„Gifgasvrije" auto wordt werkelijkheid
Groepje Nederlandse jongeren zet een
oude Javaanse muziektraditie voort
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant
en IJ muider Courant
Ooder dwan
vao de wet
en IJimiid
-
DE GAMELAN bestaat in
zijn volledigste vormen uit
blaas-, strijk, tokkel- en slag
instrumenten die door onge
veer 25 musici bespeeld wer
den (o.a. aan de vorstenhoven
van Djokjakarta en Soerakar-
ta). Meestal echter zijn de
ensembles kleiner en worden
in hoofdzaak de slaginstru
menten gebruikt. Gambang,
saron of gender (verschillen
de varianten op de xylofoon)
verzorgen dan de kernmelodie
en haar omspelingen. Voor
interpunctie en frasering die
nen de vier soorten gongs: de
kempoels en ketoeks (kleine
hangende, resp. liggende
gong), en de kenong en gong
ageng, hun grotere soortge
noten. De nuanceringen in
tempo en ritme worden be
werkt door de bespelers der
trommen die ook in drie soor
ten voorkomen, van klein
naar groot de penoentoeng,
kendang tjiblon en kendang
gending. Een volledige game
lan in Javaanse stijl omvat
bovendien nog de soeling
(fluit)rebab (tweesnarig
strijkinstrument) en de tja-
lempoeng, een liggende cither,
verwant aan ons middeleeuws
psalterium. Allerlei varianten
daarop komen voor in ver
schillende delen van Java, op
Bali en elders in Indonesië.
Elke dinsdagavond klinkt door de gangen van het
Tropeninstituut weemoedig, exotische muziek.
Acht jaar lang heeft de oude Javaanse gamelan
gezwegen, nu zingt zij weer, bespeeld door een
vijftiental jonge muziekliefhebbers uit Amster
dam, Utrecht en Haarlem.
ZOETZINGENDE MUZ1EKKLANKEN sprankelen
feestelijk door de derde omgang van het Amster
dams Tropenmuseum. Het is dinsdagavond
repetitietijd voor de vijftien hespeiers van de rijk met
houtsnij- en schilderwerk verfraaide Javaanse game
lan. Tere tonen buitelen in een fantastische, ontstuit-
baar lijkende vloedstroom de grote ruimte in. Zij roe
pen bij de toehoorders een visioen op van een ster-
heldere tropenavond onder wuivende palmen. Maar
het decor is hier minder exotisch: twee hoge pleister
muren en twee vitrines vol Afrikaanse en Aziatische
muziekinstrumtenten.
Dick Dijs
IS HET bespelen van een gamelan
erg moeilijk?
„Technisch gezien niet. Je hebt al
leen maar te slaan. Want een game
lan bestaat uitsluitend uit slaginstru
menten. Je hoeft dus geen bepaalde
technieken te beheersen. Maar er
wordt veel geëist van de muzikaliteit
van de spelers. Er wordt alleen uit
het hoofd gespeeld. De kernmelodie
staat vast. Daaromheen moet dan veel
worden geïmproviseerd. Op een ga
melan wordt levende muziek ge
creëerd, muziek die spontaan ontstaat.
Elke keer als een bepaald stuk wordt
gespeeld, klinkt het weer anders. De
spelers moeten goed op elkaar letten,
elkaar opvangen en aanvullen."
Sinds de terugkeer van leermeester
Harjadi naar Berlijn heeft de heer
Heins de leiding in handen.
„Helaas, moet ik wel zeggen. Want
het bespelen van de drums is erg
moeilijk. Ik weet dat ik nog veel fou
ten maak, maar met elkaar beleven
we aan het muziek maken op de ga
melan veel plezier. Het is bijzonder
fascinerend om op deze manier deel te
kunnen hebben aan één aspect van
een geheel andere cultuur. Er bestaat
ook veel enthousiasme om mee te.
doen. Het is echt dringen, maar we
ER WORDT ENORM veel gepraat
over de luchtverontreiniging,
maar er gebeurt weinig of niets,
zegt men. Behalve dan in de VS
waar eind vorig jaar een federale
wet aangenomen werd die de minis
ter van Volksgezondheid machtigt,
voorschriften uit te vaardigen voor
het onschadelijk maken van uitlaat-
gasserf. Zulke voorschriften zijn in
middels al in enkele staten (New
York, Californië) van kracht gewor
den. Zij bepalen de maximumhoe-
veelheden koolmonoxyde en koolwa
terstof die in de uitlaatgassen van
motorrijtuigen mogen voorkomen.
Er is natuurlijk een overgangsperio
de vastgesteld, maar met ingang
van 1968 worden die maxima bin
dend voor alle motorvoertuigen in de
V.S. Voorts worden nauwkeurig om
schreven de methoden en maatrege
len waarvan de auto-industrie zich
moet bedienen om de schadelijke uit
laatgassen van haar produkten bin
nen de gestelde normen te houden.
IN DE BONDSREPUBLIEK wil
men nu ook spijkers met koppen
gaan slaan. Mevrouw Elisabeth
Schwarzhaupt, de vrouwelijke minis
ter van Volksgezondheid, heeft bij
haar collega van Verkeer en Water-
staat een concept-wetsvoorstel inge
diend om de luchtverontreiniging door
uitlaatgassen radicaal aan banden te
leggen. Dat voorstel is op het ogen
blik het onderwerp van ijverig inter
departementaal overleg. Daarbij
bleek dat de bestaande voorschriften
(met name paragraaf 47 van de wet
op het wegverkeer) onvoldoende zijn.
In die paragraaf staat alleen dat uit
laatgassen slechts in die mate on
schadelijk behoeven te zijn „als de
stand van de techniek toelaat."
Daarmee schiet men natuurlijk
niets op. Evenals in Amerika, zal ook
de industrie in Duitsland (en el
ders!) slechts bereid zijn, deugdelij
ke installaties te ontwikkelen onder
de druk van wettelijke voorschriften.
Hetzelfde geldt trouwens (ook in ons
land) voor de afgewerkte gassen, het
afvalwater e.d. dat de fabrieken in
vele branches zelf produceren. Ook
tegen die vormen van lucht- en wa
terverontreiniging zijn afdoende zui
veringsinstallaties mogelijk, maar
deze plegen dusdanig kostbaar te zijn
dat geen enkele fabrikant ze zal la
ten bouwen als hij daartoe niet wet
telijk verplicht wordt.
IN DUITSLAND bestaat sinds
kort een wet op de luchtvervuiling
door de industrie. Op grond daar
van is vorig jaar in het Ruhrge-
bied ingegrepen toen de luchtver-
Vervolg op pagina 23.
DE GAMELAN
SPEELT WEER
IN AMSTERDAM
Musicoloog drs. E.
Heins achter de ken
dang gending, groot
ste van de twee
drums. Drie jaar ge
leden nam hü het
initiatief om de fraaie
gamelan weer te gaan
bespelen. Nog altijd
leidt hü het ensemble.
ZONDER AANKONDIGING ver
traagt trombespeler Ernst Heins on
verwacht het hoge ritme. Met enkele
luide slagen op zijn kendang gending
en zijn kendang tsjiblon damt hij de
heftig bruisende klankenstroom in tot
een zacht zingende beek.
Bibliothecaresse Margreet Rodts uit
Amsterdam op haar saron demung, stu
dente musicologie H. Sanders uit Haar
lem op haar slentem en haar collega
Ed Tervooren uit Loenen op zijn tien
gongs tellende bonang panembung vol
gen met de andere elf gamelan-en
thousiasten op slag de onverwachte
vertraging. Nog even kabbelt de melo
die verder. De gongen klinkklanken
er zachtjes doorheen. Dan bevelen
enkele forse slagen op de grootste
drum het einde van de melodie. Zach
tjes vloeien de klanken de duistere
hal in.
De eerste helf van de repetitie-avond
is ten einde.
GAMELAN-LEIDER drs. Ernst
Heins (28), hoofd van de afdeling Eth-
nomusicologisch Archief van het Insti
tuut voor Muziekwetenschap van de
Universiteit van Amsterdam: „Zo bren
gen we wat kleur in het museum".
Drie jaar geleden is hij met het be
spelen van de fraaie, vermoedelijk uit
het vorstelijk paleis van Djokjakarta
afkomstige en ruim honderd jaar oude
gamelan begonnen.
„Ik vond het zonde dat deze mooie
instrumenten niet werden gebruikt. Tot
1955 waren zij door de groep van
Bernard IJzerdraat met succes be
speeld. Toen die voor goed naar Indo
nesië vertrok, viel de groep uiteen.
Acht jaar lang bleef de gamelan on-
bespeeld. Hij stond wel tentoongesteld.
En toen dacht ik: „Waarom gaan wij
er niet op verder?"
SINDS die gedachte bij de actieve
musicoloog Heins opkwam, viert een
vijftiental jongens en meisjes weke
lijks een echt muziekfestijn. In kleer
makerszit achter de sarons, de gongs,
de kenongs, de kendangs en de bo-
nangs, doen zij hun uiterste best een
goed stuk midden-Javaanse muziek ten
gehore te brengen.
„Ernst Heins: „In het begin zoch
ten wij hulp in de literatuur. Maar dat
bevredigde niet. Toen heb ik voor de
in Berlijn studerende Javaanse musi
coloog F. Harjadi een beurs aange
vraagd. Hij heeft ons de geheimen van
de gamelan bijgebracht. In een half
jaar tijd heeft hij ons heel aardig in
gewijd"
zijn aan een bepaald aantal spelers
gebonden."
MARGREET RODTS, bibliotheca
resse in het Tropeninstituut, net terug
van een verblijf van twee maanden in
India, speelt nu een week of tien in
het ensemble mee. „Ik vind het bij
zonder fascinerend en ik ben blij dat
ik op deze manier deel kan hebben
aan een brok cultuur uit een ander
deel van de wereld. De muziek is ge
weldig mooi."
STUDENTE H. SANDERS uit Haar
lem: „De klank van de gamelan boeit
me enorm. De melodie is zo wonder
lijk vreemd en zo geweldig mooi. Als
je zo goed geoefend hebt'dat je er van
kunt gaan houden, is het een wonder -
fijne ervaring daaraan mee te kun
nen doen".
ED TERVOOREN uit Loenen, in
Utrecht musicologie studerend, rijdt
wekelijks op een bejaarde motor van
Utrecht naar Amsterdam. Het bespe
len van de gamelan is voor hem voor
de helft liefhebberij en voor de andere
helft studie. „Ik wil later een gedeelte
van mijn tijd besteden aan muziekon-
derricht in psychiatrische inrichtingen.
Daarom maak ik nu een studie van
muziek die geschikt kan zijn voor
therapeutisch gebruik. Van de erva
ringen die ik hier opdoe heb ik mis
schien later profijt. Ik hoop er stimu
lansen uit te putten voor een beter
muziekonderricht aan geestelijk ge
stoorden".
De repetitie wordt voortgezet.
Omzichtig nemen de speelsters en
spelers hun plaatsen achter de instru
menten weer in. Zij stappen behoed
zaam langs- en beslist niet over de
instrumenten heen, „want je moet er
eerbied voor op kunnen brengen". Vol
overgave wordt er weer anderhalf uur
gemusiceerd.
„We willen het cursusjaar weer be
sluiten met een openbare repetitie",
zegt de heer Heins. „Verleden jaar
hebben we dat ook gedaan, niet om
eens te laten zien hoe goed we wel
zijn, maar om de mensen en vooral
de jongeren een indruk te geven van
een andere cultuur. Om te tonen dat
we niet zomaar wat doen, begeleidden
wij een Javaan bij een aantal dansen.
De Indonesische ambassadeur was ook
aanwezig. Hij was met de resultaten
bijzonder ingenomen".
OP HET BUREAU van de heer
Heins ligt een door Philips op de
markt gebrachte grammofoonplaat
met gamelanmuziek.
Zal zijn groep ooit eens met een
plaat uitkomen?
„Neen beslist niet. Wij hebben geen
enkele professionele ambities. Alleen
het plezier, muziek te maken is voor
ons voldoende. Al gaan we nog zo goed
spelen, we zullen nooit met een plaat
op de markt verschijnen".
In het museum staat ook een van
Bali afkomstige gamelan.
De heer Heins: „De instrumenten
zijn, zeg maar bijna dezelfde als onze
gamelan die dus van midden-Java
komt. Maar de stijl is volkomen an
ders. We kunnen de Balische gamelan
niet bespelen, omdat we niet weten
hoe het moet. Daarom zoek ik een Ba-
liër die ons onderricht zou kunnen ge
ven".
HEEFT HIJ nog andere wensen?
„Ja! De Indonesische ambassade
heeft kort geleden een heel mooie ga
melan gekregen. We hopen die ooit nog
eens te mogen bespelen".
De gamelan zingt weer door de mu
seumruimte. Met hun goed besnaard-
muzikaal gevoel bespelen deze jongens
en meisjes de antieke, Javaanse instru
menten. Het geeft een wat bizarre aan
blik: al die witgezichten achter de met
Aziatisch geduld verfraaide instrumen
ten. Dikke truien in plaats van kleur
rijke batiks, schoonheidsfoutjes, die
aan het wekelijks muziekgenot echter
niets af doen.