HET LAND ACHTER
DE BERGEN
MISDAAD OM DE EER TE REDDEN
staat in Italië hoog aangeschreven
PANDA EN DE GRUBBEL
POLLE, PELLI EN PINGO
E
m
KRAMMETJE FOK
het met
bloemen
KEUKENS
13
Ons vervolgverhaal
door John Boland
Wonderlijke wetgeving
„Zo gek nog niet"
Niet het recht naar
de barbaarsheid
zegevierde
N.Y. de HOUTWERF
D
A
E
S
rex, lieveling,
eeu sprakeloos!
VRIJDAG 21 JANUARI 1966
ROME „Een misdaad om de eer
te redden is een misdaad zeer zeker
maar zij is geboren uit een gezon
de beweegreden, uit de natuur zelve,
verschrikkelijk als een vulkanische
uitbarsting, in overeenstemming met
tradities, onweerstaanbaar, een op
haar wijze heilige misdaad".
Zo heeft een advocaat in de Itali
aanse stad Catania een onderwijzer
verdedigd die zijn revolver had leeg
geschoten op een professor, nadat de
ze zijn dochter had onteerd en daar
mee de gehele familie want zo zijn
in Italië nu eenmaal de zeden. Het
meisje had op schaamteloze manier
met de hoogleraar geflirt (vermoe
dend dat dit haar bij een naderend
examen van nut zou kunnen zijn),
maar dat bleek tijdens het proces
geen argument om rekening mee te
houden.
**•3-9K*
21 januari
Geen feest,
toch feest...
U
ik kam jou/ie de wee naar hlhe>totmijn
TAisiEBueeri i
WIJZEN?
■77
ft
wwwwwmwwwww
(Vertalina Maraot Bakker)
74)
Bij de daverende schaterlach, die
op het geluid volgde, viel Claymore's
spanning van hem af, maar hij bleef
zich scherp bewust van al wat de
Dienaren deden en zijn oren beluis
terden argwanend al wat er gezegd
verd. Er was ongetwijfeld een of an
der gaande. De deur achter hem
ging open en hij verstarde; even la
ter draaide hij behoedzaam het hoofd
om. Een van de bedienden kwam
twaalf toneelkijkers brengen; hij gaf
er ieder van de aanwezigen een en
die van Leary legde hij op de knie
ën van de slapende piloot.
Claymore zette de kijker voor zijn
ogen; het was een voortreffelijk in
strument. Hij bekeek de arena met
de deur aan de overkant en richtte
de kijker vervolgens naar boven,
waar hij de eerste groep Heren hun
plaatsen zag innemen. Die het eerst
binnenkwamen haastten zich naar
de laagste rij en schoven snel en
zonder overbodige bewegingen op
hun plaatsen. Terwijl Claymore hen
door de kijker bekeek, leken hun
gezichten niet meer dan een meter
van hem verwijderd. Alle mannen
en vrouwen van deze groep zaten
met sombere gezichten en hangende
schouders voor zich uit te staren.
De banken vulden zich snel, inmid
dels was de helft van de plaatsen
bezet. Hij hield zijn kijker op het
publiek gericht, zonder aandacht te
schenken aan wat hij zag: hij luis
terde gespannen naar het gedempte
gesprek, dat Dienaren onderling
voerden. Zij spraken hun eigen taal
en hij spande zijn oren in om zijn
eigen naam of die van Leary op te
vangen, als zij uitgesproken zouden
worden.
„We zijn wel onhoffelijk", hoorde
hij Lydda zeggen. „Wat moeten on
ze gasten van ons denken? U moet
ons verontschuldigen, meneer Clay
more, dat we onze taal zijn gaan
spreken".
Claymore draaide zich om, alsof
hij hem niet goed had verstaan.
„Het spijt me, het ontging me wat
u zei". Hij liet de kijker zakken.
„Ik verontschuldigde me" zei de
Eerste Dienaar. „We spraken onze
eigen taal. Het was bijzonder onhof-
noffelijk van ons, maar we vroegen
ons af, waarom u geen vragen stelt.
Begrijpt u, wat er gaat gebeuren?"
Mohema legde haar hand op Clay
more's arm. „We vroegen ons ook
af, of de rechtspleging in de Buiten
wereld wel vorderingen heeft ge
maakt nadat onze voorlaatste bezoe
kers ons er een en ander vertelden.
Zij hebben ons nogal zonderlinge din
gen over de rechtspraak in hun land
verteld".
Leary zakte onderuit in zijn stoel
en kwam bijna op de grond terecht,
maar schrok wakker van de schok.
Hij gaapte, nam de kijker van zijn
knieën bekeek hem met vragend op
getrokken wenkbrauwen. „Ben in
slaap gevallen" zei hij zacht tegen
Claymore. „Wat gebeurt er?"
De Eerste Dienaar lachte. „Kijk
eens! We hebben ons voor niets be
zorgd gemaakt. We hadden vragen
verwacht en daar beginnen ze te ko
men". Hij keek door het grote raam
naar buiten. „Kijk, kijk, de recht
bank staat op het punt binnen te ko
men".
Uit de deur aan de overkant van
de arena kwamen zestien mannen en
vrouwen te voorschijn, die ieder een
bundel dunne stokken bij zich had
den. Deze mensen liepen naar het
centrum van de arena en bleven
staan. Enige tijd onderhielden zij
zich met elkaar; daarna gingen zij
uiteen en begonnen hun stokken in
het zand van de arena te planten;
zij onderzochten van enige passen af
stand vervolgens of deze stokken
vergeleken met naburige stokken op
de juiste plaats stonden. Hier en
daar werd een stok uit de grond ge
trokken en enkele meters verderop
weer in het zand gestoken.
Hier en daar werd van de overvol
le tribunes geroepen, maar de Heren
in de arena vervulden hun taak zon
der openlijk aandacht aan het com
mentaar van de toeschouwers te wij
den. Eindelijk waren zij klaar met hun
werk; alle stokken stonden rechtop in
het zand en de Heren ontruimden de
arena. Claymore, die met half dicht
geknepen ogen had toegekeken, keek
Mohema aan.
„Wat voeren zij uit?" De buitenste
stokken waren in een boog geplant,
maar al wat daarbinnen stond, leek
ordeloos dooreen te zijn geplaatst.
„De zuilen van de gerechtigheid
worden op de door de stokken aange
geven plekken geplaatst," legde Mo
hema uit. „U zult het zo dadelijk zien
gebeuren."
Zij had het nog niet gezegd, of de
deur aan de overkant van de ellips
vormige arena ging open. Twee
mannen kwamen de arena binnen en
zij droegen iets, dat een sectie van
een dunwandige tunnel leek van ruim
anderhalve meter doorsnee en ruim
twee meter lang. Zij liepen aan de
kop van een stoet van honderden pa
ren mensen, die paarsgewijs allen een
zelfde last torsten. Elke stuk buis
werd overeind gezet, zo dat een van
de stokken erin verdween. Tenslotte
was de arenabodem vrijwel bezet met
holle zuilen. De dragers trokken zich
terug, een bos van holle cilinders ach-
erlatend.
De twee vliegers keken Mohema
aan, een toelichting verlangend. Clay
more gaf blijk van gespannen aan
dacht, Leary geloofde het allemaal
wel. „In vroeger tijd," zei zij, „was
onze rechtszaal een door vele zullen
geschraagde tempel. Slechts de rech
ters, de aanklagers en de beklaagden
hadden er toegang. Maar in onze tijd
en op deze manier" zij omvatte de
arena in een handgebaar „wordt
de rechtspleging door allen bijge
woond."
Er kwamen weer mannen en vrou
wen uit de deur aan de overzijde.
Claymore telde hen. Het waren er zes
tien in totaal en allen hadden zij iets
bij zich, dat ook op een bundel stok
ken leek. Toen hij evenwel de kijker
voor de ogen hield, zag hij dat deze
groep Heren met pijlen en bogen was
uitgerust. „Dit zijn de Heren, die ook
de stokken hebben geplant," zei Mohe
ma. „Zij gaan nu hun stellingen be
trekken en daarmee zijn de voorberei
dingen voltooid."
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
De mening van de advocaat verschilde
niet merkbaar van die van het openbaar
ministerie, dat in de aanklacht de nadruk
had gelegd op de „bijzondere, hoogzede
lijke beweegredenen" en de moorde
naar „in ieder opzicht een man van eer"
had genoemd. De rechter veroordeelde
de onderwijzer tot twee jaar en elf maan
den gevangenisstraf, hetgeen betekent dat
hij straks weer voor de klas zal staan,
omdat wie in Italiaanse rijksdienst wordt
veroordeeld tot een gevangenisstraf van
drie jaar of langer, zijn betrekking ver
liest.
Toen de rechter in de overvolle zaal
Advertentie
januari, een eaaie maand? Daar kunt
u wat aan doefrt „Zo maar" een
bloemetje meenemen Is eigenlijk heel
feestelijk.
Er zijn nUibijvoorbeeld volop freesia'e.
...en bestel tijdig.
#3*
54. „Ik had het kunnen weten, dat je weer iets ge
meens zou gaan doen!" riep Panda, toen hij zag dat
Joris al het liefdadigheidsgeld aan lekker eten en
drinken wilde besteden. „Dat geld is voor mooie, hoog
staande zaken bestemd„Maar baaske", antwoord
de Joris Goedbloed onthust, „ik heb een welgebouwd
etentje altijd als iets zeer moois, zo niet hoogstaands
beschouwd! En kunnen wij niet oneindig veel méér goed
doen voor die arme, arm,e Grubbeltjes als wij beiden
sterk en weldoorvoed zijn? Hoewel, ik geef toe; het
menu dat me zojuist door het hoofd speelde is wellicht
wat aan de zware kant; een luchtig pasteitje vooraf,
een forelletje in plaats van kreeft.als ge dat soms
in gedachten had.„Nee!" riep de boze Panda. „Ik
heb in gedachten om nu naar de politie te gaan en
alles te vertellen, en dat ga ik doen ook!" En hij
zou stellig de deur uitgestormd zijn als diezelfde deur
niet net op dit moment ferm geopend was geworden
door een zekere Mevrouw Goudekens-Verwarren. „Ben
ik hier terecht bij de Stichting voor de Beschaving en
zo?" riep de nieuw-aangekomene. „Ach, ach, wat ik
daar toch in de krant las over die arme wilden! In de
Allejans-Pers, ja. Die kan het tóch zo mooi zeggen,
hè? Ik wil graag met iemand spreken die hier over
alles gaat en zo." „Mevrouw"sprak Joris eenvoudig,
„U spreekt met de President."
SPUT NIET ZEGGEN, MAAR HIER HEBBEN
JOUIE IEDER EEN ZAKJE BONBONS.'
KON JE SMAK, SMAK. - WACHT EU6N
ONS DE U SMAK.-TOT IK WE BONBON
WEGNAAR! HE&OP6E-
HÜlS V ZOGEN
.1396
(uren tevoren had het publiek zich ver
zameld om deze „echt-Siciliaanse" zaak
niet te missen) het vonnis bekend had
gemaakt, gilden de mensen „Leve het
recht" en waren de eerste woorden van
de moordenaar: „Het recht heeft gezege
vierd". Dit gebeurde in Italië, waar niet
zelden arme mensen, die op de markt
wat vruchten of een homp kaas stelen, tot
heel wat meer dan drie jaar worden ver
oordeeld.
De gebeurtenis in Catania vormt een
van de vele illustraties, die te vinden zijn
bij een wonderlijk stukje wetgeving. Ar
tikel 587 van het Italiaanse wetboek van
strafrecht luidt: „Wie de dood veroor
zaakt van een echtgenote, dochter of zus
ter, op het ogenblik waarop hij onwettige
vleselijke gemeenschap der betrokkene
ontdekt, en daarbij handelt in een toe
stand van woede, verwekt door de schan
de die de eer van zijn familie is aange
daan, is strafbaar met een gevangenis
straf van drie tot zeven jaar. Dezelfde
strafmaat geldt voor hem, die de dood
veroorzaakt van de persoon die wordt aan
getroffen in onwettige vleselijke gemeen
schap met echtgenote, dochter of zuster".
Dit artikel is nu onderwerp van een
flinke beroering in Italië. De minister van
Justitie Reale wil het namelijk afschaf
fen. De bewindsman vindt dat de bij deze
moorden steeds weer naar voren gebrach
te „uitzonderlijke motieven van eer en ze
delijk bewustzijn" heel goed kunnen wor
den ondergebracht onder de gebruikelijke
verzachtende omstandigheden" die bij
andere misdrijven in overweging worden
genomen.
De minister is na het proces in Cata
nia bijvoorbeeld gesteund door de ver
maarde jurist Galante Garrone, die in
het blad La Stampa schreef dat niet het
recht maar de barbaarsheid had gezege
vierd. Het is echter allerminst zeker dat
Reale, wanneer hij zijn plan aan het
parlement voorlegt een meerderheid zal
krijgen. Zijn eigen republikeinse partij is
maar klein, de socialisten en waarschijn
lijk ook de sociaal-democraten zullen wel
achter hem staan, maar sommige chris
ten-democraten vinden dat wetsartikel zo
gek nog niet.
Bettiol, fractieleider der christen-demo
craten is van mening dat men de „misdaad
uit eer", een begrip dat in de Italiaanse
wetgeving is binnengeslopen in de fascist!
sche tijd, moet handhaven, maar dat de
strafmaat moet worden verhoogd. „Zou
men de wet zonder meer afschaffen, dan
zou dit inhouden dat men het gezin gaat
beschouwen als een toevallig en mecha
nisch verenigd onderdeel van de maat
schappij en niet langer als de heilige ba
sis van onze ganse samenleving".
Een andere rooms katholieke jurist,
Migliori, die de christen-democratische
partij vertegenwoordigt in de commissie
voor juridische aangelegenheden van het
parlement, verklaarde: „Ik ben verbijs
terd. Natuurlijk begroet ik met vreugde
elke poging om ons volk op te voeden,
zodat het zich kan losmaken van de zieke
lijke opvattingen van eer welke thans
nog vrijwel algemeen zijn. Maar ik ben
zeer beducht voor overijlde maatregelen.
Ik vrees elke handeling die het gezin als
meest waardevolle instelling der samenle
ving zou kunnen aantasten".
Er zijn ook christen-democraten die er
anders over denken. Giovanni Leone,
hoogleraar in de toepassing van het
strafrecht aan de universiteit van Rome
zei: „Ik ben voor afschaffing van artikel
587. Dat artikel leek al dadelijk in strijd
met beschaafde opvattingen toen het in
1930 werd ingevoerd. Nu komt het ons
nog veel barbaarser en geheel onaan
vaardbaar voor. Daarbij komt nog, dat
bij de toepassing van die wet de zaak
nog erger wordt gemaakt, zoals dat von
nis van Catania, een ware aanfluiting
voor een beschaafde natie, wel bewijst".
Wat professor Leone zegt is maar al te
waar. De rechters, en vooral de gezwo
renen, staan uiterst welwillend tegenover
„misdaden uit eer". Dat geldt waarlijk
niet alleen voor het zuiden. Twee jaar ge
leden werd in Milaan een industrieel die
de minnaar van zijn vrouw had ver
moord, veroordeeld tot een jaar en vier
maanden.
Artikel 587 leidt ook tot heel zonderlin
ge consequenties. Verleden jaar heeft in
Palermo een achttienjarige jongen de jon
geman vermoord die zijn zusje had ver
kracht. Voor hij die moord pleegde was
hij eerst naar een advocaat gegaan om te
vragen wat de gevolgen zouden zijn. De
advocaat wees hem op artikel 587 en
toen hij begreep dat hij beslist niet meer
dan drie jaar zou krijgen, „had hij er dat
wel voor over."
In een ander heel vreemd geval stak
een man zijn overspelige echtgenote neer.
Hij probeerde ook haar minnaar te doden,
werd veroordeeld tot ruim twee jaar.
Daarna begon hij een proces tegen de ex-
minnaar om schadevergoeding te eisen
voor het hem aangedane leed, voor ge
derfde inkomsten, voor de proceskosten en
voor de bekladding van zijn goede naam
tengevolge van het wangedrag van zijn
vrouw. Hij kreeg enkele miljoenen lires
toegewezen.
Advertentie
Wilt U a.s. voorjaar Uw keuken ver
nieuwen, dan moet U nu Uw keuze
doen.
In onze showroom kunt U kiezen uit
drie beroemde Duitse keukens.
Kampersingel 20-24, Haarlem.
Ook zaterdags geopend van 9-13 uur.
PUZZEL NO. 3
23 2k
57
58
63
64
169
70
Horizontaal: 1. zwaar stuk hout, 4. godin,
7. zorgen, 13. vr. munt, 14. verzoekschrift,
16. leerling (Fr.), 17 voorzetsel, 19. wijze,
21. vochtig, 22. titel, 23 kiezel, 25. de lezer
heil, 26. ijle stof, 28. deel der wet, 30. rond
hout, 32. spil, 33. regeringsambtenaar, 36.
Koninklijke Hoogheid, 37. treffen, 39. pl. in
Japan, 40. rijstbrandewijn, 42. soort onder
wijs, 43. de dato, 45. pl. in O.-Europa, 46.
aanleggen, 48. werkelijk, 50. ten laatste, 51.
Europeaan, 52. selenium, 54. bestaat, 55.
deel v. h. oor, 57. nieuw, 60. lengtemaat, 62.
richting, 64. pers. vnw., 65. krantenjongen,
67. voelhoorn, 69 muziekinstrument, 71.
graansoort, 73. door erfenis verkrijgen, 74.
bijb. naam, 75. geprikkeld, 76. aanzien, 77.
onvriendelijk.
Vertioaal: 1. wijnlokaal, 2. geur, 3. jon
gensnaam, 4. militair, 5. manier, 6. vogel,
8. ijzerhoudende aarde, 9. inhoudsmaat, 10.
wezen, 11. schortje, 12. hennepbraak, 15.
zangnoot, 18. rijksgrens. 20. vogelproduct,
24. rondhout, 25. werpstrik, 27. woestijn, 29.
boom, 30. rivier (Spaans), 31. zout water,
33. pers. vnw. 34. uitdagen, 35. vogel, 36. eil.
in de Middell Zee 38. heilig boek, 40.
vriend (Fr.), 41. soort weefsel, 44. pl. in
Overijsel, 47. holte in de muur, 49. voeg
woord, 53. lokmiddel, 55. aardige, 56. maan
stand, 58. vogel, 59. tuingerei, 60. bestuur
der van Venetië, 61. muziekterm, 62. vr.
munt, 63. heilige, 66. visnet, 67. meer
(Duits), 68. zangnoot, 70. soort onderwijs,
72. titel.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen woensdag a.s. in ons bezit te zijn.
Oplossing puzzel no. 2: 1 mare, 2 apin,
3 Riga, 4 enak, 5 stom, 6 tule, 7 olie, 8 mees,
9 knik, 10 Nora, 11 Iran, 12 kans, 13 klam,
14 lama, 15 amen, 16 mand, 17 slok, 18 lire,
19 Oran, 20 Kent, 21 toorn, 22 orde, 23 Odin,
24 mens, 25 druk, 26 rose, 27 U.S.S.R., 28
kerk, 29 tarn, 30 aloë, 31 Rome, 32 neen,
33 spek, 34 Peru, 35 erts, 36 kust, 37 kaan,
38 asla, 39 Alva, 40 naad, 41 raak, 42 anti,
43 atol, 44 kilo, 45 teen, 46 erie, 47 Eire, 48
neet, 49 dolk, 50 Omar, 51 lava, 52 kras.
De prijswinnaars vindt u elders in dit
blad.
Nom 4i4 oe datum, ik ben, en, re op&e-
ZIZI -EM MAT HET j WONDEN NU, REX. IK
ÜAUW ZIJNES Moe TTND HEBBEN
DESTeft WAM M0600RA
KOM Dm SL6CHTS ONZe
VERLOVING, AAM
DIE OUWE 6EK!HIJ
DEMKT WERKELIJK
DAT ZIZI
TROUWEN
l'Muwnj
PI B
433. Dolgelukkig waren de boeven met
de gestolen kaart en het was aandoenlijk
om te zien, hoe zij schreeuwend, dansend
en schietend wegsnelden om de schat te
gaan opgraven.
Aan Brammetje Fok, die onder in de
waterput zat, dachten zij niet meer.
Maar Karo en Tutu waren dodelijk on
gerust. Er móest een reden voor zijn, dat
niet Bram zelf, maar alleen de waarde
volle kaart naar boven was gekomen.
Wat kon die reden wel zijn?
Karo keek Tutu aan, en Tutu keek Ka
ro aan.
„Naar beneden?" vroeg Tutu.
Karo knikte ernstig. Geen van beiden
wisten ze, wat hun daar in die duistere
diepte van de droge put te wachten
stond. Maar Bram was in gevaar. Nu was
de tijd gekomen dat zij iets monden
doen voor de man, die hen zo dikwijls had
gered.
Stevig, maar voorzichtig, nam Tutu het
nekvel van Karo in de bek en hevig
fladderend daalde hij af in de donkere
koker.