WOORDEN ALLEEN ZIJN NIETS
VOOR
EEN
KIND
Wegeninformatiedienst
verwerkte 10.000
vragen in één week
IN HET BOS
Waarheid ie de opvoedieg
Werkelijkheid ie het oederwijs
OT ee SIEN
Harte*pedagogiek
15
JAN LIGTHART
1906 16 februari 1966
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1966
Erbij
Ik herinner mij dat mijn dochter
toen zij de lagere school bezocht,
mij eens vroeg haar een aardrijks
kundeles over Friesland te overho
ren. Ik vervulde mijn vaderlijke
plicht en vroeg haar aan de hand
van haar aardrijkskundeboek je wat
er zo al over Friesland te vragen
valt. Daar viel mijn oog op het zin
netje: Stavoren biedt weinig ver
tier. Ik vroeg:
Wat weet je van Stavoren?
Het biedt weinig vertier, ant
woordde zij prompt.
Wat bedoel je daarmee?
Een verbaasde blik was het enige
antwoord.
Als je zegt: Stavoren biedt
weinig vertier, wat betekent dat
dan? Wat is vertier?
Ze keek me weifelend aan en zei
eindelijk: Dat je er op straat niet
hard mag schreeuwen.
Over twintig lijnen
1800 gesprekken
per 60 minuten
J. C. Schroder
r Aan deze ware gebeurtenis moest ik denken, toen ik allerlei opstellen
van Jan Ligthart herlezend, uitlatingen tegenkwam als de volgende:
„Woorden alléén zijn niets voor een kind. Ze zijn geestelijk onverteer
baar omdat ze geen enkel voedsel bevatten. Zij die de kinderen tevreden
stellen met WOORDEN, doden de natuurlijke vraaglust in een kind en
daarmee de belangstelling voor alles wat hem omgeeft."
Zinledig geklap noemde Ligthart zulke kennis. Het is mogelijk maar
ik acht het niet waarschijnlijk dat de boekjes die thans in onze lagere
scholen worden gebruikt, gezuiverd zijn van woorden, termen en zins
wendingen die voor kinderen onbegrijpelijk zijn. Wat ik zeker weet is dat
de boeken die het voortgezet onderwijs voorschrijft, er nog steeds van
wemelen en dat onze kinderen ze even braaf en met even weinig begrip
uit het hoofd leren als mijn dochter deed toen ze er in stampte dat
Stavoren weinig vertier biedt. Maar desondanks heeft Jan Ligthart niet
vergeefs geleefd.
Gerard Jan Ligthart werd op 11 ja
nuari 1859 te Amsterdam geboren.
Zijn vader was een vriendelijke,- zacht
zinnige en enigszins artistieke man die
weinig begrip had van zaken; zijn
moeder was een „altijd zorgzame, lief
devolle, opofferende vrouw", die voor
haar zoon het lichtende voorbeeld is
gebleven van godsvrucht en dienende
liefde. De kinderen groeiden op in een
sfeer van altijd weer dreigende armoe
de en zorg, maar tevens in een sfeer
van saamhorigheid en wederzijdse har
telijke genegenheid. Daarvan getuigt
vrijwel elke bladzijde van Ligtharts
J eugdherinneringen; mis
schien is mede daaraan te danken het
bij uitstek gelukkige huwelijksleven dat
hij gedurende dertig jaar geleid heeft
met Rachel Lion Cachet, de dochter
van een Amsterdamse joodse onderwij
zer die onder invloed van Da Costa tot
het Calvinisme was overgegaan. Een
hartverwarmend huwelijk is dit ge
weest tussen een lichamelijk niet ster
ke man die opbrandde als een kaars
en een vrouw die hem voortdurend
steunde met haar sterke wil, haar eer
lijkheid en haar begrip.
Jan Ligthart kwam de school binnen
eerst als kwekeling, daarna als on
derwijzer en tenslotte als hoofd. En
hoofd is hij gebleven tot het te vroege
einde kwam in zijn 56e levensjaar mid
den in de eerste wereldoorlog. Zelfs is
hij hoofd gebleven aan één school, de
openbare lagere school aan de Tul-
linghstraat te 's Gravenhage, de school
waar hij in de loop der jaren met
steun van zijn onderwijzers zijn denk
beelden over opvoeding en onderwijs
heeft gerealiseerd. De officiële peda
gogiek, zoals die toentertijd in ere
werd gehouden, stond bij Ligthart niet
in een goed blaadje. In zijn opstellen,
die na zijn dood in verscheidene deel
tjes zijn gebundeld, neemt hij die we
tenschap herhaaldelijk op de hak.
„Want lieve moeder", schrijft hij in
zijn Jeugdherinneringen „ik
ben dank zij u en ondanks de paeda-
gogiek zo'n soort paedagoog gewor
den". En in „In de lente des le
vens" betoogt de huisarts die Ligt
harts spreekbuis is: „Plezier in de
arbeid en durven aanpakken, dat is
de hoofdzaak. Dat kweekt gelukkige en
krachtige mannen. Maar die methode
van nu, dat is de vernieling van levens
lust en levenskracht. Enfin, de heren
moeten het weten. Daar zijn ze pae-
dagogen voor". En even verder: „Oor
spronkelijkheid is een artikel dat bij
de paedagogen geen opgeld doet. Dat
vermoorden ze liever. Ons onderwijs
wordt beheerst door een pedantisme
dat vreemd is aan de praktijk en
pronkt met een uitstalling van kennis."
Welke waren nu de grondslagen van
Ligtharts onderwijs? Er zijn princi
piële punten en didactische methoden.
Principieel was zijn streven naar
Waarheid in de opvoeding. „Wees
waar in uw gedragingen tegenover uw
ook nog heel kleine kinderen. Gun de
zen waar te zijn in hun oordelen over
anderen. Geef naar waarheid antwoord
op hun vragen", schrijft hij. Dat bete
kende dat hij een verklaarde tegen
stander was van het geloof in sinter
klaas, en de ooievaar en een even uit
gesproken voorstander van vroegtijdi
ge sexuele voorlichting „Men kan heus
op alle vragen die de kinderen in de
ze materie tot ons richten op alle.'
heel eerlijk antwoorden, mits men
vroegtijdig begint en niet gewichtig-
geheimzinnig, maar eenvoudig, weten
schappelijk antwoordt. Maak geen no
deloze ontroeringen"gaat hij voort.
„Ik houd er niet van als moeders zo
buitengewoon teer en uiterst behoed
zaam, in een schemerhoekje, over de
ze dingen met de kinderen spreken.
Zo maken ze stemming en zoge
naamd eerbiedige schroom. Zeg de
dingen zakelijk, niet bruut, niet ruw,
maar wel nuchter, fris. Broeikasstem
ming kweekt exotische gewassen".
Zoals Ligthart stond tegenover op
voedingsvraagstukken, zo benaderde
hij ook de problemen in de school. In
de plaats van het ijdele woordgepraal
van: Op kleigrond worden verbouwd
tarwe, haver, bonen, vlas en cichorei,
zonder dat de kinderen die produkten
ooit hebben gezien, stelde hij het zaak-
onderwijs: dat is, zegt Ligthart, je
leerlingen bij de werkelijkheid bren
gen, zó dat ze haar zien, de werkelijk
heid van het nabije of het verre, in
plaats of tijd, op zintuigelijk of gees
telijk gebied. Dat betekende: belang
stelling wekken, het kind leren iets te
begrijpen, het geven wat het in zijn
latere leven werkelijk nodig heeft. Met
wat grotere woorden gezegd: een syn
these brengen tussen de eisen van het
kind en de eisen der gemeenschap.
Hij staat dicht bij Fröbel, vooral in
beider begrip voor de kinderlijke be
hoefte aan spel; hij staat ook dicht
bij Montessori in beider onbevangen
waarneming van het kind en in hun
zoeken naar technische hulpmiddelen
waarmee het kind met plezier kan
oefenen. Het merkwaardige is dat
Ligthart tot deze inzichten veel min
der is gekomen door studie dan door
de praktijk van het schoolleven. Zijn
didactiek stelde het kind in het mid
delpunt, niet de leerstof. Dat bracht
mee dat hij de wereld niet in stukjes
verdeelde, maar het volle leven in de
school bracht, het volle leven in zijn
lessen waarin vertellen, zingen, han
denarbeid en spelen hand aan hand
gingen; het volle leven ook in de lees
boekjes waarvan wij allen in onze
jeugd genoten hebben: „De Wereld
i n", „Dicht bij hui s", „O t en
S i e n", „Buurtkinderen" en an
dere die hij tezamen met H. Scheep
stra schreef. De grote aantrekkelijk
heid dier boekjes is dat de kleine le
zers zich opgenomen voelen in de ge
wone, gezellige, gemoedelijke kring
van eenvoudige mensen, wier lief en
leed zij delen. En bijna even goede
herinneringen bewaren zij aan de
Wandplaten, zoals de serie In het
bos, In de houtzaagmolen,
Bij de houtkoper, In het nieu
we huis, Op de scheepstim
merwerf, Het nieuwe huis
klaar. Ja, ik ken nog ongeveer het
liedje dat bij een der platen gezongen
moest worden. Het luidde, meen ik:
WM
Twee man gaan nu de boom afzagen,
En daarmee is de stam dan klaar.
Nu laden zij hem op de wagen
En gaat hij naar de molenaar.
Die zaagt er dan de planken van
En die gaan naar de timmerman.
Die versjes moesten worden „ge
speeld" in het lokaal waaruit stel
u voor! de banken waren verwij
derd om de kinderen ruimte te geven.
En dat in het eind van de vorige en
het begin van de 20e eeuw! Het is
waarlijk geen wonder dat de officiële
pedagogiek en een deel van het onder
wijzerskorps zich hoofdschuddend van
zulk „onderwijs" afwendden.Maar zij
die het voorrecht hadden onder Ligt
hart, neen, samen met Ligthart te wer
ken, oordeelden anders. Zij ervoeren
hoe de kinderen genoten, hoe zij niet
ophielden met vragen en altijd meer
wilden weten, juist omdat school en le
ven nu eindelijk met elkaar in aanra
king werden gebracht, sterker: ineen
vloeiden. Velen vreesden dat de kinde
ren op die wijze zouden leren de vol
wassene „de oren van het hoofd te
vragen". Er zijn immers tal van za
ken die tè moeilijk zijn, die een kind
niet kan begrijpen? Daarop antwoord
de Ligthart: „Wanneer wij zeggen: dit
is te moeilijk voor je, moesten we
meermalen eigenlijk zeggen: Dit kan
ik je niet eenvoudig genoeg maken.
Want oefenen wij onszelf in die kunst,
dan blijkt menige schijnbaar ingewik
kelde zaak geheel binnen het bereik
van een normaal kinderverstand te
liggen. Door de zaak héél eenvoudig
voor te stellen, de opmerkzaamheid te
boeien en de weetgierigheid te bevredi
gen zult ge ervaren welke dankbare
leerlingen ge hebt!"
Het hierboven geschetste portret van
Jan Ligthart zou het wezenlijke mis
sen, wanneer niet iets werd gezegd over
zijn geloof. In een godsdienstig milieu
opgevoed heeft hij het godsbegrip van
zijn jeugd in zijn jongelingsjaren ver
loren en „vreselijk geleden door het
wegsmelten der wassenbeelden, door
de geest der christelijke godsdienst in
mij gebracht." Maar vast overtuigd
dat het verlangen naar God door de
natuur in de mens is gelegd, heeft hij
de telkens weer in hem opkomende
twijfel weten te overwinnen. De zede
lijke vorming van het kind was hem
oneindig meer waard dan de verstan
delijke. Niet maatschappelijke hervor
mingen zouden, meende hij, de mens
zedelijk verheffen; die verheffing zou
vanzelf komen als de zuivere liefde,
dat wilde voor Ligthart zeggen, de
Liefde van Christus, in hem ontwaak
te. En naar dit beginsel heeft hij ge
leefd en gewerkt; in dit beginsel is hij
gestorven.
Het mag ons thans, vijftig jaar na
(Van onze correspondent
De telefoonabonnees in het Haagse
Bezuidenhoutkwartier hebben weer
een week achter de rug dat zij niet
of nauwelijks telefonisch te bereiken
waren. In de afgelopen week werden
100.000 telefoongesprekken uit hun cen
trale weggezogen door nummer 814391.
Er zijn zelfs ogenblikken geweest dat
alle telefoonlijnen naar Den Haag wa-
,ren bezet door mensen die contact
zochten met dat nummer en PTT-
functionarissen tot wanhoop werden
gebracht. Er is op dit ogenblik rust in
getreden. Maar zodra het weer gaat
sneeuwen of de vorst het dooiwater in
een ijzellaag verandert, zullen de
Haagse telefoonnummers die met een
8 beginnen weer moeilijk bereikbaar
worden. Dat nummer 814391 is van de
wegeninformatiedienst van de KNAC-
ANWB. Met 100.000 gesprekken in een
week tijds heeft de wegeninformatie
dienst een nieuw record gevestigd.
Voor de honderdduizenden die de
Wegeninformatiedienst hebben trach
ten te bereiken en de 100.000 gelukki
gen die dat uiteindelijk is gelukt, zij
gezegd dat er bij de informatrices geen
wanklank is gehoord over die onafge
broken stroom van 1600 tot 1800 ge
sprekken die per uur over in totaal 20
lijnen moesten worden afgehandeld. Er
waren meisjes die van geen ophouden
wisten en die we de telefoon moesten
ontnemen als ze na urenlang zwoegen
spraken van de weg van Kwolle naar
Zwampen, als zij bedoelden van Zwol
le naar Kampen", aldus de chef van
de centrale informatie van de ANWB,
de heer J. D. Plaisier. „Iedereen vat
te het op als een uitdaging en we zijn
er trots op dat we een maximale pres
tatie hebben geleverd."
Toen de rust was weergekeerd in het
zaaltje onder de grote hal van het
ANWB-hoofdkantoor, konden de ge
sprekken door de vaste staf van vijf-
Ligtharts overlijden, toeschijnen dat al
datgene waarvoor hij zich met zijn ge
hele persoonlijkheid inzette, zó natuur
lijk en zó gezond was, dat het ons
vreemd aandoet te horen over nijd,
achterklap, insinuaties, verdachtmakin
gen en openlijke minachting die Ligt
harts deel zijn geworden. Jaloezie zal
daarvan dikwijls de oorzaak zijn ge
weest, jaloezie omdat koningin Wilhel-
mina zijn school bezocht en hem ten
hove raadpleegde over de opvoeding
van prinses Juliana, jaloezie omdat
Ligthart werd uitgenodigd in Scandi
navië lezingen te houden, omdat arti
kelen van zijn hand in verscheidene ta
len werden vertaald. Hoe ook, van die
afgunst is niets gebleven. Wat gebleven
is, is de herinnering aan een goed mens
aan een onderwijzer die met zijn „har-
te-pedagogiek" de strenge schooltucht
van zijn tijd heeft verzacht en ons
heeft geleerd dat het vertrouwen tussen
de opvoeder en het kind, gebaseerd op
wederzijdse liefde, in de opvoeding
moet voorop staan. Het kind een zon
nige jeugd schenken, dat is wat Ligt
hart in wezen beoogde. Daarvoor moe
ten wij hem altijd dankbaar blijven.
(Illustraties beschikbaar gesteld
door J. B. Wolters, Groningen.)
tien informatrices gemakkelijk wor
den verwerkt. Als de stroom onver
hoopt mocht toenemen pakt de heer
Plaisier zijn reservelijst met 75 namen
van ANWB-personeelsleden en wordt
de capaciteit opgevoerd tot het maxi
mum. Dan is ieder telefoontoestel be
mand. Overdag en 's nachts. Want de
Wegeninformatiedienst kent geen slui
tingstijden.
Het geven van informatie over de
toestand van de wegen in het land is
een initiatief geweest van de KNAC.
Toen KNAC en ANWB in 1963 nauw
gingen samenwerken lag het voor de
hand de dienst onder te brengen in het
nieuwe ANWB-hoofdkantoor en samen
te voegen met de toeristische informa
tiedienst, de kampeerinlichtingendienst
en de alarmdienst. Deze service-dien
sten hebben hun piek in de zomer
maanden. Hetzelfde personeel, gewend
aan het vlot en zakelijk geven van in
formaties, is sinds november 1963 te
vens belast met de werkzaamheden
van de Wegeninformatiedienst, die zijn
piek in de wintermaanden heeft.
Het aantal verzoeken om inlichtingen
was het eerste jaar niet zo geweldig
groot, maar tegen het eind van 1964
wisten tienduizenden het telefoonnum
mer te vinden. Dat gebeurde toen ons
land op kerstavond door een dichte
mist werd overrompeld. De centrale
beschikte toen over tien telefoonlijnen
en gedurende de kerstdagen kon men
25.000 mensen helpen.
Alle Europese landen beschikken over
een eigen wegeninformatiedienst, als
servicediensten van de verkeersbon-
den. Die van de KNAC-ANWB de
enige met dag- en nachtservice
staat hoog aangeschreven. Toen de
ANWB vorig jaar voorstelde een Euro
pese wegeninformatiedienst in leven
te roepen waren de buitenlandse bon
den van mening dat de Nederlanders
deze dan maar moesten opbouwen. De
ANWB stelde echter dat Zwitserland
als centraal land te prefereren is boven
Nederland en de Zwitserse bond heeft
het plan in studie. Overigens is er al
een uitstekende vorm van uitwisseling
tussen de diverse landen.
De basis van de wetenschap omtrent
de toestand van de wegen is het weer
bericht van 't KNMI. Als uit de weers
verwachting een minder goede toe
stand van de wegen moet worden ge
vreesd, begint de verzamelcentrale ge
gevens in te winnen bij honderden pos
ten in het gehele land: de wegen-
wachtstations. de rijkspolitie, de pro
vinciale en rijkswaterstaat, de streek
busondernemingen, de veerdiensten,
een groot aantal benzinestations enzo
voort.
4