JOEGOSLAVIË WORDT GEEN SPELDEPRIK OP DE ANWB- ALARMKAART '.s - Evert Westbroek aan de fondue LADIES AND GENTLEMEN, I tell you now the latest news: it rains in Holland". Het mag dan nog zo oud zijn dit gidsenmopje, bij een groep Hollanders die be haaglijk in een bus voortglijden langs de azuurblauwe zonover goten Adriatische Zee gaat het er toch weer als koek in. Ze zijn meteen klaar wakker, ondanks het hopeloos vroege uur. Het her innert er hen tevens aan, waar om zij naar Joegoslavië en niet naar de Hoge Veluwe zijn gereisd, omdat in Joegoslavië altijd de zon schijnt en omdat het thuis al tijd regent. En wat wil de door snee-Hollander in zijn vakantie? Juist, de zon, hij wil zwemmen in helder, aangenaam water en hij wil in het lichte pak over een boulevard flaneren. Dat en nog veel meer kan in Joegoslavië. heeft alles en is nog net iets goedkoper ZIJ, DIE ONS BEROEP kiezen, blijven óf één sei zoen óf heel lang." Dat zegt Evert Westbroek, chef-kok bij een Nederlands reisbureau. Hij is verzot op zijn vak en heeft elke keer als hij in Neder land is heimwee naar het hotelleven in het buitenland. Maar in één ding verschilt hij van zijn collega's: hij werkt nooit twee jaar achter elkaar bij dezelfde baas. De plaats, waar wij hem ontmoetten, was dan ook symbolisch voor zijn carrière: Champex, het Zwitserse Alpendorpje, waar hij vorig jaar heeft gewerkt en waar hij op zijn vrije dag nog eens kwam kijken. K. M. Haventje aan de Dalmatische kust. Westbroek koken voor Nederlanders op vakantie Het klimaat in Joegoslavië vari eert zeer in de verschillende delen van het land. Terwijl langs de Adriatische kust het moederland en de meer dan 1000 paradijselijke eilanden hebben 6000 km kust een Middellandse-Zeeklimaat heerst, lijkt het klimaat in het binnenland meer op dat van ons. Aan de Adria tische kust, zo fascinerend door haar beplanting, inhammen, kreken en bergen is het aantal onbewolkte da gen per jaar zeer groot. De gemiddel de temperatuur van de lucht is in juli en augustus 27,1 graden C., die van het zeewater 23,3 graden C. In november is het soms nog 23 gra den. Het binnenland kent strenge winters en zeer warme zomers. ZONNEBADEN en zwemmen, dat zijn ontegenzeggelijk de belangrijk ste bezigheden aan die kust. Houdt u van het laatste, pas dan op voor de zeeëgels. Ga niet in het water staan, want de kans is groot dat u een zeeëgel raakt. Zijn wraak is pijnlijk. Hij boort kleine naaldjes in uw voet, die er zeer moeilijk zijn uit te krijgen. Dat kan wel eens veer tien dagen of langer duren. Het is raadzaam om sandalen en strand- schoenen te dragen. Er is namelijk niet overal een zandstrand voorhan den. Ook wandelen is een feest. De ge deeltelijk subtropische plantengroei streelt het oog, op de steden en dor pen raakt u niet uitgekeken. Bijna elke stad heeft haar historische ge bouwen, zoals kathedralen, vestingen en wallen. Hoe kleurrijk is het niet om de mensen naar de markt te zien trekken, mannen en vrouwen in klederdracht, met zwaar beladen ezels. HET MENU moet gevarieerd blij ven. Een volgende dag stapt u op de boot voor een tocht naar een van de vele eilanden of voor een rondvaart, 's avonds gaat u naar een café. Dat is altijd de moeite waard. De bewo ners zijn graag bereid tot een ge sprek, met handen en voeten des noods. Eerst vertellen zij hun ver halen uit de oorlog. Daaruit wordt zonneklaar duidelijk welk een hero- ische strijd de Joegoslaven hebben gevoerd tegen de Duitsers. Thans zijn de Duitsers degenen, die het land frequenteren. Op een enkele uit zondering na komt het nooit tot moeilijkheden. Ze brengen immers geld in het laatje! Na een paar gla zen Dalmatische wijn wat is er lekkerder op deze aarde? zetten zij hun weemoedige fascinerende lie deren in. Of hij wil of niet, de toe rist wordt meegesleept. Hetzelfde overkomt hem als hij in de ortho dox-katholieke kerk in Belgrado' een dienst bijwoont. Wat zingen die men sen geweldig. Dat zijn avonden en momenten om nooit te vergeten. LANGE TIJD is het grootste ge deelte van Joegoslavië uitsluitend toegankelijk geweest met de boot. De snelle ontwikkeling van het wegen net na de tweede wereldoorlog heeft deze situatie drastisch veranderd. Van 1957 tot 1964 is het netwerk van moderne, geasfalteerde autowegen meer dan verdubbeld, van 5.000 tot 11.500 km. Moderne vliegvelden wer den gebouwd in Belgrado, Zagreb, Ljubljana, Dubrovnik, Titograd en Skopje. Dit jaar gaat er een nieuw vliegveld in Split open. De reiziger wordt de altijd vermoeiende rit per slaaptrein van Zagreb naar Split be spaard. Scheepvaartmaatschappijen breid den hun vloot uit met moderne sche pen. Hieronder bevonden zich twee autoveerboten. Enkele van de belangrijkste nieu we wegen zijn die langs de Adriati sche kust van Trieste tot Ilcinj bij de grens van Albanië, een weg met een lengte van 1000 km, en de Bro- therhood-Unity Road, die loopt van Trieste via Ljubljana, Zagreb, Bel grado en Nis naar Istanbul en Athe ne. BELANGRIJK voor de toerist zijn ook de wegen, die de Brotherhood Unity Road verbinden met plaatsen langs de Adriatische kustweg. Vele daarvan zijn of worden geasfalteerd. Deze wegen maken interessante toch ten mogelijk, omdat de liefhebbers van bergen snel naar de kust kun nen reizen en de zonaanbidder de gelegenheid heeft uitstapjes naar het gebergte te maken. Vele eilanden zijn nu toegankelijk voor automobilisten door de autoveerboten. Het moderniseren van de verbin dingswegen ging gepaard met de bouw van hotels en andere voorzieningen. Van 20.000 bedden in 1957 steeg de hotelcapaciteit tot bijna 56.000 in 1964. Nog sneller was de groei van de overige accommodatie, zodat het totaal aantal bedden groeide van 132.000 in 1957 tot 354.000 in 1964. Het land zelf heeft enige moeite om deze geweldige vooruitgang bij te houden. Met name is dat te mer ken in het dienstbetoon in de hotels. In vergelijking met Neder land waar die overigens ook steeds minder wordt is de service in een aantal hotels niet zo best. „VORIG JAAR zat ik in dat hotel," zegt hij, terwijl hij wijst naar een hoog bouwsel, dat vlak bij het meer staat. Het ziet er nu weinig uitnodigend uit, en hetzelfde geldt voor het meer, dat in folders toch wordt beschreven als een donkerblauw juweel temidden van de pracht van de bergen. Het glet- schermeer is bevroren, en in plaats van de vele toeristen, die er 's zomers in roeiboten plegen te spelevaren speelt er nu een vader ijshockey met zijn zoontje. ,,'s Zomers is het hier echt mooi," zegt kok Westbroek. „Dan lijkt het hier wel een stukje Nederland. Door dat reisbureau, waar ik vorig jaar dus heb gewerkt, komen hier altijd veel Ne derlanders. De mensen hier hebben zich er aangepast. Op de winkelruiten zie je dan bordjes met „hier lekkere appeltaart" en zo. Een verschijnsel, dat men 's zomers op tal van plaatsen in het buitenland en heus niet alleen aan het Garda- meer kan constateren. Het loopt pa rallel met de groei van het aantal ho tels, waar de reisbureaus hun gasten een goedkope vakantie aanbieden. Evert Westbroek heeft er zo al veel gehad. De Amsterdamse kok ging in 1960 voor het eerst naar het buitenland. „Ik kwam toen in Adelboden, bij de wintersport, als leerling-banketbakker. Het volgend jaar werd het Colle Isar- co in I.talië in de zomer. Daarna kwa- >y Maar iedereen bedoelt het goed en doet zijn uiterste best om het u naar de zin te maken. Bovendien wordt er van alles geprobeerd om de service te verbeteren. VOOR VEEL hotels, vooral nieuwe hotels, is het in het hoogseizoen nood zakelijk te reserveren. Want de stroom toeristen dijt elk jaar sterker uit dan de nieuwbouw van hotels. In 1957 be droeg het aantal overnachtingen van buitenlandse toeristen twee miljoen terwijl het in 1964 de tien miljoen overschreed. In dezelfde periode groei de het aantal overnachtingen van de Joegoslaven zelf van 12.5 miljoen tot 20,5 miljoen. De toename van het aantal toeris ten moet ook worden toegeschreven aan het soepeler hanteren van de grensformaliteiten. Visa kunnen niet alleen worden gehaald bij de consula ten maar ook aan de grens. Voor een kort verblijf (72 uren, waarin de dag van aankomst niet is begrepen) is helemaal geen visum vereist. Ten slotte nog iets over de prijzen. De hotelprijzen zouden, die verzeke ring is ons uitdrukkelijk gegeven, het zelfde blijven als in 1965. Dat wil zeggen: vergeleken met vele andere landen een uitermate gunstig prijs peil. fc#WVVWWWWVVWUWWV'MWWWW***'*'WWWWWWVVW\/%/»/WWWWV\A/WWWI/Vf\/WWVVWWWWVW*A#*rVV men Como en Champex en nu zit ik in Leysin, hier veertig kilometer van daan." ALS EVERT WESTBROEK niet in het buitenland zit kan men hem in Am sterdam in een of andere hotelkeuken vinden. „Dat heeft ergens wel voorde len," zegt hij. „Neem alleen maar het a la carte eten. Als er in een hotel iets misgaat met het menu geef ik wat anders. Maar als ik bij een reisbureau een fout maak en te veel zout op de aardappels gooi heeft iedereen klach ten." Maar dat weegt bij Evert Westbroek toch lang niet op tegen de voordelen. „Je bent in het buitenland toch zeker veel vrijer?" zegt hij. „In Nederland kom je de keuken niet uit, daar moet je als maar doorpezen. Maar hier heb je regelmatig vrije perioden. Als de ho telgasten 's middags weg zijn voor een excursie of een wandeling hebben wij vrij. En 's avonds om half negen zit on ze dagtaak ér öp. Bovendien kunnen we op onze vrije vrijdag uitslapen tot een uur of elf." „KOM MEE" zegt hij, „ik weet hier een cafétje, waar ze heerlijke fondue maken. Ik eet in een land altijd graag de typische gerechten van die streek." Evert wordt hartelijk verwelkomd door de waardin. „Och, in onze vrije tijd eten we natuurlijk graag eens ergens anders," zegt hij, „en dan kennen ze je zo." Terwijl hij met smaak de stukjes brood in de gesmolten kaas doopt ver telt hij met een zekere afschuw over die Nederlanders, die ook in het bui tenland niet van hun eetgewoonten willen afstappen. „Vooral in de goedkopere hotels is dat voor ons wel eens een straf, dat we nooit eens iets bijzonders kunnen maken. Je hebt goedkopere en luxe reisbureaus en ik geef de voorkeur aan de duurdere. Daar vinden de men sen het veel leuker als je eens wat bijzonders maakt. Bij de reisbureaus geeft men over het algemeen de men sen Nederlandse kost. Dat willen de meesten nu eenmaal, maar het is in het buitenland vaak heel moeilijk aan Nederlandse spullen te komen. Maar je kunt niet anders. In de goedkopere ho tels willen de mensen nu eenmaal hun gehaktballen hebben, en hun gebakken aardappels en doperwtjes. Je moet Sonlaproz, een klein dorpje in het Wallis, ligt aan een belang rijk knooppunt van wegen. Even voorbij deze huisjes gaat de weg links naar hét Val Ferret, waar men vlakbij de Mont Blanc is en rechts de berg op naar het meer van Champex. IN HET HOOFDKANTOOR van de ANWB in Den Haag hangt een kaart van Europa, die er, naarmate het jaar vordert, al bon ter en bonter gaat uitzien met rode, groene, gele, blauwe en met een rood kruis getooide speldjes. Al deze spelden stellen stuk voor stuk de gevallen voor die in de loop van het jaar door de alarmcentrale van de bond zijn behandeld. ROOD voor gerepatrieerde bescha digde voertuigen, groen voor gerepa trieerde onbeschadigde voertuigen, geel voor nazenden van geld, blauw voor nazenden van onderdelen en rood kruis voor gerepatrieerde zieken. Elk jaar krijgt de kaart een kleuriger aanzien, want in 1965 ,werden er niet minder dan 4000 dossiers afgewikkeld tegen 3200 in 1964. Het beschouwen van de volgeprikte kaart van 1965 leert ons vele dingen over de lotgevallen van de ANWB- leden, die in het afgelopen jaar op reis zijn gegaan en die (natuurlijk tot hun spijt) een beroep moesten doen op de alarmcentrale van de ANWB. AAN DE dichte concentratie van spelden is duidelijk te zien, dat de „slagader" waarlangs de Nederland se toeristen zich naar het buitenland begeven, de autobaan Arnhem-Bazel is. Vergelijking met andere jaren maakt duidelijk, dat steeds méér men sen steeds verder van huis gaan in de vakantie. Ter hoogte van Karlsruhe ligt de aftakking, waarlangs de toeris- ten zich naar Oostenrijk en Joegosla vië bewegen. Andere concentraties van spelden bevinden zich in Zwitserland en rond de Italiaanse meren. Een ver dere zich duidelijk aftekenende lijn van pechgevallen loopt via Dyon en Lyon naar de Franse Riviera en naar Spanje, hoofdzakelijk naar de Costa Brava. In de verst afgelegen vakantiedoelen overheersen de gele speldjes, wat bete kent, dat toeristen daar aan het einde van hun financiële Latijn waren geko men en om gek" moesten seinen. Veel van die gele speldjes ziet men dan ook aan de Costa Brava en in Madrid. Het aantal gevallen, waarin onder delen moeten worden nagezonden, blijft vrijwel constant, het verstrekken van technische adviezen neemt af. Wat de aard van de pech betreft, die toeristen in het buitenland achter volgt: bij ongeveer 60 pet. van de on gelukken gaat het om totaal ge strande voertuigen. eens proberen ze gebakken lof voor te zetten, ze sturen je gewoon terug naar de keuken!" MINDER VARIATIE in het koken, meer belevenissen buiten de keuken du« voor de reisbureaukok. „Er zijn er veel, die er niet tegen kunnen," zegt de kok. „Ze zijn meestal zo weer ver trokken. Hèt zal Voor mij wel schelen; dat ik geen verkering heb. Heimwee heb ik vrijwel nooit en als ik vrij ben ga ik de dorpjes in. Zo ontmoet je steeds meer mensen. Die contacten blijven bestaan. Je zoekt elkaar regel matig in de hotels weer op en corres pondeert ook veel. In Italië heb ik het langst gezeten, en daardoor kan ik me met Italiaans nu ook goed redden." Het laatste stukje brood gaat naar binnen, de waardin draait het vlam metje van het fonduestel uit. Vóór on» zakt de zon achter de besneeuwde top van de Breya. „Och, het is hier mooi," zegt hij, „maar ik heb toch lie ver Italië. De mensen hebben er meer temperament, ze leven er 's avonds uit bundiger en ze zijn er gastvrijer." DOOR EEN RAAM zien we een man met ski's op zijn schouder lopen. „Dat hebben wij nooit gemogen" zegt hij. „Bij elk reisbureau was het het perso neel verboden te skiën. Maar juist dit jaar is het bij ons in Leysin verplicht om skiën te leren. Eerst waren ze bang dat we een ongeluk zouden krijgen, nu zorgen ze er voor dat we het zo le ren dat wij geen gevaar lopen." We stappen het cafétje uit. De post bus rijdt ons de kronkelende bergweg af. Beneden komen we bij de vork waar de weg naar het Val Ferret zich afsplitst, voor ons rijst de grote Sint Bernard op. Evert Westbroek kijkt nog even achterom, naar de besneeuwde huisjes van Sonlaproz met hun ijspe gels, die van de daken hangen. „Leuk" zegt hij, ,,'s zomers staat hier altijd een heel oud mannetje het verkeer te regelen. Kijk zie je die berg daar ach ter? Daar kun je met een kabelbaan op komen. Een heerlijke berg om te zonnen. De toeristen doen het veel. Maar wij blijven altijd beneden. De ge zelligheid onder elkaar is voor ons de hoofdzaak. Dacht je bij voorbeeld dat wij op onze vrije dag klompschoenen aantrokken en gingen sjouwen tot w# met de tong op de schoenen weer te rugkomen? Ik duik een ander café in en dan kun je me al gauw in de keu ken vinden." DE POSTBUS rijdt het stationsplein van Orsières op. De blauwe trein naar Martigny staat al klaar. „Ik ga de an dere kant op," zegt Evert Westbroek, hij treuzelt nog even. „Weet je," zegt hij dan, „ik zei straks dat ik elk jaar een andere baas wil. Maar ik geloof dat ik nu toch maar een contract voor vijf jaar teken. Je moet toch vastig heid hebben? En trouwen zal ik ook wel eens, denk ik. Zo gaat het met ons allemaal. Er komt een aardig kamer meisje, je wordt verliefd, en voor je er erg in hebt is het gebeurd met je." Fluitend loopt hij naar de bus. Heeft hij in Leysin al zo'n kamermeisje ont dekt?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 20