VROUW Kousen? Wij „verslinden" er per jaar 800.000.000 7 15 ZATERDAG 8 JANUARI 1966 Erbij 'v wmsm ygÊjjm wil' Henny Schoute r „U WEET DAT mannen naar de benen van een vrouw kijken. Wij kijken daar het eerst naar. Beroepshalve natuurlijk omdat je in het vak zit. Mag ik het u zeggen: u heeft een grote fout in uw kleding gemaakt. De kleur van uw pakje past bij u. Het ziet er duur uit en dan kijk ik naar beneden. U stikt van de rimpels: u draagt goedkope kousen. Ik schat ze Een door Ton Karsten ontworpen en uitgevoerde kous, in opdracht van een Nederlandse fabrikant van merkkousen. De elegant-sportieve kous Wol-mousse nylonkous die een sportief karakter heeft. op 1,25. Vrouwen geven wel veel uit aan make-up en de kapper, maar ze zijn slordig op hun benen. Zet uw voet eens plat op de grond ziet u die rimpels op de wreef? Dat komt omdat ze niet anatomisch gebreid zijn. Dus gegoten om het been. Deze monoloog gold ons, in de ontvangstkamer van een Haarlemse kousenindustrie. Sinds die dag dragen we geen goedkopenylons meer. We geven een daalder meer voor de betere kwaliteit anatomisch gebreid en soepel sluitend om het been..., zonder rimpels nu. PER JAAR VERBRUIKEN de Nederlandse vrouwen ruim 80 miljoen kousen. Sinds 1960 steeg het verbruik van 10 tot 18 paar per jaar door de vrouwelijke sexe van veertien jaar en ouder. De Nederlandse industrie produceerde hiervan 64%; de resterende 36% kwam uit het buitenland. Meestal kousen van een inferieure kwaliteit en ook aanmerkelijk goedkoper dan de Nederlandse (merk) kous. Of het duurdere soort kousen langer ladderloos blijft is een tweede. De pechfactor ligt namelijk op de 63%. Bewezen is echter dat de levensduur van een merkkous langer is dan die van de merkloze kous. Hieromtrent is namelijk een consumen tenonderzoek gehouden. Goedkope kousen worden gretig afgenomen. Aan rom mel wordt het meeste verdiend, zegt de producent van de merkkous. Wij kunnen natuurlijk ook goedkopere kousen gaan vervaardigen door minder selectief te werk te gaan. Als wij er morgen toe zouden overgaan, zou het rendement hoger zijn. De consument echter is het meest gebaat bij een merkkous. Bovendien kan de fabriek geen naam verliezen. Onze grootste strijd is die tegen de pechfactor. Daarom kan een goedkopere kous wel eens een langere levensduur heb ben dan een dure kous. ER ZIJN WANDEL-, werk- en avondkousen, in derniers variërend van vijftien tot veertig. Theoretisch kunnen deze getallen hoger en lager liggen maar dit soort kousen heeft te weinig aftrek. In een notedop is de fabrikage als volgt: het garen wordt gebreid, gefixeerd (voor)gevormd, geverfd, gepaard en verpakt. Daar tussendoor wordt het produkt dat een kous moet worden diverse keren gecontroleerd. De Nederlandse merkkous wordt vanaf 1,45 verkocht. Goedkopere Nederlandse kousen worden onder een „fancy"- naam aan de vrouw gebracht. Dus evenals de produkten uit het buitenland: gericht op de kwaliteit. De kwaliteit is nagenoeg evenredig aan de prijs. Hoe en welk soort nylons koopt men. Er is een vrij ruime keus. Kousen met en zonder naad, gedessineerde en effen kousen, in een aantrekkelijk kleurengamma (alle moge lijke tinten bruin, pasteltinten en felle kleuren), fijne en grove weefsels, goedkope en dure soorten, „laddervrije" nylons, steun-nylons en noem maar op. Het kopen van kousen vormt evenmin een probleem. Het is gemeengoed geworden. Wat vroeger luxe was is nu een alledaags artikel geworden. OM TERUG TE GAAN naar de oorsprong van de kous, duiken we een eind de geschiedenis in. De geschiedenis van het breien uiteraard. Er wordt zelfs beweerd dat Eva deze techniek al meester was. Verder komen we namen tegen als die van de koningin van Sheba en Penelope, de echtgenote van Odysseus. Geschiedkundigen hebben het oerstadium van breien vastgesteld op 2500 voor Christus. De oorsprong van het breiwerk ligt in het Arabische Schiereiland. Van daar ging de techniek naar de landen rond de Middellandse Zee met als meest westelijke exponent Spanje. We nemen een grote stap naar een later tijdstip: naar 1589 toen een zekere meneer William Lee uit Engeland de eerste kousen breimachine uitvond. Het beien van kousen was dus in de middeleeuwen een ambacht. In Parijs werd bijvoorbeeld een gilde van kousenbreiers opgericht. De eerste niet meer door handkracht aangedreven brei-machines werden rond 1800 in Engeland in gebruik genomen. Dit was een door stoom aangedreven machine. Hiermee werd de basis gelegd voor de ontwikkeling van de industrie: de textielindustrie. WEER EEN GROTE stap door de geschiedenis: naar 1939. In dat jaar werd in Amerika een nieuwe kous op de markt gebracht. Een nieuwe kous van een nieuw materiaal: nylon garens. Twaalf jaar was er aan de uitvinding van dit nieuwe garen gewerkt. Honderd miljoen gulden werd door de dertig chemici aan de research uitgegeven. In 1945 werd het nylongaren in Europa geintroduceerd. De kousenfabrie- ken gingen nylon dameskousen maken! Een schuchter begin van wat later een modieus beenomhulsel werd. We benen weer de geschiedenis door en komen aan bij heden. Een groot verbruik van kousen en tevens een wij ziging in dit verbruik. Door de massificatie namelijk is er een structuurwijziging gekomen in de produktie, aldus het Bureau der Vereniging van Tricot- en Kousenfabrikanten (Vertriko). Men haalt vier punten uit dit wijzigingsproces naar voren: De verschuiving naar de naadloze kous. In 1960 lag de verkoop van de kous met naad op 54%; in 1964 was dit teruggelopen tot 25%; in het eerste halfjaar van 1965 verder gedaald tot 22%. Het teruglopen van de vraag naar kousen met naad, de toename van die zonder naad, veroorzaakte dat het machinepark moest worden gereorganiseerd. Dat bracht uiteraard grote investeringen met zich mee wat de economie in de kousenindustrie niet bepaald ten goede kwam. Prijsontwikkeling Na de oorlog zijn de machines geperfectioneerd als gevolg van de technische ontwikkelingen. Het produktieproces werd minder arbeidsintensief. Een en ander gecombineerd resul teerde in het feit dat de kous goedkoper op de markt kon worden gebracht. De fabrikage van dameskousen heeft altijd op een hoog peil gestaan. Dat stelde dus eisen aan het personeel. Geble- Kantkousen ver vaardigd uit 100% elastisch helanca garen in verschil lende kleuren. V'É Nopjes nylonkou sen in verschillen de kleuren. ken is ook dat er grotere belangstelling kwam voor de dunne kous. De Nederlandse industrie heeft zich beijverd het peil te handhaven. Wijziging distributiepatroon: Niet alleen in de textielhandels meer worden kousen ver kocht. Een nieuw afzetkanaal werd de levensmiddelenin dustrie. Bij kruideniers, grootwinkelbedrijven en super markets werden kousen te koop aangeboden. Deze vier aspecten vormen, aldus de Vertriko, tezamen de elementen van een revolutionaire ontwikkeling van de dameskousenindustrie. DE ONTWIKKELING VAN de Nederlandse dameskousen industrie is in 1964 doorgegaan volgens het patroon dat wij reeds jaren kennen, aldus de Vertriko in het jaarverslag van dit jaar. De totale consumptie is tot nieuwe, ongekende hoog ten gestegen, doch de Nederlandse industrie heeft hieraan geen deel gehad. Dit is de bedroevende conclusie die moet worden getrokken uit de jaarcijfers over 1964. Reeds sedert jaar en dag staat de Nederlandse dameskousenindustrie onder krachtige buitenlandse druk, wat er toe heeft geleid dat de marktpositie geleidelijk afbrokkelde. Kerstpakje: Dit is de opvatting van een Deense ontwerper om de kerstdagen in door te bren gen. Het lijkt veel op een kant- kous-uit-een-stuk IN HET JAARVERSLAG staat ver der te lezen: Nederland produceerde 51 miljoen paar kousen; de totale markt nam toe van 75 tot 81 miljoen paar. Het Nederlandse marktaandeel liep terug van 56 tot 51 Moet men hieruit concluderen dat de vrouw de goedkopere buitenlandse kous prefe reert boven de duurdere Nederlandse merkkous? In hetzelfde jaarverslag staat wel. dat mag worden aangenomen dat de Nederlandse dameskousenprodu centen hun produktie zullen uitbreiden. Vooral in de laaggeprijsde sector. Men De breihal van een kousenfa- briek: een lange machine met dertig breiknoppen, een volledig geautomatiseerde produktie- eenheid, die dag en nacht door draait en per etmaal 45 dozijn nylons met naad produceert. gaat hierdoor in het offensief tegen de import, waardoor men op een geringe verbetering hoopt. Het exportaandeel van de Nederlandse dameskousenpro ducenten blijft op het niet ongunsti ge percentage van 20 gehandhaafd. Het is de naadloze kous die 't 'em doet, zo blijkt uit het jaarverslag. Want de produktietoename en ook de markt groei in 1965 komen voor rekening van de naadloze kous. Er wordt voor dit jaar een totale stijging van 6.5 miljoen paar verwacht. De interesse voor de kous met naad loopt geleidelijk aan terug. De kous maakt slechts een-zes de van de totale dameskousen-con sumptie uit. Ook het buitenland is niet meer zo gek op de kous met naad. Sommige fabrikanten hebben zelfs de naadkousproduktie stopgezet. Waar men wel optimistisch over is, is over het verbruik van kant- en gepatro neerde kousen, die vooral bij de tieneri in de smaak vallen. De fabrikanten van merkkousen zijn voor dit jaar niet pessimistisch. Er zullen en ook in de daaropvolgende jarenhoge eisen worden gesteld aan het ondernemersschap en de marktstra tegie van de producenten om zich niet verder op de Nederlandse en Europese dameskousenmarkt te laten verdrin gen, aldus het jaarverslag. Kousen, we kunnen er niet meer buiten. Ze zijn een belangrijk onder deel van onze garderobe. Het belang rijkste onderdeel? Als we de mannen moeten geloven misschien wel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 15