kinder- VICTOR EN ZIJN STAART PANDA EN DE WEGDOENER POLLE, PELLI EN PINGO Ve Zo&erse ^oblDSOÜ m IJ a I Ö2)altT)T$nev'$ Poes Minet III E ZATERDAG 26 FEBRUARI 1966 8 Ons vervolgverhaal DOOR AGATHA CHRISTIE Vit - BRAMMET JE JOK komt maandag weer GOUDEN VERTELLINGEN opd,t^- vwwwwwwwwww „Hm juist." Hij trok een zuur gezicht. „Vervloekt, jij hebt me ze nuwachtig gemaakt vanaf het mo ment dat ik hier kwam! Je ziet er zo verdraaid intelligent uit." „Dat spijt mij", zei Bridget droog jes. „Wat had je dan verwacht?" „Nou, daar had ik echt niet over nagedacht." Maar zij vervolgde kalm: „Een wuft persoontje met net genoeg hersens om haar kans waar te ne men en met haar baas te trouwen?" Luke stamelde iets in zijn verwar ring. Zij wierp hem een koele, ge amuseerde blik toe. „Ik begrijp het best. Het is in orde. Ik ben niet boos." Luke besloot zich er maar brutaal doorheen te slaan. „Nou, misschien kwam het wel zo'n beetje daarop neer. Maar ik heb er echt niet erg over nage dacht." Langzaam zei zij: „Nee, dat zal wel niet. Jij maakt je niet druk over moeilijkheden voordat je er vlak voor staat." Maar Luke was moedeloos. „Ik twijfel er niet aan of ik heb mijn rol buitengewoon slecht ge speeld! Heeft Lord Whitfield mij ook door?" „O nee. Als je gezegd had dat je hierheen was gekomen om de gedra gingen van watertorren te bestuderen en er een verhandeling over te schrij ven, dan had Gordon dat ook voor zoete koek geslikt. Hij heeft toch zo'n mooie, lichtgelovige natuur!" „Toch was ik allerminst overtui gend! Ik heb mij op de een of ande re manier van de wijs laten bren gen." „Dat was mijn schuld", zei Brid get. „Dat zag ik wel. Het amuseer de mij nogal, vrees ik." „O, dat zal zeker wel! Vrouwen met een beetje hersens zijn meest al hardvochtig en wreed." Bridget zei zacht: „Je moet je ge noegens weten te vinden waar je maar kunt in dit leven!" Zij zweeg even, en vroeg toen: „Waarom bent u hier, meneer Fitzwilliam?" Zij waren langs een omweg weer bij dezelfde vraag terechtgekomen. Luke was zich er al van bewust ge weest dat dit onvermijdelijk was. Gedurende de laatste paar seconden had hij geprobeerd tot een besluit te komen. Hij sloeg nu de ogen op en ontmoette de hare intelligente, on derzoekende ogen, die hem met een kalme, standvastige blik aankeken. Er lag een ernst in die blik die hij niet helemaal verwacht had. „Het zou, geloof ik, beter zijn", zei hij peinzend, „je maar geen leugens meer te vertellen." „Veel beter". „Maar de waarheid is onaange naam Hoor eens, heb je je zelf al een mening gevormd ik bedoel, heb je enig idee waarom ik hier ben?" Zij knikte langzaam en peinzend. „Wat was jouw idee dan? Wil je het mij vertellen? Ik verbeeld mij dat dit me wel een beetje zou kun nen helpen." Bridget zei kalm: „Ik had het idee dat je hier gekomen bent in verband met de dood van dat meis je, Amy Gibbs." „Dat is het dus! Dat zag ik dat voelde ik telkens wanneer haar naam werd genoemd! Ik wist dat er iets was. Dus jij denkt dat ik daar om hierheen ben gekomen?" „Is dat dan niet zo?" „In zekere zin ja." Hij zweeg en fronste de wenk brauwen. Het meisje naast hem zweeg eveneens; ook bewoog zij zich niet. Zij zei niets dat zijn gedachten- gang in de war zou kunnen brengen. Hij had zijn besluit genomen. „Ik ben hier gekomen voor een dwaze onderneming vanwege een fantastische en waarschijnlijk volko men absurde en melodramatische veronderstelling. Amy Gibbs maakt deel uit van die hele geschiedenis. Het interesseert mij erachter te ko men hoe zij precies gestorven is." „Ja, dat dacht ik wel." „Maar verdraaid waarom placht je dat? Wat is er nu dat ver band houdt met haar dood dat - nou dat jouw belangstelling heeft opgewekt?" Bridget zei: „Ik denk de hele tijd al dat daarmee iets niet in de haak was. Daarom heb ik je meegenomen naar juffrouw Wayn- flete." „Waarom?" „Omdat zij dat ook denkt." „O". Luke ging nog even vlug na wat zij gezegd had. Hij begreep nu wat het optreden van de intelligente oude vrijster voor ondergrond had. „Zij denkt, evenals jij dat er iets eigenaardigs mee is?" Bridget knikte. „En waarom precies?" „Nou, hoedenverf om mee te be ginnen." „Hoe bedoel je dat, hoedenverf?" „Nou, ongeveer twintig jaar gele den verfden de mensen werkelijk hun hoed het ene seizoen had je een roze strohoed; het volgende sei zoen kocht je een fles hoedenverf en dan werd hij donkerblauw en dan later misschien nog een fles en dan had je een zwarte! Maar tegenwoor dig gebeurt dat niet meer hoe den zijn goedkoop, prullig spul dat je afdankt zodra het uit de mode is." „Ook meisjes uit de stand van Amy Gibbs?" „Ik zou nog eerder een hoed ver ven dan zij! Zuinigheid is niet meer in de mode. En dan nog iets. Het was rode hoedenverf." „Nou!" „En Amy Gibbs had rood haar peenhaar!" „Je wilt zeggen dat het niet bij elkaar past?" Bridget knikte. „Je draagt geen rode hoed als je peenhaar hebt. Dat is iets dat een man niet beseffen zou, maar." Luke viel haar in de rede met de veelbetekenende woorden: „Nee een man zou dat niet be seffen. Het klopt het klopt alle maal." Bridget zei: „Jimmy heeft toeval lig een paar vrienden bij Scotland Yard. Jij bent toch niet (Wordt vervolgd HET ALLEREERSTE VARKEN dat op de wereld leefde, heette Victor. Het zag er bijna net zo uit als onze varkens, maar er was één verschil: zijn staart was niet ge kruld zoals bij de varkens van nu. Victors staart was recht en stijf als een stok. Victor woonde in het bos en hij werd vaak door de andere dieren geplaagd. „Wat heb jij toch een gekke staart, Victor", zeiden ze dan. „Zo recht en zo stijf, helemaal niet leuk." Victor vond dat heel vervelend. Hij werd er verdrietig van en vaak rolde er een traan langs zijn snuit. In het bos waar Victor woonde, wa ren ook een heleboel elfen, feeën en kabouters. Op een dag hoorde Victor een zacht stemmetje. „Help!" riep dat stemmetje. En nog eens: „Help! Help!" Victor keek verbaasd om zich heen. Wie kon dat zijn? Toen zag hij een kleine kabouter, die tot aan zijn hals weggezakt was in een vijver vol met modder. Victor bedacht zich niet lang. Hij rende naar de rand van de vijver, draaide de kabouter zijn rug toe en zei: „Pak mijn staart maar beet, dan zal ik je eruit trekken." De kabouter was erg blij dat Victor hem wilde helpen. Hij greep het staart- je beet en even later had Victor hem| op de kant getrokken. „Dank je wel, Victor," zei de kabouter. „Je hebt een i goeie daad gedaan en daarvoor zal ik je belonen. Je mag net zoveel wensen doen als je poten hebt." Victor straalde van blijdschap. Was dat even een buitenkansje! Hij dacht vlug na en toen zei hij„Ik wil graag een mooie staart. Een staart zo mooi als die van een pauw! Direct ging de wens in vervulling. Maar toen Victor omkeek en de grote pauwestaart zag, betrok zijn snuit. Wat een mal gezicht was dat, hij met al die veren! Nee, Jonge, jonge nog aan toe daar gaat Poes Minet. Ze heeft voor dit mooie weer een hoedje opgezet. Daar komt Jan de Wind er aan,\ blaast zo hard hij kan. 't Hoedje hangt hoog in een boom. het poesje huilt ervan! „Kom", zegt musje Flierefluit. „Ik haal dat hoedje snel". Vrolijk kijkt Minet omhoog. „Ha zeg, dank je wel". ELKAl CC* -AKflK TÉGWOtt now r 1. Op een dag liep Panda nadenkend over een ééns idyllische landweg, die juist bezig was ten offer te vallen aan de bevolkingsaanwas. „Och, och, wat is het toch jammer allemaal," dacht Panda. We haas ten ons echter de sociaal-voelende lezer te verzekeren, dat hij met deze diepe gedachte niet de verwoesting van de landweg bedoelde. Neen; hij dacht over zich zelf. „Het is al lang geleden", dacht hij, „dat mijn vader me de wijde wereld inzond om een goed vak te leren en een mooie toekomst op te bouwen; en wat is daar nu eigenlijk van terecht gekomen? Niets! Alles schijnt altijd mis te lopen als ik een betrekking heb, en op die manier leer je geen vak. Het is maar goed, dat mijn vader niet weet dat ik hier weer werkeloos rondloop, zonder toekomstIn zijn mistroostigheid lette hij nauwelijks op de omgeving, tot het luid geraas alom hem er opmerkzaam op maakte dat hij het cen trum van de wegwerkzaamheden bereikt had. En daar viel zijn oog op een pakkend opschrift: „Bij de Breek Ratel's Wegwerk Maatschappij vinden FLIN KE KRACHTEN een MOOIE TOEKOMST. Solliciteert alhier!" „Nou, nou!" dacht Panda, terwijl hij hoopvol de ophitsende reclameprent bekeek „dat is nu toeval lig net wat ik zoek!" IK KLIM OP Her DAK, PAN KUNNEN WE DE ZAK 0MH006TREKKEN HO, TREK! SCHUIVEN! VOORZICHTIG, DE ZAK IS ZWAAR', EEN ObENBUKJE^INEO, NIET tOSl/ATEN.»,. MUN BEEN lEUKT ■zo! 202?-B. hij moest maar gauw iets anders wen sen. „Ik wens me een staart zoals die van een konijn," zei Victor. Weer ging de wens in vervulling, maar de konijnestaart stond hem ook niet. Be droefd schudde Victor zijn kop. Bij de derde wens vroeg Victor om een staart te hebben zoals eekhoorns. Maar toen hij zich omdraaide om zich zelf te bekijken, duwde hij met zijn grote pluimstaart de kabouter pardoes in de vijver. Plons, ging het, en daar lag de kabouter weer te spartelen. „Wat ben jij een dom varken, Vic tor," zei de kabouter. „Met zo'n eek hoornstaart kun je mij onmogelijk uit het water trekken. Nee, jouw staart moet blijven zoals hij is. Het enige wat je eraan kunt doen, is er sierlijke krul in leggen. Wen dat maar gauw!" Victor deed het en kijk, daar had hij opeens een mooie krul in zijn staart. Hij ging opnieuw naar de rand van de vijver en trok de kabouter uit het Water. Die was heel erg blij dat hij voor de tweede keer gered was. En Victor? Nou, die was heel tevre den met zijn staart en hij bedankte de kabouter voor zijn goede raad. En sinds die tijd hebben alle varkens zo'n grappige krulstaart. TOKE -pi*" x-Aa i,%:A 1 CP vve<j VAN EUROPA NAAR NiÈtJ^SUInÊw ..opgegeven axxz kapitein en bemanning PKUFT HET HULPELOOS CVER DE WOELIGE 2EE WRDT EEN SCHIP OVERVALLEN CCOR EEN hevige storm in een Saai van een zuidzee.eiland met wui VENDE FALMEN BEGINT HET EENS Zo TROTSE. SCHIP LANGZAAM MAAK ZBKBtZ TE DE ENIGE OVERLEVENDEN UIT DIE BULDE (BENDE STORM, VHF MENSEN, BEGINNEN AAN EEN WANHOPIGE TAAK ZO VEEL ^CGELLIk: VOO (Z (BADEN Ti= PEDDEN SCHIET OP 1 KAN ELK OCFN IK ZINKEN Binnen in c>e KAVUIT IN DE SCHEMeRING VAART EEN VKEEMDE VERZAMELING VLOTTEN, KISTEN EN KRATTEN TUSSEN DE KOTSEN VAN Ot i&AA' PCPg DE ggANDING KUK ES JON GE NS HET IS EEN PK'JSGE. .GEVEN SCHIP .LLES WAT WE "UTBI.kunnen ked pgu ls VAN S [NOG EEN LAATSTE gllK PAN vooeuiT 1 WE GAAN N eeesr de HELE BOEL. NEE •SCHAT... HET SEKSTE t we oden Ik... ik had NOOIT GE DACHT DAT W ET ZOUDEN EN ZO DANKEN VADee MDE_ ZOONS VÓOK HUN KÖ?DING.._EN VEAGEN MOEDEN KOMENDe GEVA- DutrtaiM by «Um IK BEU KLAAR OM TE VERTREK KEN. OPPASSER MC.LEAN' ZO/VOER LOME WAREN 2U DE DANS ONTSPRON d>EN,J0N6 ENS' re ti/A s een model- 6EVAN6ENE JIPJORKIN ZOEK ND 6EEN NIEUWE moeilijkheden! U ZIET ME HIERNIETMEER, meneer HZ! EN ALAN ZULLEN boeten voor hun misdaad Mü. MAXIM, 71J 6AANEEN TNDLANö ACHTER DE TRALIES EN TONDER DIE VERVLOEKTE DAVY JONES ZOU KUIER Nooit 6é-h/ eest zijn i ■SvAM Leff 1 lllu/iH !AIII>

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 8