MENS EN B IJ BEL welk tempo voorwaarts? Terugblik op het Vaticaans concillie Europees centrum Minderbroeders moderne stijl WOENSDAG 19 JANUARI 1966 hp TKOR F vf kk mu schriftelijke cursus „Mens en Bijbel" van het IKOR. Er hebben zich nu al 1250 mensen aangemeld en daarom gaat v Jmst va"daaS een tweede oplaag van de cursus in zee. Deze inter- *ei kelijke leergang, waarin een handreiking wordt gegeven voor het lezen van de bijbel blijkt in een behoefte fe voorzie?, gDat Ct leen tot uiting in het aantal abonnees, maar ook in de grote belang- gespreksgroepen Moeilijke punten Hoofdlegerpredikant ds. J. Drost - - iiiiitppifi THEOLOGEN Kif*!®*!! Als waarnemer, afgevaardigd door het internatio naal verbond voor vrijzinnig christendom en geloofs vrijheid en door gelukkige omstandigheden in staat de vier zittingen van het concilie mee te maken, heb ik wel enerzijds zeer geboeid de gang van zaken gade geslagen, maar was ik anderzijds toch opgelucht toen Huisgemeenten? Gewijde muziek In beweging Prof. dr. L. J. van Holk, die de zittingen van 't twee de Vaticaans concilie als waarnemer heeft bij ge woond, schreef twee artike len waarin hij een balans opmaakt van deze grote ker kelijke gebeurtenis en tevens een blik in de toekomst werpt. Prof. dr. Van Holk werd in 1893 in Amsterdam geboren. Hij studeerde theologie in Leiden en Genève. Hij werd vervolgens predikant voor de remonstrantse broederschap. In 1931 werd hij tot hoogle raar in Leiden benoemd. Met een onderbreking in de oor logsjaren heeft hij zijn hoog- leraarsstoel tot zijn emeri taat in 1963 bekleed. In de jaren 1951 en 1955 gaf hij gastcolleges in Chicago. Hij publiceerde verschillende studies op het gebied van ethiek en filosofie. Grote be kendheid verwierf hij in ver band met zijn avondover denkingen voor de VPRO-tv. Prof. Van Holk is eredoctor van de universiteiten van üraag en Chicago. het 8 december 1965 was. Trouwens, die opluchting hebben de bisschoppen pas recht gevoeld. Want er is zeer hard gewerkt: ook tussen de zittingen. Een grote agenda van zestien belangrijke onderwerpen is gereed gekomen. Maar nu moest het ook eens uit zijn! al thans voorlopig. Gevoelig punt Nieuw tijdvak Rome en reformatie Prof. dr. L. J. van Holk Er is hier overigens sprake van een unieke cursus, want de lessen waren aan het begin nog op geen stukken na klaar. „Ik geloof niet dat dat een na deel is", zegt de samensteller, ds. H Noordermeer, er zelf van. „Er is zo langzamerhand al een flinke corres pondentie met de cursisten ontstaan en op deze manier kan ik in de volgende lessen al rekening houden met de vra gen, die er bij de abonnees op de les sen leven." „In dit stadium-zes van de twintig lessen zijn verschenen voor de cursis ten van het eerste uur draaien veel vragen om het Godsbegrip" zegt ds. Noordermeer, die op 18 oktober 1964 als tweede predikant voor het radio- pastoraat naast ds. A. Klamer is be vestigd. „Als God werkelijk liefde is, waaromis een vraag, die nogal eens voorkomt en ook „Hoe moeten we ons God voorstellen?" „Ik probeer in mijn antwoorden de zaak altijd op het persoonlijke toe te spitsen", zegt ds. Noordermeer, „want de vragen komen meestal voort uit een existentieel probleem." Ds. Noordermeer de helft van de week besteedt hij aan zijn werk als zielzorger in het Naardens diacones- senhuis, de andere helft aan de cursus ziet als voornaamste belang van de cursus dat de mensen leren de bijbel teksten vragend te bekijken. „De gro te vraag is hoe de mensen de bijbel lezen. Ook daar waar het bijbellezen aan tafel nog een ritueel is, komt men vaak niet aan persoonlijk bijbel gebruik toe. Er zijn veel gevallen waarin man en vrouw juist door onze cursus een aanleiding hebben gevonden met elkaar weer over de bijbel te pra ten. Bijbellezen moet geen zaak zijn van bekende teksten nog eens repete ren. Men moet in de verwachting leven nieuwe dingen te ontdekken." Een Opmerking is de geest van Karl Barth, zoals men die in een ge sprek met ds. Noordermeer meer kan tegenkomen. Men merkt dat hij worstelt met het probleem hoe hij „moeilijke punten" in de cursus aan de orde moet stellen. En hij vertelt hoe hij soms juist vragen krijgt waarom hij een bepaald on derwerp niet heeft aangesneden. „Dat is ook een kwestie van aan pak. De eerste hoofdstukken heb ik nog niet behandeld. De schepping komt pas later aan de orde. Want ik streef er naar de bijbel systematisch door te lezen. Dat krijgen de kerk mensen en een deel van de cursisten zijn kerkmensen niet via in de pre ken. In de kerkdienst wordt de bijbelse stof veel partiëler aan de orde gesteld. „De cursus zelf is overigens niet be langrijk. Belangrijk is dat de mensen geïnspireerd worden tot zelfstudie. Laat ik een voorbeeld noemen. Ergens in Ne derland is een groep van zestien men sen, die allemaal een abonnement heb ben genomen en de stof in groepsver band bespreken. Ze behoren tot ver schillende kerkgenootschappen, er zijn ook een paar die „niets" zijn. Er is iemand, die bij de cursus illustratie materiaal zoekt, zoals filmstroken en dia's. Door tact. Zo nu en dan sluit ik bij een les een open brief in, of ik beveel eens een boek aan. Zo heb ik de mensen al geattendeerd op Okke Jager's „De humor" in de bijbel" en Kuiterts „De spelers en het spel". radiopastoraat „doet" hij niet alleen de cursus. Hij heeft ook een deel van het werk van ds. Klamer op zich genomen, vervangt deze bij afwezigheid en is dan ook al lang tot de ontdekking gekomen hoeveel eenzame mensen er zijn. Ook hij heeft mensen, die hem elke paar dagen opbellen om maar even hun eenzaamheid te doorbreken en hem hun problemen te vertellen. Zodoende krijgt ds. Noordermeer het steeds drukker. Hij schrijft steeds meer brie ven en studeert hard. „Ik heb het laatste jaar meer moeten studeren ^an ^e. vii.f ïaar daarvoor samen. Je moet bij blijven, en dat valt niet mee." En dan komt hij terug op het probleem van de leerstof. „Je kunt de mensen niet isoleren. De moderne inzichten dringen via radio en t.v. tot hen door. Is het dan niet oneerlijk te doen alsof alles nog net is als vroeger? Mag je .ze nog de kant opsturen van een his- .torische schepping, terwijl men het er tegenwoordig toch wel over eens is, dat de echte bijbelse historie pas bij (of na?) Abraham begint? Maar soms leidt dat tot een felle re actie, al is het tot nu een uitzondering gebleven. Een meneer is verschrikke lijk kwaad geworden omdat ik de door tocht door de Rode Zee niet beschreef als een wandeling tussen twee hoge muren water door, u weet wel, zoals in de film van De Mille. „U doet de grootheid van God tekort" heette het, maar zit daar nu de groot heid van God in? Ik dacht dat het meer de grootheid van God is dat Hij juist in het gewone leven met zijn volk bezig is. Het is boeiend om te zien hoe de schrijvers van de bijbel bijvoorbeeld over de andere volken steeds minder zwart-wit gaan denken, hoe Israel God steeds meer gaat ontdekken als de barmhartige voor allen. De bijbel kent geen heldenverering, onze helden worden stuk voor ontmas kerd als mensen vol fouten, maar juist daardoor wordt de genade open baar. Dat wil ik de cursisten duidelijk maken. De bijbel opent 'n perspectief voor de mensheid, waarvoor ons woord „hoop' maar een schrale aanduiding is." Kees Maas „Mens en bijbel", uitgave van het radiopastoraat van het IKOR, bedoelt een handreiking te zijn aan mensen, die meer van de bijbel willen weten. Eens per veertien dagen ver schijnt een aflevering. Op 15 januari kan men beginnen met de cursus, waarvoor een bijdra ge van 12,50 voor twintig af leveringen wordt gevraagd. (Postrekening 631000 t.n.v. Ra diopastoraat van het IKOR te Hilversum. food Misna sh "m.tfr.'Wbordermeer. Ds. Drost, de nieuwe hoofdlegerpre dikant, werd op 4 augustus 1915 in Wil- dervank geboren. Na zijn eindexamen gymnasium studeerde hij van 1935 tot 1939 theologie aan de Vrije Universi teit in Amsterdam. In 1942 deed ds. Drost kandidaatsexamen, waarna hij op 1 oktober van dat jaar hulppredi kant werd in De Lier. Op 1 februari 1943. bij de vorming van een tweede predikantsplaats in deze gemeente, werd ds. Drost gereformeerd predi kant in De Lier. Hij werd in zijn ambt bevestigd door zijn schoonvader, ds. N. Postema. Van 2 maart 1947 tot 1 augustus 1952 stond ds. Drost in Ede. In die tijd was hij ruim een jaar reserve-luchtmacht predikant op de vliegbasis Leeuwar den, waar hij als eerste predikant in een straaljager (een Gloster Meteor) vloog. Uitgezonden als predikant van de ge reformeerde kerk van Makassar ver trok ds. Drost in augustus 1952 met het emigrantenschip „Fair Sea" waar hij belast was met de geestelijke ver zorging aan boord naar zijn nieuwe standplaats Hollandia (Nieuw-Guinea). In 1956 werd in Nieuw-Guinea de Evan gelische christelijke kerk geïnstitu eerd. Van deze kerk, waarin verschil lende samenwerkende protestantse kerken in Nieuw-Guinea opgingen, werd dr. Drost officieel predikant. Vijf jaar lang was hij praeses van de Ne derlands sprekende classis van dezé kerk. Na in juni 1960 met de „Willem Ruys" voor verlof naar Nederland te zijn teruggekeerd, vertrok ds. Drost niet lang daarna naar Paramaribo om aldaar een half jaar waar te nemen in een predikantsvakature. Op 1 augustus 1961 werd dominee Drost benoemd tot luchtmachtpredi kant in tijdelijke dienst voor onbepaal de tijd, met als standplaats de vlieg basis Ypenburg. Door dominee S. A. Boonstra werd hij als predikant van de gereformeerde kerk van Rijswijk bevestigd. Op 1 mei 1964 werd ds. Drost, die gehuwd is, drie kinderèn heeft en in Rijswijk woont, lucht machtpredikant in vaste dienst. Si V. - Ten behoeve van de medewerkers van het onderzoekcentrum te Petten en de in verband daarmede gestichte Europese school is een protestants Europees centrum „Koinonica" opge richt. Het is het resultaat van de sa menwerking van kerken en personen. „Koinonica" betekent gemeenschap. De directeur van het hervormings centrum „De Haaf" te Bergen, ds. L. v. Rhijn, heeft de leiding. Hij gaat el ke maand voor in de kerkdiensten. Medewerkers van het centrum zullen op de Europese school ook godsdienst lessen geven in het Duits en het Frans. Dit jaar zal de vergadering van mo derne theologen voor de honderdste keer bijeen komen. Hoewel de traditie wil dat deze samenkomst plaats vindt te Amsterdam in de tweede week na Pasen besloot het moderamen een an dere datum en eveneens een andere plaats te kiezen om aan deze lustrum bijeenkomst extra relief te geven. Op donderdag 2 juni zal de vergadering worden gehouden in het Evert-Kupers- oord te Amersfoort. Prof. dr. Viktor Maag uit Zürich aanvaardde een uitnodiging naar Ne derland te komen om een aktueel theo logisch onderwerp bij de vergadering in te leiden. Dr. S. L. Verheus.4e Am sterdam' Zal een jubileumuitgave ver zorgen onder de titel: „Honderd jaar moderne vergadering in Nederland". Hervormingsmonument in Genève. Van links naar rechts Farel, Calvijn, Beza en Knox. De cursus van het IKOR kan tot iets leiden, dat bij velen een ideaal is: het ontstaan van „huisgemeenten". Ds Noordermeer ziet het niet zo ver. „Dat er groepen mensen komen, die samen de bijbel bestuderen aan de hand van onze cursus, erover discussiëren, ieder vanuit zijn eigen gezichtshoek, en liefst samen bidden valt alleen maar toe te juichen. Maar het mag er natuurlijk niet toe leiden, dat deze ont wikkeling het gemeenteleven uitholt. Wel geloof ik dat ook de kerken er groot belang bij hebben dat hun leden intensief met het woord van God bezig zijn, ook in een gesprek met anders- gestemden." Ds. Noordermeer is naarmate de cursus vordert steeds meer betrokken geraakt bij persoonlijke problemen van cursisten. Als tweede predikant in het Naar Musica Sacra, een tijdschrift voor kerkmuziek, meedeelt zal de ne gende jaarlijkse conferentie van de Lutheran Society for Worship, Music and the Arts van 14 tot 17 juni 1966 worden gehouden aan het St Olaf-col- lege te Northfield, Minnesota, onder leiding van dr Paul Ensrud. Niet alleen in Nederland, maar in allerlei Europese landen, zelfs in Afri ka, Amerika, Azië en Oceanië, zijn spontane bewegingen ontstaan van ka tholieke leken voor de latijnse liturgie en voor het greorgiaanse koraal. In Oostenrijk heet deze beweging Una Voce. In Wenen vooral meent men met het oog op de vele buitenlandse toeris ten die geen Duits zouden verstaan de mis geheel in de „internationale kerk taal" (latijn) te moeten houden, daar om zelfs de preek te moeten wegla ten. De aartsbisschop van Keulen, kardi naal Joseph Frings, heeft zich officieel verzet tegen het gebruik van jazzmu ziek in de kerken van zijn aartsbis dom. Van het vergaderen, naar toespra ken luisteren en stemmen had ieder een genoeg. Men raakt uitgekeken op elkaar, zelfs bij een zo omvangrijk gezelschap en bovendien: het eindpunt van 8 december 1965 is tevens een be ginpunt, Er is immers zoveel op gang gebracht, dat niet ineens kan worden afgebroken of stopgezet. Ten eerste vragen de goedgekeurde en plechtig af gekondigde stukken nu om toepassing in de werkelijkheid. Dat zal niet alle gebieden en in alle landen even vlot gaan. Er zijn bijvoorbeeld wijze her vormingen in het kloosterwezen sa mengesteld. in welk tempo zal een kloosteroverste die hervormingen kun nen doorvoeren? Vele nieuwigheden zullen slechts ge leidelijk kunnen worden ingevoerd: te genstreving uit andere gewoonte, afkeer van het opgelegde, en tal andere factoren gelden nog. Nu is v... een interne kerkelijke aangelegenheid. Heel anders ligt het met conciliebe sluiten, die direct in het algemeen maatschappelijk leven ingrijpen. Op het terrein van sociale hervormingen, vredespolitiek, godsdienstvrijheid zit „de wereld" op de uitkijk. Daar kan met niet onbepaald uitstellen, niet vol staan met vage aankondigengen. Daar moet flink tempo in zitten, zullen de besluiten, te Rome genomen, overtui gend werken voor het brede publiek. uit van dit Men moet wel beseffen, dat de kerk zelf in beweging is geraakt. Dat is niet een zaak van enkele omlijnde decreten en declaraties, maar van een geest, die gewekt is, van een andere blik op de werkelijkheid rondom en binnen in. Met een ander levensgevoel, een gewij zigd geloofsbesef zullen bisschoppen, theologische experts, toehoorders naar hun land en werk terugkeren. Met meesterlijke regie is de slotzit- ting van het concilie in elkaar gezet. Het grote plein tussen de colonnades was vol. De intocht van bisschoppen, kardinalen, tenslotte de paus zelf, dat was indrukwekkend. De troon, onder het hoge baldakijn, voor de midden deur der kerk, beheerste de aanblik: een machtig decor voor de plechtighe den die zich daar zouden afspelen. Ik noem dit slechts, om duidelijk te maken: deze grote kerkvergadering ging niet als een nachtkaars uit; inte gendeel met een forse ontplooiing van schoonheid, geloofdgetuigenis, bood schappen voor de wereld (zelf reeds een eerste toepassing van wat het ont werp over de kerk in de huidige we reld beoogt.). Het merkwaardige is dan dat juist zo'n magistrale afsluiting te gelijk het onafsluitbare voor de ver beelding oproept, dat wat daarna ko men gaat. Op 't hoogste niveau gelijk op het meest alledaagse geldt: „The proof of the pudding is in the eating". meen, de waarde hadden ontdekt van een kerkelijke dialoog, dat is een twee zijdig gesprek, waarbij kritiek toch tot overeenstemming kan leiden en dan rijpere overeenstemming dan het ouderwetse uit-de-hand-weten. Het concilie zelf is nu onmiskenbaar voltooid. Een post-conciliair tijdvak is begonnen, dat het bewijs zal moeten brengen voor de wat voorbarig klin kende bewering „Een keerpunt in de geschiedenis der kerk". Er zal stellig door conservatieve geesten (die niet alleen in de curie zitten) worden ge tracht hervormingen binnen zo klein mogelijk kader te houden. Toch mag men voor dat gehoopte keerpunt wel goede verwachtingen koesteren. 't zal Vooreerst: de ontwikkeling van maatschappelijk gebeuren zelf gestadige aandrang uitoefenen. Verder: vernieuwingen, ergens ingevoerd, wor den in onze tijd overal vrij vlug be kend, roepen tot navolging op, want „achterblijven" wil niemand. En dan iets waarvan ik veel uitwerking ver wacht er is een geest van critiek op gestaan, voorheen in de Roomse wereld niet gaarne aanvaard, zeker niet aan gemoedigd. Dit is nu erg aan het min deren. In het verband van heel de cultuur is het koppel bevel-gehoorzamen in dis- crediet geraakt. Dat moet ook op katholieke wereld invloed hebben, heb ook katholieken ontmoet, die gelegenheid van discussies met waar nemers, met protestanten in 't alge- de Ik bij Natuurlijk raakt men daarmee wel aan een echt gevoelig punt: heeft dit concilie een gezags-crisis veroorzaakt? Dat Iaat zich thans nog niet zeggen. Het antwoord zal aanzienlijk afhangen van de soepelheid, het ruime begrip, en van het echte diepe geloofsvertrou wen, dat de hiërarchie zal tonen te hebben. Een gezagscrisis namelijk is uitein delijk toch een zaak van „Van boven af". Stevig gezag rust op gebleken en telkens weer blijkende geschiktheid om voor oprijzende moeilijkheden zakelijk de beste oplossingen te vinden: en wel in overleg. Voor zo'n overleg nu bie den de op het concilie ingestelde en verder aanbevolen (op ettelijke plaat sen trouwens reeds bestaande) syno den van bisschoppen, conferenties van bisschoppen, democratischer opgevat te kapittelsamenkomsten, en zo meer, een uitnemende instantie. De erkenning van het gewicht hier van door Rome kan heel sterk meehel pen de bestuurstrant en geestelijke lei ding veel effectiever te maken. Maar natuurlijk, de doorwerking hiervan zal eerst gaandeweg algemeen herkenbaar worden. Hier geldt meer dan ooit: „Haast u langzaam". Iets soortgelijks moet gezegd worden in verband met andere aangekondigde bestuurshervormingen: het kerkrecht, de controle van geloofs- en zedeleer, de inrichting der curie. Wie ooit met her-ordening van oude bestuurslicha men te maken heeft gehad zal erken nen, dat hervorming daarvan uiterst moeilijk is. Nog moeilijker wordt dit, wanneer een bestuursapparaat, zoals bijvoorbeeld de Curia Romana, een technisch gesproken uitstekend appa raat is, dat met algehele toewijding aan de zaak werkt, en over zeer grote er varingswijsheid beschikt (hetgeen vooral op diplomatiek gebied, in de kerkelijke staat onontbeerlijk is). Het grootste bezwaar tegen de curie is, dat ze de kerk zo hopeloos eenzij- dig-Italiaans wil besturen, en van wat aan gene zijde van de A.lpen en de oceanen geschiedt, niet werkelijk weet heeft, er ook slechts vrees en verach ting voor kent. Dit is dan ook de steen des aanstoots voor de wereldkerk- zi wordt nog altijd geleid alsof Rome dt hoofdstad der wereld was. Of neem het kerkrecht. Het thans van kracht zijnde wetboek (van 1917) Enkele minderbroeders-capucijnen hebben van hun religieuze en kerkelij ke overheid opdracht gekregen te gaan zoeken naar nieuwe vormen van min derbroedersleven. Zo wordt in Amsterdam begonnen met een nieuwe kleine religieuze ge meenschap in een meer eigentijdse en levensnabije stijl. Het zal een beschei den broederschap zijn, bestaande uit drie religieuzen, die gewoon tussen de mensen in hopen te gaan wonen. Zij hebben hun habijt afgedaan en dragen eenvoudige gebruikelijke kleding. Ze bezigen niet langer kloosternamen, la ten zich niet meer aanspreken met „eerwaarde", maar wensen simpel te wonen en te leven en door handenar beid in hun levensonderhoud te voor zien. Zij worden niet belast met een be paalde vorm van apostolaat. Hun volle aandacht willen ze schenken aan het uitwerken van een evangelisch leven, dat past in de huidige samenleving en dat beantwoordt aan hun roeping als volgelingen van Franciscus van Assisi. Zij hopen echt te gaan behoren tot het Woon-, lééf- eh werkmilieu Van hen, tè' midden van wie zij leven. Zij menen dat hun minderbroedersleven voor zichzelf zou moeten spreken en dat zij vooral op deze wijze apostolisch vruchtbaar moeten zijn. Een soortgelijke poging gaan enkele andere minderbroeders-capucijnen in Waalwijk (N.-B.) ondernemen. Een verschil is echter dat deze communi teit belast is met een groot stuk ziel zorg voor vooral Franciscaanse reli gieuzen in Noord-Brabant. Maar be halve een centrum voor Franciscaanse zielzorg hopen zij samen toch ook een minderbroedersgemeenschap op te bou wen, waarin zij komen tot meer aan gepaste belevingsvormen van hun roe ping. In deze fraterniteit nieuwe stijl trachten zij de inspiratie en inzichten te vinden, waarmee zij hun Francis caanse medereligieuzen moeten bege leiden op hun weg naar aanpassing en vernieuwing. Het deputaatschap Reformatie-Rome van de gereformeerde kerken, de her vormde stichting „Kerk en Wereld" in Driebergen en het rooms-katholieke centrum „Kontakt der Kontinenten" in Soesterberg organiseren samen drie weekend-conferenties over het Vati caans concilie. De bespreking is ge richt op schema 13 (de verhouding tus sen kerk en wereld). Het eerste weekend wordt gehouden in het zendingscentrum in Baarn op 22 en 23 januari. Inleiders zijn pater dr. H. Reijnders en dr. K. Dronkert, gere formeerd predikant in Leiden. De bei de volgende weekends worden in be- bruari en maart gehouden in de centra van „Kerk en wereld" en „Kontakt der kontinenten." Tot de inleiders behoren dan onder anderen de professoren dr. A. J. Rasker, dr. A. de Froe en dr. J. M. van der Linde. Zij bespreken de verdraagzaamheid, het vraagstuk van de wereldbevolking en de sexuele ethiek. IN iiiiiNiiiiiiiimiiiiiiii is een model van logische opbouw en juridische scherpte. Maar is dat zon der meer een eretitel voor een k e r k e 1 ij k wetboek? Heeft gods dienstig leven niet altijd van doen met ideeën, emoties, waarderingen, die nooit geheel toereikend in mensen woorden zijn onder te brengen? In elk geval: de meerderheid van het concilie wil dit aspect van de rooms-katholieke kerk wijzigen. Er zal echter nogal wat water door de Tiber moeten stromen, voordat een werke lijk vernieuwd wetboek van de Vati caanse persen komt. Maar dat kan niet anders. Ook op dit gebied dus zal men zich wel langzaam moeten haas ten, al zal op 't punt der wetgeving over de gemengde huwelijken en ge- boortenregeling zeker tot spoed wor den gemaand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 6