HET LAND ACHTER
DE BERGEN
Australië verbeidt tussen vrees en
hoop de komst van „Dollar Bill"..,
PANDA EN DE GEUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
0
k
m
KRAMMETJE FOK
Omschakeling op tiendelige munt
krijgt 14 februari haar beslag
Rechter Tie en het öeheim
van
landhuis
u
0
m
11
Óns vervolgverhaal
door John Boland
door dr. Robert van
Gulik
TT
DONDERDAG 13 JANUARI 1966
(Vertaling Maraot Bakker!
3i
Q
few
ftfHmwimwiuiwiMw
t
67)
Volgens Lydda fungeerde het
groepssteïsel uitstekend en zonder de
geringste hapering. Elke „familie"
Heren beschouwde het als een eer,
de taak te vervullen aan de hand
van het persoonlijk motto van ieder
een, dat luidde: „Ik ben Yademos
en Yademos is mij." Er mochten
geen kinderen uit de verbintenissen
binnen de groep geboren worden, ten
zij er toestemming was gegeven; die
toestemming werd slechts verleend
aan geselecteerde personen, vier kin
aeren de erfenis van de Heren waard
zouden zijn.
De inlichtingen over het groepssteï
sel beantwoordden 'n bepaalde vraag
die Claymore zich gesteld had. Hij
had nooit een van de Heren alleen
gezien. „Willen zij nooit eens een
poosje van elkaar weg?" vroeg hij
de Eerste Dienaar.
„Nee, zij voelen zich alleen ge
lukkig als zij bijeen zijn."
De woonverblijven van de groepen
verschilden alleen in afmetingen, al
naar gelang de grootte van de groep.
Voor het overige was alles gestan
daardiseerd; kleuren en meubels wa
ren overal volmaakt gelijk. Er was
niets gedaan om wanden en plafonds
te decoreren, maar de vertrekken
stonden overvol met stoelen, tafels
en banken Keukens waren er niet;
de maaltijden werden gemeenschap
pelijk bereid en geserveerd.
Nadat de twee vliegers vijf of zes
groepswoonverblijven hadden gezien,
verklaarde Lydda dat het tijd werd
naar de ontvangst te gaan, die te
hunner eer door de Heren werd ge
geven. Hij ging hen voor naar een
ruime zaal, die daverde van het la
waai. Er moesten minstens duizend
mensen in overalls bijeen zijn, dicht
opeen om de in rijen gezette tafels.
Ondanks de tampons dreunde de
muziek van trommels en trompetten
door Claymore's hoofd; de bonkende
klanken waren een fysieke kwelling.
Een waas van rook, die vurig zijn
neus binnendrong, maakte de kwel
ling nog groter. Hij keek naar Lea-
ry. De piloot had door vele streken
gezworven en doorgaans had zijn om
geving, hoe ongewoon ook, geen in
vloed op hem dat beweerde hij
althans. Nu zag Claymore tot zijn vol
doening, dat de Canadees zich geen
raad wist van het lawaai en de stank.
Claymore trachtte de tampons die
per in zijn oren te duwen en zijn
angst ging vrij snel in woede over.
Er was hem verteld, dat de Heren
hen zouden ontvangen; in feite ge
droegen zij zich, alsof de twee vlie-"
gers niet aanwezig waren, al even
min als de Dienaren. Met Lydda voor
op baanden zij zich gevieren een
weg tussen de dicht opeenstaande ta
fels. De Heren verdiepten zich in hun
eigen genoegens, dronken, speelden
een soort kaartspel, praatten door
een en gilden van het lachen.
Pas toen de bezoekers de andere
kant van de zaal hadden bereikt,
keek een van de Heren naar hen op.
Vervolgens greep een vrouw met
somber gezicht en glazige ogen Clay
more bij de mouw en begon tegen
hem te praten met dubbelslaande
tong.
Lydda keek Claymore lachend aan.
„De Heren nodigen ons uit, aan hun
groepstafel te komen zitten," zei hij.
„Een grote eer."
Zij zagen kans zich alle vier op
de bank te wringen, die om de ta
fel liep, doordat de Heren nog dich
ter opeenschoven. Claymore kreeg 'n
pul in de hand gedrukt. Hij rook
aan de donkere vloeistof in de pul
en keek de anderen onzeker aan.
Lydda hief 'n pul. „Er wordt ons ver
zocht te drinken op de wens, dat het
recht zal zegevieren." Hij keek Clay
more over de rand van zijn pul aan.
„Morgen voor de rechtbank".
Dadelijk werd "tie voormalige ban
kier weer door zijn angst overval
len. Dreef de Eerste Dienaar de
spot met hem? Zou het Claymore
soms zijn, die morgen berecht werd?
Hij probeerde Leary's aandacht
te trekken, maar de piloot leek
het naar zijn zin te Rebben en
zich volkomen thuis te voelen. Clay
more nipte van de' drank in de pul.
De smaak was enigszins bitter en de
drank prikte op zijn tong. Na het
slikken voelde hij de drank heet door
zijn keel stromen.
Wat er verder ook in mocht zitten,
de drank bevatte stellig 'n percenta
ge alcohol en Claymore dronk er gul
zig van. Naar lucht happend zette hij
de pul neer en nam 'n volle in ont
vangst van de vrouw naast hem. Zij
keek hem met open mond aan en
een smalle rimpel was op haar glad
de donkere hoofd zichtbaar. Haar
trekken waren zeer regelmatig het
gezicht miste alleen de intelligente
blik om mooi te zijn.
Claymore keek van de vrouw naar
Mohema aan de overkant van de ta
fel en vergeleek de twee vrouwen.
Het viel niet mee, zijn gedachten te
concentreren te midden van zoveel
hitte en lawaai, maar het contrast
tussen de vrouwen deed hem schrik
ken. Mohema zag er als een godin
uit en de andere vrouw leek een
idioot. Trek voer trek verschilden hun
gezichten toch niet veel van elkaar.
De vrouw streek met groezelige hand
over zijn revers, betastte de stof en
wreef de tweed tussen haar vingers.
Hij kon niet buiten bereik van haar
handen komen zonder op te staan en
weg te lopen. Hoe graag hij dat ge
daan zou hebben, hij durfde niet; hij
stelde zich liever aan het pijnlijk on
derzoek bloot.
De eigenschappen van de tweed
moesten de vrouw wel danig boeien,
want zij boog het hoofd naar hem toe,
tot zij haast met haar wang tegen
zijn borst lag. Haar gelaat verleven
digde en een paar tellen was zij
mooi, daarna doofde de intelligentie
weer. Claymore schuifelde op zijn
plaats heen en weer en Mohema riep
hem. „Zij behoort tot de Heren we
vers", riep Mohema. „Vandaar haar
belangstelling voor de stof van uw
jas".
Eer Claymore haar kon antwoor
den, stond Lydda op en wenkte de
vliegers en Mohema. Zij verhuis
den naar een andere tafel, waar zij
iets te drinken kregen en waar ver
der niemand zich met hen bemoei
de. Toen zij aan zes tafels een be
zoek hadden gebracht, begon Claymo
re de uitwerking van trommels en
trompetten aan de lijve te onder
vinden. (Wordt vervolgd)
(Van onze corr
SYDNEY. Op 14 februari a.s. nemen de Australiërs
de naam dollar van de Amerikanen over en over twee
jaar is het gedaan met het pond, de shilling en de penny.
Op die dag zwaait Australië om van het 12-delige naar
het 10-delige geldstelsel. De banken gaan vier dagen
dicht en wat er voordien in ponden is binnengekomen,
komt er na 18 februari in dollars weer uit. Lonen en
salarissen worden dubbel zo groot (want een Australisch
espondent)
pond wordt 20 dollars), maar helaas kun je er niet
dubbel-op van leven. Wel wordt het voor de huisvrouw-
een tijd van „dubbel uitkjjken", want de omzwaai brengt
tovenaarskunsten met zich mee: een sixpence, die nu
nog zes pennies waard is, krijgt straks een waarde van
slechts vijf centen, tien pennies worden negen cent, elf
pennies ook negen cent en twaalf pennies tien cent.
DE OVERGANGSDATUM van 14 febru
ari wordt „C-dag" genoemd (currency),
maar velen zijn bang dat het chaos-dag
wordt. Het is dan tevens St. Valentine's
dag de dag der geliefden en deze
werd voorheen D-dag genoemd (deci
maal). Sommige mensen spraken er
over als „doomsday" (dag van het laat
ste oordeel). Geen wonder dus dat al
twee jaar lang cursussen zijn gehouden,
waar het publiek, soms gratis, soms te
gen betaling, lessen in het decimale geld
stelsel kan volgen.
GELUKKIG gaf de overheid ruim
schoots gratis voorlichting door ettelijke
miljoenen pamfletten en brochures. In al
le dorpen en steden worden openbare le
zingen gehouden. Radio en televisie zijn
eveneens ingeschakeld in de voorlichting.
In de grote postkantoren zijn stands inge
richt, waar men van lieftallige meisjes,
gekleed in jurken met decimale geldte-
kens erop afgebeeld, inlichtingen en lie
ve glimlachjes kan ontvangen. Het offi
ciële kantoor ter voorbereiding van het
decimale geldstelsel heeft stripverhalen,
met „Dollar Bill" in de hoofdrol, ver
spreid voor publikatie in de pers. „Dol
lar Bill" heeft tien miljoen brieven aan
schoolkinderen „geschreven" om zich bij
hen bekend te maken.
De omzwaai naar het decimale geldstel
sel betekent voor de fabrikanten van re
ken- en boekhoudmachines goede zaken,
want de bestaande machines moeten wor
den veranderd (de regering betaalt er bij
na 250 miljoen gulden aan mee) en er
worden nieuwe op de markt gebracht.
Firma's in Europa hebben al stappen ge
daan om een deel van die nieuwe
markt welke gewaardeerd wordt op 200
miljoen gulden, te veroveren. Ook taxi-
meters, frankeermachines, kassa's, com
puters enz. moeten worden veranderd.
Een firma van boekhoudmachines is Syd
ney heeft 600 man in dienst, die twee
jaar lang niet anders zullen doen dan
zich met die taak belasten.
HOEWEL DE regering een kwart mil
joen gulden op tafel moet leggen om de
machines te laten veranderen, zal zij de
kosten over vijf jaar wel terugkrijgen,
wanneer zij alle uit de omloop genomen
oude munten laat omsmelten. Bovendien
betekent het decimale geldstelsel een be
sparing in tijd (en dus geld) voor de ge
hele bevolking, want rekenen in het thans
nog bestaande 12-delige geldstelsel is om
slachtig en tijdrovend (vermenigvuldig
bijv. eens een bedrag van 1 pond.5s.4d.
met 13). Maar het gemak van een tiende
lig stelsel hebben niet alle Australiërs di
rect in de gaten. Dankzij de voorlichting
in de afgelopen twee jaar heeft 64 per
cent van de bevolking het echter door, de
rest komt wel als ze ermee geconfron
teerd wordt.
OOK DE VERZAMELAAR van munten
zingt een hooglied. Al maanden heerst er
groot gebrek aan pennies, want vrijwel
iedereen stopt ze in een oude kous in
de hoop, dat ze in de toekomst veel geld
47. De benadeelde fruithandelaar Moerbeiier riep
luidkeels tot Panda: „Me geld, me geld!" Dit deed hij
omdat Joris Goedbloed gezegd had dat Panda, als Se
cret aris van de Beschavingsstichting, de rekening wel
even zou voldoen. Maar Panda was zonder portemon-
naie van huis gegaan, en moest dus in grote verlegen
heid erkennen, dat hij niet in staat was aan het ver
zoek van de zakenman te voldoen. „Als dit maar zui
vere koffie is", mompelde Brigadier Brakma; „ik wil
alleen maar zuivere koffie in mijn wijken ook
enkele andere omstanders begonnen wantrouwend te
mompelen. Nu echter was voor Joris Goedbloed het
ogenblik aangebroken om handelend op te treden. „Boe
ren, burgers en buitenlui!" sprak hij op heldere toon,
zich temidden van de oploop begevend. „Daar zien
wij, dat de Secretaris van de Stichting die het rampza
lige Umuli wil opheffen, in een tijdelijke geldverlegen
heid verkeert. Niettemin heeft de Umbuliaanse Grubbel
een schade aangericht die vergoed moet worden. Is
dit vraagstuk onoplosbaar? Neen, immers! Want hier
doe ik, als beschavend President, een beroep op het
beste dat in u is; ja, op uw edele harten, goede vrien
den! Want wilt gij niet, met mij, de Grubbels bescha
ven, en geheel Umbuli verheffen? Bedenk toch eens,
barmhartige hoorders, welke verschrikkelijke toestan
den daar heersen! Hebt toch mededogen voor dit Grub-
beltje dat op moest groeien zonder bromfiets, zonder
TV, zonder zelfs een elektrische gitaar, en dat dus
doende van uiterste verveling wel van kattekwaad tot
katte-erger moest vervallen
ZEEROB HEEFT ZICH EEN FUIK.
AANGESCHAFT 1
ZOU HU AC IETS
6EVAN6EN HEBBEN'?
ZÓVEEL VIS l KIJK EENS,
WAT ZE SPARTELEN 1
HET IS LASTIG OM ZO TE VISSEN i IK KAN NIET
MEER UIT DIE FUIK KOMEN
1969.
zullen opbrengen. Reeds nu geven mun-
tenkenners hoge prijzen voor Australi
sche munten. Er worden regelmatig vei
lingen gehouden, waar krankzinnige be
dragen worden betaald voor nog altijd
gewone, gangbare munten. Voor een pen
ny van 1930 bijv. is de waarde voor ver
zamelaars opgelopen tot 1600 gulden,
maar andere minder schaarse geldstuk
ken, zoals pennies uit latere jaren, bren
gen toch altijd het dubbele, driedubbele
of zesvoudige van de nominale waarde
op. In de winkeletalages kan men niet al
leen verzamelmappen kopen, maar lig
gen ook gangbare Australische munten
als koopwaar uitgespreid. De nederige
penny, die even zeldzaam in Australië
is geworden als het vierduitstuk in Ne
derland, is plotseling in aanzien geko
men. Zelfs pennies die geslagen zijn in
1964 worden voor hogere waarde aan ver
zamelaars verkocht.
HOEWEL ER op 14 februari a.s. een
grote voorraad nieuwe muntstukken ge
reed zijn zullen de oude munten nog twee
jaar in omloop blijven. Natuurlijk zullen
de huidige geldstukken dan uiteraard ge
leidelijk verdwijnen hetzij in de oude
kous, in verzamelingen, dan wel in de
smeltpot van de overheid. De omzwaai
naar het decimale stelsel heeft de rege
ring te baat genomen om in jle nationale
hoofdstad Canberra een geheel nieuwe
muntfabriek te laten bouwen, voorzien
van de nieuwste machines. Deze munt
heeft tweehonderd man personeel, die
driehonderd miljoen muntstukken per jaar
moeten produceren.
De nieuwe munten hebben een ander
aanzien dan de bestaande. Allerlei in
heemse dieren en vogels zijn erop afge
beeld. Het beroemde merino-schaap, dat
de tegenwoordige Australische shilling
siert, is verdwenen. Nu moeten de Aus
traliërs vertrouwd worden met de vlie
gende muis (1 cent) de gekraagde hage
dis (2 cent) de miereneter (5 ct), de lier
vogel (10 ct) de platypus (vogelbekdier
20 ct) en de kangoeroe en emoe op het
muntstuk van een halve dollar (50 ct).
Ook komt er een serie van 22 nieuwe
postzegels, hoewel de bestaande geduren
de twee jaar geldig blijven. Deze nieuwe
zegels worden al een week vóór de in
voering van het decimale geldstelsel ver
krijgbaar gesteld, want de" regering ver
wacht dat de mensen, vooral verzame
laars, erop zullen afstormen als vliegen
op de suikerpot.^
INTUSSEN hebben de spoorwegambte
naren in Nieuw Zuid Wales met ingang
van c-dag een toeslag van veertig gulden
per week op hun loon geëist als vergoe
ding voor „frustratie, irritatie en onge
mak," die zij als gevolg van de komende
invoering van het decimale geldstelsel
verwachten. Zij zijn niet de enige pessi
misten, want in Victoria heeft iemand
vijfduizend lezingen gehouden (uit pure
vaderlandsliefde) om het publiek (en de
regering) te waarschuwen voor de chaos,
die er op 14 februari volgens hem zal ont
staan. Een van de argumenten die hij aan
voert is het feit dat een penny officieel
slechts vijf-zesde van een cent waard is,
maar in de praktijk gelijk gesteld wordt
met een cent.
De 29-jarige Parijse haarkunstenaar
Cyril heeft zijn auto laten ombou
wen tot een rijdende kapsalon,
waarin hij gehaaste klanten een bij
zonder snelle service kan geven. Het
nieuwtje schijnt vooral van belang
voor filmsterren, mannequins en
topmodellen die tuisen twee af
spraken door gauw even van een
nieuw kapsel voorzien moeten wor
den. Het snelheidsrecord vestigde
figaro Cyril onlangs tijdens een rit
van een halfuur van het vliegveld
Orly naar een filmstudio in Parijs.
In die korte tijd watergolfde en ma-
quïlleerde hij een filmdiva volgens
opdracht, zodat zij in de studio
meteen voor de camera's verschijnen
kon. De kosten van deze spoedbe-
handeling bedroeg f 210, inclusief
het vervoer in Cyrils Rolls Royce-
kapsalon-met-chauffeur.
w
66. Tsjiao Tai neemt mevrouwYie en
haar zoontje dadelijk mee en na enig
zoeken bereiken ze Rechter Tie weer. Sa
men gaan ze naar het landhuis terug, en
staan ze weer in P.ao's slaapkamer, bij
de geheime deur. De rechter kijkt be
zorgd naar mevrouw Yie. „V bent dood
moe, mevrouw. Gaat u zich nu eerst
maar eens rustig wassen en verkleden.
Dan neemt u uw zoontje mee naar de
keuken, en daar.„Nee", onderbreekt
mevrouw Yie hem, „zodra ik me ver
kleed heb, wil ik gaan zien hoe vader
het maakt!" „Weet uw vader van wat er
hier gebeurd is, mevrouw?" vraagt de
rechter. „Neen, gelukkig weet hij niets,
edelachtbare. Pao is pas begonnen, nadat
vader geheel blind is geworden en het
bed moet houden." Rechter Tie knikt. Dit
heldert het laatste punt op, waarover hij
nog in twijfel had verkeerd. Hij neemt
Tsjiao Tai mee naar de binnenplaats, die
nog grauw in de ochtendschemering is.
Als ze onder de lantaarn voor de grote
hal staan, zegt de rechter: „Haal een
fakkel uit de stal en klim op het dak
van het poortgebouw. Daar geef je het
sein voor de soldaten in het bos. Als de
ruiters hier zijn, breng je ze naar het
dal en laat je ze al die koelies inrekenen.
We zullen ze later wel verhoren. Dan.
„Daar komt iemand aan!" zegt Tsjiao
Tai.
426. ALSOF HIJ dwars door de mist
kon kijken kwam Galgenaas regelrecht
op het goede schip Kokanje af.
Lang duurde het niet of Galgenaas
stond aan boord.
„Galgenaas, aangenaam" zei hij kort.
„Ik ben de loods. Gorgel heeft me ge
bracht".
Bram schudde hem vriendelijk de hand.
„Tjonge, dat vind ik geweldig", zei hij
dankbaar. „Ik dacht niet dat de loodsen
met dit weer zouden uitvaren".
„Wij moeten de zeeman toch helpen",
zei Galgenaas plechtig.
„Nou, ik zou het niet gemakkelijk heb
ben gevonden", bekende Bram, „en ik
ben hier toch dikwijls geweest. Ik geef
de leiding aan je over, Galgenaas".
Met ervaren hand stuurde Galgenaas
de Kokanje door de mistbanken heen. Al
spoedig werd het weer lichter. En toen
keek Bram verbaasd om zich heen.
„Weet je zeker dat we goed gaan?",
vroeg hij argwanend.
„Natuurlijk", zei Galgenaas.
„Maar ik herken dit niet", ei Bram.
„Er is veel verbouwd de laatste tijd",
legde Galgenaas uit, maar Bram keek
twijfelend om zich heen.
„De rotsen ook?", vroeg hij neuwsgie-
rig en daarop had Galgenaas zou gauw
geen antwoord.
4