TWEE BROERS SONGWRITERS MAAKTEN DE SPRANKELENDE MUZIEK VOOR MARY POPPINS i I Rob Hoeke: KINDEREN?? uit de groef m HOOTENANNY radio- en t.v.-shows rhythm and blues mondharmonica en zingen ZINGENDE FLIPPERS in rnmammt ZATERDAG 12 MAART 1966 Erbij 21 f I WALT DISNEY'S „MARY POP- PINS" is een muzikale fantasie, waarin de levendige actrice Julie Andrews haar filmdebuut maakt met de vertolking van de titelrol. Haar tegenspeler is Dick van Dyke. „Mary Poppins" is de eerste com plete, oorspronkelijke filmmusical, welke sinds lange tijd weer bezit heeft genomen van het witte doek. Disney nam de „Mary Poppins" boeken van F. L. Travers ter hand en modelleerde de inhoud tot een zeer onderhoudende aparte musi cal. Bill Walsh en Don DaGradi droegen bij tot een voortreffelijke flimscript. Robert B. en Richard M. Sherman componerden 14 originele songs, alle van hitparade-kaliber, en Disney zélf verzamelde de beste namen van Broadway, Hollywood én Londen voor de rolbezetting. r Henny Schoute „WE ZIJN NU ECHT aan het knallen", zegt Rob Hoeke uit Heemstede. En onder dat knallen vallen het succes als rhythm and blues group, de nieuwe platen in dit genre, eigen radio- en televisie shows (vanavond de eerste). Het boogie-woogie kwartet van Rob Hoeke (27) werd een paar maanden geleden The Rob Hoeke Rhythm and Blues Group. Rob componeer de twee nummers die op een sing le werden uitgegeven en deze maand wordt nummer twee opge nomen. Muziek in het genre tussen Bob Dylan en The Animals. Aan leiding voor Rob om te zeggen: „Ik verwacht veel van de r. en b. Het is bovendien veel jijner dan boogie- woogie. Een paar nummers er tus sen door ja, maar niet uitsluitend, want het doet 't niet meer". <>*1. Naast Julie Andrews en Dick van Dyke, treft men de namen aan van Da vid Tomlinson, Glynis Johns, Hermione Baddeley, Ed Wynn, Elsa Lanchester, Reginald Owen, Arthur Treacher, Jane Darwell, Rita Shaw en voorts Karen Dotrice en Mathew Garber. Academy Award-winnaar Irwin Kostal belast te zich met de muzikale leiding van „Mary Poppins". Kosta, die reeds een Oscar in de wacht sleepte voor zijn eerste film, „West Side Story", kweet zich weder om op uitstekende wijze van zijn taak, leiding te geven aan en de muziek te arrangeren voor Disney's sprankelen de muzikale fantasie „Mary Poppins". Hij was muzikaal directeur van „The Garry Moore Show", wekelijks via de CBS-TV te zien, en bekleedde dezelf de functie in diverse Carol Burnett- TV-specials voor hetzelfde station. Hij is een bekende figuur in Broadway's showbusiness. Kostal was ook betrok ken bij de produktie van de populaire liedjes-show „Fiorello" en het recente Broadway-succes „A Funny Thing Happened On The Way to the Forum". Hij zwaait de scepter over 75 musici en is zeer ingenomen met Disney's mu zikale ideeën. „De meeste producers zijn al tevre den met een goede visuele presentatie en slaan geen acht op geluidsbanden". Disney is de man, die het multi-track- geluidssysteem al gebruikte voor zijn „Fantasia" in 1940. „Mary Poppins", zo vertelt Kostal, „werd opgenomen in stereo, een 3-sporensysteem". Het talentvolle songwriters-team Ri chard en Robert Sherman zorgde voor 14 nieuwe songs, die door Kostal in de gehele musical-score werden ver werkt. Hollywood, ingenomen met Kostal's capaciteiten, bewoog hem nog wat langer van Broadway en de TV weg te blijven. Kostal werd dan ook betrokken bij de verfilming van Rodgers-Hammerstein's toneelsucces „The Sound of Music", waarin we derom Julie Andrews excelleert. Eén der „tonguetwlsters" uit de mu ziek van Disney's „Mary Poppins" is het liedje met de titel „Supercalifra- gilisticexpialidocius". Het werd een „sport" in Hollywood dat woord onbe rispelijk en snel uit te spreken. Bob en Dick Sherman schreven het, zamen met 13 andere songs, voor Juli An- drews en Dick van Dyke. De titel stamt uit de jeugdjaren van de schrij vers, die haar als superlatief zonder nadere betekenis bedachten tijdens een zomerkamp. De Shermans erfden hun talent van hun vader Al Sherman, van wie hits bekend zijn als „You Gotta Be a Football Hero", „Potatoes Are Cheaper", „No, No, A Thousand Times No", „On a Dew-Dew-Dewy Day", Ho-Ho, Ha-Ha Me Too", „Save Your Sorrow" en „Comes A-long A-love". Hij adviseerde hun het talent te bun delen en de eerste gezamenlijke hit werd toen „Things 1 Might Have Been", dat een standard werd op het repertoire van Kitty Wells. Het part nerschap werd tijdelijk opgeheven toen Dick in militaire dienst moest. In '58 waren zij echter weer bijeen en componeerden „Tail Paul" voor Disney's jongste vocale ontdekking Annette. Van die plaat werden 700.000 singles verkocht. Daarna volgde een reeks successen, die door sterren als Johnny Burnett, Doris Day, Fabian en Annette op de plaat werden gezongen. Het eerste filmavontuur van de broers startte, toen Disney hun vroeg een liedje voor Annette te schrijven in „The Horsemasters". Vervolgens kwam eenzelfde opdracht ten behoeve van Hayley Mills in „The Parent Trap". Het liedje „Let's Get Together" werd direct een hit, waarvan 800.000 platen grif van de hand gingen, waar mee het de 5e laats op de Hitparade bereikte. De Shermans staan thans bij Disney onder contract. Behalve het voornoemde liedje schreven zij voor „Mary Poppins" ook nog „Feed the Birds" (tuppence a bag), „Spoonful of Sugar", „Step in Time", „Love to Laugh", „Jolly Holiday", „Stay Awa ke" en ,,Chim-Chim Chereei" Eén ballet, uitgevoerd op de daken, op het snelle tempo van het liedje „Step in Time" met Julie Andrews, Dick van Dyke en 24 van Hollywood's ruigst-mannelijke, acrobatische dan sers, gekleed als schoorsteenvegers, is één der grootste „showstoppers" van Walt Disney's „Mary Poppins". Julie Andrews als Mary Poppins en als Julie Andrews. In 1965 kreeg zij een gouden Oscar als beste actrice van het jaar voorhaar rol in Mary Poppins. Teneinde grote danstechnische per fectie te bereiken, onderwierpen de choreografen Marc Breaux en Dee Dee Wood de sterren en de dansers aan een harde training van een maand in een daartoe speciaal ingerichte ruimte van de studio, waarin de werkelijke scene in de film door middel van „mock- up's" was nagebootst. Het moeilijke nummer is een bewerking van een oude Engelse pub-dans en het resul teert in de meest ingewikkelde dans- acrobatiek, welke ooit verfilmd werd. Toen eenmaal het punt van verzadigde routine bereikt was, vergde het nog eens 2 weken om de dans op het gevoe lige celluloid te brengen. gisseur Theo Ordeman". Die contrac ten zijn weer het resultaat van de deze maand door platenmaatschappij Pho nogram gehouden artiestenmarkt in het Larense Singermuseum waar ook de Knokke-deelnemers werden aange wezen. Als Rob Hoeke zijn muziek-vrienden verlaat dan Olijven er vier „vreselijk goede" musici over. Dat zijn de bas- gitarist Kees Kuypers (27, piloot), drummer Paul Hoeke (24, afgestu deerd HTS'er) en gitarist John Schuur- sma (22, beroeps). Voorlopig heeft die toekomst nog even de tijd. Het is dit jaar werken aan een carrière die snel moet gaan. Aan de discografie werd toege voegd: Oh baby please-So Blue be cause of you (Philips). Dank zij de televisie is de hootenan- ny in ons land een bekende en popu laire vorm van amusement geworden. NCRV-regisseur Wil Hartingsveld is er heel erg enthousiast voor geworden. Hij heeft tal van hootenanny showtj es geregisseerd. De eer, deze vorm van zingen in Nederland te hebben geïn troduceerd, komt evenwel zijn chef, Dick van Bommel, toe. Deze hoorde tijdens een reis naar Amerika volkslie- derengroepjes op enkele studentenbij eenkomsten en kocht gelijk een aantal Amerikaanse hootenanny-t.v.showtjes aan. Later kwamen er nog meer en werden ze ook in ons eigen land op genomen. Het gevolg was een dusdanige popu lariteit, dat er nu overal „gehoote- nanny't" wordt. Hoe de naam is ont staan van dit vermaak, doet Wil Har tingsveld uit de doeken op de hoes van een L.P. Hootenanny-party, die is ge maakt door o.m. de Beat Town Skiff- Iers, The Low Four, The Harrisons en The Portland Singers. „Annie, de vrouw van een jager in de Rocky Mountains, ging 's avonds op zoek naar haar echtgenoot. Ze verdwaalde en begon om de aandacht te trekken, te zingen en om hulp te roepen. Roe pen is in het Engels „to hoot". Van daar „hootin" Annie" en vandaar ook het genre folkmusic, dat men overal pleegt aan te duiden met de naam hootenanny", aldus Wil Hartingsveld. Ongetwijfeld zullen we de groepjes van de plaat nog wel eens op de tele visie krijgen. Russen hebben kennis gemaakt met Flipper. Onlangs zag de bemanning van een vistrawler in de Stille Oceaan plotseling een school van vijftien, dol fijnen, die geruime tijd in het spoor van het schip bleef. In him spel was een zeker ritme te ontdekken, aldus de bemanning van het schip, die zo door het schouwspel werd getroffen, dat ze zich herinnerde hoe men door fluiten de aandacht van vissen kan trekken. Alle bemanningsleden begonnen te flui ten, alsof ze een hond aanriepen. Tot hun stomme verbazing kwamen de dol fijnen niet alleen weer aanzwemmen, maar beantwoordden zij het gefluit ook met een soortgelijk geluid. Tien minuten duurde het merkwaar dige concert van de dolfijnen. Een we tenschappelijk ambtenaar van het Sov jet Instituut voor visserij en oceano grafie, die getuige was van deze vreemde ontmoeting knoopte er een historische beschouwing aan vast. Zul ke ontmoetingen moeten in de oudheid Homerus geïnspireerd hebben, toen hij schreef over het prachtige gezang van een school zeemeerminnen, zo «neen- de hij, er aan toe voegend, dat de zee meerminnen in werkelijkheid niets an ders zijn geweest dan dolfijnen. Flipper is dus van goede familie. Of men de oorzaak moet zoeken In de aloude wijsheid, dat een verboden vrucht altijd lekker smaakt, of dat de jeugdafdelingen van de Deense televi sie zo duidelijk tekort schieten in hun taak, is geen uitgemaakte zaak. Maar zeker is dat de Deense jeugd liever naar de avondprogramma's op de beeldbuis kijkt dan naar z'n eigen, spe ciaal voor hen gemaakte uitzendingen. Een onderzoek naar de kijkgewoon ten van kinderen heeft als resultaat op geleverd, dat van de ondervraagde kin deren slechts 24 percent keek naar het middagprogramma. Daarentegen keken de jongsten meer overdag. Van d« dertien- tot vijftienjarigen interesseer de slechts dertien percent zich voor de jeugduitzendingen, terwijl 64 percent 's avonds voor de TV te vinden was. Gemiddeld kijkt een derde van de kin deren naar speelfilms, die uitdrukke lijk zijn aangekondigd als niet bestemd voor jeugdige kijkers. Voor 13 tot 14 jarigen bedraagt dit percentage zelfs 76 percent! Troef van pianist Rob Hoeke is zijn mondharmonica. Een doodgewone harmonica die hij in Zweden op een speciale manier leerde bespelen. Een wat klagend geluid wat „vrese lijk commerciëel, maar erg fijn" is. Dit „sound" is min of meer het visite kaartje van de Amerikaanse volkszan ger Bob Dylan. De periode tussen het eindexamen aan de autoschool in Driebergen en oktober van het vorig jaar heeft Rob Hoeke verdeeld tussen Zweden en Ne derland. Deels lukte het in Zweden een carrière op te bouwen. Hij heeft er behalve bordenwassen in clubs ge speeld, hij heeft eigen clubs gehad, trad op in een nachtclub en speelde er voor de radio. Zweden is een vrij land om iets aan te pakken. „Als je hier iets wilt or ganiseren heb je overal vergunningen voor nodig. Daèr huur je een lokali teit, zet een advertentie en ga je mu ziek maken. Ze vinden het geweldig als je iets doet om de jeugd van de straat te houden. Ja, de jeugd is er vrijer en de Stockholmse tiener is an ders. Ze hebben teveel geld omhan den." Ook zijn „act" in de nachtclub stond hem niet erg aan. Wel het geld, maar voor dat geld moest hij beschik baar zijn op het moment dat de di rectie dat wenste. „Twee keer per avond-nacht optreden voor de rest in de artiestenkamer hangen. Ik voelde me er niet erg thuis en je verknoeit zoveel tijd op die manier". Uit de smo king, weg van de felle schijnwerper en de beroepsmatige glimlach. Dat was allemaal net teveel voor de „vreselijk verlegen" Rob Hoeke. Sinds oktober speelt hij weer in het land. Drie of vier keer per week. Hij heeft nu een ultimatum gesteld voor wat betreft zijn muzikale carrière. „Ik wil er binnen een jaar zijn, anders meteen stoppen. Ik ben overigens van plan om nog maar een of twee jaar in de muziek te blijven en dan wat anders te gaan doen. We hebben nu een bepaald image opgebouwd en ik heb geen zin om ever-greens te gaan doen. We spelen waar we van houden. Die harmonica bijvoorbeeld vind ik verdomd fijn. Je kan er fijn op scheu ren. De manier van spelen heb ik in een paar maanden van een Zweed ge leerd. Het slaat erg in. Op het nieuwe plaatje zing ik ook. Ik heb geen stem vind ik maar wel feeling. Beschei den hè. In de radio- en televisieshows krijgt Rob van de AVRO de vrije hand. „We mogen zelf wat in elkaar zetten van re-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 21