakantie te gaan. Dat was vorig jaar, toen een vakantie in de omgeving van de Mont Blanc door familieomstandig heden mislukte. „Dan gaan we van de winter maar" besloten de dominee en zijn vrouw, en het verblijf in Arosa overtrof alle verwachtingen. Ze skie den en wandelden er naar hartelust en ontdekten, dat het in de bergen 's win ters nog weer heel anders is dan 's zo mers. „Dit jaar hebben we het weer zo ge daan," zegt ds. Remijn, „we zijn van de zomer een tijdje naar Tessin ge weest en in januari gaan we naar St. Moritz." Overigens moet niemand den ken, dat het op vakantie gaan in de winter automatisch betekent dat je aangewezen bent op de ski's. Arosa bij voorbeeld is een plaats, waar de wan delmogelijkheden ook dan legio zijn. Het wandelnet beslaat zo'n twintig ki lometer en die paden worden vrijge houden. Natuurlijk ligt er sneeuw, en een goede uitrusting is dan ook wel no dig, al bedoel ik daar helemaal geen bijzondere dingen mee. WAT JE ZO al hebben moet? In elk geval goede waterdichte schoenen met sterke profielzolen. Maar beslist ook goede warme kleding, een dikke trui en een goede bergbroek met na me. In de winter is het temperatuur verschil zeer groot. Als men daar geen rekening mee houdt speelt men met zijn leven. Een goede wandel- gids met kaart is natuurlijk ook broodnodig, evenals een kompas. En steek beslist extra-proviand in de rugzak." Gezelschapsreizen maakt het echt paar Remijn nooit. „We gaan altijd met de trein en blijven dan bij voor keur een paar dagen zitten bij particu lieren. Je krijgt een goed contact, en komt zo ook achter andere dingen. Bo vendien moet je toch een paar dagen acclimatiseren voor je grote tochten gaat maken. Pas na een paar dagen beginnen we met huttentochten. Maar de laatste dagen blijven we dan weer beneden en beperken ons weer tot klei ne tochtjes. En het jaar daarop gaan we weer ergens anders heen. Twee maal dezelfde plaats ligt mij niet." De Dolomieten vormen zomer en winter een trekpleister voor de toe rist. De berg, die hier optorent, is in feite niet zo hoog. Het is de nog geen 2000 meter halende Croz Altissimo bij Molveno, de pijler, die de toe gang markeert tot één van Europa's mooiste bergroutes, de hoge weg over de Brenta-groep, die men links van de Croz Altissimo zich in de lucht ziet aftekenen. Het pad is goed aangegeven en beveiligd, maar toch beslist alleen aan te raden voor hen, die al ervaring hebben en beslist geen last hebben van hoogtevrees of duizeligheid. Langs enkele berg hutten komt men tenslotte in Ma donna del Campiglio, één van de ideaalste wintersportoorden van Europa. Daar kunt u overigens ook wel rechtstreeks per auto of bus komen. En dat is in de winter wel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 32