Kinderkrant Rieneke PANDA EN DE WEGDOENER POLLE, PELLI EN PINGO ®)alt T)Tsntv 'S "pgZwitserse JzniZe I z RAMMETJE FOK 5 M i is kinder- spe De bal van Waar woont Anneke? 7 Ons vervolgverhaal ïs. VRIJDAG 2 9 APRIL 1966 17 DOOR AGATHA CHRISTIE DAVY JONES komt maandag weer GOUDEN VERTELLINGEN j KUDWSÜIl 4 (L- NEDEN moord r 72 „Die reden was Honoria Waynflete,' zei Bridget, „Zet het toch uit je hoofd. Gordon, dat de Voorzienigheid Tommy Pierce het raam uitduwde, en evenzo handelde met al die an deren. Het was Honoria." Lord Whitfield schudde het hoofd. „Het komt mij allemaal volkomen ongelofelijk voor!" zei hij. Battle merkte op: „U zegt dat u vanmorgen een telefonische bood schap hebt ontvangen?" „Ja omstreeks twaalf uur. Ik kreeg het verzoek dadelijk naar het bos van Shaw te komen, daar jij, Bridget, mij iets te zeggen had. Ik moest niet per auto komen, maar erheen lopen." Battle knikte. „Precies. Dat zou dan de finale zijn geweest. Juffrouw Conway zou gevonden zijn met afgesneden keel, met uw mes naast zich, waarop uw vingerafdrukken stonden! En u zou op die tijd in die buurt zijn gezien. U zou geen schijn van kans hebben gehad. Iedere jury ter wereld zou u schuldig hebben verklaard." „Mij?" zei Lord Whitfield ver schrikt en uit het veld geslagen. „Zou iedereen geloven dat ik zo iets had gedaan?" Bridget zei zacht: „Ik niet, Gor don. Ik heb het nooit geloofd." Lord Whitfield keek haar koel aan en zei toen stijfjes: „Gezien mijn reputatie en mijn po sitie in het graafschap, geloof ik niet dat iemand ook maar een ogenblik in zo'n monsterachtige beschuldiging zou hebben geloofd!" Vol waardigheid schreed hij de kamer uit, en deed de deur achter zich dicht. Luke zei: „Hij zal nooit beseffen dat hij echt in gevaar verkeerd heeft!" Hij vervolgde: „Kom, Bridget, ver tel mij hoe je ertoe gekomen bent dat mens Waynflete te verdenken." Bridget legde het hem uit. „Dat was toen jij me vertelde dat Gordon de moordenaar was. Dat kon ik niet geloven! Zie je, ik kende hem zo goed. Ik was twee jaar lang zijn secretaresse geweest! Ik kende hem door en door! Ik wist dat hij onno dig gewichtig deed, en kleinzielig was en helemaal in zich zelf op ging, maar ik wist ook dat hij een vriendelijk mens was en bijna be spottelijk teerhartig. Het deed hem zelfs leed een wesp dood te slaan. Dat verhaal dat hij juffrouw Wayn- fletes kanarie had doodgemaakt dat klopte helemaal niet. Dat kón hij gewoon niet gedaan hebben. Hij heeft mij een keer verteld dat hij de ver loving verbroken had. En toen hield jij maar vol dat het net omgekeerd was. Nou, dat had misschien waar kunnen zijn! Misschien had zijn trots hem niet kunnen doen toegeven dat zij hem had laten lopen. Maar dat verhaal van die kanarie! Dat was gewoon niets voor Gordon! Hij ging zelfs nooit op jacht omdat het hem onpasselijk maakte dieren te zien doden. Dus wist ik eenvoudig dat dit ge deelte van het verhaal onwaar was. Maar als dat zo was, dan moest juffrouw Waynflete gelogen hebben. En als je erover nadacht, dan was het toch echt een heel rare leugen! En plotseling vroeg ik mij af of zij soms nog meer leugens had verteld. Zij was een zeer trotse vrouw dat kon je wel zien. Dat ze de bons had gekregen moet haar wel vrese lijk hebben gekwest. Dat zou haar waarschijnlijk zeer boos en wraak zuchtig hebben gemaakt ten opzich te van Lord Whitfield vooral, meende ik, toen hij later weer kwam opdagen als een rijk man, die veel succes had gehad in de wereld. Ja, zij zou het waarschijnlijk fijn vinden hem voor een misdaad te laten op draaien. En toen was het alsof een onbestemde gedachte in mijn hoofd ronddraaide: Stel je nu eens voor dat alles wat zij zegt gelogen is en plotseling zag ik in hoe gemakke lijk een vrouw als zij een man voor de gek kon houden! En ik dacht: Het is fantastisch, maar stel je nu eens voor dat zij al die mensen ver moord heeft, en Gordon heeft wijsge maakt dat het een soort goddelijke vergelding was! Het zou heel gemak kelijk voor haar zijn hem dat te doen geloven. Zoals ik je al een keer verteld heb, gelooft Gordon alles! En ik stelde me de vraag: Zou zij al die moorden begaan kunnen hebben? En toen zag ik dat dit best moge lijk was! Zij kon een dronken man wel een zetje geven en een jon gen uit het raam duwen, en Amy Gibbs was in haar huis gestorven. Wat mevrouw Horton betreft, dat kon ook Honoria Waynflete ging altijd bij haar op ziekenbezoek. Dok ter Humbleby was een moeilijker geval. Ik wist toen niet dat Wonky Pooh een lelijk zwerend oor had, en dat zij het verband dat zij om Hum- bleby's hand deed besmet had. Met juffrouw Pinkerton was het nog moeilijker, want ik kon mij juffrouw Waynflete niet voorstellen verkleed als chauffeur aan het stuur van een Rolls. Maar plotseling zag ik in dat dit het gemakkelijkste geval was van al lemaal! Het was gewoon een duw van achteren wat zo gemakkelijk gaat in een menigte. De auto stopte niet, en weer zag zij een mooie kans: zij vertelde een andere vrouw dat zij het nummer van de auto had gezien, en zij gaf het nummer op van Lord Whitfields Rolls. Natuurlijk speelde dit allemaal heel verward door mijn hoofd. Maar als Gordon de moorden beslist niet had begaan en ik wist, ja, ik wist dat hij dit niet had gedaan nou, wie dan wel? Het antwoord scheen voor de hand te liggen. Iemand die Gordon haat! En wie haat Gordon? Honoria Waynflete natuurlijk. Maar toen herinnerde ik mij dat juffrouw Pinkerton bepaald had ge sproken van een man als de moor denaar. Daarmee was mijn hele mooie theorie van de baan, aange zien juffrouw Pinkerton immers werd vermoord omdat zij kennelijk de juiste op het oog hadDus heb ik jou juffrouw Pinkertons woorden precies laten herhalen, en toen ont dekte ik al gauw dat zij niet één maal werkelijk „man" had gezegd. Toen had ik het gevoel dat ik beslist op het juiste spoor was! Ik besloot juffrouw Waynfletes uitnodiging om bij haar te logeren aan te nemen met de bedoeling achter de waarheid te komen." (Wordt vervolgd.) Ben je wel eens in een dieren tuin of een circus geweest? Dan heb je vast wel de baby-olifant gezien. Je zult het niet zeggen, maar op de acht stukjes die je hierboven ziet, staat een olifant je! Jullie zijn handig, dus knip alle stukjes uit en rangschik ze. Als je klaar bent zie je op de grote tekening, hoe de kleur plaat eruit ziet. Ja, want we gaan er een kleurplaat van maken. Je plakt de tekening op een vel papier uit je schetsboek. En dan aan de slag. Je hebt ze ker wel gezien dat er op de kop van de olifant een muisje zit. En die twee maken grapjes met elkaar! Wil Anneke Vos die het ver haaltje „Er was eens een hondje" schreef, ons even haar adres bekendmaken? „Mama, mamS!" „Wat is er Rieneke?" „Ik heb niets te doen, mam". „Ga dan wat lezen". „Daar heb ik helemaal geen zin in". „Hier heb je een bal, ga daar maar wat mee spelen! Ik kom straks even kijken". „Ik gooi zó over de straat heen", zegt ze als haar moeder komt kijken. En dan.komt de bal onder een auto! Ze kan hem er niet onder uit halen. Haar moeder helpt haar. Hoepla, daar heeft ze hem. „Ik kan ook hóóg gooien". En ze pro beert het. De bal komt heel hoog en ze doet het nog eens. De bal komt nu veel hoger! „Oh! Daar komt een vogel en hij pakt de bal! Nu is zij haar mooie bal kwijt. „Je krijgt wel een nieuwe' zegt moeder. O, wat heeft ze een verdriet. Maar dat was gauw over, want 's avonds ging het heel hard waaien en de bal viel uit het nest van de vogel. O, wat is ze nu weer gelukkig! Agnes v. Veen (11 jaar), Hedastraat 3, Haarlem. Advertentie 1. Op een goede dag trof Panda zijn bediende in een bezorgde houding voor de brandkast aan. „Is er iets akeligs ,Jolliepop?" vroeg hij. „Inderdaad, mijnheer Panda", zei de knecht op sombere toon. „De toestand is ernstig.' Ik moet ons er op wijzen, dat de schat die wij eens van de koning hebben gekregen op raakt. De laatste loonronde voor Bedienend Personeel en de kos ten om onze woning in een gepaste staat te houden, veroorzaken lanzamerhand een ernstige inschrompe- ling van ons kapitaal!" „Tjonge, wat vervelend", zei Panda. „Misschien kan ik een baantje gaan zoeken om wat bij te verdienen lijkt je dat niet het beste?" „Maar meneer Panda!" riep de bediende afkeurend uit. „In onze stand zoeken wij geen baantjes! Hoogstens gaan wij een zakelijke verbintenis aan met een in en in keurig persoon. Iemand die ons geld op bekwame wij ze weet te beleggen en te vermenigvuldigen! Iemand met een neus voor geld, kortom!" Op dat moment na derde een eigenaardige stoet wagens het huis en de bestuurder van het voorste voertuig trapte getroffen op de rem. „Ik ruik geld!" mompelde hij. „Kapitaal, in terest, munten! Goede, gouden munten en waardevol papier van goede kwaliteit! Ha!" wen ebbên ook, N\er zoveeu HCHT NODIG IN DE KAMER WE PASSEN NIET IN 6EN MODERN HUIS - KOMWE MAKEN HET WEER OUDERWETS NEEN, DAN MOETJE OOK AtlES SCHOON houden! COPENHAGEN ZO,NUISAU€SWEêR 8U HETOUDE BB IK SIA DAT GROTE PAAMSTU^ VOORDAT DE 6I66ET1ÊS INKOMEN 1 HA, HET IS TOCH VAN PLASTIC! NACHT MOED NIET ZAKKEN E' KOMEN PAAR LICHT HET NIET VAN WOUD HET VAN EEN VROEGE OCHTEHD WEKT EEN LUID GEROEP DE BEWONERS IN HET HUIS IN DB 0COM WE ZULLEN WACHTEN TOT HET UALUOo Distributed by Kinf Features FUN BAT ZE WEEK THUIS ZUN MAAI 1/IK HEB ALT'JD AL EEN DOCHTER GEWILD, DIE IK KON KLEDEN EN NU ROBERTA MAAKT HAAK ENTREE TRANEN VAN VREUGDE OOOH LAAT ZE MAAK BAB. BELEN. DAN HELP IK OE IN SCHONE KLE eew. i1— IK HERKEN MEZELF WANNEER ROBERTA DE KAMER VAN HET BOOMHUIS BINNENKOMT. DIE DARDN MISSCHIEN IN DE KOFFER KUNNEN LATEN.. SCHATTIG V LIEVELING 1M0 a«y P World KuhU W—V ggVOCG T 510. Het verhaal van Bram had toch wel enige indruk op Karo gemaakt. Hij begreep nu, dat hij vroeger streng ge straft zou zijn als hij visjes had opgegeten. Dat Bram hem niet strafte, was een reden tot dankbaarheid. En ook een reden om voortaan zoiets niet meer te doen. „Ik heb er spijt van, Bram," mompelde hij. „Al goed, al goed," zei Bram blij, „we spreken er verder niet over. Het is te warm om ons ergens boos over te ma ken." Het was niet alleen te warm om boos te zijn, maar ook om in de benauwde kooien te gaan slapen. Zelfs de avond bracht nauwelijks verkoeling en Bram spreidde zijn bed dan ook op het dek, waar hij spoedig diep in slaap raakte. Het ophalen van herinneringen had al lerlei gedachten bij hem opgeroepen. Zelfs in zijn slaap herhaalde hij de woorden, welke hij die middag had gebruikt. „Tjonge, als zo'n teertouwtje eens pra ten kon... dat zou ik leuk vinden..." Er versprong een ster. En je wéét, dat je dan een wens mag doen!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 17