HET LAND ACHTER
DE BERGEN
Intelligentie-onderzoek
bij kinderen van 5-7
PANDA E
E GRUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
„Diepvries-kosmonauten
voor verre ruimtereizen
BRAMMET1E FOK
K
uw matras
Rechter Tie en het deheim van het landhuis
Het Gooi gaat in 1966
telefonisch over
naar Utrecht
Ons vervolgverhaal
door John Boland
Voorspelbaarheid van latere
schoolprestaties mogelijk
txwrrr-
Haarlems
matrassenhuis
door dr. Robert van Gulik
DINSDAG 4 JANUARI 1966
Proeftest gereed
S
JJ
(Vertalina Maraot Bakker)
59)
Leary keek hem verpletterd aan.
Tjonge, ik zou niet op het idee zijn
gekomen het zo te doen!" Hij lachte.
Gewoon maar rondcirkelen en vol
doende hoogte winnen en dan recht
op huis aan. Dat het zo eenvoudig
is!"
Claymore keek hem wantrouwend
aan. „Nu ja, kan het soms niet op
die manier?" vroeg hij bij wijze van
verdediging.
„Als je zelfmoord wilt plegen, Ro
bert, is er met jouw methode niets
aan de hand. Maar dat ben ik voor
lopig niet van plan. Tjonge, wat ben
jij een ezel!" Hij zak zijn duim op
naar de altijd aanwezige wolkenlaag.
„En die soep daarboven dan? Ben
je vergeten waarom we een nood
landing moesten maken? IJs, jongen,
ijs. En je kunt van me aannemen,
dat je daarboven haast altijd met ijs
afzetting te maken krijgt. En dan
nog iets: hoe moeten wij koers be
palen, als het kompas dol draait, zo
als jij hebt gezien? We kunnen niet
op goed geluk tot boven die wolken
klimmen en dan maar op de sterren
vliegen".
Zijn vinger tikte weer op de kaart.
Begrijp je nu, waarom ik dit wilde
hebben? Veel is het niet, maar het is
beter dan niets. Wat wij moeten doen
Hij zweeg. „Nee, waarom zou ik
jou vertellen wat we moeten doen,
knaap? Je weet het al, is het niet?
Jij hebt mij te gehoorzamen, jij
doet wat ik zeg en meer doe je niet.
Alleen maar gehoorzamen en haal je
geen stommiteiten in je hoofd".
De spottende toon van de Canadees
deerde Claymore nauwelijks meer.
Met gekruiste benen zat de vroegere
bankdirecteur naar zijn vingers te
kijken, terwijl zij traag een vuist
maakten en zijn handen in zware
brokken vlees, bot en pezen veran
derden, zich ontspanden en zich op
nieuw kromden. Leary mocht zijn
kortstondige illusie van macht heb
ben. Het zou niet lang meer duren,
eer die vingers zich om de keel
van de piloot knelden; en als zij dat
deden, zouden ze zich niet zo vlug
entspannen. Het was een opwindende
en troostende gedachte.
Die avond wist Claymore zich weer
van zijn spanningen te ontdoen; hij
dronk schielijk tot hij genoeg wijn
op had om de toekomst door de ro
ze bril van de alcohol te zien.
„Wat drommel, hoe maken jullie
dat spul?" vroeg hij, zijn glas tegen
het licht houdend en stompzinnig te
gen de wijn knipperend. „Druiven
hebben zon nodig om rijp te wor
den".
Radroff, de Derde Dienaar en de
eerste die Claymore in Yademos ont
moet had, lichtte hem in. De wijn
stokken werden door kunstlicht be
schenen en dat schiep de vereiste
omstandigheden, waarin de jaarlijks
oogst kon groeien en rijpen. Radroff,
de minister van Landbouw, noemde
vol trots reeksen cijfers, die de oog
sten van diverse produkten weerga
ven.
Het waren cijfers die de voorma
lige bankdirecteur niets zeiden.
„Zijn het flinke oogsten?"
„Flink? Voortreffelijke oogsten.
Vergeleken met de beste oogsten in
de Buitenwereld leveren onze akkers
vijfmaal zoveel op".
„Hoe kunt u dat weten?"
„Een van de mannen, die hier met
de vorige vliegmachine zijn geland,
heeft ons heel wat verteld. Het was
een man die in zijn land gewassen
verbouwde. Landbouwer noemde hij
zich. Hij was diep onder de indruk".
Claymore's belangstelling voor de
wijnproduktie was inmiddels verdwe
nen en zijn aandacht werd door de
muziek getrokken. Het orkest van
bedienden speelde rustig en hun mu
ziek was een gelijkmatige stroom
van klanken, zachter dan de gesprek
ken van de Dienaren. Leary had aan
de andere kant van de zaal een blijk
baar ernstig gesprek met Brontwy en
Mohema stond bij het orkest en leek
aandachtig naar de musici te luiste
ren. Zij keerde zich om en zag zijn
blik op haar gericht en lachend
kwam zij naar hem toe met graci
euze bewegingen, die meer op zwe
ven dan op lopen leken.
Mohema liet zich op haar knieën
naast hem in de kussens vallen.
„Dienen we u goed?" Hij knikte.
„Voortreffelijk. Maar u hebt het te
warm? U wilt liever langs de rivier
wandelen, nietwaar?" Zij ging weer
staan. „Kom mee". Mohema stak
hem een hand toe en met onverwach
te kracht trok zij hem overeind.
„Misschien zal een wandeling ons
beiden goed goen".
Zij liep heel dicht naast hem, ter
wijl zij zich naar de ingang van de
Verblijven begaven; zij hield zijn
arm vast en drukte zich tegen zijn
lichaam. „Ik vind het heerlijk, dat u
met me bent meegegaan" zei ze. „Ik
dacht dat ik u gkwetst had dat
u niet meer bij me wilde zijn en dat
vond ik erg verdrietig".
Claymore, verhit door de wijn en
zich zeer bewust van haar warme
lichaam dat. zich tegen het zijne
drong, antwoordde behoedzaam en
koos zijn woorden traag. „Mij ge
kwetst? Nee, vanzelfsprekend niet.
Waarom dacht u dat?"
Mohema gaf zijn arm een kneep
je. „Gelukkig. Het zou me mijn leven
lang gehinderd hebben".
Zij gingen naar de rivier en zei
den enige tijd niets. Hoewel het tegen
middernacht liep, was het haast even
licht als overdag; de warme stille at
mosfeer was zo helder, dat hij tot
aan de horizon kon kijken. „Ze me
nu eens," zei Mohema, „of u een gun
stige indruk van Yademos hebt ge
kregen. Zult u de volken in dg Bui
tenwereld vertellen, hoe "Vet" \Vi] ont
wikkeld zijn? Denkt u ook niet, dat
zij veel van ons kunnen leren? Hier
is geen oorlog, geen ziekte, geen ar
moede. Iedereen is hier gelukkig;
men wijdt zijn leven aan zijn mede
mensen."
Hij keek haar aan en trachtte haar
duidelijk te zien. „U u vindt dat
we de volken in de Buitenwereld over
u moeten vertellen... Maar zullen we
die kans krijgen?"
„Waarom niet?"
Claymore weifelde. Hij zou zeer
listig te werk moeten gaan. Mis
schien kon hij van haar iets te weten
komen, waarmee hij zijn voordeel
zou kunnen doen. „Misschien zullen
we dit land niet kunnen verlaten. Al
die bergen en dan per vliegtuig... Er
zou iets kunnen gebeuren."
(Wordt vervolgd)
SIND TWEE JAAR werken dr. P. J. D. Drenth en drs. J. F. Petrie aan
het opstellen en ijken van een Nederlandse intelligentietest voor kinderen tussen
5 en 7 jaar. Dr. Drenth is lector in de psychodiagnostiek en de bedrijfsspychologie
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, drs. Petrie is als wetenschappelijk mede
werker aan zijn laboratorium verbonden.
De keuze van de leeftijdsgroep 5-7 jaar
is onder meer gebaseerd op de resultaten
van een enquête, verzonden aan alle kin
derpsychologen in Nederland. Uit deze en
quête bleek in het algemeen een grote
behoefte aan goed geijkte intelligentietests
maar met name voor de genoemde leef
tijdsfase (91 percent urgent of zeer ur
gent). Voor vele belangrijke beslissingen
in deze periode (schooltype, schoolniveau,
al of niet speciaal onderwijs, identificatie
van zwakzinnigheid e.d.) ontbreekt nog te
zeer een objectief-wetenschappelijke ba
sis. Meestal gebruikt men in ons land
voor kinderen van die leeftijd vertaalde
buitenlandse tests die uiteraard niet aan
Nederlandse omstandigheden zijn aange
past. Naast deze praktische behoefte aan
een eigen Nederlandse intelligentietest
voor kinderen van 5-7 jaar, zijn er ook
wetenschappelij ke.
Wij interesseren ons bijvoorbeeld, aldus
dr. Drenth, voor de vraag naar de struc
tuur van de intelligentie op jeugdige leef
tijd in vergelijking met latere leeftijden,
voor de vraag of de verschillende aspec
ten sterk samenhangen, of dat er reeds
vroeg een duidelijke differentiatie op
treedt. Daarnaast is er het probleem hoe
deze intelligentie samenhangt met leer
vermogen en leerprestaties. Dit laatste
heeft natuurlijk tevens praktische kanten,
zoals de voorspelbaarheid van latere
schoolprestaties. Tenslotte zou men kun
nen onderzoeken op welke wijze de intel
ligentie zich verhoudt tot andere aspecten
van de persoonlijkheid, zoals aanpassing,
motivatie e.d.
Dr. Drenth is thans vrijwel gereed ge
komen met de constructie van een voor
lopige experimentele „testbatterij". Deze
bestaat deels uit zelfgemaakte testjes en
is anderdeels gebaseerd op de litteratuur.
Men wil deze voorlopige testserie in
maart of april van 1966 voorleggen aan
circa driehonderd stads- en plattelandskin
deren tussen vijf en zeven jaar. Op grond
van de resultaten zullen vorm en struc
tuur van de uiteindelijke tests bepaald
worden en 'n definitieve testbatterij wor
den samengesteld voor een steekproef
De telefoonabonnees in het Gooi zullen
dit jaar van het district Amsterdam over
gaan naar het telefoondistrict Utrecht.
Dit houdt geen verband met de bij Ge
deputeerde Staten van Utrecht levende
wens het Gooi bestuurlijk bij Utrecht te
voegen", zei de directeur van het Utrecht
se telefoondistrict, ir. C. Broekmeijer, in
een nieuwjaarstoespraak tot het personeel.
Reeds veel eerder werd besloten het Gooi
(de sector Hilversum met negen telefoon
netten en drie dienstkringen) bij Utrecht
te voegen. Voor Utrecht betekent deze
toevoeging een uitbreiding van het tele
foonnet met ongeveer 50 percent. Zuide
lijk Flevoland behoort al tot het telefoon
district Utrecht.
39. Het kostte Panda weinig moeite, het kantoor van
de Stichting ter Beschaving vanhet Onderontwikkeld
Umbuli en deszelfs Bewoners te vinden. Maar het kwam
hem voor dat het gebouw minder voornaam was dan
de naam en de vormelijke taal van de ijlbrief die hem
hierheen had gebracht. Ook het interieur was niet hele
maal zo deftig als hij het zich misschien had voorge
steld,, maar enig nadenken bracht Panda tot de con
clusie dat hij niet anders had mogen verwachten. „Dit
is" dacht hij, „tenslotte een weldadige stichting, en dat
soort idealistische instellingen mag nooit in dure kanto
ren zetelen; die moeten al hun geld besteden aan het
goede doel. Nee, het is juist mooi dat het hier zo een
voudig is en ik zal dan ook alles doen wat ik kan om te
helpen!" Vervuld van deze en dergelijke gedachten
had hij in het overigens verlaten gebouw al spoedig de
deur van de directiekamer gevonden, waar hij nu na
een kordaat klopje binnentrad. „Aha! Ziet aan!" sprak
een beschaafde stem. „Een bezoeker.hoe aange
naam! Riepen niet reeds de Klassieken uit, bij het ver
welkomen van bezoek; „Amicitia omnia vindt?" En ja
hoor; de directeur, die oprees van achter het wat wan
kele bureau was niemand minder dan Joris Goedbloed.
IK DACHT HET WED i
DAT GRASVELD ISTE
6R00T, HU IS HELE
MAAL UIT6EPUT
KIJK EENS, WAT Z6ER06S
GRASVELD HAR06E6R0EID IS)
hu is ook begonnen met
MAAIEN l HIER.IS EEN PAD
vv\ •- w i tut*, <Sl i <-*7 »•-»•»»» i—Ivjy,
mi-3.
met ongeveer twaalfhonderd kinderen, die
als groep representatief zijn voor al onze
vijf- tot zevenjarigen. Dit onderzoek zal in
het voorjaar van 1967 plaatshebben. Op
grond van de resultaten van dit grote
landelijke onderzoek zullen de testnormen
worden vastgesteld.
Daar kinderen van deze leeftijd zeer
moeilijk klassikaal te testen zijn, zal de
test een individueel karakter dragen. De
ze procedure is niet zo efficiënt, maar
heeft het voordeel dat de kinderen beter
geobserveerd kunnen worden. De testjes
zijn onder meer gericht op het inzicht
hebben in de betekenis van woorden, het
waarnemen van onafgemaakte tekenin
gen, verschillende vormen van abstract
redeneren, tellen en meten, e.d.
Mevrouw Petrie, die schilderes is, en
haar zuster mevrouw Van Ankeren, die
zich op reclametekenen heeft toegelegd,
hebben een groot aantal fraaie tekenin
gen voor de testbatterij ontworpen.
Ver in de toekomst ziet
de Russische geleerde
Nikolai Sirotkin, die in
een artikel in het mili
taire tijdschrift Krasjnaja
Svesda (Rode Ster) de
gedachte ontwikkelt dat
de ruimtevaarders anno
1970 wellicht diepgevro
ren zullen worden al
vorens zij hun reizen naar
verafgelegen hemellicha
men ondernemen.
Sirotkin betoogt dat de
kosmonauten voor zulke
verre reizen een groot
deel van hun leven zou
den moeten opofferen. Zij
zouden als jonge mannen
zulk een reis beginnen,
doch pas als grijsaards
op hun bestemming arri
veren. Dp latfge jaren van
nietsdoen zouden hun
lichaam en geest krachte
loos maken en ten ge
volge daarvan zouden zij
wellicht lang voor hun
tijd overlijden aan boord
van hun ruimteschepen.
Dit alles, aldus Sirotkin,
zal te voorkomen zijn als
wij hen vóór hun vertrek
kunnen „diepvriezen" om
hen dan, als zij na vele
tientallen jaren nabij hun
verre doel (een ster of
planeet aankomen)langs
radiografische weg te
„ontdooien". Bevriezing
vertraagt namelijk de
lichaamsprocessen aan
zienlijk en op deze
wijze zouden de kosmo
nauten na hun lange rei
zen nog bijna even jong
en vitaal „herleven" als
bij hun vertrek van de
aarde. (AP).
(In theorie is een derge
lijke procedure stellig
niet onmogelijk. Studies
van beren en andere die
ren hebben aangetoond,
dat vele diersoorten tij
dens hun winterslaap, een
soort natuurlijke „ver
jongingskuur" onder
gaan; bloedsomloop en
ademhaling worden tot
op een fractie van de
normale toestand ver
traagd; de vitale organen
werken zeer langzaam en
de lichaamstemperatuur
daalt vele graden. In deze
toestand kunnen de die
ren teren op hun reserve-
voorraden. Zij behoeven
zich niet te voeden en
hun lichaam „slijt" of
veroudert niet.
Bij een totaal invriezen
komen de lichaamsfunc
ties vrijwel geheel tot
stilstand; het leven wordt
als het ware op het nul
punt gefixeerd en kan
door snelle ontdooiing
(bij lagere dieren) later
weer opgewekt worden.
Of dit ook bij hogere we
zens (mensen, warmbloe
dige dieren etc.) mogelijk
is, moet nog onderzocht
worden.
Bevriezing wordt, in
plaats van lokale ver
doving, al in de chirurgie
toegepast om bepaalde te
opèrefën lichaamsdelen
(arm- en beenamputa
ties) ongevoelig te ma
ken: een bewijs dat
zenuwwerking en bloeds
omloop door extreem-
lage temperaturen sterk
vertraagd worden. Red.).
De Franse ontwerper Ruben Torres
heeft alvast enkele ideetjes voor de
strandmode 1966 gespuid. Elektroniki
(rechts) is een beha met knipperlich
ten, die op ingebouwde batterijen
werkt. Het model links toont de crea
tie „Kikkersprong"bestaande uit een
vrij normaal badpak met aangebouw
de torenhelm, waarop desgewenst
een kleine helipropeller gemonteerd
kan worden. Wij schijnen een boeiend
badseizoen tegemoet te gaan
Advertentie
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
te dun of versleten
laat het ons even weten
prijsopgave aan huis
's morgens 9 uur gehaald
's avonds 6 uur thuis
tsusioom Pi POIISDOm RjqRirm b de graaff
grote houtstraat 103
haarlem, telefoon 11485
profiteer van onze inruilactie
10,— tot 25,— voor uw
oude spiraal of ledikant.
iiniiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiilliiliiiiiiililiniiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiin
58. Nu moeten Rechter Tie en Tsjiao
Tai hun handen zien los te krijgen, voor
dat Pao weer bijkomt. Tsjiao Tai gaat op
de grond zitten en schuift net zolang op
en neer totdat hij met zijn gebonden han
den het zwaard van Pao te pakken heeft
gekregen. Nu zit hij op zijn hurken en
houdt het zwaard achter zijn rug recht
omhoog. Rechter Tie gaat met zijn rug
naar hem toestaan en probeert het koord
om zijn polsen op de punt van het zwaard
door te snijden. Terwijl hij daarmee be
zig is, zegt hij over zijn schouder: „Ik
had „Yie" ook liever levend in handen
gekregen, maar er zat niets anders op.
En Pao is in elk geval de hoofdschuldi
ge en die zal een volledige bekentenis af
leggen. Au.dat was mijn duim!" Wan
neer Rechter Tie zijn handen heeft los
gekregen, snijdt hij vlug het koord door,
dat Tsjiao Tai's polsen bij elkaar
houdt. Nu zijn ze dan eindelijk helemaal
vrij. Tsjiao Tai gebruikt de stukken door
gesneden koord om Pao's handen stevig
op zijn rug vast te binden. Dan rammelt
hij hem door elkaar, totdat Pao zijn ogen
opslaat. Tjsiao Tai zet hem zijn kap weer
op het hoofd. „Ik ben heus geen kwaaie
kerel, Pao", zegt hij vriendelijk, „ik wil
jou in prima conditie op het schavot af
leveren!" Pao kijkt verwezen naar de
rechter op. „Wie.wie.begint hij.
Rechter Tie antwoordt ernstig: „Ik ben
Magistraat Tie, uw rechter!"
419. Als Bram er de kans voor had ge
kregen zou hij graag aan de vreemde ar
tiest hebben gevraagd, waarom deze het
papiertje op zijn tafeltje had achtergela
ten.
Maar de kunstenmaker liet hem er geen
gelegenheid toe.
Met razende snelheid rende de man weg
door de straten, verwonderd nagekeken
door de mensen, die hem zagen voorbij
komen.
Een tijdje bleef Bram ernstig naar het
briefje turen.
„Weet je," zei hij eindelijk „ik ben tot
een besluit gekomen. Het is véél te ge
vaarlijk om dat briefje open te ma
ken. en het is dus verreweg het beste
om het weg te gooien."
„Prrecies," krijste Tutu opgelucht.
„Maar éérst moet ik het lezen," zei
Brammetje en hij vouwde het papiertje
snel open. Er gebeurde niets. Het brief
je was een gewoon briefje, waarop een
paar gewone regels stonden, die door
Bram hardop werden voorgelezen.
„Dringend. Kom vanavond om tien uur
op de hoek van de Peperstraat en de Zout-
straat. Wachtwoord: Wollensokkenweer."