HET LAND ACHTER DE BERGEN Si 1 DE STERRENHEMEL IN JANUARI 1966 PANDA EN DE GRUBBEL POLLE, PELLI EN PINGO RAMMETJE FOK Volhouden maar Rechter Tie en het geheim van het landhuis Ons vervolgverhaal W* SJi Sylvesterabend" in Drakensteyn China beschuldigt India door John Boland door dr. Robert van Gulik ~~Y~ MAANDAG 3 JANUARI 19 6 6 (Vertaling Maraot Bakker) Y »yvxa O K driehoek genieten' r aus het ge maaid moet mo-K. MWWWWWVMWWIIWW •VWWWWVMMWIMW 58) Ook Claymore was van vurige hoop vervuld, terwijl hij zich bij II- red naast de katheder voegde. Er stond op de katheder een grote pro jector en Ilred schakelde het instru ment in. Een geweldig grote kaart, een kaart van het hele land, ver scheen vaag op de wand voor de lens en werd duidelijker, terwijl het licht in de bibliotheek geleidelijk doofde. De twee vliegers hadden een zeer gedetailleerde kaart voor ogen. Gretig bestudeerde Leary alle bij zonderheden. Hij wees naar de schaalverdeling in de hoek van het beeld. Hoe verhoudt die schaal zich nu ten opzichte van kilometers?" Ilred was niet tevreden, eer zij hun een nauwkeurige kaart in kilo meters had voorgelegd. „Onze vori ge gasten hebben ons deze gegevens verstrekt", zei zij. Leary verklaarde zich voldaan en zij schakelde de pro jector uit. De verlichting in de bi bliotheek werd geleidelijk weer fel ler. Hierna nam Ilred uit een lade in de katheder een dun boek. „Dit is het verslag over onze voorlaatste be zoekers uit de Buitenwereld", zei zij. De twee mannen stonden over haar gebogen, terwijl zij de ene bladzijde na de andere omsloeg. Het gaf Clay more even een schok, toen hij de lijst van Engelse namen zag staan tussen bladzijden volgedrukt met de onleesbare landstaal. Er stonden veel illustraties in, die de bemanning en de Lancaster bommenwerper af beeldden. Claymore voelde kramp in zijn buik, die angst was. Niet een van die jonge mannen in vliegeruitrus ting leek ouder dan vijfentwintig jaar te zijn geweest. Zij zagen er zo zelfbewust uit, alsof zij zich onkwets baar achtten en toch waren zij bij hun poging Yademos te verlaten allen om het leven gekomen. Hij keerde zich om en begon doelloos in een van de boeken te bladeren, die op de katheder opgestapeld lagen. Zij waren anders dan de boeken, die hij Leary had zien openslaan. Dat waren normaal gdrukte boeken ge weest, zwarte letters op wit papier, nu had hij een boek in handen met lichtgele druk op roze papier. Ildred keek naar hem om. „Vindt u dat niet interessant?" „Ik vraag me af, waarom een boek in deze kleuren wordt gemaakt" zei hij. „De druk is heel moeilijk te lezen". Dat was bijzonder zacht uit gedrukt; nadat hij een paar tellen op de druk had getuurd, begon het hem al voor de ogen te farrelen. „Wij Dienaren vinden dit ook moeilijk leesbaar" zei Ilred. „Wij zijn niet in staat de gedrukte tekst te waarderen, waarvan de Heren ge nieten". Claymore sloeg de blik neer. Weer dezelfde geschiedenis. „Wilt u zeg gen, dat de Heren al hun boeken zo laten drukken?" „Ja. Elk boek dat geschreven wordt, is bestemd voor het genoegen en de informatie van de heren. Wij Dienaren moeten een bewijsexem- plaar in de bibliotheek bewaren, maar wij bezitten niet het ontwikke lingsniveau om het genoegen van lezen onder speciale omstandighe den, zoals zij door de Heren zijn ge decreteerd, te kunnen navoelen. Daarom zijn wij op speciaal voor ons gedrukte exemplaren aangewe zen". „En al die boeken hier.Heeft Herpoli daarvan ook exemplaren?" „Natuurlijk". Even drukte het op gewekte gezicht van Ildred ergernis uit. „U denkt aan censuur? Maar dat is iets gruewelijks. Alle mensen moeten alles wat er geschreven is Ier beschikking krijgen. De boeken dienen binnen bereik van elke man en elke vrouw in de samenleving te zijn. Hoe kan er anders vrijheid be staan?" Een uur later wandelden de twee vliegers langs de rivier heen en weer over een pad, dat door vele voeten in het oevergras was aange legd. Aan de overkant van het wa ter konden zij nog vaag de omtrek van het toestel onderscheiden en zij meenden dat zij er beweging zagen. De boot lag niet aan de steiger en zij waren op dat ogenblik alleen. Leary leek slecht op zijn gemak en keek elk ogenblik om zich heen, alsof hij vreesde iemand te zien na deren. Maar het vlakke landschap was verlaten; de zuil van de Verblij ven en verderop de kleurige gebou wen van Herpoli legden alleen na druk op die verlatenheid. De piloot wees een plek langs het pad aan. „Ga maar zitten, maat". Zij lieten zich op de grond vallen. Het was een goed gekozen plek, waar zij niet overrompeld konden worden; zo dra Leary zich daarvan overtuigd had, haalde hij iets uit zijn binnen zak. Het was een boek, een van de boeken die zij in de bibliotheek had den ingekeken. „Jij stomme hond!" zei Claymore driftig. „Wat wil je nog meer last krijgen? Kun jij dan nergens met je vingers afblijven?" De piloot schudde het hoofd en lachte gemoedelijk. „Ik ben gek op verzekeringen, Bob", zei hij. „En dit lijkt me een heel mooi polisje". „Wat kun je daar nu beter van worden? Denk je werkelijk, dat we er iets aan hebben? En als ze nu eens merken, dat jij dat boek gesto len hebt?" „Je maakt je veel te bezorgd, Bob. Heb ik je al eerder gezegd". Hij sloeg de atlas open bij de kaart van heel Yademos en de randen van het omringende gebergte en draaide de kaart, tot hij ongeveer goed georiën teerd was Met zijn dunne wijsvinger tikte hij op de kaart en zei, „Ja, dat lijkt precies te kloppen". Hij bleef de kaart nog een ogenblik be studeren. „Kun je me zeggen of dit dezelfde kaart is, die jij in Lydda's kamer hebt gezien?" „Wat bedoel je?" „Dit, dat de Dienaren een speciale kaart voor ons getekend kunnen heb ben. Je begrijpt wel.een kaart, waarop de pas verkeerd staat aan gegeven". „Waarom zouden ze dat gedaan hebben?" zei Claymore uit de hoog te. „We hoeven niet door de pas te vliegen om het land uit te komen. Ruimte in overvloed om rond te cir kelen tot we voldoende hoogte heb ben om de bergen te missen". (Wordt vervolgd) Geen betere vertolker (dach ten wij) van onze nieuw jaarswensen aan de lezers kring dan deze vervaarlijke Engelse bulldog, telg uit een roemrucht hondengeslacht, dat om zijn onverzettelijke „vasthoudendheid" in vele talen spreekwoordelijke faam verworven heeft. Net als wij heeft ook hij afscheid geno men van 1965 met een slokje en een hapje, de ogen wee moedig geloken om het Jaar dat Ging. Maar vandaag kykt hij weer wakker en moedig het nieuwe jaar in, altijd pa raat om ons met zijn dreigen de blik te herinneren aan on ze mensenplicht om óók vasthoudend te zijn. Vooral ten aanzien van onze Goede Voornemens voor 1966. Uit knippen en op de spiegel plakken! De eerste dagen is de planeet Mercurius 's morgens zichtbaar boven de zuidoostelijke horizon, hoewel zij zich al spoedig verschuilt achter de felle zonnestralen die zij dichter en dichter nadert. 's Avonds na zonsondergang is Venus als een zeer helder hemellichaam zichtbaar in het zuidwesten. Ook zij nadert snel de zon en wordt onzichtbaar rond de 20e januari. Mars, aanzienlijk zwakker dan Venus, moet ook 's avonds in het zuidwesten worden opgezocht. Deze planeet is echter ook slechts in het begin van de maand waarneembaar waarna zij verdwijnt in de schemering. Jupiter is een groot deel van de nacht zichtbaar in de Stier. Deze planeet (de reus van het zonnestelsel) is veel helderder dan Mars maar moet in schittering voor Venus onderdoen. Rond 11 uur 's avonds staat Jupiter recht in het zuiden. Wanneer men vroeger gaat kijken bevindt zij zich iets oostelijker, en later, iets westelijker. Saturnus bevindt zich nog steeds in de Waterman, maar haar zichtbaarheid vermindert snel. Van dag tot dag gaat ze vroeger onder. Wie deze planeet, in helderheid te vergelijken met Mars, nog wil waar nemen, kan haar vinden 's avonds in het zuidwesten. Op 4 januari te 19 uur staat de maan in conjunctie (samenstand) met Aldebaran, de helderste ster van het sterrenbeeld de Stier. Twee dagen later passeert de maan de planeet Jupiter. Een mooie gelegen heid voor hen die Jupiter nog niet konden vinden, de planeet thans met zekerheid te herkennen. Jupiter is dan veruit het helderste object in de buurt van de maan. Op 9 januari te middernacht komt de maan dan weer in conjunctie met Regulus (helderste ster van de Leeuw). Wie van de 23ste tot de 27ste 's avonds de maan waarneemt zal het zeker niet ontgaan dat buiten de heldere maansikkel ook het overige deel van de maanschijf flauw verlicht zichtbaar is. Misschien lukt het wel de bekende donkere en lichte vlekken te herkennen. Wat men eigenlijk ziet is het licht van de aarde dat weerkaatst wordt door de maan. In derdaad, als de maan voor ons slechts 'n smal verlichte sikkel is, is van de maan gezien de aarde bijna vol verlicht. En aan gezien de aarde groter is dan de maan, en veel meer licht weerkaatst (denk aan de uitgestrekte oceanen die op aarde wel, en op de maan niet aanwezig zijn, is het op de maan veel lichter bij „volle aarde" dan op de aarde bij „volle maan". Het *339 POOLSTER. HARTLIJN VAN DE MELKWEG 1—«'d,yhpSEus POOKT COR MARTEN TOONCCT is dus niet te verwonderen dat het „aarde- licht" op de maan weer van de aarde uit zichtbaar is. In ieder geval is het zeker de moeite waard dit verschijnsel, het asgrauwe licht genomd, op te sporen. Vermelden we tenslotte nog dat de aarde op 4 januari te 0 uur zich in het punt van haar baan bevindt dat het dichtst bij de zon gelegen is, nl. 147 mil joen km. Maar de winter zal er niet min der koud om zijn. De seizoenen worden immers niet veroorzaakt door de wisse lende afstand van de aarde tot de zon (daarvoor zijn deze veranderingen te ge ring) maar wel door de schuine stand van de aardas ten opzichte van haar baan om de zon. MAAN: Volle maan: 7 jan. te 6.16. Laatste kwartier: 13 jan. te 21.00. Nieuwe maan: 21 jan. te 16:46. Eerste kwartier: 29 jan. te 20.48. Om de kaart te richten moet men haar boven het hoofd houden en het noorden laten samenvallen met de noordelijke horizon. De stand van de hemel is die op 15 januari te 20 uuur. Voor vroegere tijdstippen de kaart draaien in de richting van de wijzers van het urwerk, voor latere tijdstippen in de tegenovergestelde richting. De plaats van de maan is voor enkele avonden aangegeven; de getallen duiden de dag van de maand aan. Ook is de positie van Jupiter (J) en van Sa- In kasteel Drakensteijn hebben prinses Beatrix en de heer Claus von Amsberg temidden van familie en vrienden de jaarwisseling gevierd. Naar Duits ge bruik werd er „Sylvesterabend" gevierd. Een groot deel van de genodigden had ook deelgenomen aan een drijfjacht in de bossen bij paleis Het Loo. Bij het feest in Drakensteijn waren de koningin, prins Bernard, prinses Irene en haar echtgenoot, prinses Margriet en de heer Van Vollenhoven, de heer Von Hohenberg, een vriend van de verloofde van prinses Beatrix, prins Richard zu Sayn Wittgenstein Berleburg en graaf Caspar von Oeyenhausen en zijn echtge note. PEKING (AFP) -De Chinese rege ring heeft India er in een nota van be schuldigd, dat dit land het debat in de Verenigde Naties over de kwestie-Tibet heeft misbruikt om „haar anti-Chinese laster-campagne op te voeren." „De rege ring in New Delhi bedient zich van da Dalai Lama om op Indisch gebied anti- Chinese activiteit te ontwikkelen," aldus de nota. De Indische regering heeft China da plechtige verzekering gegeven dat zij Ti bet als Chinees gebied erkent. turnus (S) aangeduid. De stippellijn die door de Zwaan gaat duidt de hartlijn van de Melkweg aan. De andere gestippelde lijn i sde ekliptika (Dierenriem of Zodia- ke) de zon, de maan en de belangrijkste planeten bevinden zich reeds in de na bijheid van deze lijn. 38. Nadat Panda op het autokerkhof afscheid had ge nomen van Joris Goedbloed met de Grubbel, verstreek er enige tijd. waarin niet veel gebeurde.Tot op een dag de bediende Jollypop binnen trad met de medede ling: „Er is zojuist een verzegelde ijlbrief voor ons ge bracht. Schikt het ons daar onmiddellijk kennis van te nemen?" „Ja geef maar hier!" riep Panda, want die zat zich, eerlijk gezegd, lelijk te vervelen. Het was een mooi-gestelde brief, waarin Panda als Weledelge strenge Heer werd aangesproken. „Wij verzoeken u", aldus het schrijven, „als zeer vooraanstaand en in vloedrijk ingezetene.„Wie bedoelen ze daarmee?" vroeg Panda, het lezen onderbrekend; en Jollypop ant woordde: „Ons natuurlijk". .„invloedrijk ingezetene, zich zo spoedig mogelijk in verbinding te stellen met de Stichting ter Beschaving van het Onderontwikkeld Umbuli en deszelfs Bewoners, bij welke Stichting Uw Weledelgestrengheid zijn gaven ten nuttigste zal kun nen aanwenden.„Dat klinkt heel goed", zei Panda, „ik heb altijd al zin gehad om mijn gaven ten nuttig ste aan te wenden, en ik heb er nu de tijd voor!" „En door wie mag dit schrijven wel ondertekend zijn?" informeerde Jollypop. „Dat kan ik niet lezen.en wat doet het er toe?" vroeg Panda. Hij prentte zich het adres van de Stichting in en ging meteen op weg, na geoogd door de afkeurende bediende. „Wij storten ons weer in iets bedenkelijks" mompelde Jollypop„ik hoop vooral dat wij mij niet zullen meeslepen!" HU ZAL ER ECHT VAM KUNNEN ff i VOORAL, DAT 2AL GEM REUSACHT16 GRASVELD WORDEN ZEEROB WERKT GEWÉLDIG HARD WORDEN^/ O O O 57. Terwijl Tsjiao Tai tegen Pao jam merde, om hem bij zich in de buurt te houden, heeft hij tersluiks het gesprek tussen de rechter en „Yie" gevolgd. Nu komt Tsjiao Tai snel in aktie Hij geeft de niets vermoedende Pao een formidabe le trap in zijn maag, die hem dubbelge vouwen tegen de hoop rotsblokken smakt. Pao's kap vliegt van zijn hoofd en zijn zwaard valt op de grond. Pao blijft daar liggen, zijn handen op zijn maag en met wijd open mond naar adem hijgend. Tsjiao Tai gromt: „Wist je dan niet dat een goed bokser zijn voeten even goed kan gebruiken als zijn vuisten, sufferd? Ik zal je nu de tijd geven daar eens rustig over te piekeren!" Terwijl Tsjiao Tai dat zegt, plaatst hij een niet te harde maar nauwkeurig gerichte trap onder te gen Pao's kin. Pao's hoofd slaat achter over tegen een uitstekend rotsblok. Het resultaat van die dubbele klap is dat hij als een zoutzak in elkaar zakt, bewuste loos. Tsjiao Tai kijkt om naar Rechter Tie die op hem toekomt. Hij wijst met zijn voet naar Pao en zegt grinnikend: „Ik heb hem een slaappilletje gegeven, edelachtbare! Gratis voor niks!" 418. Meer dan verbaasd vroeg Bram zich af hóe die wonderlijke kunstenmaker zijn naam kende. Daverend sloeg de artiest met de voeten de pandeksels tegen elkaar, terwijl hij zijn tocht over de rand van het hekje voortzette. Hier en daar werd hem een dubbeltje toegeworpen, dat hij handig op ving. Over het tafeltje keerde hij terug naar de plaats, waar Bram Fok was gezeten. Daar hij Bram had toegefluisterd, dat deze goed op zijn handen moest letten, hield deze strak de blik omlaag gericht, toen de potsenmaker over zijn tafeltje huppelde. Tiktik tik ging de hand en bij de laatste tik bleef er plotseling.een briefje op het tafeltje achter. „Lezen", zei de kunstenmaker en hij sprong met een salto over het hekje heen op straat. Links en rechts klapten de mensen bewonderend in hun handen, maar Bram hoorde het niet eens. Hij keek alleen maar naar dat briefje, dat hem op zo'n vreemde manier had be reikt en hij was half en half geneigd om Tutu gelijk te geven, toen deze heel zacht kraste: „Niet lezen, Valstrrrrik..1"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 7