FILATELIE
Vrolijke
eier
dopjes
voor uw
paasdis
„Gifgasvrije" auto wordt werkelijkheid
ge
PA5EN
wcmcn
in m
Dammen
ZATERDAG 2 APRIL 1966
Erbij
23
i|WBWK£MER8EiO!:
Filar ski
m mi
m mm mm
Ut
m wm
iü m
B. Dukel
wm
\%m m
w> J§t Hf
Hit ;H|
mm. mm. mm. m
Wz zz
Mr. Ed. Spanjaard
WIE DITMAAL het traditionele
eierverven voor Pasen eens
wil afwisselen met het maken
van eierdopjes, vindt hier een aan
tal suggesties.
We hebben ons bepaald tot zeer
eenvoudige modellen, die een ieder
in een paar uurtjes kan maken en
waar alleen maar eenvoudige ma
terialen aan te pas komen. Het is
de bedoeling, dat deze eierdopjes
maar eenmaal of ten hoogste twee
maal dienst doen als een extra ver
siering voor de feestelijke eierdis.
Als we ze op deze manier gebrui
ken, kunnen we er elk jaar weer
een ander eigen-cachet aan geven
KOKERTJE io drieën.
rd>i eren.
Verf of
kni|34a|ï>
■Bodem
VA n
mcjfc Knikte
cirkel
Uittjo/d-uw de.
óir peof me-
plak-
bapl
mei"
gek Itu. relt
lilden
Koker.
J.C.
r/////////s/////////////////s///////s////s////////s//////s/////////s/////////////////t
OOSTENRIJK. Op 14 april zal een
postzegel van 1.50 s. (groenzwart) wor
den uitgegeven ter viering van het
tweehonderdjarig bestaan van het
Prater in Wenen. Op de zegel is het
reuzenrad dat in dit park staat, afge
beeld. Hij is ontworpen door Otto Zeil-
ler en gegraveerd door Alfred Nefe.
(Afbeelding).
HONGARIJE. Als propaganda voor
de bescherming van de natuur in Hon
garije is een serie van zes waarden
met afbeeldingen van bloemen in om
loop gebracht: 20, 30, 60 f 1.40, 1.50 en
3 ft. Er zijn 520.000 getande en 6500
ongetande series gedrukt.
ARGENTINIë. Ter gelegenheid van
de lancering van raketten van het Ar
gentijnse zuidpoolgebied af is een post
zegel van 27.50 pesos (blauw, zwart en
rood) verschenen. Op de zegel ziet men
een kaart van het Argentijnse antarc
tische gebied en een Centaur-raket.
MONACO. Het honderdjarig bestaan
van de stad Monte Carlo zal op 1 juni
worden herdacht door de uitgifte van
ieSöffli
een serie van negen waarden met ver
schillende voorstellingen: 0.12, 0.25,
0.30, 0.40, 0.60 (afbeelding), 0.70, 0.95,
1.30 en 5 fr.
FINLAND. Ter herinnering aan het
feit, dat honderd jaar geleden voor het
eerst postzegels in dit land verschenen
met waarde-aanduiding in Finse mar
ken zal een postzegel van 0.35 mk. wor
den uitgegeven. Afgebeeld is het inte
rieur van een oud postkantoor. De ze
gel zal verkrijgbaar zijn op de postze
geltentoonstelling „NORDIA", die van
11 tot 15 juni in Helsinki wordt gehou
den. De verkoopprijs bedraagt 0.35
mk. plus 1.25 mk. voor het toegangs
bewijs tot de expositie. De oplage be
draagt 250.000 exemplaren, waarvan
een deel is gereserveerd voor de bui
tenlandse verkoop.
GRIEKENLAND heeft een serie van
vier zegels het licht doen zien ter ge
legenheid van het 125-jarig bestaan van
de Nationale Bank van Griekenland.
De 1.50 dr. vertoont het portret van
Jean-Gabriel Eynard (1775-1863), één
van de oprichters, de 2.50 dr. dat van
Georg Stavros (1788-1869)de eerste
directeur, de 4 dr. het gebouw van
het hoofdkantoor te Athene en de 6 dr.
een bankbiljet van 25 dr. dat in 1867
door de Nationale Bank werd uitgege
ven.
VERENIGDE STATEN. Op 9 april
zal een postzegel van 5 cents verschij
nen als propaganda voor de bescher
ming van dieren. Op de zegel ziet men
een bastaardhond, eigendom van de
ontwerper van de zegel Norman Tod-
hunter.
MALEDIVEN. In de loop van april
zal een nieuwe serie frankeerzegels in
circulatie worden gebracht. Schelpen
zijn afgebeeld op een 2, 5, 10, 15, 30
en 50 larees, 1, 5 en 10 rupees en
bloemen op een 3, 720 larees, 1, 1.50
(afbeelding) en 2 rupees.
SAN MARINO. Met afbeeldingen
van landschappen is een serie van zes
zegels verschenen: 5, 10, 15, 40, 90 en
140 lire. Ook zijn drie expressezegels
uitgekomen in de waarden 75, 80 en
100 lire.
BHOETAN. Dieren uit Bhoetan ko
men voor op een uitgegeven serie van
zes stuks. De waarden zijn: 1, 2, 4,
8, 10 ch. en 1 nu.
RHODESIë heeft een nieuwe serie
frankeerzegels, lopende van 1 d. tot en
met 1 pond, het licht doen zien. De
zegels hebben dezelfde waarden en dra
gen dezelfde voorstellingen als de in
1964 uitgegeven serie van Zuid-Rhode-
sië.
SJARJAH. Ter herdenking van Sir
Winston Churchill (1874-1965) is een
h-W«sr> .-ii
serie van vier zegels verschenen: 2 af
beelding), 3, 4 en 5 rp. De zegels zijn
gedrukt op goudfolie. Ze tonen
Churchills portret met daarnaast ver
schillende voorstellingen. Een minia
tuurvelletje, getand en ongetand, is ook
uitgegeven.
KEUZE
Welk eindcontract wilt u met de onder
staande NZ-spellen het liefste spelen?
Vier schoppen, vier harten of drie Sansa-
tout? En had u dat favoriete contract met
uw bloedeigen partner ook inderdaad be
reikt?
B 4
9 V B 10 8 6
O 2
A 10 4 3 2
4 H V 10 9 6
9 H 3
O A V B 8
4 B 5
Zuid gever, OW kwetsbaar. Wanneer zuid
opent met één schoppen, is (bij passen van
OW) het normale begin een twee harten
bod bij noord. De zuidspeler kan dan ver
volgen met drie ruiten, waarop noord de
keuze staat: drie harten, drie schoppen of
drie Sansatout.
Zij die gewend zijn met open kaarten
te redeneren zeggen zeker, dat noord in
de tweede biedronde „natuurlijk" drie SA
moet zeggen. Toch is daar wel wat op
tegen: mocht zuid toevallig die klaver
boer niet hebben en komt de tegenpartij
(ongetwijfeld) met klaver uit, dan be
hoeft drie SA helemaal niét zo'n prettig
contract te zijn.
Beschouwen wij de NZ-spellen objec
tief, dan lijkt het of alles goed is. Het is
nauwelijks denkbaar, dat vier schoppen
of vier harten niet te winnen zouden zijn.
Helaas, bleek zowel het ene als het andere
contract een hele nare onderneming, want
dit waren de OW kaarten:
west 4 A8732 A9542 O 10 4 V8,
terwijl oost had 4 5 9 7 O H976543
4 H 976
Tijdens de onlangs gehouden wedstrijd
NederlandDenemarken, waren eerst
onze gasten in het Kurhaus te Schevenin-
gen over deze ellendige kaartverdeling
gestruikeld. Voigt (zuid) had het bieden
geopend met één schoppen OW pas
ten Hulgaard (noord) had twee harten
geantwoord zuid drie ruiten noord
drie schoppen zuid vier schoppen.
Bij de bestaande kaartverdeling was dat
vanzelfsprekend een hopeloze opgave,
hoewel zuid nog een kans kreeg door de
weinig geïnspireerde uitkomst met schop
pen twee door west (Rijke). Wanneer NZ
nu wat gelukkig manoeuvreren, zou het
maken van tien slagen niet onmogelijk
zijn geweest. Het einde: één down.
Toen daarna het spel op het demonstra
tietableau (bridgerama) verscheen, hoopte
het Nederlandse publiek uiteraard, dat
NZ (SlavenburgKreyns) het „goede"
contract van drie SA zouden bereiken.
Het publiek verwachtte dit ook min of
meer, want van favorieten wordt vereist
dat zij door de kaarten héén kijken en
dus tijdig weten hoe slecht (of hoe goed)
het spel wel zit.
Het scheelde ook weinig óf de heren
hadden drie SA bereikt. De reden waarom
het niet ging vernam ik pas later en
die is hogelijk interessant. Kreyns (zuid)
opende met één schoppenSlavenburg
(noord) vervolgde met twee harten
zuid drie ruiten. Tot zover dus nét als de
Denen! Op dit moment, vertelde Bob
Slavenburg mij later, had ik als noord
best drie SA willen bieden, maar ik kon
het niet! Waarom niet?
Zoals u weet. gaat dit paar binnenkort
naar de wereldkampioenschappen en daar
zij er tot nu toe met bieden maar zo'n
beetje op losgegoocheld hebben, achtten
zij zich met het oog op die wereldkam
pioenschappen verplicht „eens wat meer
aan theorie te gaan doen". Eén van de
afspraken nu was, dat als noord in een
dergelijke situatie drie Sansatout zegt, hij
een evenwichtig spel moet hebben. Dus
zeker geen twee vijfkaarten met een
singleton. Slavenburg vervolgde daarom
met drie harten, Kreyns maakte er vier
harten van en bij ruitenuitkomst (aas)
en schoppen na, ging dat zelfs drie down.
Nu rest dus nog slechts de vraag: wie was
méér schuldig, de theorie of de spelers?
nog een dam te hebben gehaald met stuk
16 kan zwart opgeven.
Indien zwart nu eens met de 7 e)
49-44 had gespeeld en de lijn 6-50 in
bezit had gehouden, dan zouden wij voor
wit geen winststelling kunnen opbouwen.
Wie gelukt het nu wel een winststelling
op te bouwen? Dus in de volgende stand.
Zwart: stuk op 2 5, dam 44. Wit: dam op
2, stukken op 16, 45, 48. Wit is aan zet.
Om het stuk op 25 tegen te houden,
moet de witdam op de lijn 2-35 blijven.
Een speelwijze: 1) 2-13 44-28. 2) 45-40 het
offer 25-30. 3) 13x35 28-23 remise.
Een zeer merkwaardige remise ont
staat in het partijspel na de 3de zet van
zwart: wit 13, 16, 34, 45, 48; zwart 25,
30, 35. Wit is aan zet. Het lijkt er op,
dat 13-8-3 gewonnen is, maar na 39-44
faalt 17 wegens 44-50. 17-6 25-30-34.
Er is nog een mogelijkheid naar remise
te zoeken voor zwart vanuit de diagram
stand „zes om zes". Na 1) 17-11 rijst de
vraag: is 35-40 beter?
Voor de eerste kundige winststelling en
spelgang die door een lezer wordt aan
getoond loven wij het nieuwe damboek
„Parel van het Damspel" uit.
In de partij M. L. VosH. Laros aan
het eerste bord kwam de volgende stand
voor.
moooooo^xwxxx»^^^xxxxj^^^^ooco^>.
Wit: Donner. Zwart: Rellstab.
Aangenomen damegambiet.
1) d2-d4 d7-d5. 2) c2-c4 d5xc4. 3) Pgl-f3
Pg8-f6. 4) e2-e3 e7-e6. 5) Rflxc4 c7-c5.
6) 0-0 Pb8-c6. 7) Ddl-e2 Rf8-e7. In com
binatie met zwarts vorige zet minder
goed, omdat zwart een belangrijk tempo
verliest. Beter 7) a6. 8) d4xc5 Re7xc5.
Dat wit nu, behalve de voorzet, nog een
tempo erbij heeft verkregen, zien we het
gemakkelijkst na 9) Pc3. De stelling is dan
symmetrisch, doch met twee tempi voor
wit méér (0-0 en De2). Iets dergelijks kan
in een vrij open stelling als de onderha
vige reeds doorslaggevend worden. 9)
a2-a3 0-0. 10) b2-b4 Rc5-d6. 11) Rcl-b2
Dd8-c7. 12) Pbl-d2 Pf6-g4. 13) h2-h3 Pgl-
e5. 14) Tal-cl Wit trekt zich niets
aan van het loperpaar; afruil op c4 zou
zijn ontwikkelingsvoorsprong nog ver
groten. 14) Pe5xf3|\ 15) Pd2xf3 Dc7-
e7. Er dreigde reeds b4-b5, daar de dame
in de schootslijn van Tel stond 16) Tfl-
dl a7-a5. Weer geen gelukkige gedachte,
daar het paard weer naar zijn stal terug
moet. Het is echter moeilijk een bevredi
gend plan te vinden. 17) b4-b5 Pc6-b8.
18) De2-d3 Tf8-d8.
RELLSTAB
JOOOOOOOOOOOOOOOOCCXXXMOOCXTaJutiOCOOOOOOOOOOOOC^
Zwart: 7, 15, 18, 19, 24, 25, 26.
Wit: 16, 34, 35, 36, 39, 43, 45.
Laros (met zwart aan zet) speculeerde
met 15-20 op een zetje, hetgeen in tijd
nood wel eens succes geeft. Na 15-20 ver
volgde wit met 43-38 en zwart won na
26-31, 18-22, 19-23 24x44.
Toch is de speculatieve zet 15-20 niet
sterk. Als sterkste zet moet 18-22, waar
na wit het zeer moeilijk krijgt. 39-33 19-
23. 43-38 22-27, met gewonnen spel voor
zwart.
De DCY-er H. Swier (met wit) won
van Geurtsen in de volgende stand.
Zwart: 3, 8, 11, 15, 17, 16, 18, 24, 25. Wit:
27, 28, 31, 32, 33, 34, 36, 39, 44. Zwart:
17-21? Wit: 33-29. 24x22. 31-26 22x31
26x6.
Oplossing probleem Jan Dallinga in de
rubriek van 5 maart.
Zwart: 13, 14, 17, 18, 22, 25, 36. Wit:
24,27, 35, 41, 42, 44, 45. Wit: 24-19 36x38.
19x8 22x31. 35-30, 45-40, 44-40 en 8-3.
De heren Overbeeke, Schol en Lang
broek hebben het probleem goed opge
lost; de heer R. C. Smit te Haarlem deed
het fout.
Tot slot een probleem uit de wedstrijd
van Damvreugde.
OOOOOOOOOOOODOOnóooCXDOOOOOrriooOOOOf^^OCOa^^^OCOOOOC
Zwart: 13, 12, 24, 26, 28, 34.
Wit: 22, 33, 36, 37. 44. 47, 48.
Wit speelt en wint.
In de wedstrijd Utrechts Damgenoot-
schapDCY voor een plaats in de top
klasse van de K.N.D.B. kwam het volgend
boeiend eindspel voor.
DES (UDG)
JOOOOOO<^^^OOOOOC^^^pOOOCX^^pOOOCXX3COC LO^ jocx> ooooo
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredakteur:
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui-
den.
DONNER (aan zet)
Zwart dreigt Rh2f Td3:, dat ziet, ge
lijk het in schakers jargon hee», een kind.
Donner vervolgde nu met 19) Dd3-c3
Sterk genoeg, maar er was nog veel beter.
Ziet gij het, lezer? De „sleutelzet" was
19) Ra2! geweest. De zojuist aangegeven
damewinst was dan taboe geweest, wegens
19) Rh2f? 20) Kb2: Td3:. 21) Tc8:f
en wint. En het merkwaardige is dat
zwart na 19) Ra2 geen enkele redelijke
zet meer heeft. Er dreigt dan zowel slaan
op d6 als op c8. Zwart kan zich daartegen
op geen enkele wijze verdedigen. Zie bij
voorbeeld 19) Rc7. 20) Tc7: Td3:.
21) Tc8:f enz. Steeds wreekt zich het on
gedekt staan van Rc8, veroorzaakt door
zwarts achterstand in ontwikkeling. Na
de oppervlakkige tekstzet gaat/de strijd
verder. 19) f7-f6. 20) Pf3-d4 Kg8-h8.
21) Rc4-a2 Rc8-d7. 22) Dc3-c4 e6-e5. 23)
Pd4-e6 Td8-e8. 24) a3-a4 Inleiding
van het komende paardoffer. Wit heeft
de tijd, daar afruil op e6 faalt op mat op
de onderste lijn. 24) b7-b6. Misschien
om Ta8 via de zevende lijn in het spel te
brengen. Zwart heeft geen mogelijkheid,
zijn paard te ontwikkelen.
25) Pe6xg7!? Een dubieus offer;
Wit had slechts gerekend met 25)
Kg7:. 26) Td6:! Dd6:. 27) Df7? Kh8. 29)
Ra3 (verklaart wits 24ste zet) met di
recte winst.
25) De7xg7. 26) Tdlxdö Rd7xh3.
Plotseling heeft zwart de pion terugge
wonnen, tegenaanval verkregen en boven
dien een ontwikkelingsveld voor zijn
paard. Vele witspelers zouden door een
dergelijke teleurstelling uit hun even
wicht zijn geraakt; niet aldus Donner, in
wie nu eindelijk de grootmeester ont
waakt.
27) Dc4-d5 Pb8-d7. 28) Kgl-fl Rh3-g4.
Om de nu volgende verzwakking van
veld g3 uit te lokken. 29) f2-f3 Rg4-f5.
30) e3-e4 Td8-g8. Merkwaardig zoals
zwart eensklaps tegenspel verkreeg. 31)
Dd5-d2 Rf5-h3. De zwarte actie begint er
zelfs gevaarlijk uit te zien. 32) Tcl-c2
Wit haast zich niet met slaan op g8.
32) Pd7-c5. 33) Rb2-a3 Dg7-g3.
Dreigt Df3:f. 34) Dd2-f2 Dg3-h2. 35)
Ra2xg8 Eerst op dit moment, nu de
toren zich langs de g-Iijn kan gaan red
den, grijpt wit de kwaliteit. 35)
Ta8xg8. Wit moet, ondanks zijn materiële
voorsprong, nog geducht oppassen. Voor
al Tg2: ziet er zeer gevaarlijk uit.
RELLSTAB
D0000000000000000cx>xj000tx500000000000000000000
OOOOXXXXIOOOOOOOOGOGCXXXXMOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO^OOPOOOC
DUKEL (DCY)
Zwart: 7, 8, 24, 25, 28, 35.
Wit: 16, 17, 34, 38, 39, 45.
Wit aan zet heeft belangrijk voordeel.
In de partij verloor zwart dit spel na een
fout te hebben gemaakt. Is dit eindspel
voor wit te winnen?
Het spelverloop in de partij: 1) 17-11
28-32. 2) 11x13 32x43. 3) 39x48 24-30. 4)
34-29 30-34. 5) 29x40 35x44. 6) 13-8 44-49.
7) 8-2 49-35? Nu is zwart na 8) 2-11 ver
loren. Wit beheerst de lijn 6-50 en na
DONNER, DE ONVERSCHILLIGE
GROOTMEESTER
In de tweede ronde van de lar.denwed-
strijd Nederland—Duitsland, moest de
captain Darga der gasten wegens beroeps
bezigheden verstek laten gaan. Voor hem
viel de veteraan Rellstab die vele jaren
in Nederland woonde in. Rellstab is een
ervaren toernooirot, doch lang niet van de
klasse van Donner, die hij te bestrijden
kreeg. Nu is dit verschil in sterkte juist
bij Donner een gevaarlijke zaak en wel....
voor Donner, die soms gebrek heeft aan
zelfdiscipline en zijn taak tegen een no
toir zwakkere vaak wat al te luchthartig
opneemt.
Zo ook in de onderhavige partij. Rell
stab speelt de opening zwak en staat reeds
na 18 zetten glad verloren. Als Donner de
toen ontstane stelling even nauwkeurig
had bekeken, zou hij direct een einde aan
de strijd hebben kunnen maken, maar hij
vervolgt met de meest voor de hand lig
gende zet, op zichzelf goed genoeg, maar
toch zodanig dat Rellstab nog kan spelen
In de volgende fase wil Donner zijn voor
deel te snel uitbuiten; hij brengt een du
bieus paardoffer, waardoor Rellstab zo
waar nog aanvalskansen krijgt, kansen
welke tegen een mindere speler wellicht
nog succes zouden hebben gehad. Pas dan
ontwaakt in onze Jan Hein de grootmees
ter; hij gaat er eens even voor zitten, or
ganiseert de verdediging en maakt aan
alle zwarte illusies een einde.
DONNER (aan zet)
36) Ra3xc5! Met de volgende,
geenszins voor de hand liggende pointe:
36) Tg2:. 37) Dg2: Dhlf. (37)
Rg2:f. 38) Tg2: wint direct, daar Td8 mat
dreigt). 38) Rgl! en zwart heeft ineens
niets meer. Vandaar: 36) b6xc5. 37)
Tc2-d2! Koelbloedig gespeeld. Met
de tekstzet wordt veld d8 gedekt, waar
door na 37) Tg2:. 38) Td8f het af
trekschaak 38) Tg8f. 39) Kei niets
uithaalt. Voorts speelt wit na 37)
Rg2:f rustig 38) Kei. 37) c5-c4. 38)
Td6-d8 Niet 38) gh3: wegens 38)
Rh3xg2t. 39) Kfl-el! En niet 39)
Dg2: Dg2:f. 40) Tg2: Td8: Voorts zou
zwart na 39) Ke2 Rf3:t misschien nog op
eeuwig schaak kunnen hopen. 39)
Dh2-hlf. 40) Kel-e2 Tg8xd8. 41) Td2xd8*
Kh8-g7. 42) Td8-dl Rg2xf3t. Na een
damezet wp>-° 43i T«*1 cmvrOTi 23) Df2x
f3 en zwart gaf
Donner heeft /ün noncha
lance onnodige nv .-n de hals
gehaald, doch deze glansrijk
overwonnen.
BIJ MODEL A zijn we uitgegaan
van een smal kokertje, b.v. een toi
letpapierrolletje, dat we in drieën ver
delen. Dit laatste doen we het best
met behulp van een fijn zaagje of met
een niet te grove broodzaag. Als de
randjes wat rafelig worden, werken
we ze bij op een stukje fijn schuurpa-
peir. Uit twee rolletjes maken we op
deze manier al 6 eierdopjes, het kost
ons dus geen moeite om er 12 of meer
te maken. Het is nu zaak deze dopjes
te versieren. Dat kan op verschillende
manieren.
WE KUNNEN er b.v. met water
verf (plakkaatverf) eenvoudige figuur
tjes op aanbrengen. Deze behoeven
vooral niet precies te worden afge
werkt. Wel zal het gebruik van ver
schillende kleurtjes het op deze kleine
vlakjes heel goed doen. Behalve plak
kaatverf is kleurkrijt (waskrijt, pastel
o.d.) ook heel goed te gebruiken. Als
we bang zijn dat de kleuren afgeven
dienen we de dopjes te vernissen.
Blanke spiritusvemis (drogist) is het
gemakkelijkst te gebruiken. Ook fixa-
tief, dat we bij het tekenen met pastel
krijt of houtskool toepassen, is een
goed hulpmiddel.
„DEZELFDE kokerdeeltjes kunnen
voorzien worden van een bodempje,
„schoteltje" of onderzetrandje. Daar
toe trekken we op karton (oude doos
b.v.) een cirkel. We kunnen hiervoor
natuurlijk een passer gebruiken, maar
de omtrek van een schoteltje voldoet
ook uitstekend. Binnen in de cirkel
trekken we daarna 't kokertje om, zo
dat we 2 concentrische cirkels hebben.
De binnenste cirkel knippen we nu iets
kleiner uit en knippen daarna vanuit
het midden puntjes. Deze puntjes vou
wen we omhoog en duwen ze zover
uiteen, dat het kokertje er precies in
past zodat we dit daarna in het scho
teltje vastplakken kunnen. De opstaan
de puntjes verven we met de versie
ring mee. (tekening C.).
EEN GEHEEL andere manier om
ardige eierdopjes te maken is het op
rollen en uitdrukken van serpentines.
Deze rolletjes moeten geheel afgewik
keld worden, want zoals we ze kopen
hebben ze een gat in het midden en
dat kunnen we niet gebruiken. Vooral
goed stijf oprollen; als het papier
mocht breken is er geen enkel be
zwaar om de eindjes weer aan elkaar
te plakken.
Ook het gebruik van rolletjes van
verschillende-kleur-door-elkaar is geen
bezwaar, het maakt de werkstukjes
alleen maar aardiger.
Als de plakken stijf gerold zijn (on
geveer 6 tot 7 cm middellijn), dan
drukken we ze uit tot de gewenste
vorm. Is deze eenmaal verkregen, dan
vernissen we het dopje met spiritus
vemis of (dat is beter) met waterglas
(drogist!). (Tek. D.).
Tekening E laat een soortgelijk dop
je zien, maar nu opgebouwd uit twee
uitgedrukte plakken. Allerlei variaties
zijn op deze wijze mogelijk, zelfs het
maken van gehele eierschaaltjes
ro I i&ri
Pifvief qa-wikkt-ld om
maar daarvoor zijn wel grote plakken
nodig (geduldwerkje!)
De kokertjes zijn ook te versieren
met aangeplakte lussen van gekleurd
papier (Glacépapier, papier van ge
kleurde tijdschriften, gekleurd vloei
papier, zilver- of goudstroken enz.)
(Tekening F).
Tesnlotte geven we in tekening G.
nog een manier om dopjes te maken,
die echter wat moeilijker is. Daarvoor
gebruiken we ook kokertjes (toiletrol
letjes), maar nu gaan we dun pitriet
stijf om het rolletje winden, daarbij
voortdurend na elke „toer" het rolle
tje met lijm insmerend. Het rolletje
wordt op deze wijze bekleed met een
pitrietmantel. Als de lijm zeer goed
houdt (b.v. een kitlijm) is het zelfs
mogelijk om later het kartonnetje uit
de pitrietbekleding te verwijderen
(wegsnijden en knippen) maar eenvou
dig is dat niet.
Vervolg van pagina 13.
ontreiniging aldaar op een bepaald
moment de grenzen van het wet-
telijk-toelaatbare maximum had
overschreden. Alle motorisch ver
keer in het Ruhrgebied is toen eni
ge tijd stilgelegd tot de lucht „zich
zelf weer gereinigd had".
Het nieuwe wetsvoorstel gaat
echter veel verder. Als het wordt
aangenomen, dan zullen met in-
gang van 1 januari alle motorrijtui
gen in de Bondsrepubliek voorzien
moeten zijn van een installatie die
de uitlaatgassen vrij maakt van
giftige bestanddelen.
De Duitse auto-industrie is daar
op voorbereid. Zowel de Volkswa
genfabriek als het Daimler-Benz-
concern beweren dat zij dergelijke
installaties klaar hebben liggen en
desgewenst direct met de inbouw in
al hun auto's kunnen beginnen. Na
tuurlijk hebben ook de andere
auto-industrieën met het oog op
hun exportmarkt in Duitsland niet
stilgezeten en zo kan de lang
verbeide „gifgasvrije" auto dan
eindelijk werkelijkheid worden
dank zij de energieke aanpak van
de wetgevers in Amerika en West-
Duitsland!
EN WAT DOET de wetgever in
Nederland? Wij hebben een 'vol
komen ontoereikende) Hinderwet
en er zijn allerlei studiecommis
sies maar in feite mag iedereen
hier nog altijd ongestraft evenveel
„kankergas" en „longvergift" pro
duceren als hem goeddunkt
maar daarvoor zijn wij dan ook
een vry volk