HET LAND ACHTER DE BERGEN Zestienhonderd antieke „DC-3V gaan nog dagelijks op de wieken 4 Onverwoestbaar „werkpaard der lucht" na 30 jaar nog actief PANDA EN DE GRU EL POLLE, PELLI EN PINGO Rechter Tie en het öeheim van het landhuis AMMETJE FOK a Ons vervolgverhaal Dit oudje doet het nog best 1 22- DONDERDAG 30 DECEMBER 1965 9 door John Boland DEN HAAG Het beste idee voor een nieuw vliegtuig? De blauwdruk ken van de DC-3 naar China sturen en het toestel daar goedkoop laten bouwen." Dat was het antwoord dat Donald W. Douglas senior, de machtige, ons gaf toen wij hem vorig jaar vroegen om zijn mening inzake de toekomst van de luchtvaartindustrie. Toen leek het niet meer dan een aardig grapjé van de goedgeluimde vliegtuigveteraan, die enorm veel gepresteerd heeft in zijn leven en zich desnoods kan permitteren tégenover zo'n van ver ge komen buitenlander zijn woorden niet meer te wikken. Maar deze week, nu de DC-3 zijn dertigste verjaardag viert en nog steeds vliegt, moest ik er weer aan denken. Er zat toch wel iets in, in die opmerking, want de DC-3 (in de a-versie wereldvermaard geworden als de Dakota) is onder de passa giersvliegtuigen de recordbreker aller tijden en wat zou er nog een massa nuttig werk te doen zijn voor dit stoere, betrouwbare „brouwerij- paard" in gebieden waar het luchttransport niet zo ontwikkeld is als hier. wm m Nooit klaren ■PI 6 door dr. Robert van Gulik (Vertalina Maraot Bakker) 56) Een paar tellen lang bleef de ont dekking hem verlammen en kneep hem de keel dicht. Toen vond hij zijn stem terug en begon tegen Leary te schreeuwen, zonder zich erom te bekommeren, dat ook in de boot wachtende bedienden hem konden horen. „Het is weg! Het geld is v/eg!" De piloot stond onder de cabine deur en keek grijnzend naar de bankdirecteur op. „Het geld is ge stolen!" schreeuwde Claymore nog eens. „Mijn geld! Hoor je niet wat ik zeg?" Zijn stem werd onzeker en stierf weg. Leary had niet gerea geerd op zijn mededeling, alleen was zijn grijns misschien wat breder ge worden. Claymore wees naar hem hem met trillende vinger. „Jij jij weet er meer van. Grote goden, jij hebt het gedaan, jij!" „Reken maar, dat ik het gedaan heb, knaap", zei Leary, nu openlijk lachend, Claymore sprong het toestel uit en kwam binnen armlengte van de Ca nadees zwaar neer. Hij stak zijn hand uit en greep toe. Maar Leary was hem te vlug af. Hij vloog achter uit en hield Claymore in de gaten, hedacht op een onverwachte uitval. En opeens had hij een lang mes met dun lemmet in de hand. „Doe geen gekke dingen, Bob", waarschuwde hij. „Als er mij iets overkomt, zul jij het geld nooit vinden". Claymore weifelde, hijgde zwaar en staarde naar het lange glinsteren de lemmet. Hij had er niet op gere kend, dat Leary gewapend was. Hij hoorde het bloed in zijn oren bonzen en zijn bloeddruk was zo hoog, dat hij een hoge zoemtoon hoorde en niet duidelijk kon zien. Ten slotte wist hij met schorre stem te zeg gen, „Als jij me niet vertelt waar mijn geld is, dan vermoord ik je. Waarachtig, ik vermoord je!" Leary stak het mes naar hem uit. „Jouw geld, Robert?" zei hij ge dempt. „Ons geld, bedoel je zeker?" „Waar is het?" Claymore greep in zijn binnenzak, trok de revolver, schoof de veiligheid terug en richtte het wapen op Leary. „Ik heb mijn vinger maar te bewegen, Geoff, en het is gebeurd", zei hij driftig. Hij zag dat de piloot zweetdruppels op het voorhoofd kreeg. „Zeg op, waar is het geld?" Leary slikte een paar maal vlug en probeerde te grinniken. Beweeg jij die vinger maar, jongen en je vindt het nooit!" Hij staarde verpletterd in de loop van de revolver. „Als ik ooit verwacht had, dat jij dat soort verzekering had gesloten Hij begon weer zelfvertrouwen te krij gen en zijn blik gleed van de revol ver naar het gezicht van Claymore. „Toe jongen, schiet maar. Je zou het graag doen hè?" Jij zou wel van me af willen; dan zou je alles zelf kunnen houden, hè? Nou, ga je gangals je het lef hebt". De revolverloop begon te trillen en daalde langzaam tot hij naar de grond wees. Leary zuchtte diep. „Knapen als jij horen geen revolver te hebben, jongen". Hij streek met zijn ene mouw langs zijn voorhoofd en liet het mes ergens in een binnen zak glijden. „Ik had niet gedacht, dat een fatsoenlijke Engelse bankdi recteur met een revolver zou rond lopen. Dat past toch niet, Bob. Wat zouden de buren wel gezegd hebben, als zij het gemerkt hadden!" Hij barstte in lachen uit. „Maar bewijst het nog niet eens, wat ik nu al zo lang tegen je zeg? Nooit de inboorlingen vertrouwen. Ik heb de fout begaan jou te vertrou wen. Maar het zal niet weer gebeu ren, jongen". Hij schudde het hoofd, met nog een brede lacht om de mond. „En het bewijst nog iets, zou ik zeggen". „Wa - wat?" „Dat jij niet de vent bent, voor wie je je houdt. Je hebt jezelf als het brein van de onderneming ge schouwd, hè? En je kunt nog niet eens een trekker overhalen!" De Engelsman keek op zijn rech terhand neer. Het was een grote hand en hij kende de uitzonderlijke kracht ervan. Herhaaldelijk had hij in het verleden zich vermaakt met een of andere krachttoer in de een zaamheid; de hand had hem steeds gehoorzaamd en zonder mankeren gedaan wat hij eiste, terwijl nu Zijn brein had bevelen naar zijn wijsvinger geschreeuwd, die zich al om de trekker kromde; zijn brein had bevolen, de trekker over te ha len. Maar terwijl het bevel gegeven werd, had hij al beseft, dat de kracht uil zijn hand wegvloeide. Hij deed de hand open en dicht, open en dicht en zag de zich over de knokkels spannende huid glanzen. De hand deed het nu voortreffelijk en gehoor zaamde na elk bevel. Verbijsterd keek hij op naar Leary. „Je hebt een grote poot, knaap", zei Leary. „Mij te groot. Als jij die poot in de dollars steekt, dan zou je er wel eens te veel voor jezelf kun nen uithalen en je arme maat in de kou laten staan. En dat zou ik niet lollig vinden. Ik zal je zeggen wat ik van plan ben, Bob, ouwe jongen. Ik beheer dat geld in het vervolg en als het op delen aankomt, dan deel ik." Hij wachtte even en keek Clay more onverschillig aan. „En als je verwacht, dat we gelijk op delen, dan ben je gek!" Hij wachtte of er een reactie zou komen, maar Claymore deed niets. Met wat meer moed ging Leary ver der, „Zie je, Robert, we moeten in het leven allemaal leren, dat onze stommiteiten ons geld kosten". Hij begon te lachen. „Maar dat hoef ik jou als bankdirecteur natuurlijk niet te vertellen. Ik zeg je alleen, dat die kleine komedie, die je met je revol ver opgevoerd hebt, jou geld gaat kosten. Jawel, meneer, ik zou zo zeg gen, dat je daar een kwart miljoen dollar mee verspeeld hebt". Opeens was hij niet meer de luch tig schertsende tegenstander, maar een dreigende figuur. „Jouw aandeel is een kwart en niet de helft. Be grepen? En als je nog meer geintjes met die revolver uithaalt, mag je heel blij zijn, als je dat nog krijgt". (Wordt vervolgd) IWW^lW\A#MWIftW\/\/lll/«W\A/i>MWWIIIIWIAWAftgWIIWWWWWIAAA>\A/WWI/W\ftlWWVyVV/WWWtlW\ltAAIWWIAAA/WliyWWVMW (Van onze correspondent EIND DECEMBER 1935 maakte het vliegtuig zijn eerste proefvluchten in San ta Monica, Californië. Al dadelijk demon streerde het een aantal eigenschappen, die het ver verhieven boven alles wat tot dan toe aan de markt verschenen was. Het was het eerste vliegtuig dat zijn geld kon opbrengen met het vervoer van passagiers alleen: het vertoonde opmer kelijk weinig kinderziekten en het ver- verschafte de luchtvaartmaatschappijen die het kochten iets waaraan zij, naast winst, het meest behoefte hadden: de re putatie van veiligheid en betrouwbaar heid. Dertig jaar nadien zfjn de DC-3's nog steeds actief. Meer dan 600 exem plaren stijgen nog dagelijks op in gere gelde diensten bij verkeersmaatschappij- en en rond duizend vliegen er nog bij diverse luchtmachten. Douglas bouwde er 803 vóór het uitbreken van de tweede wereldoorlog en 10.133 tijdens die oorlog. In Rusland werden er nog eens 2.000 in licentie gebouwd onder de codenaam 11-2 en ook hiervan is nog steeds een aan tal in dienst. OP DE VLIEGERS had het toestel van de aanvang af een merkwaardige aan trekkingskracht. Zij vlogen er graag mee, hoewel het „van de grond komt alsof er een anker aan het landingsgestel hangt". Het is langzaam, het heeft geen drukcabine en het kan slecht weer niet vermijden, maar het is tegelijkertijd ro buust, zonder kuren en ongelooflijk lucht waardig. United Press haalt een paar le genden op van de vele die er in dertig tumultueuze jaren rond het bestaan van dit toestel geweven zijn: een DC-3 van een luchtvaartmaatschappij verloor bij een botsing in de lucht anderhalve meter vleugeloppervlak, maar wist veilig te lan den. Een andere verspeelde bij een aan raking met een berg 3,5 meter van zijn linkervleugel, draaide om en vloog 60 ki lometer terug naar een vliegveld. In de tweede wereldoorlog presteerde een DC-3 het om 74 passagiers uit China mee te nemen, een klein mirakel voor een vlieg tuig dat ontworpen werd voor 22 inzit tenden. Een ander toestal kwam in de lucht in botsing met een Japanse „Zero"- jager. De „Zero" stortte neer, maar de DC-3 vloog verder ofschoon bijna het gehele roer was afgerukt. Zo ontstond ook de sage van de „Whistling Willie" (Fluitende Willem) het toestel dat zo doorzeefd was met kogels dat de gaten in de wind gingen gieren en dat op tachtig kilometer af stand te horen was, maar niettemin zijn 36. Slork de Sloper volgde de verrichtingen van de Grubbel met grote belangstelling. „Een vlug jochie!" merkte hij tenslotte op. Met een mooie aanleg voor het vak, echt een werkertje waar aardigheid aan is. Hij kan bij mij zó op jaarbasis in dienst met alle ver zekeringen en vakanties tiptop geregeld; en ik wil er nog wel meer van dat slag hebben. Want weet je, de hele sores van ons vak is tegenwoordig, dat we de wrakken niet net zo vlug kunnen slopen als ze worden aangevoerd. Maar met een paar van zulke knulletjes zou ik het klaar kunnen spelen. Een mooie toekomst voor zo'n jonge jongen.„Neen, neen mijn beste, geen woord meer!" protesteerde Joris Goedbloed. „Uw bedoelingen zullen wel loffelijk zijn, maar als progres sief opvoedkundige moet ik u hier een halt toeroepen. Hebt ge niet zojuist gehoord, dat dit schepseltje een wilde is? Welnu dan wat is de taak van ons, pro gressieven, ten aanzien van de wilden? Voorzeker niet hun leren slopen, mijn waarde Slork! Neen, neen, wat zij behoeven zijn nette kleding, warme melk, schoen tjes, en opbouwend onderwijs!" De Sloper haalde de schouders op en zei, terwijl hij zich verwijderde: „Je mag er nog altijd op terugkomen.Dat leek echter niet waarschijnlijk; want reeds had Joris de kleine Grubbel in een nogal pijnlijke bezittersgreep gepakt. „Ik begrijp jou niet", zei Panda; „eerst was je bang voor hem, en toen wilde je hem graag kwijt, en nu wil je hem weer bij je houden.„Maar natuurlijk", riep Joris uit; „Ik voel dat het mijn plicht is dit ach tergebleven schepseltje liéfde te schenken. OH, Ik VERLANG 20 NAAR LAMMETJE, HOOP DAT WE ELKAAR 6AUW TEROG jy, -yZteN.y— H6, KLAASJE, 45 WORDT HELEMAAL NAT KLAASJE MOET GEWASSEN WORDEN EN DAM GAAT HIJ NAAR BE0'. ^^L4A,HUIS BE SLIST ERG MOE 61 vluchtelingen behouden van China naar India bracht. TOCH IS het einde van de lange levens weg in zicht. Douglas bouwde voort op de reputatie van de DC-3, produceerde de vierde, vijfde, zesde, zevende en acht ste Douglas Commercial en maakt nu furore met de negende, waarvan ook de KLM er zes heeft besteld. Straalmoto ren hebben de ouderwetse zuigers en ci linders vervangen, rompen zijn langer, de vleugels steeds korter geworden, drukca- bines gaven het vliegtuig de mogelijkheid naar grote hoogten op te stijgen, de elek trotechniek bemoeide zich met de stuur hutinrichting en honderden nieuwe vin dingen verleenden het vliegtuig als mid del van vervoer steeds groter betrouw baarheid en bruikbaarheid. Maar onder Neus aan neus, als voor een afscheids zoen tussen moeder en dochter. Links de dertigjarige DC-3, rechts de nau welijks dertig weken jonge DC-9, die de Douglas-vlag voor de estafettes op de middelbare afstand gaat overnemen. heel die ontwikkeling werd één fundament gelegd door dappere werkpaarden als de DC-3. 55. Tsjiao Tai deinst met een doodsbe nauwd gezicht achteruit. Hij laat zich op zijn knieën vallen, vlak bij de hoop rots blokken en daar barst hij in jammerklach ten uit tegen Pao, die bij Rechter Tie aan de rand van de afgrond staat. „Ge nade, meneer Pao, genade! Wij kunnen er toch niets aan doen, wij voerden toch alleen maar Rechter Ties bevelen uit! Als u ons laat gaan, dan beloven we u plech tig dat we Rechter Tie zullen rapporteren dat er hier niets".Pao komt op Tsjiao Tai toe en geeft hem een trap in zijn ribben. „Zwijg, ellendige lafaard!" bijt hij hem toe. Maar Tsjiao Tai gaat door: „Wij wilden hier helemaal niet naar toe, me neer Pao, ik zweer het! Maar die Rechter Tie, die zei".Tsjiao Tai schudt zijn hoofd en mompelt wat. Pao komt vlak bij hen staan om te horen wat hij over Rechter Ties instructies zegtDe rechter zegt tegen de pseudo-Yie: „Ik be grijp toch niet hoe u Rechter Tie zult kunnen wijsmaken dat mijn collega en ik hier zomaar naar beneden zijn geval len". „Dood eenvoudig, ezel! We zul len je baas hier brengen en uitleggen dat je makker hier op de rand uitgleed. Jij wilde hem grijpen en zo stortten jullie samen naar beneden!" Intussen is Tsjiao Tai opgestaan en jammert tegen Pao: „Wat moet er van m'n vrouw en drie kin dertjes worden, meneer Pao?" 3 417. In een rustig hoekje van een klein terras dronk Brammetje Fok zijn koffie. De ober had hem precies gebracht, wat hij besteld had: „Koffie, veel melk en een kaakje." De koffie was voor Bram, de melk voor Karo en het kaakje voor Tuto, de papegaai. Het was echt zo'n kalm en rustig moment in een leven vol avontu ren en ze genoten er met volle teugen van. „Dat smaakt", zei Bram, terwijl hij zijn kopje neerzette. ;,Op zo'n moment denk ik wel eens, dat ik best een landrot zou willen zijn. Maar het zou me na een dag al vervelen, dat weet ik zeker. Toch is het best fijn om er eens helemaal uit te zijn. Geen lange deining, geen zorg voor het eten, geen avonturen Nog geen minuut later wist Bram, dat hij zich vergiste. Op het hekje langs het terras was een wonderlijke straatartiest verschenen, die met veel lawaai op één hand huppelend, het tafeltje van Bram en diens vrienden naderde. Vlakbij gekomen zei hij fluisterend: „Stil.laat niets merken.maar let op mijn handen, Brammetje Fokl"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1965 | | pagina 9