moord kinder spel UITVINDERSBEURS ZONDER LACHERTJES IN BRUSSEL PANDA EN DE WEGDOENER 4 POLLE, PELLI EN PINGO 3Ü 9 BRAMMETJE FOK KLOK TERUG 7 Veel vernuft weinig wol E Ons vervolgverhaal k IS ffr J: 'ml - - rw (r DONDERDAG 17 MAART 196 6 15 DOOR AGATHA CHRISTIE j mmmë i 'mMmmm m BRUSSEL Misschien wordt HET idee in enkele seconden, of korter nog, geboren. Maar de uitwerking van het idee tot „uitvinding" vergt maanden, zo geen jaren en men kan er ook zeker van zijn, dat alle ruim 850 voor werpen die op de „uitvindersbeurs" in Brussel worden geëxposeerd en gedemonstreerd, de vervaardigers ettelijke slapeloze nachten hebben be zorgd. Op deze vijftiende „Salon interna tional des inventeurs" in de Descar- teszaal van het „Centre Rogier" te Brussel hebben Fransen, Belgen, Zwitsers, Italianen en Duitsers vooral, maar ook Nederlanders, Scandina- viërs, Spanjaarden en Britten, in to taal deelnemers uit 17 landen hun „laatste nieuws" geëtaleerd. Allemaal doeltreffende zaken, waarbij men dit maal de lachertjes mist. Een deskun dig comité heeft 1000 inzendingen stuk voor stuk beoordeeld en 250 uit vindingen als „niet serieus" terugge zonden. Daarom geen excentrieke uit vindingen op deze beurs, als zal men hier en daar de schouders even op halen of zich afvragen waarom een uitvinder het nodig heeft geacht aan een toch al uitgediept terrein een nieuw idee toe te voegen Kaartendeler Zieketileesplank Pianoleraar Conserveerkist Cri Stellweg Sam Leff ÜfiifÉÉti IP*4 MMk jÉttk. mi nif ^J1 36 Rose Humbleby speelde uitstekend: zij had een sterke forehand drive en speelde in wedstrijden om het kampioenschap van het graafschap. Zij maakte de fouten van Lord Whit field goed, en Bridget en Luke, die geen van beiden bijzonder goede spe lers waren, hadden hun handen vol aan hen. De stand was 3-3 en toen kwam Luke onverwachts goed op gang, en hij en Bridget brachten het tot 5-3. Toen merkte hij op dat Lord Whit field uit zijn humeur begon te raken. Hij ging redetwisten over een lijnbal, verklaarde dat er een fout geserveerd was, ofschoon Rose het tegendeel be weerde, en spreidde alle eigenschap pen van een knorrig kind ten toon. Nu ging het om de set, maar Brid get sloeg een gemakkelijke bal in het net en onmiddellijk daarna maakte zij een double fault. Deuce. De vol gende bal werd precies langs de mid denlijn teruggeslagen en toen Luke hem wilde nemen, kwamen hij en zijn partner in botsing. Toen serveer de Bridget nog een double fault en de game was verloren. Bridget verontschuldigde zich. „Het spijt mij, ik ben er helemaal uit". En zo leek het ook inderdaad. Brid get sloeg maar in het wilde weg, en alles wat zij deed ging verkeerd. De set eindigde met een 8-6 overwin ning voor Lord Whitfield en zijn part ner. Er werd over gesproken wie in de volgende set zouden spelen. Tenslotte speelde Rose weer, met meneer Ab bot als haar partner, tegen dokter Thomas en juffrouw Jones. Lord Whitfield ging zitten, wiste zjn voorhoofd af en glimlachte triomfante lijk: hij had zijn goede humeur hele maal weer terug. Hij begon een ge sprek met majoor Horton over een se rie artikelen met als onderwerp licha melijke welstand in Groot-Brittannië, die binnenkort zou beginnen in een van zijn weekbladen. Luke zei tegen Bridget: „Laat mij de moestuin eens zien". „Waarom de moestuin?" „Ik voel echt voor kool op het ogen blik". „Mogen het geen doperwtjes zijn?" „Doperwtjes zijn ook best". Zij liepen weg van de tennisbaan en kwamen bij de ommuurde moestuin. Er waren die zaterdagmiddag geen tuinlieden en het zag er daar rustig en vredig uit in de zonneschijn. „Daar heb je dan je doperwtjes", zei Bridget. Luke schonk geen aandacht aan het doel van zijn bezoek. Hij zei: „Waar om heb je ze toch in vredesnaam die set cadeau gegeven?" Bridget trok nauw merkbaar haar wenkbrouwen op. „Het spijt mij, hoor. Ik was er in eens volkomen uit. Mijn tennis is niet erg betrouwbaar". „Zo onbetrouwbaar is het nu ook weer niet! Met die double faults van jou zou je geen kind voor de gek kunnen houden! En die wilde ballen van je elk zowat een halve mijl uit!" Bridget zei rustig: „Dat komt door dat ik zo verdraaid slecht tennis. Als ik een beetje beter speelde, had ik 't misschien wat aannemelijker kun nen maken! Maar als ik met mijn gebrekkige tennisroutine een bal even uit probeer te slaan, komt hij altijd op de lijn terecht, en moet ik weer opnieuw beginnen voor de goede zaak". „O, je geeft het dus toe?" „Dat ligt voor de hand, mijn beste Watson". „En de reden?" „Die ligt al evenzeer voor de hand, zou ik denken. Gordon kan niet te gen zijn verlies". „En ik dan? Als ik nu eens graag zou willen winnen?" „Het spijt me, beste Luke, maar dat is niet van even groot belang." „Zou je misschien je bedoeling een ietsje duidelijker willen maken?" „Zeker, als je dat graag wilt. Je moet nooit je eigen glazen ingooien. Gordon, dat betekent mijn boterham. En jij niet". Luke haalde eens diep adem. Toen barstte hij los: „Hoe kom je er toch in godsnaam bij met dat bespottelij ke mannetje te gaan trouwen? Waar om doe je dat?" „Omdat ik als zijn secretaresse zes pond per week verdien, en als ik zijn vrouw ben wordt er honderdduizend pond op mij vastgezet, krijg ik een bijouteriekistje vol parels en diaman ten een flinke toelage, en verscheide ne emolumenten die het huwelijk zo met zich meebrengt!" „Maar voor een taak van enigszins andere aard!" Bridget zei koeltjes: „Moeten wij nu bepaald zo'n melodramatische hou ding aannemen tegenover alles wat zich in het leven kan voordoen? Als je je een mooie voorstelling maakt van Gordon als dolverliefd echtgenoot dan kun je die meteen wel uit je hoofd zetten! Gordon, zoals je nu al had moeten beseffen is een kleine jongen die nooit helemaal volwassen is geworden. Wat hij nodig heeft is een moeder geen vrouw. Ongeluk kig genoeg is zijn moeder gestorven toen hij vier jaar was. Wat hij no dig heeft is iemand in zijn omgeving' tegen wie hij kan opscheppen, iemand die hem geruststelt omtrent hem zelf, en die bereid is tot in het oneindige te luisteren naar Lord Whit'field over zichzelf". „Jij hebt ook een scherpe tong, zeg!" Bridget antwoordde vinnig: „Ik vertel mijzelf geen sprookjes, als je dat soms bedoelt! Ik ben een jon ge vrouw met een zekere hoeveelheid intelligentie, niets bijzonders wat het uiterlijk betreft, en ik heb geen geld. Ik ben van plan op een eerlijke ma nier geld te verdienen. Mijn baan als Gordons vrouw zal nagenoeg niet ver schillen van mijn baan als .Gordons secretaresse. Ik betwijfel of hij er na een jaar nog aan denken zal mij een nachtzoen te geven. Het enige ver schil zit in het salaris." Zij keken elkaar aan. Beiden waren zij bleek van woede. Bridget zei ho nend: „Ga verder. U bent nogal ouderwets, nietwaar, meneer Fitzwil- liam? Moet u nu eigenlijk niet met de oude clichés op de proppen komen zeggen dat ik mijzelf verkoop voor geld dat is altijd zo'n goede opmerking, vind ik!" Luke zei: „Jij bent een keiharde duivelin!" Wordt vervolgd.) ftAIWWWWMWWWVWIft/WIAIWI/WWWWWWIW/WWWIIIAAAIIfWWI/WMWWWWWWWWIAmWyWWI/WWWWWWWWWWWWIAftftlWV - - v ->y Eg. (Van onze correspondent) NIETTEMIN, voor fabrikanten en voor nieuwsgierigen een boeiende beurs, waar op de uitvinders bereid zijn urenlang te vertellen waarom de wereld zonder hun uitvinding niet goed verder kan draaien. EEN DUITSER heeft een sigaretten automaat uitgedacht voor in de auto. Men stopt er twintig sigaretten in, die er des gewenst brandend uitkomen. Handig, maar wat duur. De automaat gaat in Ne derland een goede 70 gulden kosten. Niet veel groter dan dit handzame Duit se apparaat is een opmerkelijk doosje met speelkaarten van de Fransman Char ges Houver, waarmee men razend snel de kaarten automatisch kan uitdelen. De kaarten worden uit het roterende doosje geschoten en met enig oefenen krijgt men ze zelfs op stapeltjes. Ook handig is een zeepdoosje van onze landgenoot Willem Hohmann, die een magneetje in zijn doosje verwerkte waar mee de zeepdoos hermetisch in een huls wordt geklemd. „Steeds droge zeep", zei Willem, „kan niet smelten of vies wor den". VELE KLEINE zaken zijn op deze beurs te zien, simpel of ingewikkeld, goedkoop en duur. Ingewikkeld en duur lijkt het toestel, waarmee zieken de blad zijden van een boek kunnen omslaan. Het boek wordt bevestigd op een metalen plank. Kleef armpjes pakken de bladzijden een voor een op en een plastic schijf draait ze om, wanneer in een gummi bal wordt geknepen. Vqn links naar rechts maar ook omgekeerd werkt het ding. Vol gens de uitvinder, de Belg Charles La- brique nog nooit vertoond. Dan is er de schrijfmachine, waarmee muziek op schrift kan worden gesteld, met bijbehorende tekst. Die komt van de De nationale jury's voor de voorronden van de EEG-fotowedstrijd voor de jeugd hebben in de zes Euromarkt- landen de prijswinnaars aangewezen. In West-Duitsland waren in de groep 15-21 jaar vijftienduizend foto's inge zonden. De hoofdprijs ging naar een 21-jarige Keulenaar die deze humoris tische bruilofts-„candid" maakte. Luxemburger Ady Theis. De machine be reikt een omvang van vier oktaven en ziet er erg praktisch uit. Om even in de muziek te blijven: een piano staat tegen een muur opgesteld met op elke toest een cijfer. Een metalen plaatje schuift automatisch over een nieuw soort notenschrift waarvan de te kens corresponderen met de cijfers op het plaatje. Die cijfers moeten dan op de toet sen worden opgezocht en wie dat correct loet, speelt een liedje. „Langzaam begin nen", zegt de uitvinder, de Zwitser Er- nest Burdet, „dan komt de rest vanzelf" In een boekje, dat iedere belangstellende kan kopen, staat dan ook: „sla de noot aan (op de piano) op het juiste moment, de piano doet de rest". Hoe eenvoudig Het boekje vermeldt echter niet wat de pianist moet doen als iets gespeeld moet worden met tien noten in een seconde. Dat men met dit systeem niet jaren hoeft te studeren, om werkelijk muziek te ma ken, zoals het boekje suggereert, lijkt wat ongeloofwaardig, maar met die tech niek van tegenwoordig weet je nooit Enfin, onmiskenbaar een uitvinding. Ook voor de automobilisten is veel ge piekerd. Alarmsignalen, apparatuur te gen diefstal, verbeterde motoren, poets middelen die de oudste auto nieuw maken en een uitvinding van Hollandse afkomst: een met de hand te bewegen hulpruite- wisser op de zijramen. VOORTS: een Zwitsers apparaat om jonge bomen in snel tempo van takken te ontdogn; formidabele wasknijpers waar mee hete pannen en borden kunnen wor den aangepakt; een voetgangerslicht waarop de „piéton" kan zien hoeveel se conden zijn leven veilig is; een doodkist waarin een dierbare dode jarenlang ge conserveerd blijft, tandenborstels met twee borstels, complete daken voor pre- fabricage, verbeterde dienbladen, propel- Mijn dochter kent een liedje en ze zingt het haar buurwriendje voor: „Waar is Jan met de Bokkewagen". Het vriendje luistert met knikkerronde oogjes toe. Een tel later spelen ze samen „Verdrinkertje" en het lied dat in hem is blijven hangen, borrelt plotseling in gemoderniseerde ver sie bij hem op: „Waar is Jan met de Vollukswagen". Mijn dochter neemt dat niet. Ze vindt het lastering en eist dat hij onmiddellijk zijn volkswagen terugneemt en er de bok kewagen voor in de plaats zet. „Maar wa is da dan!" roept het vriendje hul peloos „kweetochnie wa da is!" En dan blijkt dat mijn dochter het ook niet weet. Een volkswagen is een duidelijk ding waaraan ze gewend zijn vanaf het mo ment dat ze gespeend zijn, maar de bok kewagen is eep, verdwenen en verou derd en onbekend verschijnsel. Nou zegt dat lang niet alles.' Er zijn meer dingen die verdwenen, opzij gewipt door veran derde tijdèn en gewoonten en die desal niettemin de weg terug gevonden hebben. De ijzeren wieg is er één, muziek van Scarlatti een ander. De briljante come back van ovaal koperen of zwart houte i portretlijstjes en de schoen met wreef- bandje spreken heldere taal en dat zoveel frisgeboren kindertjes Gert-Jan en Anne- lies heten. Als je erop gaat letten hoe lekker al lang overleden en begraven oudheden zijn teruggekeerd in ons midden dan krijg je een leuk lijstje: de petroleumlamp, pluche balletjes langs de gordijnen, pietjes in een vergulde kooi, slapen in een bed met een hemeltje en daarbij een nachtmutsje op het hoofd en met z'n allen vlees roosteren boven een smeulend houtskoolvuurtje, 't Lijkt wél of we een ruggelingse duik in de voorbije eeuwen willen maken, 't Lijkt wel of we het bijbelwoord in omgekeerde volgorde willen toepassen, het oude willen aanhangen om het nieuwe te verzaken. U moet er de Amerikaanse tijdschriften eens op na kijken. Uit de lekker kleurige, paginagrote binnenhuisprentjes ritselt het stof omhoog. De lucht van anijs en mot- teballetjes slaat eraf. Behang met bers tensvolle fruitschaaltjes, beschilderde trommeltjes op de ontbijttafel, porceleinen vogeltjes in alle vensterbanken, brieven- hangers uit de huisvlijt en koperen sloot jes en hengseltjes zover het oog reikt. Het serviesgoed dat wordt gehanteerd ziet eruit of het Madame Bovary uit de handen gerukt is en het geadverteerde ta. felzilver drukt je met één forse stoot te rug tot diep in de gouden eeuw. Om de foundations dartelen barokengeitjes en naast de chroomglimmende afwasmasjien hangen de roodkoperen pannetjes uit Grootmoeders keuken. En als je dat dan allemaal zo beziet en bedenkt dat zoveel Amerikanismen vroeg of laat komen overwaaien naar dit oude, initiatiefmoe- de West-Europa, zou het dan zo gek zijn als die Jan met zijn bokkewagen op een dag ook weer verscheen? 't Zou in ieder geval fijn rustig worden op de E 36. Iers, wekkers met tijd- en lichtsignaal, een nieuw voetbalspel, een veelzijdige dobber. OP ENKELE ratelgeluiden na en het gemompel van honderden stemmen na, is het rustig in deze uitvindersbeurs. De akoestiek is goed en wie wil, kan zich lange tijd rustig bemoeien met een boeiend voorwerp. Dames in blauw uni form handhaven kalm de orde, maar veel hebben zij niet te doen. Tot op heden heeft het nog maar één keer gespannen. Dat was op de morgen van de opening, toen een dappere Italiaan het apparaat demonstreerde, waarmee olijven van de grond worden opgezogen. De benzinemo tor op 's mans rug ontwikkelde echter zo veel rook dat de toch wel fikse ruimte achter een blauwe waas schuil dreigde te gaan en de bezoekers hoestend een veilig heenkomen zochten. Tóén greep zo'n juf frouw in. Het mocht niet meer, tot 20 maart. Want dan, zaterdag, sluit deze beurs, die leert en vermaakt. Met achthonderdvijf tig uitvinders! COP. MARTEN TOONDER 17. „Joris Goedbloed, je deugt niet!" riep Panda boos tot de gevangen indringer. „Met stelen en bedriegen aan de kost komen, dat is wat je prettig vindt! Inbre ken!" „Och baaske hoe miskent ge toch uw oudere vriend!", protesteerde Joris. „Ik kwam hier met de edelste motieven en wat gebeurt er? Mijn kleine be schermeling, in plaats van me met tranen van dank baarheid te verwelkomen, overlaadt me met onver diende verwijten! Inbreken? Kom, kom nu toch! Ik mag dan in mijn onbezonnen jeugd wel eens een kleine misstap hebben begaan, maar wie heeft dat niet? Moet ge me daar nog steeds bitter aan herinneren? Neen hoor toe; ik merkte op dat ge bij deze pro fessor in dienst zijt getreden. En hoewel ik hem grote achting toedraag, weet ik ook dat academici er vaak slordige levensgewoonten op na houden. Daarom maak te ik me zorgen over u. Krijgt, zo vroeg ik mij af, Panda wel de voeding die hij in de jaren van zijn groei behoeft? Is zijn beddeke zacht en wordt er op zijn verschoning toegezien? Maar ik kon moeilijk aan bellen en navraag doen dat zou te kwetsend zijn voor de geleerde Kalker. Niets restte mij dus, dan mij in het geheim te overtuigen.Och ventje op dat gindse schakelbord is stellig wel een schakelaar die me uit deze onwaardige positie bevrijdt. Haal deze ovet, wat ik u bidden mag, en laten we alles nog eens rustig besprekenEn Panda, beschaamd om dat hij tot zulks overijlde gevolgtrekkingen was geko men deed wat hem gevraagd werd. NU Wit IK OOK 6EEN BEWEGING^ MEER. HEBBEM j~T~ EN AIA JE NIET MEEkWIfT FIETSEN, DAN DRAEEk) WE DE FIETS KEREN WE OM ZEEROB MEER FIETSEN NAAR HOISiJ (JA, DAT ISCiEMAKKEtlJKERJ 2043-C. H0E6AATTMET JE NIEUWE DUIK t eer time, davy? ohi hauo Auce...Hee je die duikboesje s 6oec> sestudee zo v ■IA! WANN BBS BB N IK NU KLAAS voor hët Diepe WAT BR DAAS FIJN'. ZB SAN Bl>K MOMENT HIER ZIJN! f I fl AMimv Heet bauw, we r» NADEREN NU SNEE t- fnnn'/jpvl HEI EINDE 1 477. Dromerig lagen de lage huisjes van het havenstadje aan de kade. Vredig dobberden de boten op het water. maar dommelen deed men daar niet. Aan dek van het goede schip Kokanje was Bram tenminste druk bezig met schrobben en boenen en poetsen, en zijn vrienden Karo en Tutu hielpen hem zo veel zij konden. Het weer was schoon en het leven goed. „Hoe laat zou het zijn?" vroeg Karo en Bram keek op zijn horloge. „Vijf over drie", zei hij.en meteen hoorde hij ergens een klok drie uren slaan. „Hé, je gaat achter", riep hij luidkeels. „O, bedankt", antwoordde iemand. Dan zal ik de klok even gelijk zetten". Tot, verbazing van Bram kwam die stem niet van de landzijde, maarvan het water. En toen hij terzijde keek geloofde hij zijn ogen niet. Daar dreef een zee man rond op een.klok.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 15