Het antieke Egypte
leeft nog steeds
- KetsiuMtHtt IfCmatd
Ramsesbemind door Amon,
machtig is de Waarheid van Ré,
uitverkorene van Hé,
Aboe Simbel".
Fraai plaatwerk
door
Jacques Levij
„Wat Egypte betreft, hierover
zal ik lang dienen uit te wei"
den, want er is geen land met
zoveel bezienswaardigheden,
noch met een dergelijk aantal
werken, die elke beschrijving
tarten".
Herodotus
"pvE ANTIEKE BESCHAVING van Egypte, het kostelijke ge-
schenk van de Nijl, is tijdeloos. In het dal van de machtige rivier
stapelden de mensen die deze levenskrachtige, warmbloedige en veel
zijdige civilisatie het leven schonken, haar bezielden, haar duizenden
jaren in stand hielden en tenslotte met haar ondergingen, de ontelbare
getuigenissen op van hun verbluffende scheppingsdrang en zin voor het
waarlijk schone. Zij uitten zich in vormen en symbolen die ons, mo
derne mannen en vrouwen, misschien vreemd voorkomen. Maar de
werken van hun handen, gedragen door de spankracht van hun rijke
geest, gestimuleerd door een levendige verbeeldingskracht en gegoten
in strikt voorgeschreven vormen, zijn creaties die nog steeds kunnen
ontroeren, die zelden nalaten indruk te maken en die altijd in staat
zijn - bij nadere en intensieve beschouwing - de millennia te over
bruggen.
Het leven van de dieren in de papyrus-moerassen.
Proejstuk van een beeldhouwer uit Tell-el-Amarna.
8®5B3S88S8S8E£« ra®
ALS DAT EENMAAL is gebeurd,
zien wij gemakkelijk door de vormen en
de ons vreemde symboliek heen. Dan
worden die antieke bewoners van het
smalle Nijldal, die keten van genera
ties, voor ons mensen van vlees en
bloed. Dan zien wij achter al die monu
mentale bouwsels, en veel meer nog
achter die miljoenen kleine scheppingen,
achter de gebruiksvoorwerpen van-alle-
dag, mensen verrijzen. Dan wordt dat
Nijldal door ónze verbeeldingskracht
weer bevolkt door die oude Egyptena-
ren. Dan beseffen wij met verbazing en
schroom dat zij die deze beschaving
in het leven riepen niet zo heel veel van
ons verschilden in hun wensen en ver
langens, hun vreugden en verdriet, hun
eerzucht en deemoed, hun heerszucht en
godsverlangen.
Hun wereld was anders dan de onze.
Zij benaderden haar op een wijze die
wij niet kunnen bevroeden. Maar zij
deden dat zo volslagen menselijk dat zij
ons in hun stoffelijke nalatenschap een
spiegel voorhouden, waarin wij onszelf
keer op keer herkennen.
HET SMALLE, langgerekte Nijldal is
's werelds grootste en ongetwijfeld in
drukwekkendste openlucht-museum.
Reeds de oude Grieken bezochten het.
Ze beschouwden de monumentale bouw
sels, de piramiden, de sfinxen, de doden-
vallei en de talloze tempels met onge
loof en ontzag. Ze begrepen dat een volk
dat zo iets in de loop van vele eeuwen
tot stand kan brengen grote begaafd
heid moet hebben gepaard aan een ver
bluffende technische kennis en organisa
torisch vermogen.
Ook de Romeinen zelf sterk ge
neigd de glorie van hun wereldrijk mas
saal te verkondigen werden zeer ge
biologeerd door de bouwkundige schat
ten die als het ware met kwistige hand
over het dal van de Nijl waren uitge
strooid. Eeuwenlang is na hen over dat
dal de stilte gevallen. Die werd verbro
ken, toen de militaire veroveringszucht
van Napoleon Franse regimenten bracht
naar het land waar eens de pharaos de
scepter hadden gezwaaid.
Wat een gedurfde militaire expeditie
was, werd in zijn gevolgen voor de be
langstelling van de moderne mens oor
het antieke Egypte en zijn kennis van
een beschaving die hij met heel wat
hiaten in haar totaliteit kon overzien,
een triomftocht. Egypte werd heront
dekt. Het werd in kaart gebracht door
geleerden die er in een moeizame ar
beid van vele tientallen jaren in slaag
den talloze geheimen die het Nijlzand
verborg te ontsluieren. Het verhaal van
die reusachtige wetenschappelijke pres
tatie is boeiender dan welke moderne
science-fiction roman ook.
Dank zij hun toewijding hebben de
meeste van die monumenten, kleine en
grote kunst- en gebruiksvoorwerpen,
voor ons weer betekenis gekregen en
kregen de mannen en vrouwen die ze
schiepen en er gebruik van maakten
weer contouren die in de loop van vele,
vele eeuwen vrijwel waren uitgewist.
DE LITTERATUUR, wetenschappelijk
en populair, over dat rijk dat duizenden
jaren bloeide dank zij de jaarlijkse over
stromingen van de traag vloeiende rivier
die ontspringt in het hart van Afrika
en uitmondt in het blauwe water van de
Middellandse Zee, vult vele boekerijen.
Plaatwerken die alle aspecten van de be
schaving en haar kostelijkste voortbreng
selen belichten, zijn er in overvloed.
Ongetwijfeld verdient het onlangs in
de Nederlandse taal verschenen werk
Egypte in kleur" dat bij Gaade het
licht zag, een ereplaats in die onafzien
bare rij geïllustreerde werken.
Een ereplaats, omdat de vermaarde
fotograaf Roger Wood in 59 mees
terlijke, groot-formaat, kleurenfoto's
heel die antieke in het zand gebedde en
door de eeuwen getekende en verdiepte
verscheidenheid van drieduizend jaar
menselijk kunnen op ongeëvenaarde wij
ze opnieuw toegankelijk maakt.
Een ereplaats, omdat de afbeeldingen,
stuk voor stuk juweeltjes van vakman
schap, van een uiterst kundig en boven
al gevoelig spel van licht en schaduw
en welk een rol speelde in de wereld
van de Egyptenaren het licht, de zon!
de sfeer van een heel ver, ongelofe
lijk rijk en diep beleefd verleden keer
op keer bijna dwingend wordt opgeroe
pen.
Een ereplaats, omdat juist de oeper-
king de aandacht weet te bepalen op de
essentie van die beschaving en men zich
niet verliest in een overvloed die ver
moeiend en irriterend werkt.
De egyptologe Margaret S. Dro-
w e r verzorgde de indringende tekst die
nergens de boventoon voert, steeds aan
vult, het beeld onderstreept, verduide
lijkt, en het reliëf geeft. Ze deelt haar
stof logisch in. Ze vertelt in 33 bladzij
den precies dat wat verteld moet
worden om met begrip te kunnen zien.
Daarbij is niet gestreefd naar volledig
heid. Dat doel zou in zulk een kort be
stek immers niet te bereiken zijn ge
weest.
Het boek richt zich tot de belangstel
lende leek, men kan zeggen, tot de toe
rist die het Nijldal bezoekt en van het
oude Memfis uit zijn tocht begint. Een
reis over en steeds in de buurt van de
.grote rivier. Daar immers bloeide Egyp
te, duizenden jaren.
„BOVENAL," zo schrijven de samen
stellers zelf, „is dit Egypte, gezien in
de derde dimensie, in kleur. De oude
Egyptenaren snakten naar kleur en vul
den er hun leven mee. In de klare at
mosfeer en het stralende licht in het
Nijldal, leefden zij zich uit in roden en
blauwen, groenen en gelen, turkoois en
lapis lazuli, kornalijn en goud. Het ver
rukkelijke droge klimaat heeft veel van
deze kleur bewaard. Op de muren van
sommige graven zijn de kleuren nog zo
fris als op de dag dat ze werden aan
gebracht. De monumenten van het oude
Egypte, meer dan van enig andere oude
beschaving, dienen in kleur te worden
weergegeven."
Al bladerend en lezend, en vooral al
kijkend, verrijst zo voor ons geestesoog
een onsterfelijk land, geboren uit de le
venloze woestijn door de kiem en de
kracht van het jaarlijks weerkerende
water en gemodelleerd door een be
gaafd en kunstzinnig volk.
DIT SCHRIJFT Margaret Drower er
over: „Egypte is in wezen een land
van tegenstellingen: stralende zonne
schijn en donkere schaduw, groene vege
tatie en taankleurige woestijn, vrucht
baar slib en kale rotsen, geluiden in
de vallei het knarsen van de waterra
deren, het balken der ezels en het ge
blaf der honden en de eeuwige stilt®
der heuvels.
De oude Egyptenaren noemden het
dal het Zwarte Land en de woestijn het
Rode Land. In het Zwarte Land was al
les bruisend leven; in de woestijn daar
buiten lag de dood voortdurend op de
loer. De overgang van sappige begroei
ing naar onvruchtbare wildernis is ont
stellend.
Gezien uit een vliegtuig lijkt het of
een scherpe lijn het groen van het licht
geel scheidt. Ér zijn plaatsen, waar men
met de ene voet in een veld met op
schietende gewassen kan staan en met
de andere in woestijnzand.
Het universele bouwmateriaal was in
het oude, evenals het dit in het huidige
Egypte is, leem van de Nijl. De huizen
der armen, de villa's van de adel zo
goed als de paleizen der koningen wa
ren opgetrokken uit in de zon gedroogde
lemen tichelstenen. Er ontstónden
groepjes dorpen aan de rand van het in
cultuur gebrachte land, of op heuveltjes
boven de waterspiegel. Nog altijd komt
de Egyptische boer, wanneer het water
zakt en de velden rijp zijn om geploegd
te worden, naar beneden in het dal,
maakt een eenvoudig onderkomen van
riet of biezen matten, bij elkaar gehou
den door leem. en woont daar tot de
oogsttijd.
Aan beide zijden van het dal strekt
de lage woestijn zich uit tot aan de steil®
rotsen, die zowel enige honderden me
ters als verscheidene kilometers verwij
derd kunnen zijn. Het is een stenige,
barre woestenij, zonder ook maar een
sprietje gras. Op de solide rotsen verre
zen hier de grootste dodentempels en pi
ramiden van de farao's en de mastaba-
groeven van de adel, gebouwd van
steen, en hier werden eveneens, maar
dan in 't zand of de kiezel, de duizenden
ondiepe graven der armen gedolven.
In de steile rotswanden aan beide zij
den markeren lange schaduwen de toe
gang tot de steengroeven en de diep in
de rots uitgehouwen schachten der graf
tomben. De bovenkant van de steile rots
gaat over in de onafzienbare hoge woes
tijn, die zich oostelijk ongeveer honderd
zestig kilometer en westelijk ongeveer
zestienhonderd kilometer litstrekt via
de oases van de Libische woestijn tot
aan de Sahara."
IN DAT LAND leidt Roger Wood ons
rond. Over dat land vertelt Margaret
Drower. Want het was dit land dat de
mensen die er zoveel eeuwen geleden
woonden, tekende. En het waren die
mensen die dat land een inhoud gaven
die nog uitermate boeit. Hun geest
zweeft nog over het uitgestrekte dal.
Daarvan getuigt dit waarlijk magistra
le werk, waarvoor de beeldende Neder
landse tekst werd bezorgd door me
vrouw H. Jansen-Ebing met medewer
king van dr M Heerma van Voss.
EGYPTE IN KLEUR door Roger Wood,
tekst van Margaret S. Drower. 160 pag., 59
kleuren-111. (Uitg. W. Gaade). PrUs f 68,—.