P. v. d. A.-commissie in rapport:
„Staking is in beginsel een
rechtmatige handeling"
Dwangsommen vreemd aan
karakter arbeidsverhouding
KUIPERS
Toneelstuk „Die Verschwörer
ontmaskert 20-juli aanslag
Parlementaire procedure is
niet aangepast aan deze tijd
haar journaal
1
Skin Dew
Helena Rubinstein
Huiseigenaar weigert
bewoners sleutel
Mythe en werkelijkheid over het Duitse verzet (slot)
5-95
DICK HOLTHAUS:
1 1 I
A mbtenaren
GEBOORTE VRAAG EEN MEUBELCHEQUE
Reeds vanaf 10 gulden bij de goede woninginrichter.
Commies-griffier van Tweede Kamer:
Wazige theorieën
Examens
üi
Hf
Gekd mm!
couture, maar
zeer draagbaar
Nederlanders in
Europa grootste
vetverbruikers
DONDERDAG 3 MAART 1966
ZIJLSTRAAT 97 HAARLEM
BRILLEN SPECIALIST
99
Skin Dew
CLEANSER CONCENTRATE
---
Henny Schoute
„Een staking is in beginsel een
rechtmatige handeling, een staking is
echter onrechtmatig indien kennelijk
is gehandeld met de normen, die gel
den in het collectieve verkeer tussen
werkgeversorganisaties enerzijds en
werknemersorganisaties anderzijds.
Welke deze normen zijn Iaat zich niet
bij voorbaat voor alle situaties vast
leggen". Dit staat in een rapport dat
de commissie stakingsrecht van de
Partij van de Arbeid vandaag heeft
uitgebracht aan het bestuur van deze
partij. De opdracht tot de studie over
de werkstaking in Nederland werd
gegeven op het congres van de
P.v.d.A. in januari 1963.
De commissie acht het echter evident,
dat deze normen geschonden zijn als bij
voorbeeld de staking in strijd is met de
vakvereniging bindende bepalingen van
een CAO, als de staking ten doel heeft de
werkgever te bewegen tot gedragingen in
strijd met de wet, een algemeen verbin
dend verklaarde CAO of een bindende
loonregeling, of als de wettelijke aanzeg
gingstermijn niet in acht is genomen.
De commissie meent dat de verplich
ting van een arbeider om bedongen ar
beid te verrichten in geval van staking
wordt geschordt. Een rechtsvordering tot
nakoming, al dan niet versterkt met een
dwangsom is dan niet meer mogelijk.
Een dergelijke vordering bevat elemen
ten van persoonlijke dwang, die in begin
sel vreemd moeten worden geacht aan het
karakter van de arbeidsverhouding.
Voorzover het de ambtenaren en het ver
voerpersoneel betreft bepleit de commis
sie afschaffing van het strafrechtelijke
stakingsverbod.
In het rapport constateert de commis
sie dat de samenloop van een aantal
rechtsontwikkelingen tot gevolg heeft ge
had, dat de grenzen van het stakings
recht in ons land onduidelijk zijn gewor
den en daardoor in feite zijn verenigd.
Deze rechtsontwikkelingen vonden hun
voorlopig eindpunt in het arrest van de
Hoge Raad van 15 januari 1960, het z.g.
Panhonlibco-arrest. In dit arrest werd uit
gesproken dat de stakende individuele
arbeider wanprestatie jegens de werkge
ver pleegt, behalve „indien de omstan
digheden waaronder zulk een werkweige-
ring plaats vindt van dien aard zijn, dat
naar de heersende rechtsovertuiging in
redelijkheid van de werknemers niet kan
worden gevergd de arbeid voort te zet
ten of bepaalde werkzaamheden te ver
richtenDe juridische positie van de
vakvereniging die tot staking aanzet,
wordt afgeleid van het oordeel over de
werkweigering van de individuele arbei
ders. Staat éénmaal vast dat dezen wan
prestatie plegen, dan maakt de vakbond
die tot staken aanspoort zich (door in
breuk op de contractuele rechten van de
werkgever uit te lokken) schuldig aan
een onrechtmatige daad jegens die werk
gever.
In het jongste verleden werd dan ook
een aantal vonnissen in kort geding ge
wezen, waarbij stakende individuele ar
beiders werden veroordeeld tot nakoming
van de arbeidsprestatie, op verbeurte van
een dwangsom, terwijl vorderingen tegen
vakverenigingen, om zich op straffe van
een boete te onthouden van elke steun
aan een staking, deels met en deels zon
der succes eindigen.
De huidige stand van de rechtspraak
leidt ertoe, dat de werknemer in het on
zekere verkeert over de vraag in welke
gevallen sprake zou kunnen zijn van „om-
•tandigheden dat in redelijkheid niet van
hem kan worden gevergd de arbeid voort
te zetten". De Hoge Raad verwijst daar
voor naar de „heersende rechtsovertui
ging". Doch wat houdt deze in? Het wekt
dan ook geen verbazing, dat verschillene
rechters in vrijwel identieke situaties tot
verschillende uitspraken komen.
Ook de vakverenigingen kunnen moei
lijk van tevoren bepalen onder welke om
standigheden hun optreden als onrecht
matig zal worden beschouwd. Dat kan,
aldus de commissie, immers pas geschie
den, nadat is vastgesteld of de stakende
arbeiders wanprestaties plegen.
De commissie komt dan ook tot de uit
spraak dat een dergelijke toestand uit een
oogpunt van rechtszekerheid ongewenst
is. Een gevolg van de bestaande onze
kerheid is, dat het evenwicht tussen werk
gevers en werknemers is verstoord. Ener
zijds lopen vakverenigingen voortdurend
het risico dat een staking door de rechter
onrechtmatig zal worden verklaard. Voor
de werkgevers is het risico ontstaan dat zij
er te sterk op zullen vertrouwen dat een
staking onrechtmatig zal worden verklaard,
om dan met de onaangename verrassing te
worden geconfronteerd dat de rechter
anders beslist.
Bovendien kan als principieel bezwaar
tegen de huidige toestand worden aange
voerd, dat in de rechterlijke uitspraken
tot nu toe de erkenning heeft onderbroken
dat staking primair een strijdmiddel is
in het collectieve verkeer tussen werkge
vers- en werknemersorganisaties en in
dat collectieve verkeer noodzakelijk kan
zijn om aan de vrijheid van collectief
onderhandelen inhoud te geven. „Vrijheid
van onderhandelen impliceert de vrijheid
om „ja" of „nee" te zeggen, vrijheid van
collectief onderhandelen derhalve de vrij
heid om collectief „neen" te zeggen", al
dus de commissie.
De commissie, die in april 1964 voor de
eerste maal bijeen kwam, bestond uit prof.
mr. I. Samjalden (voorzitter) prof. mr.
H. L. Bakels, C. Brandsma, W. v.d. Ge
vel, mr. G. Hekkelman, J. Hudig, prof.
mr. M. G. Levenbach, mr. J. Mannoury, Li
P. G. Nelemans, mr. L. J. Weimar, mr.
L. de Vries, mevr. mr. H. Singer-Dekker
en mr. W. G. Verkruisen.
Advertentie
Advertentie
Opnieuw heeft Broek in Waterland ex-
burgemeester, de heer P. Peereboom, zich
de gramschap van enkele huurders op de
hals gehaald. Enkele maanden geleden
kwam hij in' het nieuws omdat hij door
middel van grote verhuiswagens, die hij
vlak voor de ramen zette, wilde trachten
een huurder van een van zijn huizen wilde
dwingen te vertrekken. Ditmaal weigert hij
een huurder de toegang tot een woning.
De heer J. Visser woonde tot gisteren
met vrouw en twee kinderen in een krot
woning. Hij had van de gemeente Broek in
Waterland vergunning een huis te betrek
ken. Toen het gezin in de woning wilde ko
men bleek dat dit alleen via de achterdeur
kon. De sleutel van de voordeur wilde de
heer Peereboom niet afgeven.
De oud-burgemeester wenst op deze
wijze te protesteren tegen de zijns inziens
onwettige uitzetting van een aantal klan-
destien wonende Spanjaarden uit zijn huis,
die daar met zijn medeweten hebben ge
woond.
(Van onze correspondent)
BONN. Wolfgang Gratz werd zeventien maal tot gevangenisstraf ver
oordeeld, wegens diefstal en inbraak. Overdag plakte hij in zijn cel zakjes,
's Avonds schreef hij hoorspelen en toneelstukken. Een aantal van deze
hoorspelen werd met succes door Westduitse radiostations uitgezonden.
Ondanks de niet aflatende pogingen van Gratz' advocaat, duurde het tot
vorige maand, voor de justitiële autoriteiten in de schrijver-dief een bij
zonder geval wilden zien. Een genade-verzoek werd ingewilligd. Hoewel
Gratz nog een jaar had uit te zitten, beschouwen juridische experts zijn
strafbare handelingen voortaan als „zinloze protestacties legen de samen
leving". Het meeste opzien baart Gratz op het ogenblik met zijn nieuwste
toneelstuk, dat de opstand van de 20ste juli 1944 tegen Adolf Hitler tot
onderwerp heeft. („Die Verschwörer"). De auteur hoopt dat zijn stuk in de
rjj van documentaire stukken, als „De plaatsbekleder" van Hochhuth, zal
worden opgenomen. Gratz komt in „Die Verschwörer", na een grondige
bronnenstudie in zijn gevangeniscel, tot de conclusie dat de groep van Von
Stauffenberg (die de bom in het hoofdkwartier van Hitier plaatste) een
stelletje slappe, idealistische nietsnutten was, dat niet de moed had kwaad
met kwaad te bestrijden. Daarom mislukten hun pogingen tot een coup
d'état schromelijk.
GRaTZ HEEFT met zijn stuk een bij
zonder tere kasplant bij de wortel ge
vat en het is jammer, dat hij zich in
zijn betoog wat overschreeuwt en boven
dien zijn bronnen wel wat eenzijdig ge
houden heeft. Hij steunde hoofdzakelijk
op de zogenaamde „Kaltenbrunner-Be-
richte", die kort na de aanslag ontston
den uit de verhoren en bekentenissen van
de door de nazi's aangeklaagde samen
zweerders, die zich toen nauwelijks in een
positie bevonden om objectief of nauw
keurig te zijn.
Verder had Gratz de steun van Hans
Bemd Gisevius, één van de weinige over
levende ooggetuige van de gebeurtenissen
op het hoofdkwartier van de samenzweer
ders in de Berlijnse Bendlerstrasse en
een man met in zijn geschriften
een hard oordeel over de poging tot de
staatsgreep.
„Een verzameling arrogante platitudes"
noemt „Die Welt" het stuk van Gratz:
„Het is geen stuk, het is geen werk, het
Dr. A. C. de Ruiter, commies-griffier
van de Tweede Kamer, heeft in het jong
ste nummer van „Anti-revolutionaire
Staatskunde" een bijdrage geleverd aan
de discussie, die reeds sinds 1815 over
de plaats en het nut van de Eerste
Kamer wordt gevoerd. Hij komt daarin
tot de conclusie, dat de argumenten die
tot dusver zijn aangevoerd om het be
staan van de Eerste Kamer te recht
vaardigen vrijwel alle hun kracht heb
ben verloren.
„Voor opgewonden driften behoeft een
regering in onze dagen, waarin de volks
vertegenwoordigers voor het merendeel
degelijke en bezonnen specialisten zijn,
nauwelijks bang te zijn. Mochten die drift
buien zich toch nog eens ontladen, dan
is het kabinet of de betrokken minister
al verdwenen voordat de Eerste Kamer
er met haar wijs vermaan aan te pas
heeft kunnen komen", zo schrijft hij.
Voor „alvermogen" van de Tweede Ka
mer behoeft men al evenmin beducht te
zijn. De klacht is eerder gerechtvaardigd,
dat de Kamer zich tegenover de regering
al te vaak de minvermogende moet voe
len. „Blijft het argument van de kans
op overijling. Maar is er op dit ogenblik
niet meer reden voor de critiek, dat al
les zo lang duurt en zo langzaam gaat,
en dat het tempo van wetgeving en de
hele parlementaire procedure onvoldoende
aangepast is aan de eisen van slagvaar
digheid, die onze tijd stelt?"
Dr. De Ruiter zoekt de oplossing voor
een goede functionering van onze demo
cratie in de richting van een werkver
deling tussen de Eerste en de Tweede
Kamer. De politieke controle op de re
gering zou dan in het bijzonder aan de
Tweede Kamer moeten toevallen. De Eer
ste Kamer zou zich hoofdzakelijk moe
ten bezighouden met het beoordelen van
de wetgevende arbeid. „Het laatste kan
in een rustige sfeer door specialisten
plaatshebben. Voor het eerste zijn all
round politici nodig", aldus dr. De Rui
ter.
De schrijver stelt voor, de Tweede Ka
mer het recht toe te kennen indien een
bepaald aantal leden de wens daartoe te
kennen geeft ook zelf wetsontwerpen in
behandeling te nemen. Daardoor kan het
bezwaar ondervangen worden, dat wets
ontwerpen met een duidelijk politieke
strekking in de politieke Tweede Kamer
in het geheel niet aan de orde kunnen
komen. Deze Kamer dient zich dan ech
ter wel tot de hoofdzaken te beperken,
aldus dr. De Ruiter.
is zelfs geen stukwerk." Van de thesen
die Die Welt uit het stuk distilleert, zijn
er een aantal niet van enige grond ont
bloot:
1 De samenzweerders verspeelden hun
kansen doordat zij vermoedelijk niet voor
honderd percent tegen het nationaal-so-
cialitische systeem waren. Zelf geestelijk
geïnfecteerd door hun jarenlang meelo
pen met Hitier, waren ze niet bij machte
zich van hun eigen boeien te ontdoen.
2 De samenzweerders waren geen de
mocraten.
3 De rebellen zijn het voorbeeld van
de zakkenrollers. Ze stellen zich iets ge
weldigs voor en later presteren ze niet
meer dan een kruimeldiefstal. Ze zijn te
laf om de werkelijk grote inzet, de ech
te revolutie, te wagen.
4 Ze lieten de weg open om bij het mis
lukken van de opstand zonder kleerscheu
ren te ontkomen.
DEZE IN „Die Verschwörer" aange
voerde stellingen zijn in de grond van
Rotterdam. Stichting klinisch hoger on
derwijs) Semi arts examen J. J. Dekker.
(Overveen). Arts-examen: F. Bruinsma
en D. J. L. Kors (R'dam).
Leiden. Doctoraal Duits J. B. Uljee (Al
kemade). Kandidaats kunstgeschiedenis R.
M. Vorstman (Santpoort). Arts: mej. J. J.
Fasse (Rotterdam), H. A. J. M. Scheerder
(Alphen aan de Rijn), M. Smitt (Drumpt
bij Tiel).
Utrecht. Doctoraal rechtsgeleerdheid: H
D. O. Blauw (Amersfoort). Doctoraal
rechtsgeleerdheid vrije studierichting: J.
Konijnenberg (Rotterdam).
Arts: zuster M. J. H. M. van Hoyweghen
(Imstenrade), A. W. J. M. Ausems (U-
trecht).
Rotterdam. Doctoraal examen economi
sche wetenschappen J. L. Torn (Capelle
a/d IJssel), D. C. van de Velde, J. Clement
(beiden: R'dam). C. Keijzer (Barendrecht).
Eindhoven. Ir. R. S- Deelder is gepromo
veerd tot doctor in de technische weten
schappen op proefschrift „Contribution
aux recherches de la structure de la houil-
Ie: étude des produits de la pyrolyse rapide
du charbon". Zijn promotoren waren prof.
dr. ir. A. I. M. Keulemans, gewoon hoog
leraar in de instrumentele analysemetho
den aan de T H Eindhoven, en prof. dr. D.
W. van Krevelen, buitengewoon hoogleraar
in de chemische technologie aan de T.H.
Delft
de zaak niet zo krankzinnig als „Die
Welt" het wil suggeren. Men zal er zich
in Duitsland beslist bij moeten neerleg
gen dat de gebeurtenissen van de 20-ste
juli 1944 op even wazige theorieën be
rustten als die waarmee het Duitse volk
de tweede wereldoorlog in ging. En ter
wijl militairen als Von Stauffenberg (die
in Noord-Afrika gewond was geraakt) er
niet voor terug schrikten het bloed van
de „vijand" te laten stromen, schrikten
ze er plotseling uit ethische motieven wel
voor terug wapengeweld te gebruiken bij
het elimineren van de man dië'aThet on
heil teweeg had gebracht.
Toen de opstandelingen in een hoek
werden gedreven bestond de held
haftigheid van de besten onder hen er
uit dat zij zich zelf elimineerden. De hel
den tweede klas probeerden langs de ach
tertrap te ontkomen.
De waarde van stukken als Gratz
„Die Verschwörer" in Duitsland is, dat
zij tot een bepaalde menselijke ontmas
kering kunnen bijdragen. In het land van
de heldensagen blijkt het nog steeds nut
tig de schakering te propageren. Wan
neer Gratz er in slaagt zijn stuk in de
categorie van Hochhuths „Stellvertreter"
te plaatsen, is nu al te voorspellen wel
ke verhitte discussies erover in de
Bondsrepubliek zullen ontstaan. Tenslotte
behandelt het een episode in Duitslands
geschiedenis, waarop heel wat na-oorlog
se Bondsrepublikeinse carrières en lucht
kastelen zijn gebouwd.
De voorgaande artikelen werden gepu-
liceerd op vrijdag 25 en zaterdag 26 fe
bruari.
P ;x «MsSHgHRP-
Advertentie
Ter kennismaking,
slechts korte tijd,
een speciale tube
(Normale waarde 7,75)
Het reinigingspreparaat, dat zonder
masseren alle make-up onmiddellijk
oplost, ook van de ogen.
MAANDAG WAS de dag dat de fo
to's van de Parijse couturehuizen ge
publiceerd mochten worden en dat
deden we ook dinsdag was de dag
dat de eerste Nederlandse coutureshow
werd gehouden. Dick Holthaus was de
eerste die zijn voorjaars- en zomercol
lectie toonde. Der traditie getrouw in
zijn boutique aan de Van Baerlestraat
in Amsterdam, waar hij zijn gasten
pers en cliëntele fuifde op koffie
bij aankomst en champagne-met-hapje
bij het vertrek.
De show deed ons alvast vooruitzien
naar een stralende lente en zomer. De
kleuren namelijk die Holthaus gebruik
te waren verrukkelijk. Evenzo de stof
fen, de meeste van een prachtige kwa
liteit. De totaalindruk was dat Holt
haus niet zozeer de couture-idee hand
haaft (trouwens welke couturier wel).
Het woordje couture heeft altijd nog
wel iets romantisch en exclusiefs, maar
wat door couturiers ontworpen en ver
vaardigd wordt, is voor een groot deel
zeer goed draagbaar. Alleen als het op
betaalbaar aankomt, is er maar een
kleine categorie die naar couture-hui-
zen gaat.
De collectie-Holthaus was naar mijn
smaak dan ook meer een sportief-ge-
distingeerde boutique-collectie. Zeker
een compliment waard. Meer dan eens
ook kreeg hij applaus van zijn gasten,
onder wie Conny Stuart, Corrinne Spier,
Ida de Leeuw-van Rees, mevrouw Vin
kenoog, om maar een handjevol te noe
men.
Enkele details uit de collectie die een
Frans karakter had, zijn: twee silhou
etten en wel kort of recht en beweeg
lijk. De lijn is soepel, zonder taille, de
mouwen ingezet. Als bijzonderheden
over de tailleurs: korte en rechte jas
jes met of zonder sluiting, over rech
te hemdjurkjes, en jurkjes met plooi
rokken. Verder de vest-plooirokcombi-
nateis. De mantels zijn even kort als
de jurk of enkele centimeters korter.
Holthaus heeft een variatie aange
bracht in kragen maar er zijn ook
kraagloze modellen. Prachtig waren de
sportieve zijden mantels met rugsplit-
Uit de collectie van Dick Holthaus
draagt TANJA: een wit wollen japon
met jasje; PETRA: een turquoise wol
len japon met jasje; LOES: een ro
de japon met jasje in een crêpe van
wol met zijde; SOPHIE: een groen
gele japon met jas. De japon is ge
garneerd met een col van dezelfde
stof als de jas.
ten over blouse-rok combinaties. De ja
ponnen zijn recht (shifts) en zonder
taille, veel met hoge col, een vierkant
uitgesneden armsgat. Verder jeugdige
hemdjurkjes en robes-manteaux met
knoopsluiting tot de taille. De kleuren-
handleiding van Holthaus is: veel
groen, rood, beige en pasteltinten, veel
combinaties van wit met andere kleu
ren. Zijn favoriete materialen: allerlei
soorten linnen, wollen crêpe, wollen
fantasiestoffen, shantung, foulard zij
de en handgeweven India-zijde. Guitig
waren zijn Viva Maria-petten, ondeu
gend zijn „speldekussens", gekleed de
turbans.
«oyyw,ygP?>.
De 27-jarige Parijse ontwerpster
Emmanuelle Khanh heeft voor de In
ternational Fashion Council (de wereld
organisatie op het gebied van heren
mode) „Operation X" ontworpen, be
stemd voor het komende seizoen. Het
is een sportief pak van een wollen
tweed met dubbele knopenrq, een heup-
ceintuur, lage zakken en hoge kraag.
Onder de oksel zijn ventilatiegaatjes
aangebracht. Het pak maakt deel uit
van de collectie „New Mood'" die de
I.F.C. voor de komende lente en zo
mer lanceert. Men verwacht dat deze
collectie op de toekomst gericht,
maar draagbaar de herenmode gaat
beïnvloeden. De I.F.C. heeft leden in
ruim twintig landen, dus mogelijkhede
dit te bereiken, genoeg.
Sedert vele jaren, ja, men kan wel
zeggen sedert de aardappel uit Zuid-
Amerika in de 16e eeuw in Europa
werd ingevoerd, verschijnt hij bij on
ze dis. De aardappel is een belang
rijk volksvoedsel. Veel variatie in de
bereiding kende de Nederlandse huis
vrouw niet, totdat niet zo lang geleden
de patates frites him entree maakten.
En naarmate de welvaart toeneemt
schijnen deze in populariteit te win
nen. Terwijl in Nederland het gebruik
van aardappelen in het algemeen van
jaar tot jaar terugloopt van 100 kg.
per hoofd van de bevolking in 1960 tot
96 kg. in 1964 nam het nuttigen van
patates frites tot tien kg per hoofd
der bevolking toe in 1965, naar on
langs werd gepubliceerd.
Niet alleen de aardappelkwekers va
ren daar wel bij, maar ook de produ
centen van vetten. Patates frites, ge
bakken in frituurvet en meestal „ver
sierd" met mayonaise zijn wel onge
veer het vetste voedsel dat men zich
bedenken kan. Zij zullen in ieder ge
val bijdragen tot het verschijnsel, dat
Nederlanders aan de top staan van de
vetverbruikers in West-Europa (38.6
kg. per hoofd van de bevolking). Dit
is een merkwaardige afwijking van de
ook in Nederland zo duidelijk naar vo
ren komende behoefte, slank te wor
denen te blijven.