EN PEKING
TUSSEN MOSKOU
(II)
Nederlandse
koppigheid
overwon de
Russische
ambtenarij
I
fa
l
TE PAARD RIJDT IEDERE
DE TREIN AF TE VLAGGEN
x
mÈÊËMËÈÊËm
mam
mmWÊSmm
ZATERDAG 12 MAART 1966
Elfbij
15
tb
si»
„Gosbank"
Vlaggetje
WIJ HEBBEN de zuidelijke oever van het Baikal-
meer, waar wij de ochtend en een deel van de
middag langs reden, achter ons gelaten. Bij Oe
lan Oede zijn wij afgeslagen van de hoofdbaan van de
Trans-Siberische spoorlijn, die verder naar Wladiwos-
tok en via Mantsjoerije eveneens naar Peking leidt,
maar met een grotere omweg. Deze route zal ik op de
terugreis nemen. Aanvankelijk was mij in Nederland
meegedeeld, dat het buitenlanders niet was toegestaan
via de Mongoolse Volksrepubliek te reizen, omdat
vreemdelingen dan te zeer een indruk zouden krijgen
van dit land dat een van de concrete twistpunten is in
het geschil Rusland—China. Hoewel de Chinezen be-
weren dat het tot hun invloedssfeer behoort, hebben
de Mongolen, door hun eeuwenlange angst voor onder
drukking door de Chinezen, steeds toenadering tot de
Sovjet-Unie gezocht, zodat de Russische invloed zeer
duidelijk merkbaar is in het land. Onder andere door
het feit dat het Mongools tegenwoordig met cyrillische
letters wordt geschreven. Voorts komt men regelmatig
soldaten tegen die, hoewel er enige kleine afwijkingen
zijn in hun uitmonstering, zich niet van Russische sol
daten onderscheiden. Ook de standbeelden en de por
tretten van de leiders in de wachtkamer hebben de
gebruikelijke Russische stijl. In Moskou had ik van de
Mongoolse ambassade toch een visum gekregen, zij het
slechts een doorreisvisum.
Blije muziek
In het oog springend
M, BUITEN l
MONGOLIË
ÊHmhMHMh
Loon naar werk
Huwelijksadvies
Geen wetboek
"VT"
«MÉ
Zomerpaleis in Peking.
Vrouwen op het station in
Oelan Bator (Mongolië).
DAT OVERIGENS dit land niet zo
hecht is afgesloten als vele autoritei
ten wel menen, bleek mij gedurende
deze reis. Een alleenreizende, oudere,
Nederlandse dame, eveneens op weg
naar Peking, had bij vergissing de
trein door Mongolië in plaats van door
Mantsjoerije genomen, zonder in het
bezit te zijn van een Mongools visum.
Om haar moeilijkheden aan de grens-
autoriteiten te kunnen uitleggen, vroeg
zij mij tolk te zijn bij de Russisch-
Mongoolse grens. Uit ervaring weten
de dat begrip in dit deel van de we
reld veelal slechter werkt dan onbegrip
raadde ik haar aan voortdurend Neder
lands te blijven spreken en overigens
de methode te volgen van „een knap
pe Mongool, die mij van mijn plaats
krijgt". Zowel de Russen als de Mon
golen stieten tegen een muur van wa
re Nederlandse koppigheid en besloten,
liever dan haar drie dagen te laten
wachten op de trein in de andere rich
ting, het risico te nemen haar zonder
visum het strijdgebied tussen China en
Rusland te tonen.
BEHALVE DAT men geen roebels
in Rusland mag invoeren, blijkt er ook
een uitvoerverbod te bestaan. In plaats
van een verklaring van de douane te
ontvangen dat ik thans zoveel roebels
het land uitvoer en een gelijk aantal
over enige weken uit China het land
weer zal invoeren, moet ik de mij res
terende roebels inleveren en krijg er
een spaarbankboekje van de „Gos
bank" voor in de plaats. Daarmee kan
ik, zo verzekerde men mij, bij mijn te
rugkeer aan de Mantsoerijse grens
weer roebels (zelfs met drie percent
rente) krijgen. Vruchteloos stel ik een
andere regeling voor waarbij ik de
roebels bij me kan houden, omdat ik
een voorgevoel heb dat er te zijner
tijd wel iets mis zal zijn omdat er
geen kantoor van de „Gosbank" aan de
grens van Mantsoerije met Rusland is.
De regeling lijkt mij te gecompli
ceerd om zonder fouten te werken in
een bureaucratisch stelsel als het Rus
sische.
Het oponthoud van ruim een half
uur in Oelan Bator gaf ook aan de rei
zigers met een doorreis-visum de ge
legenheid iets te proeven van de
sfeer van een Mongoolse stad. Of
schoon hier een groot deel van de ge
bouwen van steen is, treft men toch
wijken in de Mongoolse hoofdstad aan,
die net als de dorpen op het land,
bestaan uit „joerten", een soort om
gekeerde bloempotten van tentzeil, met
een doorsnee van ongeveer acht meter.
Bij aankomst werden de reizigers
met bestemming Oelan Bator (Mon
goolse hoofdofficieren, die kennelijk een
cursus in de Sovjet-Unie hadden ge
volgd) verwelkomd door mannen, vrou
wen, en kinderen, die zonder onder
scheid elkaar fel en langdurig op de
mond kusten. Daarna ging het in een
vrolijke stoet „joertwaarts".
NA OELAN BATOR begint geleide
lijk aan de Gobi-woestijn, een hoog
vlakte met dor geel-groen, hard gras,
hier en daar afgewisseld door kudden
Mongoolse paarden, een paar roofvo
gels, kamelen en een enkele neder
zetting van joerten met meestal in de
omgeving wat herders met schapen.
Door de puur zanderige gedeelten gaat
de spoorbaan niet, men kan die in de
verte zien liggen.
Seinhuisjes zijn hier onbekend. Om
de dertig kilometer staat midden in de
brandende zon op enkele meters van
de spoorbaan een man met zijn paard
aan de linker- en een opgerold geel
vlaggetje in de rechterhand in de
hoogte gestoken, ten teken dat alles
in orde is.
(Van een medewerker)
In mijn fantasie zie ik hem daarna
te paard stijgen, vijftig, ja misschien
wel honderd kilometer terug naar zijn
dorp rijden om een week later bij het
passeren van de volgende trein op pre
cies hetzelfde punt weer te staan: het
leven van een Mongoolse ambtenaar.
Omgeven door de onbarmhartigheid
van de woestijn vraagt men zich af
hóé het mogelijk is dat de voorvade
ren van deze mensen heersten van de
Chinese Zee tot Midden-Europa en hun
nazaten zo'n beroerd stuk hoogvlakte
overhielden, waar het overdag moor
dend heet is terwijl 's nachts de tem
peratuur omstreeks dertig graden Cel-
cius daalt. Het is een zeer dunbevolkt
land. Er wonen tussen de een en twee
miljoen mensen op een oppervlakte die
groter is dan Frankrijk, België, Lu
xemburg, Nederland, Duitsland, Spanje
en Portugal bij elkaar. Dat komt neer
op minder dan één inwoner per vier
kante kilometer.
Tegen het vallen van de avond be
reikt de trein de Mongools-Chinese
grens. Om te vermijden dat vreem-
dertig miljoen Vietnamezen".
Sommige buitenlandse reizigers me
nen door de titels de inhoud van deze
werkjes wel te kunnen raden. Een en
keling kijkt eens het boekje over de
val van Kroesjtsjev in of steekt dat
in zijn zak, maar een willig slachtof
fer voor hun propaganda menen de
Chinezen pas in mij gevonden te heb
ben, omdat ik van elke uitgave een
exemplaar meeneem, van sommige, ter
verkrijging van de juiste woordenschat
voor discussie, bovendien nog met de
Russische tekst.
met gewoonten in onze samenleving,
dat zij onmiddellijk in het oog sprin
gen. Omdat ik bovendien enige we
ken in Rusland verbleef, is het de
moeite waard dat land, waar het com-
munime zich al ruim veertig jaren
heeft kunnen ontwikkelen, in de be
schouwingen te betrekken.
Zeer in het algemeen: China doet,
omdat het pas vijftien jaar geleden
zoals dat heet „bevrijd werd", in vele
opzichten méér westers aan dan Rus
land, waar men sedert 1919 bewust
;s.
delingen een indruk zullen krijgen van
de verdedigingswerken laat men de trei
ongeveer een uur bij het grensstation
staan. Men passeert de grens bij
volslagen duisternis. Het eerste station
in China (Erhlien) is vol „blije" mu
ziek, die het midden houdt tussen een
wals en een militaire mars.
Overal staan leuzen aangeplakt
waarvan, voor iemand die geen Chi
nees kent, alleen het uitroepteken be
grijpelijk is. De wachtkamer hangt vol
spandoeken en portretten van grote
Chinese volksleiders. Voor buitenlan
ders liggen in Frans, Duits. Engels,
Spaans en Russisch propagandaboekjes
om mee te nemen met onder andere
de volgende titels: „De leiders van de
Russische communistische partij, zijn
de grootste scheurmakers van onze tijd,
„Over het pseudo-communisme van
Kroesjtsjev". „De waarheid over hoe
de 'leiders van de C.P.S.U. zich met
India tegen China verbonden hebben",
„Waarom Kroesjtsjev gevallen is" en
natuurlijk over het onderwerp Vietnam
werkjes zoals „de plechtige belofte van
Overal in China staan leuzen,
waarvan voor iemand die
geen Chinees kent, alleen het
uitroepteken begrijpelijk is.
Als mijn verzamelwoede gestild is,
schiet er een Chinees op mij toe om
mijn belangstelling voor het Chinese
standpunt te belonen met enige koppen
Chinese thee Helaas blijkt de man
geen van de talen, waarin de boekjes
zijn geschreven, te spreken, zodat een
eerste discussie over Mao beperkt blijft
tot het aflikken van mijn mond ten te
ken dat ik de thee heb gewaardeerd.
HOEWEL IK NIET wil beweren
dat iemand die nauwelijks twee we
ken in dit land-vertoeft en daar
van nog het overgrote deel in Peking
bevoegd zou zijn uitspraken te doen
over het leven in het hedendaagse
China, zijn er toch zoveel verschillen
Altan Boelak
ttSgSc OELAN BATOR®cy, Tsjoibalsan
Nalaikha
U.S.S.R.
CHINA
.CHINA
km&&*50.0
een koers heeft gevaren die afweek van
de kapitalistische. Willekeurig voor
beeld: een Pekings warenhuis,is ruim
van opzet, terwijl het befaamde
„Gum" in Moskou met zijn nauwe
doorgangen en onverzichtelijkheid eer
der het idee geeft van een aantal apar
te winkeltjes bijeengebracht in een
groot gebouw.
Dit blijkt ook uit de manier van
verkopen. In Peking kan de klant het
artikel bekijken en als het hem aan
staat laat hij dit voorwerp door de ver
koopster inpakken en betaalt haar.
Bij „Gum" bekijkt men doorgaans een
model van het te kopen voorwerp, ont
houdt de prijs, voldoet die aan een
kassa, en met de verkregen bon gaat
men terug naar de afdeling waar men
het voorwerp in de opgegeven maat
krijgt.
Dit betekent veelal twee keer in de
rij staan. Voor buitenlanders is boven
dien de kans groot dat men door onwe
tendheid in de rij van een verkeerde
kassa heeft plaats genomen. Het ver
schijnsel van in de rij staan doet zich
trouwens in Peking vrijwel niet voor,
terwijl ook het assortiment van de
goederen in de winkels groter is. Een
Rus die ik dit vertelde, wilde dit ver
klaren door te zeggen dat een Chinees
zo weinig verdient dat hij daardoor
niet in staat is in de rij te gaan staan
om produkten in de winkel te kopen
met als gevolg dat het assortiment
groot blijft. Hoewel ik de redering
spits gevonden vind, geloof ik niet in
de juistheid ervan.
HET IS WAAR, dat, naar onze
maatstaf gemeten, de Chinees niet
veel verdient een doorsnee arbeider
ontvangt ongeveer zestig jen 90)
per maand maar zijn uitgaven zijn
ook laag. Voedsel is zeer goedkoop.
Een gezin dat tien jen per gezinslid
aan voedsel besteedt, leeft er behoor
lijk van. Huishuur bedraagt voor zo'n
gezin ongeveer zes jen. Als naast de
man ook de vrouw een betrekking heeft
kan zo'n gezin zelfs royaal leven.
De arbeidsmarkt in China is even
wel veel ruimer dan in de Sovjet-Unie,
zodat het percentage vrouwen dat in
China werkt aanmerkelijk lager is dan
in Rusland. Het verschijnsel dat men
vrouwen in onze ogen zwaar mannen
werk ziet verrichten bij voorbeeld
wegaanleg is mij in China in tegen
stelling tot Rusland nooit opgevallen.
Wel springt het aantal vrouwen in het
oog dat men in uniform ziet rondlopen,
in het bijzonder in militair uniform.
Het beginsel van „loon naar werk"
wordt in China algemeen beleden. Een
algemene ouderdomsuitkering of kin
derbijslagregeling bestaat er niet. Kin
deren worden geacht voor hun behoefti
ge ouders te zorgen. Heeft men geen
kinderen of zijn die niet in staat de
ouders te onderhouden dan wqrdt van
geval tot geval bezien of men in aan
merking komt voor een uitkering.
Slechts voor' overheidsdienaren be
staat een pensioenregeling, ingaande
op het zestigste levensjaar. Kinderbij
slag wordt eveneens in incidentele en
dan nog vooral uiterst noodzakelijke
gevallen verstrekt.
Men probeert zo de enorme geboorte
toename tegen te gaan. Dit laatste
tracht men ook in de hand te werken
door laat trouwen aan te moedigen.
Voor mannen adviseert de staat als
leeftijd minstens 28 jaar oud (de wet
twintig) en voor de vrouw 25 (wette
lijk minimum is achttien jaar). Hoewel
de staat weinig directe sancties heeft
tegen personen die wel de wettelijke
maar niet de aanbevolen leeftijd heb
ben wordt wel anderszins sterke druk
uitgeoefend op te jong trouwlustigen,
bijvoorbeeld door middel van critiek
door de fabrieksraad of de jongerenor
ganisatie. Iets meer directe greep heeft
men op de studenten. Een studente,
die trouwt beneden de aanbevolen leef
tijd of zwanger wordt moet de studie
staken. Middelen ter voorkoming van
zwangerschap zijn overal verkrijgbaar.
Ook op ander' gebied weet de staat
de student aan te zetten tot goede re
sultaten. Een student die zakt voor
examens krijgt vrijwel nooit de gele
genheid het examen over te doen. Hem
wacht een „opbouwende taak" in de
westelijke provincies van China, die in
verhouding tot de oostelijke uiterst dun
bevolkt zijn. Men werkt en leeft daar
in groepen van ongeveer twintig man.
De eenheden bestaan uit „kolonisten"
van tussen de achttien en 23 jaar en
het is de bedoeling dat men zich in
het westen blijvend zal vestigen en er
een gezin zal stichten.
BEHALVE DIT krachtdadig ingrijpen
ter verkrijging van een nieuwe sa
menleving in tot dusver dunbevolkt»
streken, heeft men ook in de van ouds
her dichtbevolkte gebieden met kracht
aan vernieuwingen gewerkt, om die
gewoonten, die gezien werden als re
sultaten van het kapitalistische tijd
vak uit te roeien. In Peking komt men
geen opiumschuivers of publieke
dronkaards meer tegen. Het eerste
was eenvoudig door opium geheel uit
de handel te nemen. Hoeveel ver
slaafden hierdoor gecrepeerd zijn laat
zich slechts raden. Openbare dronken
schap, een euvel dat in de Sovjet-Unie
vooral in Mongolië moeilijk te beteu
gelen schijnt te zijn, heeft men-in Chi
na uitgeroeid door zeer zware straf
fen.
Hetzelfde kan men zeggen voor dief
stal. Een buitenlander kan veilig zon
der zijn auto af te sluiten camera's
en andere kostbaarheden daarin ach
terlaten. Gevangenisstraffen van meer
dan tien jaar hebben hun uitwerking
niet gemist. Het meest afschrikwek
kende voor misdadigers is waarschijn
lijk het feit dat er geen wetboek van
strafrecht bekend is, zodat men nooit
tevoren weet welke maximum straf er
op een delict staat.
De rechter houdt bij het straffen re
kening met de gezindheid van de ver
dachte. Is deze een goed communist,
die de verleiding niet kon weerstaan,
dan is de straf veel milder voor het
zelfde vergrijp dan voor een reactio
nair die stal uit gemakzucht. Rechts
zittingen heten openbaar te zijn, maar
toen ik met een tolk bij het gerechtsge
bouw kwam, bleek er toevallig geen
zitting te zijn. Dezelfde situatie deed
zich alle volgende dagen voor. Op mijn
vraag of het soms vakantie was, werd
ontkennend geantwoord. Het kwam al
leen maar omdat er al in weken geen
geschillen waren, geen strafrechtelijke
en geen civiele.
Het klonk iets te mooi om waar te
zijn, en het deed mij denken aan de
theorie, die een Russische jurist mij
voorhield toen hij mij vertelde waar
om rechtszittingen niet in grote palei
zen van justitie, zoals bij ons, worden
gehouden. Hij zei mij letterlijk: „Het
heeft voor ons geen zin dergelijke ge
bouwen neer te zetten. Wanneer de
laatste, thans nog bestaande, resten
van ongelijkheid verdwenen zullen zijn
bestaat er ook geen criminaliteit
meer bij ons tn dan zullen alle thans
bestaande rechtsgebouwen musea
zijn".