Endocrinoloog dr. de Vaal
beantwoordt vragen over de
jeugdmoord op H. Drost
PANDA EN DE GRUBBEL
POLLE, PELLI' EN PINGO
f,w\Qsfê
HAMMETJE FOK
Stamboom van dagelijkse dingen
J
E
15
Ons per volg ver haai
DONDERDAG 10 FEBRUARI 1966
DOOR AGATHA CHRISTIE
Hels
genoegen
Willoos werktuig
mani
Altijd
en overa
Conflicten
M
—y
pp
w jQgygjifrSgUi,
„Nu moet je eens luisteren, Jim
my; gesteld dat, voordat Abercrom-
bie zo stom was zijn moorden te be
gaan, vrijwel onder de neus van de
politie, de een of andere brave praat
zieke oude vrijster gewoon geraden
had wat hij uitvoerde en erop uit ge
gaan was om de autoriteiten alles
ervan te vertellen. Denk je, dat zij
dan naar haar geluisterd zouden heb
ben?"
Jimmy grijnsde.
„Moet je niet geloven!"
„Precies. Dan hadden zij gezegd
dat zij ze niet alle vijf bij elkaar had.
Net zoals jij zei! Of ze hadden ge
zegd: „Te veel verbeeldingskracht.
Heeft niet genoeg te doen!" Zoals ik
al zei. En dan hadden wij het alle
bei mis gehad, Jimmy".
Lorrimer dacht na, en vroeg toen:
„Wat vind jij zelf eigenlijk van de
zaak?" Luke zei langzaam: „Men
heeft mij een verhaal verteld een
onwaarschijnlijk verhaal weliswaar,
maar onmogelijk is het niet. Een be
wijsstuk, de dood van dokter Hum-
bleby, ondersteunt het. En er is nog
een veelbetekenend 'feit. Juffrouw
Pinkerton was op weg naar Schot
land Yard met dat onwaarschijnlijke
verhaal van haar. Maar zij is er
niet aangekomen. Zij werd overre
den en gedood door een auto die niet
stopte".
Jimmy maakte bezwaar.
„Jij weet niet of zij er niet aan
gekomen is. Misschien is zij wel
doodgereden na haar bezoek, en niet
ervoor".
„Misschien is dat zo, ja maar
Ik geloof niet dat het zo was".
„Dat is een pure veronderstelling.
Het komt hierop neer jij gelooft
in dit dit melodramatische ver
haal".
Luke schudde heftig het hoofd.
„Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg al
leen dat dit een geval is dat onder
zocht moet worden".
„Met andere woorden, jij gaat
naar Schotland Yard".
„Nee, zover is het nog niet nog
lang niet. Zoals je zegt kan de dood
van die Humbleby iets puur toeval
ligs zijn".
„Maar wat ben je dan van plan,
als ik vragen mag?"
„Ik ben van plan naar die plaats
toe te gaan en de zaak te onderzoe
ken".
„O, dus dat ben jij van plan".
„Ben je het niet met mij eens dat
dit de enige verstandige manier is
om de zaak aan te pakken?"
„Jimmy staarde hem aan, en zei
toen: „Neem je dit werkelijk ernstig
op, Luke?"
„Absoluut".
„Maar stel je voor dat de hele
zaak niets om het lijf heeft?"
„Dat zou nog het beste zijn".
„Ja, natuurlijk..." Jimmy fron
ste de wenkbrauwen. „Maar jij
denkt van niet, hè?"
„Beste kerel, ik heb er nog geen
mening over".
Jimmy zweeg een paar minuten.
Toen zei hij: „Heb je al een plan?
Ik wil maar zeggen, je zult toch
een reden moeten hebben om plotse
ling in dat plaatsje op te duiken".
„Ja, dat zal wel moeten".
„Dat zal zeker moeten. Heb jij
enig idee hoe het gaat in zo'n kleine
Engelse plattelandsgemeente? Iede
re nieuweling in zo'n dorpje loopt di
rect in de gaten".
„Ik zal de een of andere vermom
ming moeten aannemen" zei Luke,
terwijl hij plotseling begon te grin
niken. „Heb jij een idee? Kunstschil
der? Dat zal niet gaan ik kan
niet tekenen, laat staan schilderen".
„Je zou een moderne schilder kun
nen zijn", opperde Jimmy. „Dan zou
dat er niet op aan komen".
Maar Luke liet zich niet van het
onderwerp afbrengen.
„Schrijver? Gaan schrijvers naar
vreemde plattelandshotelltjes om
daar te schrijven? Dat zou misschien
wel kunnen. Een visser mogelijk ook
maar dan zal ik eerst moeten uit
zoeken of er een rivier bij de hand
is. Een herstellende zieke die op last
van zijn dokter naar buiten moet?
Daar zie ik niet naar uit, en iedereen
gaat tegenwoordig toch naar een ver
pleeginrichting. Ik zou misschien
kunnen uitkijken naar een huis daar
in de buurt. Maar dat helpt niet
veel. Maar loop nou toch rond, Jim
my, er moet toch wel één goede re
den te vinden zijn waarom een kern
gezonde vreemdeling naar een En
gels dorp komt??"
Jimmy zei: „Wacht eens even
geef mij die krant nog eens".
Hij paktde de krant aan, keek hem
even in en verkondigde triomfante
lijk: „Ik dacht het al! Luke, beste
jongen om het in een paar woor
den te zeggen ik breng dat prima
voor elkaar. Het is doodgemakke
lijk!"
Luke draaide zich met een ruk om
„Wat?"
Jimmy vervolgde met bescheiden
trots: „Ik dacht al dat iets mij be
kend in de oren klonk! Wychwood-
under-Ashe. Natuurlijk! Precies de
plaats die je hebben moet!"
„Heb je daar toevallig ook een
vriend die de lijkschouwer kent?"
„Deze keer niet. Beter dan dat,
m'n jongen. Zoals je weet, heeft de
natuur mij overvloedig begiftigd met
tantes en neven en nichten want
mijn vader kwam uit een gezin van
dertien kinderen. Nou moet je eens
goed luisteren: Jk heb een nicht in
Wychwood-under-Ashe!"
„Jimmy, je bent een reuzekerel!".
„Niet zo gek, hè?" zei Jimmy be
scheiden.
„Vertel mij eens iets over haar".
„Zij heet Bridget Conway. Ze is
al twee jaar secretaresse v£tn Lord
Whitfield".
„De eigenaar van die akelige
weekblaadjes"
„Juist. Hij is zelf ook nogal een
akelig mannetje! Doet gewichtig!
Hij in Wychwood-under-Ashe gebo
ren en daar hij de soort snob is die
je bombardeert met bijzonderheden
over zich zelf en zijn afkomst, en er
prat op gaat dat hij het zo ver ge
schopt heeft, is hij naar zijn ge
boortedorp teruggekeerd, heeft het
enige grote huis in de buurt gekoch
(het was vroeger van Bridgets fa
milie, tussen haakjes) en is druk bezig
het bezit tot een modellandgoed te
maken."
,,En jouw nicht is zijn secretares
se?"
„Dgt was zij", zij Jimmy op ge
heimzinnige toon. „Nu is zij een
stapje vooruitgegaan! Zij is met
hem verloofd!"
(Wordt vervolgd)
MVVWI'W\MWVWIMIIWIMMWMVWVIMIMWVWVWWVWVVWVIMWVIMVIAAMVWWWVVWVWIMWMIWVWWWIMAA<WVIIWVWIIIfVWVM
HOE IS DAT NU TOCH MOGELIJK?
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. Twee of drie jongens vermoorden
een vriendje. Soms op beestachtige wijze. De mensen
slaat de schrik om het hart. Hoe is dat nu toch mogelijk?
Had je dat nu van die jongens verwacht? De daad op
zichzelf is afschuwelijk en komt niet zo vaak voor het
spel dat eraan vooraf gaat is niets nieuws en herhaalt
zich steeds in allerlei varianten.
Het klassieke voorbeeld is de zaak van Leopold Loeb,
1924 Chicago. Ook daar werd, zonder dat er een duidelijk
motief voorhanden was, een jongen door zijn vrienden
gedood. Een paar jaar geleden gebeurde hetzelfde in
Baarn en nu weer in Stockholm. Slachtoffer Henk Drost,
en dit geval zal het laatste niet zijn.
Deze sombere woorden komen uit de mond van dr. O.
M. de Vaal, kinderarts en docent aan de Gemeentelijke
Universiteit van Amsterdam. Geen kinderarts in de ge
bruikelijke zin van het woord doch een endocrinoloog.
Hij heeft studie gemaakt van de functie der hormoon-
klieren die de motor zijn bij de lichamelijke groei, ont
wikkeling en rijping van de adolescent (jeugdig persoon
boven veertien jaar).
Alle gevallen zijn eender, alleen de af
loop verschilt. Een jongen van psychopa-
tische structuur pikt een of meer neuro
tische vriendjes op, ze trekken hem aan
vanwege hun min of meer hulpeloosheid,
die hij goed aanvoelt. Zij voelen zich tot
hem aangetrokken omdat ze willen zijn
als hij. In deze gevallen is het altijd de
keiharde, gewetenloze en gevoelsarme
jongen.
De neuroticus vertoont ien duidelijk
ziektebeeld met zijn angsten, onzekerhe
den en met alles wat hij meent niet te
kunnen. Hij heeft behoefte tegen iemand
op te zien.
Wanneer deze typen elkaar treffen dan
„klikt" het. De een legt de ander volko
men zijn wil op. Je kunt daarom lachen,
het in twijfel trekken, de praktijk
bewijst het. Voor de psychopaat is het
een uitdaging om te dien hoe ver hij de
ander kan krijgen. Het krijgt een soort
pomp-effect: hij sart hem, maakt hem
uit voor lafaard, vleit hem weer, pro
beert lugubere verhalen met als slot; en
nu moet je maar eens laten zien of je
durft.
De neuroticus die in z'n eigen omge
ving moeilijk contact kan krijgen is vol
ontzag voor de ander. Hij zoekt een
voorbeeld, een held, die hijzelf altijd zo
graag wilde zijn maar nooit durfde zijn.
Dat voorbeeld volgt hij door dik en
dun. De psychopaat blijft onder alle om
standigheden de koude, koele kikker. Hij
schept er een hels genoegen in zijn
vriendje in de klem te nemen. Deze figu
ren zijn levensgevaarlijk. De kopstukken
van het Derde Rijk waren psychopaten
in optima forma. Zij kozen hun werktui
gen om het vuilste werk te doen. Hun spel
in het groot herhaalt zich steeds weer
in het klein, hoe luguber en ernstig op
zichzelf ook.
De een laat het bij diefstallen, joyrij-
den en vul maar in. Maar ze zijn over
al toe in staat, min of meer afhankelijk
van de uitdaging die ze van een ander ont
moeten.
Het meisje dat in Stockholm voor de
rechtbank heeft getuigd en bij de twee
verdachten in een tuinhuisje woonde,
heeft op het laatst argwaan gekregen.
Bij meisjes komen deze situaties overi
gens niet voor. Instinctief heeft zij ge
voeld dat er iets mis ging omdat ze
buiten die bansfeer stond. Maar op een
gegeven moment slaat bij haar de angst
zekering door en ze knijpt er tussenuit.
Ze is te onvolwassen om de jongens uit
elkaar te halen en wat er precies aan de
hand is weet ze ook niet. De neuroticus
zit in de val.
Naderhand zeggen de daders niet te be
grijpen hoe ze zover hebben kunnen
gaan. Het was toch alleen maar spel! Ze
wilden niet doden!
De psychopaat liegt, maar de ander
weet dat niet. Die is in een toestand ge
bracht, dat hij als een willoos werktuig
precies doet wat de ander wil. Voor mij
staat vast dat het slachtoffer de psycho
paat altijd iets heeft misdaan. Natuurlijk
heeft deze een motief, maar voor de na
derhand objectiverende onderzoeken blijft
OEN HENRI DUNANT
//V 1(9S9 GETUIGE WAS
VAN DE ELLENDIGE TOESTAND
DER GEWONDEN OP HET SLAG
VELD VAN SOLFER/NO, DEED NO
ALLE AIOE/TE OF! EEN BETERE
VERPLEGING TE ORGANISEREN.
HU NERD DAARNEEDE GROND
LEGGER. VAN HET RODE KRUIS
CCONVENTtE VANGENêVE
RTóTj m
S RODE KRUIS -
'VLAG IS E/GENLUK
DE ZWITSERSE NET DE
KLEUREN ANDERSON
ON DAT HET KRU/S
EEN CHRl&TELUK
TEKEN IS, VOEREN
DE nOHANNEDANEN
EEN RODE, HAL VE
At AAN IN HUN VLAG,
TERWUL RER2LÉ 2UN NA
TIONALE Sy/TBOOL LEEUW-
-ZWAARD -ZON GEBRUIKT.
at
Ln ONS LAND VERSIEKV MEN OP BEPAALDE FEESTDAGEN
DE MOLENS MET VLAGGENVOORAL IN DE ZAANSTREEK
KENT MEN HET "FIOOINARERSGOED"
WAARMEE (OOK THANS NOG) MOLENS
IN 'BRUIDSTOOIWORDEN GEZETM
NDER DB BLOEDVLAG OF DOODSKOPVLAG VOEREN IN
VOORBUE EEUWEN BARBARÜSE. ZEEROVERS IN HUN
GALEIEN UIT OM HANDELSSCHEPEN TE OVERVALLEN. AAN DE RIEMEN
ZATEN SLAVEN. /MET DE SPITSE RAMPIEK WERD DE WAND VAN EEN
SCHIP DOORBOORD, WAARLANGS DE PIRATEN AAN BOORD KLOMMEN
VE*3 SaxEuUje. tFLtymE) DOOR DE RIEMEN KON DE GALEI ZELF NIET GEËNTERD WORDEN.
dit verborgen. De jongen zal de psychopaat
op een zwak moment hebben betrapt of
iets dergelijks. In ieder geval heeft hij
tegenover de gewetenloze een onvergeef
lijke daad begaan en hij moet worden
geëlimineerd.
Het klinkt gek, maar zo zijn deze fi
guren. Het loopt niet altijd zo af, maar
in feite is dat ook voor de bestudering
van gevallen van ondergeschikt belang.
Het gedragspatroon is steeds hetzelfde. De
omstandigheden zijn bepalend voor de
afloop. Zelf geven ze niet toe dat er een
motief is. Ze spelen het over de groeps-
wisselwerking, waarin ook sommige des
kundigen wel geloven, maar in deze ge
vallen is dat larie. Er is heel duidelijk
een leidende figuur, al weet die het zo
te spelen dat het op bepaalde momenten
lijkt alsof de ander de leiding heeft. Wie
dat meent heeft verzuimd van de beginfa
se een analyse te maken. Psychopaten
verraden hun motief niet omdat, ze wel
weten dat dit voor normale geesten ab
surd is. Maar ze zijn door het slachtof
fer tot in het diepst van hun wezen ge
raakt.
Ter zijde, dit heeft niets met welke
maatschappijvorm, crisis of welvaarts
staat te maken. Deze gevallen komen al
tijd en overal voor. Er is met die jon
gens iets mis. Anders gaan ze ook niet
naar Zweden.
Is het mogelijk het neurotische kind
eerder op te vangen, bijvoorbeeld op d«
middelbare school?
Daar zeg je wat. Je kunt het de door
snee ouder of docent niet kwalijk nemen
dat ze de moeilijkheden van de kinderen
niet aankunnen. Ze leren op school alge
bra en alles over bloemen en dieren. Ja de
wereld is vol van bloemen en dieren, maar
ook van psychopaten en neurotici. De
kinderen weten echter niets over hun
eigen ik. „Wat heeft een kind eraan als
hij weet waar zijn hart zit en hoe et
functioneert, maar hij kan zich niet ver
weren tegen figuren die zijn omgeving do
mineren, tiranniseren, om van nog erger
maar niet te spreken. De elementaire in
zichten in de menselijke structuur worden
hem onthouden. Als hij daarover twee uur
per week van een psycholoog wat zou kun
nen opsteken zou je eens zien. In de klas
krijg je een soort groepstherapie. De neu
rotici vallen zo door de mand. Nu praat
je tegen een muur en veelal moet je eer
der de ouders behandelen dan de kinde
ren.
Schuilt er geen gevaar in om hen deze
kennis bij te brengen? Komt het dan niet
licht tot conflicten.
Natuurlijk, maar dat is niet erg. Als ze
in hun omgeving de ander in zijn wezen
lijke structuur leren zien en leren hoe te
reageren kunnen er conflicten komen. Het
zijn oplosbare conflicten en nu blijven
het vastlopende conflicten, zonder dat men
adequact kan afreageren.
We doen aan sexuele voorlichting. Laat
ik vooral oppassen. Voor de gezonde kin
deren is het niet of nauwelijks nodig.
Voor de anderen pak je een onderdeel
van de gecompliceerde menselijke struc
tuur bij de kop. Onze sexuele activiteiten
maken toch deel uit van dit geheel.
Licht ze daarom eerst voor over hoe
een mens in elkaar kan zitten naar de
geest, dan komt de rest daar wel achter
aan. Dit elementaire onderwijs ontbreekt
nu ten enen male. Geef het op scholen,
op volksuniversiteiten en voor de televisie.
Het bevorderen van de geestelijke volks
gezondheid is een achtergebleven gebied.
Nu gaan de jongens straks de gevangenis
in psychopaat en neuroticus. De eerste
weet zich best te handhaven. Die telt
steeds een dag af en dan gaat hij er op
een goed moment uit. De andere raakt
de eerste jaren alleen maar verder ach
terop. Omdat de maatschappij verzuimd
heeft hem te leren hoe hij behoort en kan
leven. Dat gaan we hem later leren. Met
de kwade kans dat het dan te laat is.
COP. MAKTEN TOONDER
71. Ook op het voorplein trok het de aandacht, dat
de glazenwassersladder niet langer rustig tegen het
ministeriële raamkozijn leunde. „Wel verdraaid!" riep
de portier. „Daar hangt dat ventje dat daarnet naar
binnen wilde! Nu wou hij het zeker zq proberen. Wacht
maar eens even tot hij in mijn handen valt!" „Vallen
doet hij zeker", meende glazenwasser Zemeling opge
wonden, „maar wat komt er van mij terecht als mijn
cure ladder te pletter slaat, hè? Wat zal mijn baas
daarvan zeggen?" Was de stemming beneden dus niet
gunstig voor Panda, boven was het stellig niet beter.
Daar nam Joris Goedbloed door het venster het ver
dwijnen van de ladder in ogenschouw, waarbij hij uit
riep: „Mijn Grubbel! Ik wens de onmiddellijke terug
keer van mijn rechtmatige Grubbel! Hij is mijn de
monstratiemateriaal; zonder hem sta ik leeghandig in
de liefdadigheidswereld! Gij zijt een onverlaat, om hem
zo zwiepsgewijs te ontvoeren!" Met ziet het; niemand
had een goed woord voor Panda over.en dat ter
wijl zijn toestand toch zeer hachelijk was. „Stomme
ling!" beet hij de Grubbel toe. „Als we straks op de
keien vallen lig ik onder! En jij maar lachen, hè?"
„Jaja, gragra!" kraaide de Grubbel. Hij was te op
pervlakkig om de ernst van de toestand onder ogen
te zien.
OH, WAT EEN MOOIE APP6U
f1
2013-C.
HOPLA'
OH, POULE, HELP! IK KAN NIET
MEER OVEREIND KOMEN f
PI B
1
HOUD JIJ DE APPEL VAM, TERWIJL IK EET
MIJN ARMEN ZIJN
EEN ZWAAR I V TE KORT
tor, OM
eóELTE
zijn!
ÉOED, MAAR
6esiAA<bC> Of
Nier, wu WIN
NEN
HUA] ZUURSTOF Moet
Bum OP INNUZI. IK
ga naar de Pm om te
ZIEN OF ZIL6ESLAA60
ZIIN
MÉ ÉÉN MINUUT. DAN ZULLEN bMV ÉN
MARCO Her ZOEKEN MOETEN STAKEN
NU, MET NO 6 ENKELE SE KONDEN ZUURSTOF
IS HET LUWE EL BINNEN BEREIK/!!
J L i X /TT! tEFF
Hi UffiFf ~rJ^l.lllSii.u^
v '(y «r.
450. Er was voor Bram niets meer aan
te doen. Nauwelijks had het paard enige
schreden op de brug gedaan, of er klonk
een enorm gekraak, terwijl enkele plan
ken onder de hoeven van het edele dier
wegzakten.
Nóg deed Bram een wanhopige poging
zijn rijdier te keren. Maar de wereld
leek onder zijn voeten te verdwijnen.
„Kijk uit", riep de baron, maar zélfs
dat kon geen wijziging meer in de toe
stand brengen.
Te midden van het afschuwelijk lawaai
van brekend hout en menselijk ge
schreeuw stortte Bram met paard en al
omlaag.
Beneden hem leek het water luider te
gaan brullen als de kreet van een honge
rige leeuw.
„Pas toch op", riep de baron weer,
maar dat hoorde Bram niet eens. Niets
scheen hem meer van een vreselijk lot
te kunnen redden.