Twee griezel-spektakels op stapel in Cinecitta PANDA EN DE WEGDOENER POLLE, PELLI EN PINGO KRAMMETJE FOK kinder- gH SPARREBOS EN VARKENSKOT j Ons vervolgverhaal Italiaanse filmmakers gaan atoomoorlogje spelen Diepvriesdames en kernexplosies Zeehengelwedstrijd in Zeeuws-Vlaanderen D E f. MAANDAG 14 MAART 1966 6 DOOR AGATHA CHRISTIE :;T. ROME, (AP) In de studio's van Dino de Laurentiis in Cinecitta is onder leiding van de regisseur Dino Maiuri en Henry Levin een film vol tooid, getiteld: „Operazione Paradiso (operatie paradijs) met medewerking van de sterren Raf Valone, Margaret Lee, Dorothy Provine, Mike Connors en Nicolette Machievalli De held van het varhaal is een za kenman annex geleerde, een soort oubollige gek, die een gelukkiger, vreedzamer mensheid wil scheppen door sterilisering van het menselijk geslacht voor een aards paradijs. Van daar de titel van de film. In een der scènes worden vrouwen in een kunst matige winterslaap gebracht in blok ken ijs. In een andere scène bewegen zeelieden zich heen en weer in een Duigzame koker tussen een jacht en een onderzeeboot Vermaak Sporry r~ v verven 33 Zij konden dus beiden in Londen ge weest zijn op de tijd dat juffrouw Pin- kerton door een auto werd overre den. Hoewel Luke nu dokter Thomas niet meer verdacht, voelde hij toch dat hij zich geruster zou voelen als hij zeker wist dat laatstgenoemde die bepaalde dag in Wcywood bezig was geweest met het uitpefenen van zijn beroep. Hij knoopte het in zijn oor zich hiervan te vergewissen. Dan had je Ellsworthy. Was Ells- worthy op de dag van de Derby in Wychwood geweest? Als dit zo was dan verzwakte dit meteen het ver moeden dat hij de moordenaar was. Hoewel de mogelijkheid bestond, zo merkte Luke op, dat de dood van juf frouw Pinkerton niet meer en niet minder was geweest dan het ongeluk dat het verondersteld werd te zijn. Maar die theorie verwierp hij. Daarvoor kwam haar dood op een al te gelegen ogenblik. Luke stapte in zijn eigen wagen, die tegen de trottoirband geparkeerd stond, en reed naar de garage van Pipwell die aan het andere einde van de Hoogstraat gelegen was. Er waren verscheidene kleinighe den betreffende de auto waarover hij eens wilde spreken. Een knappe jon ge monteur met een gezicht vol zo mersproeten luisterde vol aandacht en begrip. De beide mannen telden de motorkap op en waren al gauw in een technisch gesprek gewikkeld. Een stem riep: „Jim, kom eens even hier." De sproetige monteur gehoorzaam de. Jim Harvey. Hij was het dus. Jim Harvey, Amy Gibbs' verloofde. Wel dra kwam hij terug en opnieuw werd het gesprek technisch. Luke stemde erin toe zijn wagen achter te laten. Toen hij op het punt stond weg te gaan, vroeg hij langs zijn neus weg: „Hebt u nog geluk gehad met de Derby dit jaar?" Luke schudde het hoofd. „Er zullen wel niet veel mensen zijn die op Jujube de Tweede hebben gewed?" „Nee, meneer. Ik had op Clarigold gewed." „Nee, dat zal zeker niet. Ik geloof niet dat er één krant was waarin stond dat hij zelfs maar een klein kansje had." Luke schudde het hoofd. „Paarden rennen is een wisselvallig spel. Hebt u ooit de Derby gezien?" „Nee, meneer. Ik wou dat ik hem eens gezien had. Ik heb van het jaar nog om een vrije dag gevraagd. Je kon een goedkoop retourtje krijgen naar Londen, en vandaar naar Ep som, maar de baas wou er niet van horen. Wij hadden inderdaad al een tekort aan personeel en hebben het die dag bar druk gehad." Luke knikte, en vertrok. Jim Harvey werd van zijn lijst af- gekruist. Die jongeman met zijn pret tige gezicht was geen heimelijke moordenaar, en hij was het niet die Lavinia Pinkerton had overreden. Hij slenterde naar huis langs de ri vier. Hier, evenals al eens tevoren, kwam hij majoor Horton tegen met zijn honden. De majoor schreeuwde nog steeds alsof hij op het punt was een beroerte te krijgen: „Augustus Nelly Nelly, luister! Nero Nero Nero!" Weer staarden de uitpuilende ogen Luke aan. Maar ditmaal kwam er meer. Majoor Horton zei: „Neemt u mij niet kwalijk. Meneer Fitzwilliam, nietwaar?" „Ja." „Ik ben Horton, majoor Horton. Ik geloof dat wij elkaar morgen zullen zien op het slot. Een partijtje tennis. Juffrouw Conway is zo vriendelijk geweest mij uit te nodigen. Een nicht van u, nietwaar?" „Ja." „Dacht ik wel. Een nieuw gezicht valt hier nogal op, weet u." Hier kwam even wat afleiding, daar twee van de bulhonden een drei gende houding aannamen tegenover een wit hondje van onbekend ras. „Augustus Nero. Hier! Hier zeg ik!" Toen Augustus en Nero eindelijk schoorvoetend gevolg gegeven had den aan het bevel, hervatte majoor Norton het gesprek. Luke streelde Nelly, die sentimenteel naar hem op keek. „Aardig teefje, niet?" zei de ma joor. „Ik houd van bulhonden. Ik heb ze altijd gehad. Heb ze liever dan ieder ander ras. Ik woon hier vlak bij. Kom binnen en drink een bor rel." Luke nam de uitnodiging aan, en de twee mannen liepen samen ver der, terwijl majoor Horton uitweidde over het onderwerp honden en de minderwaardigheid van alle rassen ten opzichte van het ras dat hij pre fereerde. Luke hoorde van de prijzen die Nel ly had gewonnen, van het schandali ge gedrag van een keurmeester die Augustus niet meer dan een eervolle vermelding had toegekend, en van de triomfen van Nero op de tentoonstel ling. Toen waren zij het tuinhek van de majoor al doorgegaan. Hij opende de voordeur, die niet op slot was, en de beide mannen traden het huis binnen. Majoor Horton ging Luke voor, een kleine kamer in, vol boekenplanken, waar een hondeluchtje hing, en ging zich met de borrels bezighouden. Lu ke keek eens rond. Er hingen foto's van honden, er lagen nummers van Field en van Country Life, en er ston den een paar gemakkelijke stoelen, die betere dagen gekend hadden. Overal op de boekenkasten stonden zilveren bekers. Een olieverfschil derij hing boven de schoorsteen mantel. „Mijn vrouw", zei de majoor, ter wijl hij opkeek van de spuitwaterfles en bemerkte in welke richting Lukes ogen gingen. „Merkwaardige vrouw. Een gezicht vol karakter, vindt u niet?" „Ja, inderdaad", zei Luke, terwijl hij wijlen mevrouw Horton bekeek. Zij was geschilderd in een roze sa tijnen japon, en hield een bosje le lietjes van dalen in haar hand. Haar bruine haar had een scheiding in het midden, en haar lippen waren grim mig opeengeperst. Haar koele grijze ogen keken de toeschouwer kwaad aardig aan. (Wordt vervolgd.) ,~..v wv - -vjy- pmnp RAF VALLONE, die de zakenman-ge leerde, prof. Ardonian, speelt, zei: „Het verhaal is paradoxaal, gewoon een hypo these, maar heeft, zoals alle science fic tion, aanrakingspunten met de werkelijk heid". Hij betoogde dat het duidelijk is, waar om filmproducenten de figuur van de mo derne geleerde op ironische wijze hebben behandeld. „Ironie is een verdelgingsmiddel", zei hij. „Door middel van ironie kunnen wij deze almachtige figuur aangrijpen, wij kunnen hem kleineren en tenslotte min der bang voor hem worden". REGISSEUR Piero Francisci is intus sen bezig met een andere Italiaanse science fiction-produktie, getiteld: Due piti cin que, missione Idra („twee plus vijf, mis sie Hydra") De ster van deze film is Eleanora Ruf- fo, het meisje, waarvan Federico Fellini tien jaar gelden een ster heeft gemaakt in „I Vitelloni". Deze film, die wemelt van interplane taire spionage, begint met de vernietiging van Rome door een atoombom. „Wat de barbaren niet hebben kunnen doen, zullen wij doeh, dankzij specials technische ap paraten", verklaart regisseur Francisci vol trots. De schilderachtige ruïne van het uit Cromwells tijd daterende kasteel Corfe is een der populairste beziens waardigheden in het Engelse graaf schap Dorsetshire. Vorig jaar boekte men meer dan 200.000 bezoekers, dit jaar hoopt men op het dubbele aantal omdat er inmiddels een nieuwe attrac tie is verrezen: een replica op schaal van het eens zo machtige bolwerk, ge bouwd uit speciaal vervaardigde mi niatuur-baksteentjes door de meester metselaar Jack Phillips, die hier de laatste hand aan zijn „micro.kasteel" legt. De bemanning van een ruimtevaartuig van een verre planeet, Hydra, landt in de nabijheid van het verwoeste Rome om vandaar een oorlog tussen de bewoners van planeten in het Melkwegstelsel te be. ginnen. „Stel u voor, wat Amerikaanse ruimte vaarders zouden zien indien zij zich in de ruimte bevonden terwijl op aarde een atoomoorlog uitbrak", zei Francisi. „Wat zij zouden zien, zou niet verschillen van wat wij voor onze film hebben uitgedacht. Daarom zal onze denkbeeldige entourage dramatische aanrakingspunten hebben met een werkelijke mogelijkheid in de toekomst." Wij zullen proberen te vermaken door spectaculaire effecten, maar de film als zodanig zal ook een onheilspellende waarschuwing bevatten tegen wat de we tenschappelijke „vooruitgang" kan be werkstelligen". Behalve Eleonora Ruffo zullen in deze fifth oök optreden Anthony Freeman, Kirk Morris, Al Northon en Roland Lesaf- Een der hoogtepunten in de sportvisse- rij is het jaarlijkse zeehengelconcours van IJzendijke in Zeeuws-Vlaanderen. Dit jaar zal die viswedstrijd gehouden worden op zondag 3 april en wel van half twaalf 's ochtends tot half drie in de namiddag. Vorig jaar waren er 780 deelnemers, dit maal verwacht men er, op grond van voorgaande ervaringen bijna duizend. Dit tiende zeehengelconcours wordt traditie getrouw gehouden langs de oevers van de Schelde tussen Breskens en Hoofdplaat. Daar staan de hengelaars op de dag der dagen mannetje aan mannetje (met een tussenruimte van enkele meters) drie uur lang vrijwel aan de lopende band te van gen, want de Westerschelde is ter plaatse in deze tijd van het jaar een bijzonder rijke visgrond. Behalve platvis (schol, bot schar) en wijting wordt hier ook tong, geep, fint, zeebaars of zeeforel, en een enkele keer ook rog of zeezalm gevangen. Geen wonder dan ook dat men op 3 april weer liefhebbers van heinde en ver uit eigen land, uit België en West-Duitsland verwacht. Voor de winnaars zijn fraaie prijzen (o.a. een complete kampeeruitrus ting) beschikbaar. Verdere inlichtingen verschaft de gemeente IJzendijke of uw hengelsport-winkelier. Onlangs bladerde ik op de markt in een boekje waarvan ik het bestaan al lang vergeten was. Ver vóór de oorlog was het een best-seller geweest, ledereen behoor de het gelezen te hebben. Tegenwoordig is er geen kip meer die van het bestaan van dat boek weet. En in dat boekje, waarvan ik me geen naam en geen ge beurtenis meer herinnerde sprong me in eens een zinsnede tegemoet alsof deze in rood gedrukt stond. JE MOET ER ALTIJD AAN DENKEN zei een oude man tegen een jonge mens DAT EEN SPARRENBOS PREQIES ZO REËEL IS ALS EEN VARKENS KOT! En daar staan we dan! In die dertiger jaren wisten ze kennelijk nog wél wat wij al lang vergeten schijnen te zijn: dat de wereld niet alleen uit varkenskotten, maar voor een zeer behoorlijk deel ook nog uit sparrenbossen bestaat. Het is een merk waardig en doodgriezelig verschijnsel dat wij zo dolgelukkig zijn met dat varkens kot. Dat hebben we voor de dag gehaald en aan het hart gedrukt. Het is onze lust en ons leven. Het wordt bezongen door jong en niet zo jong talent in lange en korte verzen; in verstaanbare en onbe grijpelijke taal. En ook voor de beelden de kunst is het varkenskot een geweldige troef, want je kunt er letterlijk alle kan ten mee uit: het baart opzien; appelleert aan heel veel minder aangename eigen schappen in de mens en brengt de schep per in de publiciteit. Eens het lijkt eeuwen geleden schreef een van onze grootste dichters: Schoonheido gij, wier naam gezegend zij.Die dichter was een man die het sparrenbos zeer beminde, maar niet blind was voor het varkenskot. Dat hij desondanks te alle tijden aan het sparrenbos de voorkeur gaf is iets, dat men tegenwoordig dient af te keuren, want we weten nu beter. O heden ja! We hebben immers een jonge schilderes die met veel tamtam verklaarde, dat ze zich tot taak had gesteld de schoonheid uit te roeien en te vernietigen. Arme, gezegende schoonheid. En ook: arme jonge schilderes!. Maar ja, met die misselijke schoonhéid weten wij-van-nu geen weg meer. In onze frisse, nieuwe, vooruitstrevende en naar men beweert bovenal JONGE wereld leg gen we heel andere normen aan. Waarom zou je gewone woorden gaan gebruiken als we de beschikking hebben over' een ongekend assortiment schuttingwoorden, die elke dag nog wordt uitgebreid? Aan ons de taak, de in-vieze was breeduit de straat op te slepen en lekker uit te han gen; het volk bijeen te roepen en dan te wijzen op iedere vlek en spat, op iedere kreuk en knoei, terwijl we er vooral an deren en dan bij voorkeur: de eigen ouders de schuld geven. O ja, ik ken alle mooie praatjes. Afre kenen met duffe oude taboes, zeggen we. Allemaal goed en wel, maar hoeveel fij ne nieuwe taboes zijn er al voor in de plaats gekomen? We schijnen er nu een maal niet buiten te kunnen. Eerlijk zijn ten koste van alles, zeggen we. O ja, en dan maar veel vunze woor den gebruiken, net als stoute kleine jon gens. Mensen kwetsen en beledigen en, be lasteren en ook dan weer vooral je eigen ouders en zij die hoog en boven je staqn. Heilige huisjes, intrappen, zeggen we. O ja en dan meteen hele woonwijken van nieuwe heilige huisjes opbouwen, want alleen óns oordeel is het enige juiste. De seks in de open lucht gesleurd, zeg gen we. En dan vooral die seks gebrui ken om te mikken op wat men vroeger de lagere instincten" placht te noemen en rekening houden met de meest misselijke eigenschappen van de mens, want dat verkoopt zo lekker. En vooral, vooral vergeten dat er zoiets debiels als sparren bossen bestaan, tenzij die kunnen dienen voor de alleen-zaligmakende recreatie. Dan zijn die stomme dingen tenminste nog ergens goed voor. En voor de rest: leve het varkenskot en alle morsige biggen! M-ÖS 14. Toen eindelijk het licht achter het venster van prosfesor Kalkers laboratorium doofde, richtte Joris Goedbloed zich op in het struikgewas. „Tempora hora est," mompelde hij. „De ure heeft geslagen, zouden de klassieken uitroepen, nu de afgetobde uitvinder en zijn helperke zich ter ruste begeven. Nu kan uitvoering gegeven worden aan mijn eigen niet minder schrande re, maar zich meer op het praktische vlak bewegende denkbeelden!" Denk niet, dat hij het alleen maar bij mompelen liet; met enkele behendige grepen van zijn geoefende hand had hij al vlug de simpele venster sluiting geforceerd en met grote lenigheid zocht hij het inwendige van het laboratorium op. Maar hoe geruisloos hij ook te werk ging boven, in de slaap kamer, ging Panda rechtop zitten in zijn logeerbed. „Ik dacht dat ik iets hoorde.peinsde hij. „Ik weet haast zeker dat ik iets hoorde.Professor Kalker sliep echter rustig door en er kwam geen verder ge rucht, zodat hij al spoedig meende dat hij zich ver gist had of alleen maar een windzucht in de nacht had gehoord. Ats W6 60EMS NO HEt£MAAU2WART VERVEN, Wil/ HU BES HST NIET ME ER, -AWES GESTREEPT?H •JA i DAT IS N06 ER6ER DAM STREPEN l KOMi BOEIIASi JE MOET NAAR HUIS,NAAR PAPPIE NEE, DAN WH/HU AWES WART SCHI DDE REN1. QD40-C ■MHOTM HU MOET ZUN VADfcRHEl/PEN, ZEBRAPADEN TE HET IS MAAR 60ED, DAT WE HEIVlN y NIET ZWART 6EMAAKT HEBBEN jipjorkin verzette zich heeti6. hij pRoeeeRuere vluchtbij bij 6EBRUIKTE OB SMERI6STE TRUCJES NA een HBVI6B WORSTEL! Nb KREEb IKHBM TB PAK KEN B/V LEVERDE HBM OVER AAN DE POLITIE.,,J!p ZWOBR WRAAK! MAAR IK BESCHUL' 010 HBM NIET VAN BEDRBIó'NQTOTIK JOUW DOOIE BEWIJZEN HEB 01JK 2AL ZIJN1 IK HOOP OATOAT BEWIJS NIET 474. Terwijl Bram er op rekende, dat de stier aan het èinde van de landtong lang zaam vaart zcm minderen en nog een eind je het water zou inlopen, gebeurde precies het tegenovergestelde. Pas op het laatste ogenblik voelde Bram wat de stier van plan was.maar toen was het zelfs al te laat om nog een waarschuwing te roepen. Het ene mo ment was de stier nog in volle ren.het volgende moment stond hij stil als een blok. En allen, die op zijn rug hadden ge zeten, werden met een boog weggeslin gerd, alsof zij uit een katapult werden af geschoten. De lach bevroor op de gezichten van Gorgel en Galgenaas. Ongetwijfeld zouden zij het hoogstko- misch hebben gevonden, als hun tegen standers met een zwaai in zee terecht waren gekomen. Geen hand zouden zij hebben uitgestoken om de drenkelingen te redden. Maar door een wonderlijk toeval vlogen de baron, Bram, Karo en Tutu pre cies in de richting van het goede schip Kokanje.en schreeuwend doken Gor gel en Galgenaas in elkaar. Er was zelfs geen gelegenheid om de pistolen te pakken. „Helpriep Gorgel alvast. Want er was nog wel niets gebeurd, maar hij had zo'n idee, dat er dadelijk geen kans meer zou zijn om nog één woord uit te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 6