l
Franse poedel
verdient f 300
per week met
modelwerk en
vader worden
PANDA EN
WEGDOENER
POLLE, PELLI EN PINGO
I
BRAMMETJE FOK.
kinder-
pel
HONDS
Ons vervolgverhaal
15
MAANDAG 28 FEBRUARI 1966
DOOR AGATHA CHRISTIE
iJJL,
Cri Stellweg
uk\ I wat een kracht
HÈHè, eindepuk]
de tak
■ZWAAR geworden
U
V
iVWWWMWMWMM
21
Luke zei vlug: „Ik ben geen offi
ciële detective en ik ben ook geen
bekende privéspeurder met kamers
in Baker Street, enzovoort. Ik ben
precies wat Jimmy je van mij ver
teld heeft een pepensioneerd poli
tieman uit het Verre Oosten. Ik be
moei mij met deze zaak vanwege
iets raars dat mij is overkomen in
de trein naar Londen."
Hij gaf een kort overzicht van zijn
gesprek met jffrouw Pinkerton en
van de latere gebeurtenissen die hem
hadden doen besluiten naar Wych-
wood te gaan.
„Dus je ziet het", zo besloot hij.
„Het is een fantastisch verhaal! Ik
ben op zoek naar een man een
verborgen moordenaar een man
hier in Wychwood waarschijnlijk
bekend en alom geacht. Als juffrouw
Pinkertor gelijk heeft en jij hebt ge
lijk en juffrouw Dinges heeft gelijk
dan hee'ft die man Amy Gibbs
vermoord."
Bridget zei: „Ik begrijp het."
„Het kan toch ook gedaan zijn
door iemand die niet van hier is,
hè?"
„Ja, ik denk van wel", zei Brid
get langzaam. Reed, de veldwach
ter, is via het dak van een schuur
tje bij haar raam gekomen. Het
raam stond open. Een indringer zou
wel even hebben moeten klauteren,
maar voor een lenige man zou dat
geen moeite hebben opgeleverd."
„En toen de moordenaar binnen
was, wat deed hij toen?"
„Verwisselde de hoestdrank tegen
de hoedenverf".
„In de hoop dat zij precies zou doen
wat zij ook inderdaad gedaan heeft
wakker worden en ervan drinken,
waarna iedereen zou zeggen dat zij
zich vergist had of zelfmoord had
gepleegd?"
„Ja."
„En is bij de lijkschouwing niet
het vermoeden uitgesproken dat er
kwaadwilligheid in het spel was, zo
als zij dat in boeken noemen?"
„Nee."
„Weer mannen natuurlijk over
die kwestie van de kleur van de hoe
denverf is zeker niet gesproken?"
„Nee."
„Maar jij kwam er wel op?"
„Ja."
„En juffrouw Waynflete ook? Heb
ben jullie er samen over gesproken?"
Bridget glimlachte flauwtjes.
„O nee niet in die zin zoals jij
bedoelt. Ik wil maar zeggen, wij heb
ben er niet openlijk over gesproken.
En ik weet echt niet hoe ver het
oude mens erover doorgedacht heeft.
Ik denk dat zij zich er eerst zorgen
over gemaakt heeft en toen er
over is blijven piekeren. Zij is zeer
intelligent, weet je, is naar Girton
geweest, if wilde erheen, en had mo
derne ideeën toén zij jong was. Zij
is niet zo suf als de meeste mensen
hier."
„Juffrouw Pinkerton was nogal
verward van geest, zou ik zo den
ken", zei Luke. „Daarom had ik er
in het begin geen ogenblik aan ge
dacht dat er iets van haar verhaal
waar was."
„Ik heb altijd het idee gehad dat
zij vrij goed bij was," zei Bridget.
„De meeste van die babbelende oude
wijfjes zijn behoorlijk bij de pinken
in sommige opzichten. Zei je niet dat
zij nog meer namen genoemd heeft?"
Luke knikte.
„Ja. Een kleine jongen dat was
Tommy Pierce ik herinnerde
mij die naam meteen toen ik hem
hoorde. En ik ben er vrij zeker van
dat zij het ook over die Carter gehad
heeft."
„Carter, Tommy Pierce, Amy
Gibbs, dokter Humbleby", zei Brid
get peinzend. „Zoals je zegt, het is
bijna te fantastisch om waar te zijn!
Wie ter wereld zou die mensen nu
willen vermoorden! Zij waren alle
maal zo uiteenlopend!"
„Heb jij enig idee waarom iemand
Amy Gibbs uit de weg zou willen
ruimen?" vroeg Luke.
Bridget schudde het hoofd.
„Ik kan het mij niet indenken."
„En hoe zit het met die Carter?
Hoe is hij aan zijn eind gekomen,
tussen twee haakjes?"
„Is in de rivier gevallen en ver
dronken. Hij was op weg naar huis,
het was nevelig die avond en hij
was stomdronken. Er is een voet
brug met maar aan één kant een
leuning. Men nam aan dat hij uitge
gleden was."
„Maar iemand kan hem best een
zetje gegeven hebben?"
„O ja."
„En men had ook heel best die
akelige Tommy Pierce een duwtje
kunnen geven toen hij aan het ra
men lappen was?"
„Nog eens: ja."
„Dus het komt hierop neer dat het
in werkelijkheid doogemakkelijk is
drie mensen uit de weg te ruimen
zonder dat iemand je verdenkt."
„Juffrouw Pinkerton had er een
vermoeden van", merkte Bridget op.
„Dat is ook zo, die goeie ziel. Zij
liet zich niet afschrikken door de ge
dachte dat zij te melodramatisch
was, of zich maar iets verbeeldde."
„Zij zei vaak tegen mij dat de
wereld toch zo slecht was."
„Waarop jij zeker meewarig glim
lachte?"
„Ja, zeer uit de hoogte!"
„Iedereen die in staat is, zes on
mogelijke dingen te geloven voor het
ontbijt, wint dit spelletje op zijn
dooie gemak."
Bridget knikte.
Luke zei: „Het helpt zeker niet of
ik jou vraag of jij enig idee hebt in
verband met dit alles. Er loopt niet
een bepaald persoon rond in Wych
wood die je griezelige rillingen be
zorgt langs je ruggegraat, of iemand
met vreemde, lichte ogen of een
rare, waanzinnige lach over zich?"
„Iedereen die ik hier in Wych
wood heb ontmoet, komt mij bijzon
der normaal, achtenswaardig en vol
slagen gewoon voor."
„Ik was al bang dat je dat zeg
gen zou", zei Luke.
Bridget zei: „Jij denkt dat die
man bepaald krankzinnig moet zijn?"
„O, ik zou zeggen van wel. Beslist
een krankzinnige, maar een heel lis
tige. De laatste man van wie je het
ooit zou denken waarschijnlijk
een steunpilaar van de maatschap
pij, de bankdirecteur bij voorbeeld."
(Wordt vervolgd)
Maurice poserend
voor een
modefotograaf en
(rechts) met zijn
eigenares voor een
olieverfschilderij
van zijn Franse
overgrootmoeder
Y~\OTOMODELLENzegt men, verdienen fantastische honoraria. Dat
geldt dan voornamelijk glamour girls zoals Jean Shrimpton, die
aan de top staan en om wier diensten de mode- en reclame
fotografen als het ware vechten. Voor het mannelijke fotomodel echter
is de spoeling aanmerkelijk dunner. Zij dienen in de damesbladen en
modetijdschriften hooguit als bewonderende achtergrondvulling bij
hun vrouwelijke collega's en bijgevolg verdienen zij dan ook veel
minder. Slechts een heel enkel mannen-model kan met „lopen" en po
seren een behoorlijke boterham verdienen. De meeste dressmen-foto-
modellen echter beoefenen hun sierlijke stiel als bijverdienste en erg
lucratief is dat ook niet eens. Een bekende Nederlandse acteur heeft ons
eens in een aanval van vertrouwelijkheid onthuld dat hij met poseren
niet eens genoeg verdient om zijn dagelijks glaasje geestrijk vocht te
bekostigen.
IN HET BUITENLAND liggen de za
ken misschien iets gunstiger, maar ook
daar zijn de fulltime-mannen-manne
quins op de vingers van enkele han
den te tellen. Een jongeman in Londen
behoort tot deze uitzonderingen. Niet
alleen verdient hij met „zitten" gemid
deld 300 tot 350 gulden per week, maar
bovendien is hij niet van plan, zich
door de fotografen als figurant te la
ten behandelen. Want Maurice van
Bouchard, zoals dit topmodel heet,
weet wat hij waard is. Hij voelt pre
cies hoe zijn hoofd moet buigen voor
die „bewonderende blik", hoe hij zijn
lichtbruine ogen dromerig moet laten
kijken of zijn mond héél eventjes moet
openen als hij vol verwachting moet
opzien naar zijn tijdelijke vrouwtje".
Want voor een hond is Maurice bijzon
der intelligent en gewillig...
Hij is dan ook geen gewone hond,
maar een raszuivere Franse poedel,
een ras dat al vele beroemdheden heeft
voortgebracht. Vele poedels hebben
carrière gemaakt als variété- en cir
cusartiesten. Zij zijn bijzonder leergie
rig, hebben volgens de kenners een on
miskenbaar „gevoel voor humor",
maar zitten ook vol grillen en kuren
zoals het een temperamentvolle Franse
hond betaamt.
MAURICE echter was ook in dit op
zicht een witte raaf. Hij onderscheidde
zich reeds als pup door een beslist on-
poedelse gehoorzaamheid en dit, ge
voegd bij het feit dat hij een prachtige
abrikooskleurige pels heeft, scheen
hem als het ware voor te bestemmen
voor een carrière als foto-hond. Zijn
bazin, mevrouw Grieveson, is eigena
res van een poedel-kennel en een
schoonheidssalon voor honden, waar ve
le dure huisdieren van Londense fami
lies gewassen, getrimd en verzorgd
worden. In die salon heeft Maurice zijn
eigen witgelakte stoeltje waarop hij in
al zijn heerlijkheid prijkt als een vorst
op zijn troon. Hij is wat hooghartig je
gens de andere klanten, maar gedraagt
zich verder voorbeeldig. Trouwens ook
onder de hete spotlights in de fotostu
dio's heeft men geen kind aan hem.
Hij poseert meestal voor modefoto's en
advertenties samen met een of meer
mannequins, hollend aan een lijn, knuf
felend of gezellig naast-de-open haard.
Hij laat zich gewillig in de vreemdste
poses neerzetten. Slechts een keer is
Borstelen en wassen zijn nare er
varingen, maar Maurice doorstaat
alles met gelatenheid.
hij uit de band gesprongen. Dat was
toen hij in een groot atelier twee an>
dere poedels zag, de een blauw, de an>
dere rose geverfd. Dat was zelfs Mau
rice teveel en met een vervaarlijk ge
grom stortte hij zich op de twee con
currenten. In het gevecht dat volgde,
sneuvelden een camera en twee lamp
statieven. „Een duidelijk i.eval van ja
loezie", zegt mevrouw Grieveson -
„maar met mensen en kinderen hoef
ik voor Maurice nooit bang te zijn
MAURICE begon met poseren toen
hij achttien maanden was. Nu, in de
aanvallige hondeleeftijd van vijf jaar,
is zijn agenda overvol met afspraken
en dat niet alleen voor modelwerk.
Hij is namelijk ook zeer gezocht als
aanstaande vader voor poedeldames
Het kind was bang voor honden. Doods
bang en ongeacht de afmeting of mate
van beharing. Ze gilde het uit, met ho
ge zenuwgïllen zodra er maar eentje aan
de horizon verscheen en vluchtte in pa
niek naar huis, naar moeders heupen,
waarborg voor veiligheid en bescherming.
„Het loopt werkelijk de spuigaten uit
met die bangigheid" zei de Vader. „Ze
stelt zich wel behoorlijk aan" zeiden de
buren.
„t Is niet anders dan aandachttrekke-
rij" zeiden de oudere huisgenoten. „Nou
ja't Gaat wel over als ze wat gro
ter is" zei de Moeder. En het kind zelf
zei met wanhoopsoogjes tijdens een klein
onderonsje: „Waarom heeft iedereen ook
een hond?: D'r zijn dur vreselijk véél
honden Twéé is toch wel genoeg
waarbij ze niet twee als telwoord bedoel
de maar als voorbeeld van vermindering
van het aantal.
Toen kwamen zij wie de zaak aanging
en ook zij wie het niet aanging, op de
gedachte die ook de grondslag is van een
bepaalde stroming in de geneeskunde:
het gelijke te genezen met het gelijke. Het
kind is bang voor honden? Welnu, geef
het een hond. Het klonk alleraardigst,
wetenschappelijk, verstandig en zo en
12.50 bleken voldoende om er een hond
voor te kopen die niet te jong (en dus te
wild) was, van het vrouwelijk geslacht,
niet te groot en „lief met kinderen". Op
een namiddag, totaal onverwacht, werd
„hij" aan een rood lijntje het huis bin
nengebracht. Hij sloeg met een grote
pluimstaart, hij maakte onverwachte, on
berekenbare bewegingen met het harige
lijf, hij had een bek, groot, een beetje
slijmerig, die hij opende om te hijgen,
om te likken, om te eten of om te blaf
fen, hij had alles dat het kind zijn angst
voor honden had bezorgd. De familie was
verrukt. Zo'n aardig beest en kijk nou
es, hij doet je niks, aai 'm maar, hier,
toe maar, hij doet niks, zie je wel? Maar
hij snuffelde met een grote, natte neus
van zwart leer die heen en weer bewoog
van links naar rechts. Hij was klein ja,
maar als hij z'n voorpoten met de dikke
kromme nagels ergens tegenop zette,
was hij toch nog altijd minstens zo groot
asl het kind zelf. Het hondje liep door het
huis. Het kreeg een kussen in de kamer
en een mand in de keuken, twee bakjes,
één voor water, één voor eten vlak naast
het aanrecht en zijn lijntje werd gehan
gen aan een haak van de kinderkapstok.
Het hondje werd opgenomen in het gezin,
het kreeg zijn vaste plaats daarin. En het
kind? Het kind had zich te schikken in
het gruwelijke feit dat zelfs het eigen
huis geen veiligheid en geen bescherming
meer bood. Dat zelfs daar, in die ver
trouwde haven, vanouds het eindpunt
waar alle vrees wegviel, dat daar zelfs
het gevaar zich bevondbreeduit
liggend op een kussen, dat het zich kon
ophouden achter elke deur, bij de speel
goedkast of naast de zandbak en dat nie
mand meer bereid was het voor haar te
verjagen.
Het kind zal er zeker aan wennen, o ja,
stellig. Maar tot zolang: arm kind.
en twee tot driemaal per week
„huwt" hij een ander wijfje, waarvoor
Grieveson elke keer tien guineas (on
geveer 110 gulden) opstrijkt. Alles bij
elkaar is hij nu al zo'n 400 keer vader
geworden. Voor het fotowerk bedraagt
Maurice's beloning 2 guineas (22 gul
den) per uur. Geen wonder dus dat
zijn dankbare eigenares hem een tip
top-verzorging geeft, met als hoogte
punt het zondagse uitstapje naar het
land, waar Maurice dan een middag
lang naar hartelust mag hollen, konij
nen opjagen en frisse lucht inademen
om in conditie te blijven, èn om zich
te herinneren dat hij tenslotte toch
„maar" een hond is...
2. Na op het grote bord gelezen te hebben, dat de
Breek Ratel's Wegwerk Maatschappij flinke krach
ten een mooie toekomst bood, wendde Panda zich vol
goede moed tot een mijnheer, die hier kennelijk als
opzichter fungeerde. (Het was ene Evert de Breek, een
neef van de oudste firmante). „Mijnheer", zei Panda
ferm, „ik zie daar net dat u krachten zoekt, en omdat
ik juist een mooie toekomst wil hebben, dacht ik, dat
komt mooi uit!" „Zo, zo ventje, wou jij een toe
komst", sprak Evert de Breek, en hij keek de sollici
tant onderzoekend aan; „Wat weet jij dan zo al van
het wegwerkvak„Niets mijnheer", zei Panda, eer
lijk als altijd. „Maar ik dacht, dat ik het wel zou kun
nen leren". „Dat zullen we dan eens zien", riep De
Breek met een onbegrijpelijke lach. (Men moet we
ten, dat deze Evert bij iedereen bekend stond als een
grappenmaker). „Dat zullen we dan eens zien. Kijk, je
neemt deze luchtdrukboor, en dan druk op die knop,
en dan ga je dit oude wegdek maar eens openbreken.
Alleen om te proberen". Welnu; Panda is niet flauw;
hij greep deze kans om iets te leren gretig aan en
inderdaad zodra hij op die knop gedrukt had leerde
hij ietsnamelijk, dat hij niet voor wegwerker in
de wieg was gelegd.
I HE8 i\iy PIN60"/
18 HM BOVEN l
VOORUIT, PINGO, AANPAKKEN
WE KPAREN HETWEV'.
IK HOUD VAST,
ZO GOED APS
IK KAN -
TREKKEN
202S-C.
jip. liefste, ik He 8
t>e dagen geteld die
ZE ONS ONTNOMEN
HEBBEN
IK NIET. IK TREK EROP
uit met mi jn vrouw
KATE EN MN ZULLEN
ZE NOOIT BETRAPPEN
OPEEN LINKZAAKJE
IK OOK, KATE; EN
ÓÓK DE NACHTEN
LIEFJE I
HET6A TEGOED, HP.
ALS JE HIER OOIT TERUG
KOMT, HANGEN WE JE
CELSLEUTEL OP DE VER-I
GEET-HET-MAAR-HAAK
EN VOOR ELK DAARVAN
ZAL IK DAVY JONES LATEN
BOETEN!
wmssmm
6464. STAANDE OP DE SMALLE rand
van een schutting wachtte de Plexicaan-
se ruiter, totdat de stier voorbij^ zou ko
men. Lang duurde het niet, want de stier
begon er plezier in te krijgen.
De grond trilde onder de voeten, toen
het enorme dier langs de schutting daver
de. Vuur en rook leek uit de neusgaten te
spatten. Met de moed der wanhoop waag
de de ruiter de sprong!
>rAhhhhhhh," ging het als een zucht
door de rijen op de tribunes.
Het léék, alsof de man prachtig op de
rug van de stier terecht zou komen. Maar
op het laatste moment versnelde de stier
zijn vaart... en hij schoot onder de ruiter
door die nog net de staart van de stier
kon vastpakken.
Alsof hij aan een touwtje werd rondge
slingerd, zó zweefde de man door de
arena.
De toeschouwers lachten zich tranen.
Zoiets hadden ze nog nooit beleefd! Toen
de ruiter eindelijk in het zand werd ge
worpen, keek iedereen snel in zijn pro
gramma om de volgende naam te lezen.
„Brammetje Fok..."
Wie weet, hoe ze daarom kunnen
lachen!