- Ons vervolgverhaal Denkende" zonnebril kiest zelf zijn filtersterkte PANDA EN DE WEGDOENER M POLLE, PELLI EN PINGO BRAMMETJE FOK kinder- pel Ramperen op IJsland Stamboom van dagelijkse dingen I TELEFOON,IS Gemeentebier uit de dorpspomp J E DINSDAG 15 MAART 1966 11 DOOR AGATHA CHRISTIE OP-flRT k; v: Aardverschuivingen in Belgische mergelberg Af OLGENS JULIUS CEASAR. O°o°8 34 „Een merkwaardige vrouw", zei de majoor, terwijl hij Luke een glas aanreikte. „Zij is ruim een jaar ge leden gestorven. Ik ben sindsdien niet meer de oude geweest." „O nee?" zei Luke, die niet pre cies wist wat hij daarop zeggen moest. „Ga zitten," zei de majoor, met een handgebaar naar een van de le ren fauteuils. Hij nam zelf de andere, en ter wijl hij even van zijn whiskysoda nip te, zei hij: „Nee, ik ben sindsdien niet meer de oude geweest." „U zult haar wel missen", zei Lu ke een beetje onbeholpen. Majoor Horton schudjde geheimzin nig het hoofd. „Een man heeft een vrouw nodig om hem achter de vodden te zitten," zei hij. „Anders wordt hij laks ja, laks. Dan laat hij zich gaan." „Maar hij heeft toch..." „Mijn jongen, ik weet waarover ik spreek. Let wel ik wil niet bewe ren dat het huwelijk een man in het begin niet zwaar valt. Want dat doet het wel. Een man zegt bij zich zelf, vervloekt, zegt hij, ik heb geen boe of ba meer te zeggen, maar hij wordt wel afgericht. Het is allemaal een kwestie van discipline." Luke dacht dat majoor Hortons hu welijksleven meer op een militaire veldtocht dan op een idylle van hui selijk geluk geleken moest hebben. „Vrouwen", zo ging de alleenspraak van de majoor verder, „vrouwen, dat is een raar goedje. Het lijkt soms wel alsof je het ze nooit naar de zin kunt maken. Maar bij Jupiter, zij zit ten een man achter zijn broek." Luke bewaarde een eerbiedig stil zwijgen. „Bent u getrouwd?" vroeg de ma joor. „Nee." „Och, u komt er mettertijd ook wel aan toe. En let wel, mijn jongen, er is niets dat zo goed voor een mens is." „Het is altijd bemoedigend," zei Lu ke, „iemand iets goeds te horen zeg gen over het huwelijk. Vooral in deze tijd, nu je zo gemakkelijk scheiden kunt." „Bah!" zei de majoor. „Die jonge lui, daar word ik misselijk van. Geen geduld geen uithoudingsvermogen. Zij kunnen nergens meer tegen. Geen standvastigheid!" Lukehad dolgraag willen vragen waarom er zo'n uitzonderlijke stand vastigheid voor nodig was, maar hij beheerste zich. „Let wel", zei de majoor. „Ly- dia was een vrouw uit duizend uit duizend! Iedereen hier had eerbied voor haar en zag tegen haar op. „Ja?" „Gekheid verstond zij niet. Zij had er een handje van iemand eens even strak aan te kijken en die per soon kromp ineen kromp gewoon ineen. Sommige van die halfgare mei den die zich tegenwoordig dienstbo den noemen. Zij denken dat je je alle brutaliteit maar laat welgevallen. Ly- dia liet het ze gauw merken. Weet u dat wij vijftien keukenmeiden en ka mermeisjes hebben gehad in een jaar. Vijftien!" Luke voelde dit nauwelijks aan als een loftuiting voor mevrouw Hortons huishoudelijk organisatieta lent, maar aangezien zijn gastheer er anders over scheen te denken, mompelde hij alleen een nietszeggen de opmerking. „Zij gooide ze vierkant de deur uit, als ze haar niet aanstonden." „En ging dat altijd zo?" vroeg Luke. „Nou, er waren er natuurlijk ook een heleboel die bij ons wegliepen. „Goddank, die zijn wij kwijt," zei Lydia dan altijd!" „Flink van haar," zei Luke, „maar was dat soms niet erg lastig?" „O, ik vond het nooit erg de han den uit de mouw te steken," zei Horton. „Ik kan vrij goed koken, en de haard aanmaken kan niemand mij verbeteren. Aan de vaat wassen heb ik altijd een hekel gehad, maar dat moet natuurlijk ook gebeuren daar kom je niet onderuit." Luke was het daarmee eens. Hij vroeg of mevrouw Horton flink was geweest wat het werk in huis betreft. „Ik ben niet het soort man dat zich door zijn vrouw laat bedienen," zei majoor Horton. „En in ieder geval had Lydia een veel te zwak gestel om werk te doen in huis." „Was zij dan niet sterk?" Majoor Horton schudde het hoofd. „Zij was wonderbaarlijk flink. Zij gaf het nooit op. Maar wat die vrouw geleden heeft! En dacht u dat de dok ters medelijden met haar hadden? Dokters zijn hardvochtige kerels. Het enige dat zij begrijpen is bepaal de lichamelijke pijn. Alles wat een beetje anders is dan anders daar van snappen de meesten niets. Humbleby, bij voorbeeld; iedereen scheen te denken dat hij een goede dokter was." „U bent het daarmee niet eens?" „De man was een volslagen domkop. Wist niets af van moderne ontdekkin gen. Ik betwijfel of hij ooit van neir- rose had gehoord! Mazelen en de bof en een gebroken bot, daarvan zal hij wel wat gesnapt hebben. Maar verder niets van Lydia's ziektegeval. Ik heb het hem recht in zijn gezicht gezegd, en dat stond hem helemaal niet aan. Werd boos en maakte zich meteen van de hele zaak af. Zei dat ik iedere dokter erbij kon halen die ik hebben wilde. Daarna hebben wij Thomas gehad." „Mocht u hem liever?" „O, een veel, veel knapper man. Als iemahd haar over haar laatste ziekte heen had kunnen helpen, zou Thomas dat hebben gedaan. Inder daad was zij al aan het herstellen, maar zij is plotseling weer inge stort." „Had zij veel pijn?" „H'm, ja. Catarre. Hevige pijn onpasselijkheid en de rest. Wat die arme vrouw geleden heeft! Als er ooit een martelares is geweest, is zij dat wel. En een paar verpleegsters hadden wij in huis die zich van haar lijden heel weinig aantrokken! „De patiënte was dit, en de patiënte was dat." De majoor schudde het hoofd en dronk zijn glas leeg. „Ik kan die verpleegsters niet uitstaan! Zo zelf voldaan. Lydia hield maar stijf en strak vol dat zij haar vergiftigden. (Wordt vervolgd.) I (Van onze correspondent) ZICHEN De Belgische gemeente Zichen-Zussen-Bolder, op zes kilometer ten zuiden van Maastricht gelegen, is de afgelopen week opnieuw opgeschrikt door een aantal instortingen van de mergel- bergen bij Zussen. Zondag scheurde de grond daar over een afstand van twintig meter open. Vier huizen moesten in al lerijl worden ontruimd. De toegangswe gen naar het dorp werdén afgesloten. In december van 1958 kwamen achttien mensen uit dit dorp om het leven toen een ander gedeelte van de mergelberg instortte. Sindsdien zijn de instortingen regelmatig teruggekeerd. Deskundigen noemden de situatie in het uit drie ker nen bestaande dorp gisteren kritiek. On derzoekingen die vorig jaar augustus wer den afgesloten, hebben aan het licht ge bracht dat de kern van mergelberg over een oppervlakte van enkele honderden hectoren hol is. Kamperen op IJsland: daarvoor worden sportieve vakantiegangers warm gemaakt op de nationale' kampeer- en sportten- toonstelling „Kamp Houtrust", die van 15 tot en met 20 april in de Houtrusthallen in Den Haag wordt gehouden. De orga nisatoren verwachten meer nieuws dan ooit op kampeergebied en delen mee, dat de beschikbare tentoonstellingsruimte al voor een groot deel verhuurd is. „IJsland Tours" komt naar Houtrust met een zeer bijzonder kampeerarrange ment: per trein en boot naar Gotenburg in Zweden, per vliegtuig naar Reyjavik, per bus dertien dagen op expeditie door het hoogland van IJsland, waarbij in ten ten of berghutten wordt overnacht. De kampeerders hoeven geen tent, wel slaap zakken mee te nemen. Behalve uit IJsland zullen in „Kamp Houtrust" ook inzendingen zijn van Spaanse en Italiaanse reisorganisaties, de A.N.W.B., het NIVON en van de Ne derlandse Toeristen Kampeerclub, die aandacht vraagt voor het sportieve kam peren met klein materiaal. (Van onze correspondent) DEN HAAG. Tussen de hon derden brillen in de winkel van de opticiën J. Houg in Den Haag ligt één heel bijzonder exemplaar, een zonnebril. Uiterlijk onderscheidt die bril zich nauwelijks van de an dere, zij het dat de glazen wel wat erg helder lijken als de heer Houg zijn primeur omzichtig uit een etuitje haalt. Maar dat verandert als de zon gaat schijnen: binnen een paar minuten heeft het glas een bruinige tint aangenomen, in (en door) het felle licht. Maar als er een dikke wolk voor de zon schuift of de bril binnen in het winkel kunstlicht wordt neergelegd, wordt langzaam, maar duidelijk waar neembaar het bruine glas weer ge woon kleurloos en glashelder. WAAR DE merkwaardige werking van het glas op berust, weet de Haag se opticiën nog niet. Dat is het fa brieksgeheim waarmee de Amerikaan se firma het gloednieuwe patent heeft omgeven. Vrijwel zeker wordt het kleurtje veroorzaakt door een chemi sche verbinding. Zo ongeveer als de gevoelige laag van fotografisch „dag- V REISDE HET BERICHT VAN DE OPSTAND VAN VERC/NGETOR/X Per. roef-TELEFOON IN EEN dag ujtet/a (par/s) VAN 6CNABUM Hm.GER.GOV/A G£KGOVM_ (Ct.FtRRAND) Eeuwenlang konden zqts tê? DE STERKSTE STENBANDEN EN BRENGEN tfe, DAN ENKELE ■HONDERDEN METERS. u/tk.'jk BRUG KOENG-FOE-MNG TaEFONEERDE IN yü8oVER5H0M. LANGS EEN ZUDEN DRAAD GESPANNEN TUSSEN MEMBRANEN !N - TWEE BAMBOE- BEKERTJES AfR- Se/r lichtpapier" zoals dat vroeger ge bruikt werd voor het afdrukken van foto-negatieven in zonlicht. Maar met dat verschil dat het proces omkeerbaar is of in ieder geval.niet stabiel. Het glas verkleurt en „ontkleurt" in overeen stemmingmet deze verklaring: de ener gierijke componenten van het licht (de blauwe tot ultraviolette kant van het spectrum) hebben de sterkste uitwer king. Daarom ook kan de heer Houg zijn bril demonstreren zonder zon. Hij legt de bril onder een hoogtezon, dekt een glas af, laat het apparaat een paar minuten schijnen en toont dan een bril met twee verschillende glazen: een helder en een donker. Het kunstje kan in het oneindige worden herhaald, de fabrikant voor spelt een onbeperkte levensduur. Een nieuwsgierige brief naar Amerika na een vrij vaag artikeltje in een vak blad was voldoende om de Haagse opticiën een paar van die wondergla- zen te bezorgen. Toelichting was er niet bij. „Ik mag blij zijn dat ik ze heb", zegt de heer Houg. „Wel weet ik dat de glazen ook in de sterkte van een gewone bril kunnen worden geleverd. Voorlopig kosten ze nog een dertig gulden per stuk en het antwoord op een bestelling zal wel even uitblijven. Maar het wordt een revolutie, dat kan ik wel voorspellen". Onder fel zonlicht, midden op de dag, kan het glas zo donker worden dat het vijftig procent van het licht absorbeert. Bij betrokken hemel of te gen de avond is de bril heel licht ge tint, zoals de „berookte" glazen die de laatste tijd veel worden gebruikt. „Voor automobilisten is het een uitkomst", zegt de heer Houg, terwijl hij zijn wonderbril weer in het etui schuift. Het nieuwtje is bij hem in veilige han den. „Het is eigenlijk de enige echte zonnebril, veel zon, grote filterwerking weinig zon, helder glas". DE ROMEINEN REEDS ALGEMEEN ALS HUIS TELEFOON IN GEBRUIKDEDEf IN 1GZ9 HUN INTREDE BU DE BRITSE MARINE, ALS VERBINDING TUSSEN KRAAIEN NEST EN BRUG Ë.RE/S KWAM IN 1361 MET EEN ELECTRO-MAGNETISCHE TELEFOON,TERWIJL HUGHES IN 1Ö7Ö DE ntCROFSON VERBETERDE 10EN ALEXANDER GRAHAM BELL I EEN NIEUWE TRANSMITTER BEPROEFDE, DIE DOOR DRADEN VERBONDEN WAS MET -EEN ONTVANGER. ELDERS IN ■HET HUIS,STOOTTE H'J EEN OPEN BATTER'J-POT OM. GESCHROKKEN RIEP HU ZUN ASSISTENT"MISTER WATSON, COME HERE; I WANT YOU J* HET WAREN DE EERSTE TELEFONISCH OVERGEBRACHTE WOORDEN (Van onze correspondent) ESCH Het Brabantse dorpje Eseh (twaalfhonderd inwoners) dat zich dertien jaar geleden mocht beroemen op een wereldprimeur toen Philips er een experiment nam met een voor die tjjd revolutionaire en ongewoon heldere straatverlichting, gaat opnieuw de aan dacht op zich vestigen. In het dorps centrum zal onder de eeuwenoude lin debomen een pomp worden geplaatst, die niet alleen water gaat leveren, maar ook bier. De gemeenteraad heeft 2.500 gulden uitgetrokken voor deze pomp, die twee zwengels krijgt. Bij dit bedrag is vierhonderd gulden begrepen voor een passend kostuum voor de nog aan te stellen gemeentelijke biertapper, alsmede een bedrag voor 150 speciale bierpullen. Een brouwerij levert gratis een installatie voor het bier en za! er nauwkeurig op toezien, dat het ger stenat niet vermengd wordt met wa ter. Van het voorjaar als de kastan jes bloeien wordt de pomp officieel in gebruik genomen. Bij deze gelegen heid zullen gemeente en brouwerij er voor zorgen, dat de Eschenaren gratis bier kunnen drinken. Een keer per jaar zal gratis bier worden gepompt op het verbroederingsfeest tussen de oorspron kelijke ingezetenen van het dorp en de nieuwkomers; om de gemeenschapszin in Esch te bevorderen. 15. Geruisloos bewoog Joris Goedbloed zich door het donkere laboratorium van professor Kalker, zoekend naar de Wegdoener. „De naam van deze kostelijke uit vinding getuigt van een plat taalgevoel," zo sprak hij tot zichzélf. „Maar daar gaat het niet om. De hoofd zaak is; dat de geniale Kalker hoogstwaarschijnlijk het levenswijze inzicht miste om zijn produkt te beveiligen door plaatsing in brandkast of anderszins.Maar hier vergiste hij zich toch een beetje. Weliswaar be zat de goede geleerde geen brandkast, maar hij had toch zijn voorbehoedsmaatregelen tegen indringers ge troffens en zo kwam het dat Joris blindelings in een voetklem stapte die zich pijnlijk om zijn enkel sloot. Door zijn gebruikelijke zelfbeheersing kon de beklem de een kreet onderdrukken, zodat hij meende dat zijn aanwezigheid nog steeds onopgemerkt was. Pro fessor Kalkers inbraakbeveiligingssysteem was echter verfijnder dan hij dacht; want reeds ratelde in de slaapkamer een snerpende bel. Die wekte weliswaar niet de uitvinder zelf, maar toch in ieder geval Panda. DOKTER DIDtEÖT, DAT iK.MttkEEWEfolNÜNODló I HEB, DAAROM HE8 IK EEN RETS GEMAAKT IK WIST NIET DAT HET 0CH,lNDt6RÉPPED "ZO MOEILIJK 15,OW 71 RUDEN, 15TOCH OOK TE flETSEN iV BEWEGING HO -DEöREPPED "T6 IAAT HIJ LI6T ER AD IN DOKTER DID IS EEN VERSTANDIG MAN S PIB COPÏNHUGfN W 41-A W/V Z/V/VINSTRUC TEURS. HIJ ISDAVYJONES IK BEN MARCOMARINO NATUUR LIJK, MISS 60RD0N1 HALLO, IK8EN ALICE GORDON SN IKWU6RAA6 INLICHTINGEN OVER DUIKLESSEN I MENEER JONES MN MAAR. MAG IK DAVY 0 ZEG6EN OHO1 HIJ BOFT J JIPJORK/N KAN DE KNAAP ZIJN DIE JOU TE GRAZEN WIL NEMEN, DAVY l ALTIJD MISSCHIEN MAAR IK ML 'Al l/ENT NIET BRANDMERKEN OMDAT HIJ ÉÉN KEER EEN MISDAAD BE6IN6 i» fl-IK WILLIAW5. 574. Als de stier had kunnen mikken had hij zijn berijders nooit beter in de richting kunnen sturen dan thans. Bovenop Gorgel en Galgenaas ploften Bram en de baron neer. en de dieven van het goud waren zo versuft door de klap, dat zij geen tegenstand meer boden. Lang duurde het niet of de Kokanje voer, tot aan de rand in het water, weer voort met de vertrouwde hand van Bram- metje aan het roer. Stevig door touwen vastgebonden gingen Gorgel en Galgenaas hun welverdiende staf tegemoet. „En dan snel naar huis." zei de baron. „Wat zal mijn gemalin zich verheugen, wanneer ik haar de goudklompjes breng. Nu behoeft zij niet langer in een nede rige stulp te wonen. Ons voorvaderlijk kasteel kan ik terugkopen.en de voorvaderlijke portretten zullen aan de voorvaderlijke muren hangen. Ik zou wel kunnen zingen." En meteen barstte hij uit in een gezang, dat Galgenaas deed uitroepen: „Hou op, alsjeblieft, Zijn we al niet ge noeg gestraft?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 11