Tussen Moskou en Peking I Klassenloze maatschappij met twee klassen Wekelijks toegevoegd aan alle edities va blad/Oprechte Haarlen en ÏJmuider Courant ■SPI Een handvol pinda's i mm ^fSrS WffffWiÊ B f&fi J ru- r®G°h^S>' ffê]w| Locomotief van ütü Transsiberische spoorlijn Toestemming van de geportretteerde is nodig Het dorp Yoerti in Mongolië TOEVALLIGE gebeurtenissen bepalen in grote mate ons eigen lot, maar ook de loop der geschiedenis. Ook de medische wetenschap dankt vele belangrijke successen (radium, penicilline) aan kleine „ongeluk jes". En opnieuw heeft het stomme toeval nu de geleerden een handje geholpen: een handjevol pinda's.. Erbij .nAVnGROENLAND^ NOORDELIJKE IJSZEE- -Smtsbergervw^g—Frans Jozef Land «>a>-~nNoordland Eil INova Zemblal S^::::::l;#'i'MoeV.mansk/.Nieuw Siberische-Eil ^insk^N n„ 'MOSKOU I I Kijef JV.* _Ka2an^> Stalingrad rt,._ u>w_V.S4'rdl0w"'k Sovtetskaja Omsk Mow(»ibirsk^N..fieljgxPede.y.!;-?.te?'>l f lrkoetsk^T y^^WJadiwos Qb<rffaS)kenlig' j^vX-K-.^.^^^y^SPeïing'j /'V** Alma Atav Sa m ar k a fl RAN C;E>:: H I N A Irkoeti ^Semipalatinsk^^jtTf «-»' Aimn ~Wrangel_E.il. Jakoetsk KÖREA2 5J-JAPAN- (Van een medewerker) IRKOETSK Er zijn twee klassen passagiers in dit land, dat geen klassen heet te kennen: zij die met het Reisbureau „Intourist" reizen en zij die dat niet doen. Het onderscheid valt samen met buitenlander-rus. Omdat men toestemming nodig heeft om buiten de plaats waar men ge registreerd staat te verblijven, komt dit er voor de buitenlander op neer dat hij zeker bij vliegreizen „Intourist" moet inschakelen. Wat dit betekent bemerkte ik meteen op het vliegveld van Moskou bij mijn ver trek naar Irkoetsk. Een vriendelijke stewardess stond mij op te wachten om mij de „speciale behandeling" te geven: service naar westerse maat staf onder andere bestaande uit het onderbrengen van de passagiers in een hotel bij langdurige vertraging van het vliegtuig, maar óók het afge scheiden worden van de gewone rus. MOSKOU EN PEKING, zetels van regeringen wier besluiten de wereld vreesde, vreest en zal vrezen. De Sovjet-Unie en China: twee wereldrijken die tot voor kort door hun politiek** structuur vaak over één kam werden geschoren, maar die steeds duidelijker blijk hebben gegeven verschillende wegen te willen inslaan. Wegen die geens zins evenwijdig lopen, misschien steeds verder uit elkaar zullen gaan, mogelijk ook elkaar zullen kruisen. De belangstellende toe schouwer zal kunnen gadeslaan, dat op dat kruispunt de wegge bruikers öf zonder groeten langs elkaar heen zullen lopen of el kaar vriendelijk de hand zullen schudden öf met elkaar in bot sing zullen komen. Tussen Moskou en Peking leven miljoenen mensen. Hun dagelijkse omstandigheden zijn ons onbekend. Wij hebben ons daarvan slechts een beperkte en vaak verkeerde indruk gevormd, omdat wij maar al te snel volken met hun regeringen vereen zelvigen. Veel van wat deze mensen doen onderscheidt zich niet van wat ook wij dagelijks doen, zon der er hij na te denken, maar andere dingen, die voor ons de gewoonste zaken ter wereld zijn, zullen zij als vreemd, ongepast, belachelijk, bijzonder, onzede lijk, kwetsend, misschien zelfs misdadig beschouwen, terwijl wij hoofdschuddend kennis nemen van dingen die nun juist als met de paplepel zijn inge goten. Vooral door dit soort „rare dingen" zijn wij in het Neder lands Chinezen „rare Chinezen" gaan noemen (en worden wij misschien weer de Chinezen van Europa genoemd). Dit soort zaken ontdekte de Amsterdamse jurist mr. A. Kruisland op reis van Moskou naar Peking en terug, grotendeels per trein. Hij zal u beschrijvingen van het Kremlin in Moskou en de ver boden stad te Peking besparen. Iedere reisgids kan u daarover beter en uitgebreider voorlich ten. Zijn artikelen pretenderen ook geen wetenschappelijke be nadering. Daarvoor was de reis te kort. ZO IS ER in vele „Intourist"-hotels een aparte eetzaal voor buitenlanders. Omdat mij de speciale behandeling niet aanstaat ga ik steeds in de ge wone eetzaal zitten, maar het accent van mijn Russisch verraadt mij mees tal, waarop mij gevraagd wordt in de andere eetzaal plaats te nemen. Mijn verklaring dat ik juist naar dit land ben gekomen om de leefgewoonte van de bevolking te zien, brengt hen mees tal in verlegenheid, omdat zij niet wil len aanvoeren dat het nu juist de be doeling is dat ik zo min mogelijk con tact met het volk zal hebben. Omdat het gebruikelijke argument, dat in de andere eetzaal vreemde talen spreken de serveersters rondlopen, voor mij van geen belang is, laat men mij dan maar zitten. Op deze manier gelukte het enige malen met de plaatselijke bevolking een gesprek aan te knopen. Het feit dat het niet op prijs werd gesteld dat men bij mij aan tafel kwam zitten blijkt uit de ervaring dat de diensters enige malen weigerden ons te bedie nen. OP HET VLIEGVELD van Moskou zorgde de stewardess, die de hoede over mij van de Intourist-juffrouw overnam, dat ik vóór alle overige pas sagiers het lijnvliegtuig naar Irkoetsk in ging en tevens dat de plaatsen naast mij leeg bleven. Het stijgen en landen, wat bij ons steeds met uitde len van kauwgum gepaard gaat, gaat hier vergezeld van een zuurtje: kauw gom wordt als een verderfelijk kapi talistisch geldmiddel geweerd. Enige banken voor mij heeft een ka pitein van het rode leger met vrouw en kind plaatsgenomen. Omdat zijn vrouw het hem gebiedt (ook in landen waar, nog meer dan bij ons, de vrouw een plaats gelijk aan die van de man inneemt, beveelt kennelijk het zwakke geslacht haar gemaal) gaat hij met servetten het ventilatiesysteem dichtstoppen, dat ons allen een weinig teveel ventileert. Halverwege zijn arbeid grijpt hij naar de papieren zak, die voor bijzondere omstandigheden wordt verstrekt en gaat snel zitten, groen van kleur. In de ogen van het zoontje zie ik het va derlijk gezag slinken bij deze hande ling, onwaardig aan een held van de Sovjet-Unie. In Omsk, waar bijgetankt zal wor den, staat opnieuw een lieftallige juf frouw van Intourist te wachten om mij bezig te houden gedurende de veertig minuten oponthoud, waarin het vlieg tuig wordt bijgetankt. Zij vertelt over het gezonde leven in Omsk, de bos sen, de stranden van de rivier, en zij kan niet begrijpen dat mij geen toe stemming werd gegeven daar enige tijd te blijven: „Ja, vroeger was het een gesloten stad, maar in de afgelopen jaren ont vingen wij vele delegaties uit bijna al le socialistische landen. U zult wel een foutje bij uw aanvraag gemaakt hebben". Dan ontvangt zij een onplezierig be richt: doordat Irkoetsk wegens de mist dicht is zullen wij enige uren in Omsk moeten blijven. Dit betekent volgens haar instructies, dat zij voor mij een hotel moet verzorgen. Maar het is al middennacht geweest en hoe krijgt ze mij nog ergens onder dak? De bus voor het personeel van de Aeroflot brengt uitkomst. Op de vraag wat thans met de Russen geschiedt antwoordt zij dat er voor hen een wachtkamer op het vliegveld is, waar ze een kop koffie zullen krij gen. NA ENIGE UREN vliegen wij ver der over de uitgestrekte bossen, die zich voortdurend onder ons bevinden, doorsneden door brede rivieren. We vliegen echter te hoog om een werke lijk idee te krijgen van de natuur on der ons. Pas als we beginnen te da len hebben we daartoe de kans, maar dan is ieders aandacht gevestigd op de stad onder ons: Irkoetsk. Ik heb toestemming gekregen voor een verblijf van enkele dagen daar vanzelfsprekend in het Intourist-hotel en ik verheug mij op een verblijf in een echt Siberische stad: hele straten met houten huizen, buitengewoon sfeervol en schilderachtig. Natuurlijk zijn er in deze grote stad ook stenen gebouwen. Maar zij zijn qua stijl verre de mindere van de houten huizen. Het is echter verboden houten huizen te fotograferen, omdat dit de kapitalistische wereld het idee zou kunnen geven dat men hier ach terlijk is. De stenen gebouwen zijn de foto niet waard. Ook bij het fotograferen van men sen in communistische landen heeft men de toestemming van de geportret teerde nodig, met het gevolg dat men, zonder die toestemming, het risico loopt dat het filmpje wordt afgenomen en men met toestemming de bekende houterige geposeerde foto's krijgt. De film „Alleman" zou hier vermoedelijk grote opschudding teweeg brengen. EEN VAN DE grootste attrakties van de omgeving van Irkoetsk is het Baikal-meer. Omdat dit meer 65 kilo meter van de stad ligt heeft Intou rist, vooral voor buitenlanders, een at tractieve manier gevonden om deze af stand af te leggen, namelijk met een „rakjeta", een zogenaamde draag vleugelboot. Snelheid 50 tot 60 kilome ter per uur. De boot is voor de vol gende dag reeds volgeboekt, zodat In tourist mij adviseert een taxi te ne men. Afgezien van het feit dat een taxi op zo'n grote afstand mij nogal prij zig toeschijnt, verkies ik temidden van het Siberische volk te verkeren, en ik vraag of er dan geen bus gaat. Het antwoord luid: „Nee en bovendien moet u dan een gids meenemen om niet de weg kwijt te raken". Dit ant woord vertaald in goéd Nederlands be tekent: er is wel een bus, maar wij willen niet dat u die gebruikt. Het gaat er voor mij nu nog slechts om de bus te vinden. Aangezien iedere zich respecterende Russische stad een „av- towakzal" (centraal autobusstation) heeft, moet ik zien uit te vinden waar dat gelegen is, omdat met vrij grote zekerheid vandaar de bus naar de Bai kal zal vertrekken. Mijn veronderstelling blijkt juist. De volgende morgen vroeg rijd ik in een volle bus naar het water. Dit laat kor ter op zich wachten dan de lengte van de rit zou doen vermoeden, want het is regenachtig weer en het dak van de bus blijkt niet waterdicht te zijn. Wanneer de bui dan ook doorzet doet iedereen snel zijn regenjas aan, er worden wat zeiltjes gespannen om bui ten de drup te blijven en de aan wezige parapluies worden opgestoken. Als de bus het Baikal-meer bereikt is de bui over. Een prachtig meer met een breedte van ruim twintig kilometer en een lengte van 600 kilometer, om geven door bergen, strekt zich voor mij uit. Enige vissers zijn bezig hun vangst aan de wal te brengen. Honderden kleine riviertjes stromen van de bergen in het Baikal-meer zo dat het water ijzig koud is en zelfs in de heetste zomermaanden meestal niet boven tien graden celsius uitkomt. Een rivier stroomt uit het meer, de Angara, die zo helder is dat men door tientallen meters water de stenen op de bodem kan zien liggen. In de na middag kan ik met een boot naar Ir koetsk terugvaren. Het schip is afge laden vol, vooral omdat een groot deel van de studenten van het instituut voor vreemde talen in Irkoetsk van een vakantiekamp aan de Baikal terug keert. DE STUDENTEN VERTELLEN dat hun instituut het beste in zijn soort in Siberië is en vele studenten die pi>! Wïi in Moskou werden afgewezen reizen de duizenden kilometers om hier te studeren. De studie duurt vijf jaar en de eerste twee jaar worden besteed aan de taal die men tot hoofdtaal kiest, waarbij men de keuze heeft uit En gels, Duits Frans en Spaans. De be langstelling voor de vier talen ligt in de hiervoor genoemde volgorde. In het derde jaar moet men een of meer van de drie niet gekozen talen als bijvak nemen. Ik stel vast dat men de hoofdtaal na twee jaar stu die al bijna foutloos spreekt. Omdat de studenten zover weg wonen gaat men alleen in de zomer voor een maand naar huis. De overige vakanties wor den in of om Irkoetsk doorgebracht. De boot komt aan op een steiger vijf kilometer buiten Irkoetsk. Daar staan twee bussen te wachten, die van de circa 300 passagiers van de boot er een honderdtal naar de stad kunnen vervoeren. De rest heeft de keus om of een uur te wachten of naar de stad te wandelen. Dat het staatsbedrijf wat meer service zou kunnen verlenen door des zondagsavonds twee extra bussen in te leggen, komt bij niemand op. DE TREIN uit Irkoetsk door Mon golië vertrekt pas als iedere Chinese wagengeleider op de treeplank van zijn wagon ten teken dat alles bij hem in orde is een opgerold geel vlagge tje, dat er uitziet als een grote lol ly, plechtstatig in de lucht heeft ge stoken. Hoewel dit gebaar hen in hun lichtgrijze uniformen groot gewicht verleent immers mede van hen hangt het thans af of de trein al dan niet zal vertrekken schijnt het toch dat zij zich enigszins voor aap voelen staan. Als mijn wagengeleider name lijk ontdekt dat ik hem sta te obser veren, stopt hij snel als een betrapte kleine jongen het vlaggetje achter zijn rug weg. Vermoedelijk om mij duidelijk te maken dat zijn aandeel in de vervul ling van het vijfjarenplan wel dege lijk veel belangrijker is dan het ge ven van het afrijsein alleen, komt hij snel op mij af, toont mij mijn slaap- coupé en vraagt mij of hij thee voor mij moet zetten. Alhoewel alles er blinkend en glimmend uitziet, gaat hij snel nog even als een echte Holland se huisvrouw, die visite krijgt met zijn stofdoek over de schemerlamp en de asbakjes heen. Later blijkt mij dat deze wagengeleiders een soort schoon- maakcomplex hebben, omdat degene, die de schoonste wagon heeft kenne lijk een premie krijgt. ZEKER VIER MAAL op een dag rent Poo, zoals mijn wagongeleider blijkt te heten, met zijn stofzuigertje door de gang en zijn acht comparti menten heen, om maar niet te spre ken van het ontelbaar aantal keren dat hij de gang inrent om een snip pertje papier op te rapen of een vin gerafdruk van het raam af te vegen. Op de gedeelten dat er een stoom locomotief voor de trein staat mag van Poo het raam eigenlijk niet open, omdat er dan roet naar binnen zal waaien. Als ik een paar keer het lo- pertje dat extra over de gangloper ligt, sta dubbel te trappen, snelt hij toe om de boel recht te leggen. Ik word dood zenuwachtig van die man, maar alles gebeurt met zo'n vriendelijkheid dat ik maar in mijn lot berust en thans zelf als een kleine jongen stiekem het raam van mijn compartiment open zet na de deur van binnen afgesloten te hebben, opdat Poo mij niet zal betrappen. Alhoewel ik spoedig bemerk dat Poo 's antipathie voor open ramen niet ge heel ongefundeerd is er vliegen stukken roet van een halve centimeter naar binnen blijf ik onder het mot to „liever zwart dan dood" het raam open houden. De thermometer wijst 33 graden celsius Enkele duizenden mensen zijn behept met een erfelijk gebrek dat haemofilie (bloederziekte) heet. Aan hun bloed ontbreekt een factor, die het bloed kan doen stollen. Het is een erfelijke kwaal, waaraan alleen mannen lijden. Die le ven constant in doodsgevaar, want zelfs de kleinste verwonding (schram, het trekken van een kies e.d.) kan hen letterlijk doen doodbloeden, omdat de wond zich niet kan sluiten. Een af doend middel om zo'n bloeding te stel pen was totnogtoe niet ontdekt. GELUKKIG is het een zeldzame kwaal. Er zijn een reeks „klassieke" gevallen, zoals b.v. de manlijke nako melingen van koningin Victoria van Engeland en de Spaanse koningen uit het huis Bourbon. Een der telgen uit dit geslacht is jaren geleden op Cuba bij een auto-ongeluk aan lichte ver wondingen doodgebloed. Ongeveer zes jaar geleden verwond de een Amerikaanse zoöloog, ook een bloeder, zijn knie. Het geringe wondje bloedde verschillende dagen, totdat zich geheel onverwacht een korst vorm de en de wond zich sloot. Toen hij erover nadacht, waaraan dit fenomeen te danken kon zijn, herinnerde hij zich, kort tevoren een handvol pinda's gege ten te hebben. Van dat ogenblik af at hij pinda's bij elke verwonding en steeds met hetzelfde verheugende re sultaat. EEN JONGE Duitse kinderarts, dr. H. T. Brüster uit Dusseldorp las van deze wondere genezing en stelde een diepgaand onderzoek in. Hij begon elke afzonderlijke stof uit de aardnoten te isoleren en de aldus géwonnen substan ties te beproeven op hun bloedstollings- kracht. Zo ontdekte hij ten slotte in de loop van vorig jaar de substantie die dit mirakel bewerkstelligt. Praktijk proeven met jonge bloeders toonden hem aan dat deze stof de kwaal inder daad minder gevaarlijk maakt. Aan de ontwikkeling van het preparaat wordt nog gewerkt, maar reeds thans is er hoop, dat men de gevaarlijke haemo filie onder controle kan krijgen. Dr. Brüster is onlangs voor zijn vorsings- werk beloond met de Duitse „Dr. Wil liam Schwabe-prijs".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 13