MENS EN B IJ BEL
welk tempo voorwaarts?
Terugblik op het
Vaticaans concillie
Europees centrum
Minderbroeders
moderne stijl
WOENSDAG 19 JANUARI 1966
hp TKOR F vf kk mu schriftelijke cursus „Mens en Bijbel" van
het IKOR. Er hebben zich nu al 1250 mensen aangemeld en daarom gaat
v Jmst va"daaS een tweede oplaag van de cursus in zee. Deze inter-
*ei kelijke leergang, waarin een handreiking wordt gegeven voor het
lezen van de bijbel blijkt in een behoefte fe voorzie?, gDat Ct
leen tot uiting in het aantal abonnees, maar ook in de grote belang-
gespreksgroepen
Moeilijke punten
Hoofdlegerpredikant
ds. J. Drost
- -
iiiiitppifi
THEOLOGEN
Kif*!®*!!
Als waarnemer, afgevaardigd door het internatio
naal verbond voor vrijzinnig christendom en geloofs
vrijheid en door gelukkige omstandigheden in staat
de vier zittingen van het concilie mee te maken, heb
ik wel enerzijds zeer geboeid de gang van zaken gade
geslagen, maar was ik anderzijds toch opgelucht toen
Huisgemeenten?
Gewijde muziek
In beweging
Prof. dr. L. J. van Holk,
die de zittingen van 't twee
de Vaticaans concilie als
waarnemer heeft bij ge
woond, schreef twee artike
len waarin hij een balans
opmaakt van deze grote ker
kelijke gebeurtenis en tevens
een blik in de toekomst
werpt.
Prof. dr. Van Holk werd in
1893 in Amsterdam geboren.
Hij studeerde theologie in
Leiden en Genève. Hij werd
vervolgens predikant voor de
remonstrantse broederschap.
In 1931 werd hij tot hoogle
raar in Leiden benoemd. Met
een onderbreking in de oor
logsjaren heeft hij zijn hoog-
leraarsstoel tot zijn emeri
taat in 1963 bekleed. In de
jaren 1951 en 1955 gaf hij
gastcolleges in Chicago. Hij
publiceerde verschillende
studies op het gebied van
ethiek en filosofie. Grote be
kendheid verwierf hij in ver
band met zijn avondover
denkingen voor de VPRO-tv.
Prof. Van Holk is eredoctor
van de universiteiten van
üraag en Chicago.
het 8 december 1965 was. Trouwens, die opluchting
hebben de bisschoppen pas recht gevoeld. Want er is
zeer hard gewerkt: ook tussen de zittingen. Een grote
agenda van zestien belangrijke onderwerpen is gereed
gekomen. Maar nu moest het ook eens uit zijn! al
thans voorlopig.
Gevoelig punt
Nieuw tijdvak
Rome en reformatie
Prof. dr. L. J. van Holk
Er is hier overigens sprake van een
unieke cursus, want de lessen waren
aan het begin nog op geen stukken na
klaar. „Ik geloof niet dat dat een na
deel is", zegt de samensteller, ds. H
Noordermeer, er zelf van. „Er is zo
langzamerhand al een flinke corres
pondentie met de cursisten ontstaan en
op deze manier kan ik in de volgende
lessen al rekening houden met de vra
gen, die er bij de abonnees op de les
sen leven."
„In dit stadium-zes van de twintig
lessen zijn verschenen voor de cursis
ten van het eerste uur draaien veel
vragen om het Godsbegrip" zegt ds.
Noordermeer, die op 18 oktober 1964
als tweede predikant voor het radio-
pastoraat naast ds. A. Klamer is be
vestigd. „Als God werkelijk liefde is,
waaromis een vraag, die nogal
eens voorkomt en ook „Hoe moeten we
ons God voorstellen?"
„Ik probeer in mijn antwoorden de
zaak altijd op het persoonlijke toe te
spitsen", zegt ds. Noordermeer, „want
de vragen komen meestal voort uit
een existentieel probleem."
Ds. Noordermeer de helft van de
week besteedt hij aan zijn werk als
zielzorger in het Naardens diacones-
senhuis, de andere helft aan de cursus
ziet als voornaamste belang van de
cursus dat de mensen leren de bijbel
teksten vragend te bekijken. „De gro
te vraag is hoe de mensen de bijbel
lezen. Ook daar waar het bijbellezen
aan tafel nog een ritueel is, komt
men vaak niet aan persoonlijk bijbel
gebruik toe. Er zijn veel gevallen
waarin man en vrouw juist door onze
cursus een aanleiding hebben gevonden
met elkaar weer over de bijbel te pra
ten. Bijbellezen moet geen zaak zijn
van bekende teksten nog eens repete
ren. Men moet in de verwachting leven
nieuwe dingen te ontdekken."
Een Opmerking is de geest van
Karl Barth, zoals men die in een ge
sprek met ds. Noordermeer meer
kan tegenkomen. Men merkt dat hij
worstelt met het probleem hoe hij
„moeilijke punten" in de cursus
aan de orde moet stellen. En hij
vertelt hoe hij soms juist vragen
krijgt waarom hij een bepaald on
derwerp niet heeft aangesneden.
„Dat is ook een kwestie van aan
pak. De eerste hoofdstukken heb ik
nog niet behandeld. De schepping
komt pas later aan de orde. Want ik
streef er naar de bijbel systematisch
door te lezen. Dat krijgen de kerk
mensen en een deel van de cursisten
zijn kerkmensen niet via in de pre
ken. In de kerkdienst wordt de bijbelse
stof veel partiëler aan de orde gesteld.
„De cursus zelf is overigens niet be
langrijk. Belangrijk is dat de mensen
geïnspireerd worden tot zelfstudie. Laat
ik een voorbeeld noemen. Ergens in Ne
derland is een groep van zestien men
sen, die allemaal een abonnement heb
ben genomen en de stof in groepsver
band bespreken. Ze behoren tot ver
schillende kerkgenootschappen, er zijn
ook een paar die „niets" zijn. Er is
iemand, die bij de cursus illustratie
materiaal zoekt, zoals filmstroken en
dia's. Door tact. Zo nu en dan sluit ik
bij een les een open brief in, of ik
beveel eens een boek aan. Zo heb ik
de mensen al geattendeerd op Okke
Jager's „De humor" in de bijbel" en
Kuiterts „De spelers en het spel".
radiopastoraat „doet" hij niet alleen de
cursus. Hij heeft ook een deel van het
werk van ds. Klamer op zich genomen,
vervangt deze bij afwezigheid en is dan
ook al lang tot de ontdekking gekomen
hoeveel eenzame mensen er zijn. Ook
hij heeft mensen, die hem elke paar
dagen opbellen om maar even hun
eenzaamheid te doorbreken en hem
hun problemen te vertellen. Zodoende
krijgt ds. Noordermeer het steeds
drukker. Hij schrijft steeds meer brie
ven en studeert hard. „Ik heb het
laatste jaar meer moeten studeren
^an ^e. vii.f ïaar daarvoor samen. Je
moet bij blijven, en dat valt niet mee."
En dan komt hij terug op het probleem
van de leerstof. „Je kunt de mensen
niet isoleren. De moderne inzichten
dringen via radio en t.v. tot hen door.
Is het dan niet oneerlijk te doen alsof
alles nog net is als vroeger? Mag je
.ze nog de kant opsturen van een his-
.torische schepping, terwijl men het er
tegenwoordig toch wel over eens is, dat
de echte bijbelse historie pas bij (of
na?) Abraham begint?
Maar soms leidt dat tot een felle re
actie, al is het tot nu een uitzondering
gebleven. Een meneer is verschrikke
lijk kwaad geworden omdat ik de door
tocht door de Rode Zee niet beschreef
als een wandeling tussen twee hoge
muren water door, u weet wel, zoals in
de film van De Mille.
„U doet de grootheid van God tekort"
heette het, maar zit daar nu de groot
heid van God in? Ik dacht dat het meer
de grootheid van God is dat Hij juist
in het gewone leven met zijn volk
bezig is.
Het is boeiend om te zien hoe de
schrijvers van de bijbel bijvoorbeeld
over de andere volken steeds minder
zwart-wit gaan denken, hoe Israel God
steeds meer gaat ontdekken als de
barmhartige voor allen.
De bijbel kent geen heldenverering,
onze helden worden stuk voor ontmas
kerd als mensen vol fouten, maar
juist daardoor wordt de genade open
baar. Dat wil ik de cursisten duidelijk
maken. De bijbel opent 'n perspectief
voor de mensheid, waarvoor ons woord
„hoop' maar een schrale aanduiding
is."
Kees Maas
„Mens en bijbel", uitgave van
het radiopastoraat van het
IKOR, bedoelt een handreiking
te zijn aan mensen, die meer
van de bijbel willen weten.
Eens per veertien dagen ver
schijnt een aflevering. Op 15
januari kan men beginnen met
de cursus, waarvoor een bijdra
ge van 12,50 voor twintig af
leveringen wordt gevraagd.
(Postrekening 631000 t.n.v. Ra
diopastoraat van het IKOR te
Hilversum.
food Misna sh "m.tfr.'Wbordermeer.
Ds. Drost, de nieuwe hoofdlegerpre
dikant, werd op 4 augustus 1915 in Wil-
dervank geboren. Na zijn eindexamen
gymnasium studeerde hij van 1935 tot
1939 theologie aan de Vrije Universi
teit in Amsterdam. In 1942 deed ds.
Drost kandidaatsexamen, waarna hij
op 1 oktober van dat jaar hulppredi
kant werd in De Lier. Op 1 februari
1943. bij de vorming van een tweede
predikantsplaats in deze gemeente,
werd ds. Drost gereformeerd predi
kant in De Lier. Hij werd in zijn ambt
bevestigd door zijn schoonvader, ds.
N. Postema.
Van 2 maart 1947 tot 1 augustus 1952
stond ds. Drost in Ede. In die tijd was
hij ruim een jaar reserve-luchtmacht
predikant op de vliegbasis Leeuwar
den, waar hij als eerste predikant in
een straaljager (een Gloster Meteor)
vloog.
Uitgezonden als predikant van de ge
reformeerde kerk van Makassar ver
trok ds. Drost in augustus 1952 met het
emigrantenschip „Fair Sea" waar
hij belast was met de geestelijke ver
zorging aan boord naar zijn nieuwe
standplaats Hollandia (Nieuw-Guinea).
In 1956 werd in Nieuw-Guinea de Evan
gelische christelijke kerk geïnstitu
eerd. Van deze kerk, waarin verschil
lende samenwerkende protestantse
kerken in Nieuw-Guinea opgingen,
werd dr. Drost officieel predikant. Vijf
jaar lang was hij praeses van de Ne
derlands sprekende classis van dezé
kerk.
Na in juni 1960 met de „Willem
Ruys" voor verlof naar Nederland te
zijn teruggekeerd, vertrok ds. Drost
niet lang daarna naar Paramaribo om
aldaar een half jaar waar te nemen in
een predikantsvakature.
Op 1 augustus 1961 werd dominee
Drost benoemd tot luchtmachtpredi
kant in tijdelijke dienst voor onbepaal
de tijd, met als standplaats de vlieg
basis Ypenburg. Door dominee S. A.
Boonstra werd hij als predikant van
de gereformeerde kerk van Rijswijk
bevestigd. Op 1 mei 1964 werd ds.
Drost, die gehuwd is, drie kinderèn
heeft en in Rijswijk woont, lucht
machtpredikant in vaste dienst.
Si
V. -
Ten behoeve van de medewerkers
van het onderzoekcentrum te Petten en
de in verband daarmede gestichte
Europese school is een protestants
Europees centrum „Koinonica" opge
richt. Het is het resultaat van de sa
menwerking van kerken en personen.
„Koinonica" betekent gemeenschap.
De directeur van het hervormings
centrum „De Haaf" te Bergen, ds. L.
v. Rhijn, heeft de leiding. Hij gaat el
ke maand voor in de kerkdiensten.
Medewerkers van het centrum zullen
op de Europese school ook godsdienst
lessen geven in het Duits en het Frans.
Dit jaar zal de vergadering van mo
derne theologen voor de honderdste
keer bijeen komen. Hoewel de traditie
wil dat deze samenkomst plaats vindt
te Amsterdam in de tweede week na
Pasen besloot het moderamen een an
dere datum en eveneens een andere
plaats te kiezen om aan deze lustrum
bijeenkomst extra relief te geven. Op
donderdag 2 juni zal de vergadering
worden gehouden in het Evert-Kupers-
oord te Amersfoort.
Prof. dr. Viktor Maag uit Zürich
aanvaardde een uitnodiging naar Ne
derland te komen om een aktueel theo
logisch onderwerp bij de vergadering
in te leiden. Dr. S. L. Verheus.4e Am
sterdam' Zal een jubileumuitgave ver
zorgen onder de titel: „Honderd jaar
moderne vergadering in Nederland".
Hervormingsmonument in Genève.
Van links naar rechts Farel, Calvijn,
Beza en Knox.
De cursus van het IKOR kan tot
iets leiden, dat bij velen een ideaal is:
het ontstaan van „huisgemeenten". Ds
Noordermeer ziet het niet zo ver. „Dat
er groepen mensen komen, die samen
de bijbel bestuderen aan de hand
van onze cursus, erover discussiëren,
ieder vanuit zijn eigen gezichtshoek,
en liefst samen bidden valt alleen
maar toe te juichen. Maar het mag er
natuurlijk niet toe leiden, dat deze ont
wikkeling het gemeenteleven uitholt.
Wel geloof ik dat ook de kerken er
groot belang bij hebben dat hun leden
intensief met het woord van God bezig
zijn, ook in een gesprek met anders-
gestemden."
Ds. Noordermeer is naarmate de
cursus vordert steeds meer betrokken
geraakt bij persoonlijke problemen van
cursisten. Als tweede predikant in het
Naar Musica Sacra, een tijdschrift
voor kerkmuziek, meedeelt zal de ne
gende jaarlijkse conferentie van de
Lutheran Society for Worship, Music
and the Arts van 14 tot 17 juni 1966
worden gehouden aan het St Olaf-col-
lege te Northfield, Minnesota, onder
leiding van dr Paul Ensrud.
Niet alleen in Nederland, maar in
allerlei Europese landen, zelfs in Afri
ka, Amerika, Azië en Oceanië, zijn
spontane bewegingen ontstaan van ka
tholieke leken voor de latijnse liturgie
en voor het greorgiaanse koraal. In
Oostenrijk heet deze beweging Una
Voce. In Wenen vooral meent men met
het oog op de vele buitenlandse toeris
ten die geen Duits zouden verstaan de
mis geheel in de „internationale kerk
taal" (latijn) te moeten houden, daar
om zelfs de preek te moeten wegla
ten.
De aartsbisschop van Keulen, kardi
naal Joseph Frings, heeft zich officieel
verzet tegen het gebruik van jazzmu
ziek in de kerken van zijn aartsbis
dom.
Van het vergaderen, naar toespra
ken luisteren en stemmen had ieder
een genoeg. Men raakt uitgekeken op
elkaar, zelfs bij een zo omvangrijk
gezelschap en bovendien: het eindpunt
van 8 december 1965 is tevens een be
ginpunt, Er is immers zoveel op gang
gebracht, dat niet ineens kan worden
afgebroken of stopgezet. Ten eerste
vragen de goedgekeurde en plechtig af
gekondigde stukken nu om toepassing
in de werkelijkheid. Dat zal niet alle
gebieden en in alle landen even vlot
gaan. Er zijn bijvoorbeeld wijze her
vormingen in het kloosterwezen sa
mengesteld. in welk tempo zal een
kloosteroverste die hervormingen kun
nen doorvoeren?
Vele nieuwigheden zullen slechts ge
leidelijk kunnen worden ingevoerd: te
genstreving uit andere gewoonte,
afkeer van het opgelegde, en tal
andere factoren gelden nog. Nu is v...
een interne kerkelijke aangelegenheid.
Heel anders ligt het met conciliebe
sluiten, die direct in het algemeen
maatschappelijk leven ingrijpen. Op
het terrein van sociale hervormingen,
vredespolitiek, godsdienstvrijheid zit
„de wereld" op de uitkijk. Daar kan
met niet onbepaald uitstellen, niet vol
staan met vage aankondigengen. Daar
moet flink tempo in zitten, zullen de
besluiten, te Rome genomen, overtui
gend werken voor het brede publiek.
uit
van
dit
Men moet wel beseffen, dat de kerk
zelf in beweging is geraakt. Dat is niet
een zaak van enkele omlijnde decreten
en declaraties, maar van een geest, die
gewekt is, van een andere blik op de
werkelijkheid rondom en binnen in.
Met een ander levensgevoel, een gewij
zigd geloofsbesef zullen bisschoppen,
theologische experts, toehoorders naar
hun land en werk terugkeren.
Met meesterlijke regie is de slotzit-
ting van het concilie in elkaar gezet.
Het grote plein tussen de colonnades
was vol. De intocht van bisschoppen,
kardinalen, tenslotte de paus zelf, dat
was indrukwekkend. De troon, onder
het hoge baldakijn, voor de midden
deur der kerk, beheerste de aanblik:
een machtig decor voor de plechtighe
den die zich daar zouden afspelen.
Ik noem dit slechts, om duidelijk te
maken: deze grote kerkvergadering
ging niet als een nachtkaars uit; inte
gendeel met een forse ontplooiing van
schoonheid, geloofdgetuigenis, bood
schappen voor de wereld (zelf reeds
een eerste toepassing van wat het ont
werp over de kerk in de huidige we
reld beoogt.). Het merkwaardige is dan
dat juist zo'n magistrale afsluiting te
gelijk het onafsluitbare voor de ver
beelding oproept, dat wat daarna ko
men gaat. Op 't hoogste niveau gelijk
op het meest alledaagse geldt: „The
proof of the pudding is in the eating".
meen, de waarde hadden ontdekt van
een kerkelijke dialoog, dat is een twee
zijdig gesprek, waarbij kritiek toch tot
overeenstemming kan leiden en dan
rijpere overeenstemming dan het
ouderwetse uit-de-hand-weten.
Het concilie zelf is nu onmiskenbaar
voltooid. Een post-conciliair tijdvak is
begonnen, dat het bewijs zal moeten
brengen voor de wat voorbarig klin
kende bewering „Een keerpunt in de
geschiedenis der kerk". Er zal stellig
door conservatieve geesten (die niet
alleen in de curie zitten) worden ge
tracht hervormingen binnen zo klein
mogelijk kader te houden. Toch mag
men voor dat gehoopte keerpunt wel
goede verwachtingen koesteren.
't
zal
Vooreerst: de ontwikkeling van
maatschappelijk gebeuren zelf
gestadige aandrang uitoefenen. Verder:
vernieuwingen, ergens ingevoerd, wor
den in onze tijd overal vrij vlug be
kend, roepen tot navolging op, want
„achterblijven" wil niemand. En dan
iets waarvan ik veel uitwerking ver
wacht er is een geest van critiek op
gestaan, voorheen in de Roomse wereld
niet gaarne aanvaard, zeker niet aan
gemoedigd. Dit is nu erg aan het min
deren.
In het verband van heel de cultuur is
het koppel bevel-gehoorzamen in dis-
crediet geraakt. Dat moet ook op
katholieke wereld invloed hebben,
heb ook katholieken ontmoet, die
gelegenheid van discussies met waar
nemers, met protestanten in 't alge-
de
Ik
bij
Natuurlijk raakt men daarmee wel
aan een echt gevoelig punt: heeft dit
concilie een gezags-crisis veroorzaakt?
Dat Iaat zich thans nog niet zeggen.
Het antwoord zal aanzienlijk afhangen
van de soepelheid, het ruime begrip,
en van het echte diepe geloofsvertrou
wen, dat de hiërarchie zal tonen te
hebben.
Een gezagscrisis namelijk is uitein
delijk toch een zaak van „Van boven
af". Stevig gezag rust op gebleken en
telkens weer blijkende geschiktheid om
voor oprijzende moeilijkheden zakelijk
de beste oplossingen te vinden: en wel
in overleg. Voor zo'n overleg nu bie
den de op het concilie ingestelde en
verder aanbevolen (op ettelijke plaat
sen trouwens reeds bestaande) syno
den van bisschoppen, conferenties van
bisschoppen, democratischer opgevat
te kapittelsamenkomsten, en zo meer,
een uitnemende instantie.
De erkenning van het gewicht hier
van door Rome kan heel sterk meehel
pen de bestuurstrant en geestelijke lei
ding veel effectiever te maken. Maar
natuurlijk, de doorwerking hiervan zal
eerst gaandeweg algemeen herkenbaar
worden. Hier geldt meer dan ooit:
„Haast u langzaam".
Iets soortgelijks moet gezegd worden
in verband met andere aangekondigde
bestuurshervormingen: het kerkrecht,
de controle van geloofs- en zedeleer,
de inrichting der curie. Wie ooit met
her-ordening van oude bestuurslicha
men te maken heeft gehad zal erken
nen, dat hervorming daarvan uiterst
moeilijk is. Nog moeilijker wordt dit,
wanneer een bestuursapparaat, zoals
bijvoorbeeld de Curia Romana, een
technisch gesproken uitstekend appa
raat is, dat met algehele toewijding aan
de zaak werkt, en over zeer grote er
varingswijsheid beschikt (hetgeen
vooral op diplomatiek gebied, in de
kerkelijke staat onontbeerlijk is).
Het grootste bezwaar tegen de curie
is, dat ze de kerk zo hopeloos eenzij-
dig-Italiaans wil besturen, en van wat
aan gene zijde van de A.lpen en de
oceanen geschiedt, niet werkelijk weet
heeft, er ook slechts vrees en verach
ting voor kent. Dit is dan ook de steen
des aanstoots voor de wereldkerk- zi
wordt nog altijd geleid alsof Rome dt
hoofdstad der wereld was.
Of neem het kerkrecht. Het thans
van kracht zijnde wetboek (van 1917)
Enkele minderbroeders-capucijnen
hebben van hun religieuze en kerkelij
ke overheid opdracht gekregen te gaan
zoeken naar nieuwe vormen van min
derbroedersleven.
Zo wordt in Amsterdam begonnen
met een nieuwe kleine religieuze ge
meenschap in een meer eigentijdse en
levensnabije stijl. Het zal een beschei
den broederschap zijn, bestaande uit
drie religieuzen, die gewoon tussen de
mensen in hopen te gaan wonen. Zij
hebben hun habijt afgedaan en dragen
eenvoudige gebruikelijke kleding. Ze
bezigen niet langer kloosternamen, la
ten zich niet meer aanspreken met
„eerwaarde", maar wensen simpel te
wonen en te leven en door handenar
beid in hun levensonderhoud te voor
zien.
Zij worden niet belast met een be
paalde vorm van apostolaat. Hun volle
aandacht willen ze schenken aan het
uitwerken van een evangelisch leven,
dat past in de huidige samenleving en
dat beantwoordt aan hun roeping als
volgelingen van Franciscus van Assisi.
Zij hopen echt te gaan behoren tot het
Woon-, lééf- eh werkmilieu Van hen, tè'
midden van wie zij leven. Zij menen
dat hun minderbroedersleven voor
zichzelf zou moeten spreken en dat zij
vooral op deze wijze apostolisch
vruchtbaar moeten zijn.
Een soortgelijke poging gaan enkele
andere minderbroeders-capucijnen in
Waalwijk (N.-B.) ondernemen. Een
verschil is echter dat deze communi
teit belast is met een groot stuk ziel
zorg voor vooral Franciscaanse reli
gieuzen in Noord-Brabant. Maar be
halve een centrum voor Franciscaanse
zielzorg hopen zij samen toch ook een
minderbroedersgemeenschap op te bou
wen, waarin zij komen tot meer aan
gepaste belevingsvormen van hun roe
ping. In deze fraterniteit nieuwe stijl
trachten zij de inspiratie en inzichten
te vinden, waarmee zij hun Francis
caanse medereligieuzen moeten bege
leiden op hun weg naar aanpassing en
vernieuwing.
Het deputaatschap Reformatie-Rome
van de gereformeerde kerken, de her
vormde stichting „Kerk en Wereld" in
Driebergen en het rooms-katholieke
centrum „Kontakt der Kontinenten" in
Soesterberg organiseren samen drie
weekend-conferenties over het Vati
caans concilie. De bespreking is ge
richt op schema 13 (de verhouding tus
sen kerk en wereld).
Het eerste weekend wordt gehouden
in het zendingscentrum in Baarn op 22
en 23 januari. Inleiders zijn pater dr.
H. Reijnders en dr. K. Dronkert, gere
formeerd predikant in Leiden. De bei
de volgende weekends worden in be-
bruari en maart gehouden in de centra
van „Kerk en wereld" en „Kontakt der
kontinenten." Tot de inleiders behoren
dan onder anderen de professoren dr.
A. J. Rasker, dr. A. de Froe en dr.
J. M. van der Linde. Zij bespreken de
verdraagzaamheid, het vraagstuk van
de wereldbevolking en de sexuele
ethiek.
IN
iiiiiNiiiiiiiimiiiiiiii
is een model van logische opbouw en
juridische scherpte. Maar is dat zon
der meer een eretitel voor een
k e r k e 1 ij k wetboek? Heeft gods
dienstig leven niet altijd van doen met
ideeën, emoties, waarderingen, die
nooit geheel toereikend in mensen
woorden zijn onder te brengen?
In elk geval: de meerderheid van
het concilie wil dit aspect van de
rooms-katholieke kerk wijzigen. Er zal
echter nogal wat water door de Tiber
moeten stromen, voordat een werke
lijk vernieuwd wetboek van de Vati
caanse persen komt. Maar dat kan
niet anders. Ook op dit gebied dus zal
men zich wel langzaam moeten haas
ten, al zal op 't punt der wetgeving
over de gemengde huwelijken en ge-
boortenregeling zeker tot spoed wor
den gemaand.