HET LAND ACHTER
DE BERGEN
Grinthonger kost Limburg
steeds meer cultuurgrond
PANDA EN DE GRUBBEL
r~w
k
POLLE, PELLI EN PINGO
Chefarine „4
TL
RAMMETJE FOK
Uj
-
Ons vervolgverhaal
WATER SLOKT TEELAARDE
EN BOERDERIJEN OP
Griepbestrijding met 4
middelen tegelijk!
E
fvA jm
issS
DINSDAG 18 JANUARI 1966
door John Boland
Het ene gat met het andere dempen
Verspeeld
r JzflÊiïr*
Mening grint-expert
Geen prognose
Bert Haanstra zag zijn
„Alleman" in Moskou
De vier middelen, verenigd in één
tablet Chefarine „4", zijn elk in de
hele wereld beroemd en hebben mil
joenen mensen baat gebracht. Te
zamen werken zij nog beter en doen
werkelijk wonderen. Eén der be
standdelen is het betrouwbare maag
middel Chefarox. Dit zorgt, dat een
teveel aan maagzuur wordt geneu
traliseerd.
(Vertalina Maraot Bakker)
71)
„Ik zal wat heen en weer taxiën
om het landingsgestel te testen", zei
hij en voegde er achteloos aan toe,
„Dan kan ik meteen nagaan, of die
sloot hard genoeg is geworden." Hij
keerde zich om. „Jij blijft hier",
voegde hij Claymore toe. „Als we
allebei aan boord gaan, kan Brontwy
denken dat we een streek uithalen en
meteen wegvliegen. Haal de ladder
weg, zodra ik aan boord ben."
Claymore, die niet wist of hij be
drogen zou worden, bleef staan wach
ten. De motoren begonnen te loeien
en gingen tot een regelmatig zoemen
over. Leary gaf door een perspex
een seintje en Claymore haalde met
kloppend hart de blokken weg, half
in de verwachting dat Leary het toe
stel als wapen zou gebruiken. Het
motorgeluid werd hoger van toon en
traag en zwaar begon het toestel te
rollen. Leary reed vijftig meter weg,
eer hij keerde en op de tijdelijke brug
afkoerste, terwijl hij de motoren juist
zn snel liet draaien dat het toestel
in beweging bleef.
Claymore staarde naar de banden,
die de pas aangestampte aarde tege
moet rolden en zag het toestel naar
de overkant van de sloot rollen, drie
ondiepe voren in de verse aarde ach
terlatend. Het vliegtuig taxiede door,
haast tot aan de rivieroever en keer
de weer, terwijl de propellers stof
wolken deden opwarrelen en het
gladde rivierwater rimpelden. Zodra
de neus van het toestel de richting
aanwees, waaruit het gekomen was,
zette Leary de motoren af en sprong
het toestel uit.
In de stille atmosfeer was het stof
al gaan liggen, eer Brontwy en Clay
more de piloot bereikten. „Bent u
overtuigd dat de Heren volmaakt
werk hebben geleverd?" vroeg
Brontwy.
„Het ziet er best uit, ten minste",
zei Leary. „Ik heb nog nooit een mo
tor zo mooi horen lopen als die nieu
we".
Brontwy boog. „Ik zal de Heren
uw waardering overbrengen". Zij
keek naar de propellers. „Dan gaat
u ons nu zeker verlaten? Het zal ons
zeer spijten u te zien vertrekken. Het
is zo boeiend voor ons geweest, een
en ander over de Buitenwereld te
horen".
De piloot schudde het hoofd. „Ver
trekken? Drommel, nee! Er moet
nog heel wat werk verzet worden.
Ik moet de zekerheid hebben, dat al
les in orde is. Ik neem geen risico,
zus".
De Zesde Dienares keek hem arge
loos aan. „Moet er dan nog meer ge
test worden? Maar hoe lang zult u
daarmee nog bezig zijn?"
„Zes tot zeven uur, schat ik".
,,U blijft dan zeker hier om die
dingen op te knappen?"
„Nu niet, zus". Leary grinnikte.
„Morgen misschien, als we die
terechtzitting in Herpoli hebben ge
zien. Maar we hebben geen haast
Of u moest ons op slag kwijt willen".
„Dat is het laatste wat ik zou wil
len", zei Brontwy zacht.
„Dan denk ik, dat we de boel
overmorgen maar zullen testen en
nog een dag later gaan vertrekken".
Hij keek Claymore aan. „Wat zeg
jij ervan, jongen?"
„Ik laat het aan je over, beste ke
rel". Claymore meende zich wat
minzaamheid te kunnen veroorloven.
„Goed, afgesproken dan. En wat
gaan we nu doen?" Hij keek op zijn
horloge. „Het wordt tijd naar Her
poli te gaan, zie ik".
Groniff wachtte aan de rand van
de stad op hen en zijn donkere ogen
fonkelden van opwinding. „Het is mij
een genoegen en een voorrecht, u bij
deze gelegenheid te begeleiden", zei
hij. „Eerst zullen we degenen be
zoeken, die straks zullen terecht
staan". Hij ging met hen een van de
reusachtige hoge gebouwen binnen
hetzelfde waarin hij de vorige keer
was geweest, dacht Claymore. Maar
toen zij eenmaal binnen waren, lie
pen zij minstens tien minuten door
erschillende gangen, voor er een
trap in zicht kwam.
De Tiende Dienaar ging hen voor
op die trap en babbelde onderwijl
maar door „Uw bezoek is voor ons
allen een groot genoegen geweest",
verklaarde hij. „Het is jammer, dat
een gebeurtenis als deze een smet op
uw verblijf heeft geworpen, maar
helaas, er bestaat geen volmaakt
heid". Hij deed een deur open en
liet hen een kamer binnen, veel ge
lijkend op het vertrek waarin zij na
de noodlanding tot hun positieven
waren gekomen.
In die kamer stonden drie bedden
en op een ervan lag een Heer. „Dit
is de eerste, die als rebel werd aan
gegeven", legde Groniff uit. Het ge
zicht van de beklaagde miste alle
uitdrukking. Hij lag op zijn rug
onder een dun laken en staarde naar
het plafond. Hij schonk geen aan
dacht aan de bezoekers, zelfs niet
toen zij naast zijn bed kwamen staan
en op hem neerkeken.
„Hij ziet er niet al te bezorgd uit",
merkte Leary op.
„De Heer maakt zich geen zor
gen", antwoordde Groniff. „Hij weet
dat het vonnis rechtvaardig zal
zijn". Daarna zagen zij, dat de han
den van de man een metalen ring
omklemden, die half schuilging in de
plooien van zijn vlezige handen.
Groniff boog zich over het bed en
legde zijn hand op de schouder van
de man. Hij bukte zich en voegde
hem met milde stem iets toe. Het
waren maar enkele woorden zij had
den evenwel een uitzonderlijke Uit
werking op de man. Zijn gezicht
kwam in een glimlach tot leven. Hij
ging rechtop zitten en wierp de ring
weg. De metalen ring kwam op de
vloer terecht en rolde in een hoek en
de man klopte Groniff op de rug en
begon te lachen. De Tiende Dienaar
boog plechtstatig voor de lachende
man en verliet de kamer, gevolgd
door de twee vliegers.
„Nou, u weet ze gezond te praten",
zei Leary op bewonderende toon.
„Wat hebt u in vredesnaam tegen
hem gezegd?"
Groniffs ogen fonkelden. „Ik heb
tegen de Heer gezegd, dat er onher
roepelijk recht zou worden gedaan".
„Dan zal de knaap wel onschuldig
zijn. Hij voelde zich opeens als een
vis in het water".
(Wordt vervolgd)
ROERMOND. „Wat is er van die schitterende op
lossing terechtgekomen? Omstreeks 1957 werd er in
Midden-Limburg alarm geslagen en jammerde iedereen,
dat kostbare cultuurgrond in de uiterwaarden van de
Maas door de enorme grintbaggermolens in ruil voor
water weggevreten werd. Toen werd besloten, de ont
stane waterplassen met behulp van zelfvarende onder-
lossers met mijnsteen weer op te vullen en af te dekken
met de oorspronkelijke laag teelaarde. Geen speld tussen
te krijgen. Voor de grote bouwplannen van een aange-
broken hoogconjunctuur kon onbeperkt en schijnbaar
zonder enige pijn grint geleverd worden. Maar nu we
zoveel jaren verder zijn, blijkt, dat amper een derde
deel van de verloren gegane grond weer in cultuur ge
bracht kon worden. Er is een wanverhouding ontstaan
tussen het tempo van de grintwinning en het dempen,
die nooit meer in te halen is. Kijkt u maar naar de grote
plasgebieden, die we overal gekregen hebben. En hoewel
er nog dagelijks gedempt wordt, krijgen we er nog steeds
meer water bij. Zelfs hele boerderijen moeten met stal
len en al het veld ruimen".
ZIEHIER kort samengevat, de mening
van een boer in het 1700 inwoners tellen
de dorp Stevensweert bij Maaseik, die
(evenals anderen) tengevolge van de
koortsachtige grinthonger zeer veel grond
kwijt raakte en van veeteelt overschakel
de op kleinfruit. Terwijl hij sprak, za
gen we de zware baggermolens in fei
te drijvende fabrieken met hun hoge
emmerladders aan de horizon ploeteren,
teneinde soms uit 20 m diepte de kost
bare bouwspecie, die een onvervangbaar
element Vormt voor onze bouwnijverheid
(stortbeton) en wegenaanleg (grintasfalt)
omhoog te brengen. We zagen ook on
ophoudelijk de hoog met zand opgetorste
vrachtwagens over modderige wegen in
de richting van de Maas hobbelen: hier
wordt thans nl. overwegend niet met
mijnsteen, doch met zand gedempt.
INDERDAAD: er bestaat zoiets als een
dempingsdébacle en dit weten ziet slechts
alle betrokken boeren, maar ook alle ge
meente besturen in het grintcentrum tus
sen Maaseik en Venio, alsmede na
tuurlijk de grintexploitanten. Over een
der wezenlijkste oorzaken wordt in Ste
vensweert (en ook elders) slechts bedekt
gesproken, maar de feiten zijn een pu
bliek geheim: men heeft de laag kostba
re teeltaarde (soms 3 - 7 m. dik), die na
het „schillen" van de grazige weiden op
geslagen moest worden ten behoeve van
de latere afdekking, eenvoudig.ook
maar als dempingsmateriaal gebbruikt.
Maar indien men te Stevensweert infor
meert naar de toekomst van de plaatse
lijke (vele tientallen hectaren metende)
plasgebieden, kan men tóch vrij algemeen
beluisteren, dat de zaak „stellig dicht
gaat". Alleen weet niemand, wanneer en
zo het al gebeuren zal, moet de afdekking
met teelaarde in elk geval geschieden
51. De vragen van de verslaggever Wezig (van de
Invloedrijke Allejans-Pers) waren koren op Joris
Goedbloeds snel malende molens. „U ziet hier voor
u", sprak hij belerend, „de president en de secretaris
van de Stichting ter Beschaving van het Onderont
wikkeld Umbuli en deszelfs Bevolkings, ook wel kort
weg Sboub genoemd. Een instelling, waarde heer, die
bewogen wordt door de alleredelste motieven. Immers
het. is ons doel de in groofheid levende bevolking van
Umbuli de helpende hand te reiken! Dit verheven doel
kan evenwel niet verwezenlijkt worden, als we niet
eerst het vertrouwen winnen door de uitreiking van
snoep en warme onderkleertjes. Later te volgen door
gratis melk, vitamien en ontwikkelende leesboekjes;
vandaar dat onze Stichting dringend om fondsen ver
legen zit. Want, zoals reeds een spreekwoord onzer
Klassieken het zo aardig zegt: „sin pecunia no fidu-
cia'.Het is mogelijk dat de Grubbel zich bij dit
alles een beetje verveelde; hij had het immers al vaker
gehoord. Hij wachtte in alle geval niet op snoep of
melk, maar hielp zichzelf aan een ander soort trakta
tie. Panda was de eerste die het zag. „Pas toch op
de Grubbel, Joris!", riep hij waarschuwend.en zo
wel Joris als de heer Wezig waren ontzet toen ze de
stiekeme bezigheden van het wezentje zagen. „Mijn de-
monstratie-Grubbel uit Umbuli loopt me weer uit de
hand!" riep Joris klagend; maar het was de wakkere
Wezig die de ware betekenis van het gebeurde door
zag. „Die wilde eet geld!" riep hij uit. „Goed, duur
geld eten.dat is het onbeschaafdste wat ik ooit nog
gezien heb!"
(^HET RE6ENT NOfe STEEPS, POLLS
IK BAK WEER.
EEN STAPEL PANNE-
KOEKEN. 1
HET IS wei/EEN&OED IDEE OM PANNEKOEKEN
TE BAKKEN, ALS HET RE6ENT, MAAR HET
REGENT NO AL TWEE DAGEN,
51
.KON TENIET EENS IETS ANDERS
BAKKEN 2
1.-1993
met behulp van een kwantum, dat.
door de intensieve schatgraverij bij het
dorp elders vrij komt. In dat geval zou
er dus een nieuw plasgebied voor het
oude in de plaats komen, dat ook wel
weer gedempt kan worden: met de open
vraag, waar de teelaarde dan weer van
daan moet komen?
Niet slechts lange de Maas, maar ook
langs de Duitse Beneden- en Boven-Rijn
(tussen Emmerik en Wesel, alsmede bo
ven Karlsruhe), zit men met een soortge
lijke problematiek. Hele boerderijen moes
sten inkrimpen, omschakelen of zelfs ver
dwijnen. Daarnaast sticht men maar als
voor de hand liggende oplossing nieu
we wintersportcentra. In Wesel is b.v. een
ultra-moderne sporthaven van respecta
bele afmetingen ontstaan, terwijl tussen
Beegden en Horn (onder Roermond) een
recreatiegebied van ongeveer 500 ha. uit
gebouwd wordt.
„ER IS in de grinthausse geen terug
meer", aldus zei ons de heer J. W. Vos,
grinthandelaar uit Arnhem. „Met de op
mars van onze hoogconjunctuur is de
grintbehoefte enorm gestegen. Het ver
bruik is van 7 miljoen ton in 1957 nu op
15 miljoen ton jaarlijks gekomen. En het
ziet ernaar uit, dat we nog hoger gaan.
Waar willen we heen met de oplossing
van het woningnoodprobleem, onze hoog
nodige verdere wegexpansie, indien er
niet voldoende grint zou zijn? Het is een
heilig moeten en- ik kan u verzekeren, dat
de boeren hun schadeloosstellingen van de
grintexploitanten krijgen.
In Stevensweert werd dit laatste ons be
vestigd door de 43-jarige landbouwer M. J.
H. Rutten (gezin met 5 kinderen), die
vrijwel al zijn grond kwijt is en wiens
boerderij als op een schiereiland rondom
in het water staat. Ja, hij is tevreden
met de „regeling" en ook weer niet.
De heer J. W. Vos: grossier in grint.
stallen incluis verkocht aan een combina
tie van grintexploitanten. Ik ga de gebou
wen straks eigenhandig afbreken en el
ders op de 3 ha. verkregen compensatie-
grond weer precies zo opbouwen. Ik ben
blij, dat ik alle onderdelen mag houden
de kap, de kozijnen, deuren enz. Maar
het blijft een hels karwei en achteraf zou
ik de boerderij wat graag terug willen ko
pen."
En na een pauze: „Ik ben een beetje
teleurgesteld over de voorlichting. Twee
jaar geleden zei men mij, dat ik wel grij
ze haren zou hebben, voordat de eerste
meter van mijn verloren land gedempt
zou worden. De demping met zand gaat
echter op het moment in deze hoek vrij
hard. Als ik dat geweten had, zou ik nooit
zo vlot alles verkocht hebben."
Hoe dan ook de grinderij is er nu
eenmaal en gaat -door. Een boerderij, die
op een dik grintveld gebouwd werd, staat
bij wijze van spreken op een laag goud
en dus kan er bij voorbaat geld op tafel
komen. De schadeloosstelling kan echter
nooit het verdwijnen of kleiner worden
van een bepaalde landbouwproduktie goed
maken. En al hoort men dan ook niet
meer de waarschuwende stemmen van
weleer, „dat het hele geografische rivier
beeld verandert" een feit is, dat deze
verandering er reeds is en nog verder
gaat.
De hele materie is echter vrij ingewik
keld en biedt zoveel facetten (ook uit de
provinciaal-bestuurlijke hoek), dat zelfs
menig gemeentebestuur nog met vraagte
kens zit. De neringdoenden in de betrok
ken Maasstreek klagen echter niet want
de grinthausse bracht hun welvaart.
„SEDERT miljoenen jaren vormen
Maas en Rijn de transportkanalen voor
de erosieprodukten uit de gletsjers, (al-
„Ik heb al mijn grond met boerderij en 'dus de heer J. W. Vos), die door slijping
Tevreden glimlachend is de cineast Bert
Haanstra gistermiddag per Aer of lot- vlieg
tuig op Schiphol teruggekeerd uit Mos
kou, waar hij in het Moskwa Theater de
Russische première heeft bijgewoond van
zijn film „Alleman". De titel in het Rus
sisch is geworden „12 miljoen".
Haanstra werd op de planken geroepen
en toegesproken door twee Russische col
lega's, de cineasten Roman Karmen en
Kopalin. De laatste is kortgeleden met
eigen werk in Nederland geweest.
Het theater, dat plaats biedt aan
700 bezoekers, was uitverkocht. De film
zal van gesproken Russisch commentaar
worden voorzien en dan door heel Rusland
in roulatie gaan. Desgevraagd antwoord
de Haanstra, dat hij zoals ook bij de
vertoning in West-Duitsland is geschied
de rechten voor deze vertoning van te
voren voor een vast bedrag heeft ver
kocht. Hoe hoog dat bedrag was wilde
hij liever niet openbaren.
Advertentie
V/er middelen in één tablet helpen
elkaar endoen wonderen!
BEROEMDE MIDDELEN IN ÉÉN
TABLET DOEN WONDEREN!
over de rivierbodem de bekende rolsteen-
tjes opgeleverd hebben. Er bestaat geen
enkele prognose, wanneer de onder de
groene weilanden slapende voorraden uit
geput zullen zijn. In het gebied boven
Karlsruhe zijn 40 ondernemingen met de
exploitatie doende. Ik doe veel zaken met
cle Beneden-Rijn, hoewel ik sedert kort
ook op de Boven-Rijn begonnen ben. In
totaal heb ik met de eigen vloot mee 80
beunschepen varen, die de grintladingen
als retourvracht meenemen. Ik geloof,
dat de Rijn in de toekomst voor ons land
een steeds belangrijker rol zal gaan spe
len".
De heer Vos, die o.a. 300.000 ton grint le
verde voor Rijksweg 12 van Driebergen
tot Emmerik („allemaal Rijnkiezel"),
bracht ons aan boord van een der bag
germolens, die de buit op trilzeven naar
steengrootte sorteren. Soms slaat een
emmerladder klem op zware keien, die
of teruggeworpen worden of via een spe
ciale breekinstallatie op de wal fijn ge
malen worden. De baggermolens, die als
vraatzuchtige reuzeninsecten de grazige
weiden verslinden, zijn aan enorme slij
tage onderhevig en vragen veel revisie.
Maar de grintopmars heeft gewonnen.
Er zal geen alarm meer geslagen wor
den dit is absoluut verleden tijd. Er
staan nog slechts enkele ontevredenen
langs de frontlijn, wier woorden letterlijk
en figuurlijk verwaaien bij het geraas
der vele baggermolens. Een ding is ze
ker: alle grintexploitanten hebben voor
de komende jaren voor een verre, ver
re toekomst handen vol werk. En dit
betekent ook, dat de niet te stuiten ont
wikkeling nieuwe grote wonden in het
groene land langs Maas en Rijn zal ach
terlaten, welks algehele genezing dat
is nu wel bewezen een twijfelachtige
zaak zal blijven.
Jaap Stigter
ATTENTIE
IEDEREEN
HOOR JE DAT. LIEVEUNb?
DAT IS WAAR WIJ OP
bEWACHT HEBBEN 1
IK HEB EEN MEDEOEUNb.
''W:>/ i z!Zl LA SHURE EN IK
6AAN TROUWENI
IKBEN
HET WACHTEN
MOE.ZIZI
UISTER
VRAAbTOfo STILTE
DAARBINNEN
SAM LEFF
/tmi/iuwi}
PI B
tl TkaBsSS-'-V.--'.' -
430. Van het schip af zag Bram, hoe
de kaart in een oude waterput viel, voor
dat Tutu deze kon pakken.
„Nou ben je 'm kwijt", zei hij vol leed
vermaak tegen Galgenaas. Maar deze
grijnsde alleen maar.
Die kaart komt wel terug", zei hij vol
zelfvertrouwen.
Door jou", zei Galgenaas... en hij
voerde Bram, onder bedreiging met het
pistool, over de stille kade van het uit
gestorven havenstadje.
Gorgel had zich intussen weer bij hen
gevoegd en hij bedreigde Karo met een
vervaarlijk vuurwapen, terwijl Galgenaas
Bram in het emmertje van de waterput
plaatste.
„Ziezo", zei hij, „nu draai ik je naar
beneden en als je het waagt om zonder
kaart boven te komen, dan laat ik je met
een weer omlaag tuimelen."
„Maar de kaart zal onleesbaar zijn door
het water", riep Bram uit.
Galgenaas schudde het hoofd.
„Toevallig weet ik, dat deze put al
jaren droog staat. En nu geen uitvluchten
meer. Naar beneden.
Meteen liet hij snel het emmertje vie
ren.