moor
DE STERRENHEMEL IN ME11966
c?
X
i .vm
Charles en Charlotte
NEDERLAND WORDT TE DUUR
POLLE, PELLI EN PINGO
I
KRAMMETJE FOK
h
jr
TONEEL
Gouden jubileum
Bob Scholte
A.O.W. voor paarden?
PANDA EN DE MEESTER
D
E
Ons vervolgverhaal
SS?»
D
T
MAANDAG 2 MEI 1966
13
DOOR AGATHA CHRISTIE
vcrawcmaNv
POOLSTER
Ons
nieuw vervolgverhaal
Britse touroperatorwaarschuwt:
(Van onze correspondent)
DEN HAAG. Voor de zon en
warmte behoef je niet naar Neder
land te gaan. Ook niet omdat het zo'n
goedkoop land zou zijn, want dat is
het niet meer. De grootste verkoop
kracht van Nederland als toeristen-
land is de vriendelijkheid van de men
sen. Aldus de 54-jarige Engelsman J.
Nieman, directeur van Friendship
Tours Ltddie gisteren een dag in
ons land was, omdat zijn reisbureau
de 200.000ste Brit via het vliegveld
Zestienhoven Nederland binnenlood
ste.
Remco Campert
omdat lome zo vaak uef zun, heb ik voor. i
Sam Leff
ILLIAiii
iim Ei
73
„Zonder een woord tegen mij te
zeggen?", vroeg Luke op boze toon.
„Maar, lieveling, jij was er zo ze
ker van en dat was ik bij lange
na niet! Het was allemaal zo vaag
en twijfelachtig. Maar ik heb er
geen seconde aan gedacht dat ik in
gevaar verkeerde. Ik dacht dat ik tijd
in overvloed had
Zij huiverde.
„O, Luke, het was afschuwelijk.
Haar ogenEn dat vreselijk, be
schaafde onmenselijke lachje
Luke zei, met een lichte huivering:
„Ik zal nooit vergeten dat ik maar
net op tijd kwam."
Hij wendde zich tot Battle. „Hoe is
het nu met haar?"
„Stapelgek", zei Battle. „Dat gaat
zo, weet u. Zij kunnen niet tegen de
schok, als zij ineens bemerken dat
zij niet zo slim zijn geweest als zij
dachten."
Luke zei spijtig: „Nou ik ben ook
een politieman van het jaar nul! Ik
heb Honoria Waynflete geen mo
ment verdacht. Dat zou u beter heb
ben gedaan, Battle."
„Misschien wel, meneer, mis
schien ook niet. U weet nog wel wat
ik gezegd heb, namelijk dat niets on
mogelijk is bij een misdaad. Ik heb
ook een ongetrouwde dame ge
noemd, geloof ik."
„U hebt ook een aartsbisschop en
een schoolmeisje genoemd! Moet ik
daaruit afleiden dat u al die mensen
als mogelijke misdadigers be
schouwt?"
Battles glimlach verbreede zich tot
een grijns.
„Iedereen kan een misdadiger zijn,
meneer, dat wou ik maar zeggen."
„Behalve Gordon", zei Bridget,
„Luke, laten wij hem even gaan op
zoeken."
Zij vonden Lord Whitfield in zijn
studeerkamer, druk bezig met het
maken van aantekeningen.
„Gordon", zei Bridget met een be
deesd stemmetje", „nu je het alle
maal weet, wil je het ons nu alsje
blieft vergeven?"
Lord Whitfield keek haar minzaam
aan.
„Zeker, lieve kind, zeker. Ik besef
de waarheid nu. Ik had het druk. Ik
heb je verwaarloosd. De kern van
de zaak is, zoals Kipling het zo wijs
gerig zegt: „Hij die alleen reist, reist
het snelst." Mijn levenspad is een
zaam." Hij zette zijn borst vooruit.
„Ik draag een grote verantwoorde
lijkheid. Die moet ik alleen dragen.
Voor mij is geen kameraadschap
weggelegd mijn last wordt niet
verlicht ik moet alleen door het
leven gaan tot ik neerzijg aan de
kant van de weg."
Bridget zei: „Beste Gordon! Je
bent toch echt lief!"
Lord Whitfield fronste de wenk
brauwen.
„Het gaat er niet om lief te zijn.
Laten wij al deze onzin vergeten. Ik
heb het druk."
„Dat weet ik."
„Ik ben bezig maatregelen te tref
fen voor een artikelenreeks die direct
zal beginnen: „Misdaden begaan
door Vrouwen door de Eeuwen Heen.'
Bridget keek hem vol bewondering
aan.
„Gordon, dat vind ik een pracht
idee."
Lord Whitfield zette zijn borst nog
hoger op.
„Laat mij nu dus alsjeblieft met
rust. Ik wens niet gestoord te wor
den. Ik heb heel wat te doen."
Luke en Bridget liepen op hun te
nen de kamer uit.
„Maar hij is echt lief", zei Brid
get.
„Bridget, ik geloof dat je heus van
die man gehouden hebt!"
„Weet je, Luke, dat geloof ik ook."
„Ik zal blij zijn uit Wychwood weg
te zijn. Ik mag deze plaats niet. Er
is hier een heleboel slechtheid, zoals
mevrouw Humbleby zou zeggen. Die
manier waarop de bergrug van Ashe
zich boven het dorp verheft, bevalt
mij niet."
„Over de bergrug van Ashe ge
sproken, hoe staat het met Ells-
worthy?"
Luke lachte een beetje beschaamd.
„Dat bloed op zijn handen?"
„Ja."
„Zij hadden blijkbaar een witte
haan geofferd!"
„Hè, bah, wat afschuwelijk!"
„Ik denk dat onze meneer Ells-
worthy iets onplezierigs te wachten
staat. Battle is bezig hem een kleine
verrassing te bereiden."
Bridget zei: „En die arme majoor
Horton heeft helemaal niet gepro
beerd zijn vrouw te vermoorden, en
ik veronderstel dat meneer Abbot
gewoon een compromitterende brief
van een dame heeft gekregen, en
dokter Thomas is niets meer dan een
aardige, bescheiden jonge dokter."
„Hij is een verwaande ezel!"
„Dat zeg je maar uit jaloezie, om
dat hij met Rose Humbleby gaat
trouwen."
„Zij is veel te goed voor hem."
„Ik heb altijd het gevoel gehad
dat je dat meisje aardiger vond dan
mij!"
„Lieveling, doe je nu niet een
beetje gek?"
„Nee, echt niet."
Zij zweeg even, en zei toen: „Luke,
vind je mij nu wèl aardig?"
Hij maakte een beweging in haar
richting, maar zij weerde hem af.
„Ik zei aardig vinden, Luke
niet liefhebben!"
„O! Ik begrijp het.. Ja zeker
Ik heb je niet alleen lief, Bridget, ik
vind je ook aardig."
Bridget zei: „Ik jou ook, Luke.
Zij glimlachten tegen elkaar een
beetje verlegen zoals kinderen wel
doen die vriendschap hebben gesloten
op een feestje.
Bridget zei: „Aardig vinden is be
langrijker dan liefhebben. Het duurt
langer. En ik wil dat wat er tussen
ons bestaat blijvend is, Luke. Ik wil
niet dat wij maar gewoon van elkaar
houden, en trouwen, en dan genoeg
van elkaar krijgen, en met een an
der willen trouwen."
„O, mijn lieveling, dat weet ik.
Jij wilt werkelijkheid. Ik ook. Wat
er tussen ons is zal altijd blijven
bestaan omdat het op werkelijkheid
berust."
„Is dat waar, Luke?"
„Het is waar, lieveling. Daarom
was ik zo bang dat ik van je zou
gaan houden, denk ik."
„Daar was ik ook bang voor
dat ik van jou zou gaan houden."
„Ben je er nu nog bang voor?"
„Nee."
Hij zei: „Wij zijn een hele tijd de
Dood nabij geweest. Nu is dat voor
bij Nu beginnen wij te Leven
EINDE
Mercurius staat deze maand heel dicht bij de zon en
is dus niet waarneembaar.
Venus is nog steeds morgenster. Wie vroeg opstaat
kan haar vinden boven de oostelijke horizon, juist voor
zonsopkomst. De planeet Mars is nog steeds onzichtbaar;
zij staat op minder dan tien graden van de zon.
Jupiter pronkt aan de avondhemel. De planeet nadert
langzaam de zon en is aan het einde van de maand min
der dan dertig graden van de zon verwijderd. Zij gaat
nu ook reeds voor middernacht onder.
Nog voor de zichtbaarheidsperiode van Jupiter ten
einde is verschijnt de planeet Saturnus weer op het to
neel na een maandenlange afwezigheid. Wie haar wil
waarnemen moet vroeg uit de veren. Nog voor zonsop
komst laag in het oosten heeft hij kans haar te vinden.
Zij staat niet ver van Venus maar is wel vijf maal zwak
ker. Deze twee planeten zijn op 1 mei in conjunctie
waarbij Venus ongeveer één graad ten noorden van
Saturnus zal staan.
Op 4 mei heeft een maansverduistering plaats maar
wij zullen er weinig van kunnen merken: de maan gaat
slechts door de bijschaduw van de aarde en niet door de
kernschaduw. Dit wil zeggen dat voor een waarnemen
op de maan de aarde wel voor de zon passeert, maar deze
niet geheel bedekt, zodat een gedeelte van de zonneschijf
nog steeds het maanoppervlak blijft verlichten. Toch
zal men op het ogenblik van het maximum, rond 22 uur
12 min. wel kunnen zien dat het zuidelijk stuk van de
maanschijf is verzwakt.
Op 20 mei wacht ons reeds een nieuwe verrassing: een
zonsverduistering. In onze streken is ze slechts gedeel
telijk en nergens ter wereld zal ze volledig zijn want
het is een zogenaamde ringvormige zonsverduistering.
Dit wil zeggen dat op het ogenblik van de eclips de
maan iets te ver van de aarde staat waardoor haar schijf
te klein is om die van de zon geheel te bedekken. Het ge
volg is, dat voor een smalle strook op
aarde, die loopt van de Atlantische Oceaan
over Noord-Afrika, Griekenland, Zuid-
Rusland tot China, waar de maan midden
over de zonneschijf passeert, er een zeer
smalle ring van de zon zichtbaar blijft tij
dens het maximum van de verduistering.
Bij ons is het verschijnsel niet zo sensatio
neel maar toch wel interessant; ook wij
zien de maan, zij het dan gedeeltelijk, over
de zon trekken. De tijdstippen en gegevens
die nu volgen gelden strikt genomen voor
Utrecht, doch voor andere plaatsen in het
land zijn de verschillen niet noemenswaar
dig. Het eerste contact van de maan met de
zon heeft plaats om 9 uur 26 min. Van dat
ogenblik af zal men kunnen vaststellen dat
een lichte „indeuking" ontstaat aan de
zuidwestelijke rand van de zonneschijf. Het
is hier wel op zijn plaats te wijzen op het
gevaar voor de ogen bij directe waarne
ming van de zon. Het is ook absoluut nood-
MAAGD
Als nieuw vervolgverhaal
brengen wij morgen „Charles en
Charlotte", een van de meest be
kende romans van Willy Corsari.
In oude sprookjes wordt soms
verteld van iemand die een
wens mag doen en het later bit
ter betreurt als die wens vervuld
wordt. Charlotte heeft eens een
wens gedaan, die verhoord werd:
zij heeft de plaats willen inne
men van haar tweelingbroertje
Charles. En haar leven lang is
het alsof zij niet meer Charlotte
kan worden, alsof zij gedoemd is
Charles te zijn. Niet een vrouw,
gelukkig met een man, met kin
deren, behoed en gekoesterd,
maar altijd weer degene die
sterk moet zijn als een man, die
zich een weg moet worstelen
door het leven, als een man. Haar
kracht trekt de zwakken aan,
hun zwakheid wondt haar. En
alles wat zij ontberen moet, het
vrouw zijn, het moeder zijn,
wordt haar verweten als een
schuld.
„Charles en Charlotte" is een
uitgave van H. P. Leopolds Uit
geversmaatschappij te Den Haag.
zakelijk te kijken door een zwart beroet
glas of een diepzwart fotografisch negatief,
zelfs tijdens het maximum van de verduis
tering.
De aanvankelijke zwakke deuk in de
zonnerand zien wij van minuut op minuut
aangroeien en om 10 uur 29 min. bereikt
zij het maximum. De grootte van de ver
duistering is op dat ogenblik 47%, wat wil
zeggen dat 47% van de diameter der zonne
schijf door de maan is bedekt. Nagenoeg
heel de zuidelijke helft van de zon zal dus
zijn verduisterd. Maar reeds trekt de maan
zich terug om 11 uur 36 min. De eclips zal
dus 2 uur en 10 minuten in totaal duren.
Als slecht weer de waarneming van het
verschijnsel onmogelijk zou maken zullen
wij tot september 1968 moeten wachten
vooraleer de volgende (gedeeltelijke) zons
verduistering zich hier te lande voordoet.
Voor de eerstvolgende volledige zoneclips
zal men geduld moeten hebben tot 1999
Maan
Volle maan
op 4 mei te 22.01
Laatste kwartier
op 12 mei te 12.19
Nieuwe maanop 20 mei te 10.42
Eerste kwartier op 27 mei te 9.50
Tekst onder de kaart: Om de kaart te
richten moet men haar boven het hoofd
houden, en het noorden laten samenvallen
met de noordelijke horizon. De stand van
de hemel is die op 15 mei te 22 uur. Voor
vroeger tijdstippen de kaart draaien in de
richting van de wijzers van het uurwerk,
voor latere tijdstippen in tegenovergestel
de richting. De plaats van de maan is voor
enkele tijdstippen aangegeven; de getallen
duiden de dag van de maand aan. Ook is
de positie van Jupiter (J) aangegeven. De
stippellijn die door de Zwaan gaat, duidt
de hartlijn van de Melkweg aan. De andere
gestippelde lijn is de ecliptica (dierenriem
of Zodiak); de zon, de maan, en de belang
rijkste planeten bevinden zich reeds in de
nabijheid van deze lijn.
Correspondentie: Mevrouw B. te BI.: De
sterrenkaart voor april 1966 is verschenen
in onze edities van 1 april j.l. (Red.).
De heer Nieman is een autoriteit op het
gebied van reizen. In 1937 bracht hij 350
Engelse kinderen naar ons land, dit jaar
sleept hij in zes tot zeven weken bollen-
seizoen zo'n 20.000 Britten over de Noord
zee via een luchtbrug van bijna alle En
gelse vliegvelden naar het Rotterdamse
Zestienhoven. De gasten blijven hier vier
of vijf dagen, bezoeken De Keukenhof,
Den Haag en Amsterdam en maken bus-
ritten door Nederland. Bijna allemaal lo
geren zij in de badplaatsen aan de kust.
Nederland waarschuwt hij, omdat het
te duur wordt. Een sprekend voorbeeld
is, dat bij zijn bureau een 14-daagse reis
naar Majorca maar 50 meer kost dan
een achtdaagse reis naar Nederland, en
hier is niet eens zonMaar ja, zegt
hij, de mensen zijn vriendelijk.
Op 16 mei zal het vijftig jaar geleden
zijn dat Bob Scholte zijn artiestenloopbaan
begon. Er heeft zich een comité gevormd
dat dit feit wil herdenken met een gou
den jubileumvoorstelling in het Theater
Carré te Amsterdam, waar Bob Scholte
vijftig jaar geleden voor het eerst optrad,
Deze voorstelling zal gegeven worden in
de nacht van zaterdag 14 mei, aanvang
24.00 uur. Een groot aantal Nederlandse
kleinkunstenaars heeft hiervoor medewer
king toegezegd.
Mijn grootvader speelde toneel, mijn
moeder beoefent dat vak nog steeds en
zo zou men kunnen zeggen dat ik voor
toneelspeler in de wieg ben gelegd. Dat
kan ik ook best zijn (wie weet waar hij
voor in de wieg is gelegd?), maar in ieder
geval ben ik niet als acteur uit die wieg
geklommen.
Reeds in mijn prille jeugd bleek dat ik
geen enkele lust tot toneelspelen bezat.
Niet uit principiële overwegingen, maar
uit een totaal gebrek aan moed. Als er
voor een kinderpartijtje een toneelstukje
werd ingestudeerd, wendde ik in het sta
dium van de rolverdeling altijd hevige
buikpijnen voor. Trouwens die hoefde ik
niet eens voor te wenden, op dat moment
had ik ze.
Slechts eenmaal in mijn leven heb ik
mijn schroom overwonnen, en toen was
het ook meteen raak. Ik zat op de mid
delbare school en dan was het gewoonte
dat de leerlingen van de hoogste klassen
eens per jaar een avond gaven. Ik had
toen een heel goede vriend en we waren
allebei zo onder de indruk gekomen imn
de film „Hellzapoppin"die toen draaide
dat wij besloten een komische show te
vervaardigen. En omdat we niemand ken
den die de Amerikaanse slapstick-humor
evengoed aanvoelde als wij, besloten we
zelf de hoofdrollen te spelen. Ik moet wel
door het dolle heen zijn geweest dat ik
mijzelf dat aandeed.
De avond ging als in een roes voorbij.
Ik heb de hele avond met een soort rood
floers voor mijn ogen gespeeld terwijl het
angstzweet mij tappelings langs de bril-
leglazen liep. Een van onze nummers
was een parodie op een stuk van Sartre
(of zoals wij ons voorstelden dat een
stuk van Sartre was). Ik speelde er de
existentialist in, een rol die mij goed lag,
omdat ik daar, vanwege mijn toen reeds
lange haar, op straat en in openbare ver-
voersgelegenheden vaak voor werd uitge
scholden.
Ook was er een schets die we de bal
hadden genoemd. Als ik er nu aan terug
denk geloof ik eigenlijk dat wij op dis
avond geheel op eigen houtje het absur
distische toneel hebben uitgevonden. De
schets werd gespeeld door mijn vriend,
door mij en door een middelgrote bal.
Mijn vriend en ik wierpen elkaar de bal
toe, raakten hem soms kwijt, zochten en
vonden hem weer; dit alles, als ik me
goed herinner onder het voortdurend in
allerlei toonaarden (wisselend van onein-
dig-treurig tot blij-het-uitjubelend) her
halen van de ijzersterke tekst: „de
bal
Het applaus na afloop was niet over-
dovend. De rector hield een soort dank
woord en slaagde erin, ter instructie van
de leerlingen allerlei wijze lessen uit het
gebodene te halen. Hij had dan ook al
onze grappen voor bittere ernst aange
zien. Later zou ik merken dat dat wel
vaker het lot van de grappenmaker is.
(Van onze correspondent)
BUSSUM. Zullen onze paarden, na
een vaak zeer arbeidszaam leven, ook
„van Drees kunnen gaan trekken.
Deze vraag, wil de afdeling Gooiland van
de Nederlandse vereniging tot bescher
ming van dieren op 13 en 14 mei in Vlis-
singen aan de landelijke vergadering
van deze organisatie voorleggen. De voor
stellers willen zien te komen tot een re
gistratie (per gemeente) van alle oude
paarden tot vorming van fondsen om deze
dieren een rustige, goed verzorgde oude
dag te bezorgen.
De „overname" van het oude paard van
zijn eigenaar zal wel een moeilijk punt
vormen. Is dit een goedwillende eigenaar,
dan zou die wellicht gesubsidieerd kun
nen worden voor de kosten van de ver
dere verzorging van zijn dier. Maar an
ders moet het paard gekocht worden en
dan moet er tegen de slachter opgeboden
worden Er zouden ook meer „tehui
zen" voor oude paarden moeten komen
(als „De Paardenkamp" in Soest), terwijl
verder overheid, organisaties en particu
lieren de middelen om elk paard zijn
„Drees" te geven, zouden moeten bijeen
brengen. De afdeling Gooiland wil in
eigen omgeving beginnen paardenvrien
den hierover te benaderen.
rr.f MAftTfw
2. De vreemdeling stopte zijn voertuig voor de ingang
van Hobbeldonk en stapte uit. Zonder aandacht te
schenken aan het gewapende voertuig dat achter
hem stilstond, begaf hij zich naar de voordeur en belde
aan. „Juist!" riep hij, zodra Jolliepop de deur opende.
„De geldgeur komt hier vandaan! De geur van mins
tens 5600 florijnen! Ik wil wedden dat hier een andere
geld-verzamélaar woont! Een collega, die net zoveel
houdt van het welluidende tinkël-tinkël van goud op
goud als ik! Breng mij naar je meester, goede man!"
Met die woorden stapte hij naar binnen en haastte zich
de gang door zonder zich verder om de knecht te be
kommeren .„Als ik u dan even voor mag gaan!" riep
Jolliepop terwijl hij achter de bezoeker aan draafde.
Maar deze verdween reeds om een hoek. „Niet nodig",
sprak hij. „Mijn neus wijst mij de weg. Ik nader 5612
florijnen, zo te ruiken".
JULLIE TWEE MOOIE STOELEN GETIMMERD I
POLLEHELP! WE KRU66N 0N$
HOOfD ERNiET MEER Ott 1
HEEN, OAT SPEEL IK NIET KLAAR - JULLIE MOETEN
WACHTEN, TOT IK6E6ETEN HEB, EN DAN TAL IK
HET EERST AAN DE ANDEREN VRAGEN J
0, BEDANKT, POLLE, WEZOLLEN
NUN06Z0ETERZNN 1
2080A.
jgjfJJWH»
EH...BEDANKT, MAAR
WE HE88EN HEED lVAT
moe/te gehad om dit
toodje...viste
VANGEN
HET DINER
GEREED
AHUM,.,NA HITDINERZALIK U
ONTHALEN Op EEN STUKJE
ALLAKAZAM EN VINGERVLUGHEID!
JA, WE HOUDEN
BR LIEVER
IK7AL JULLIE
VANGST INDE
IJSKAST DOEN
HET006 Op
PIB
MISSCHIEN KUNT
DAN 6ELUK Dt STORM
doen verdwij
511. LANGZAAM kwam de zon ook nog
maar half uitgeslapen boven de horizon
uitkijken. Meestal was Bram bij het och
tendkrieken al wakker, maar zijn dromen
overstemden nu het krieken.
Wakker werd hij pas door een hevige
gil van Karo.
De scheepskat was ook nog in diep de
dommel geweest, toen er eensklaps ge
weldig hard aan zijn staart werd getrok
ken. Zijn kreet van schrik deed Bram een
halve meter opveren en het duurde even,
voordat hij wist wat er aan de hand was.
Toen begon hij te lachen.
„Dwaas", zei hij kalmerend tot de ker
mende Karo. „Je hebt je in je slaap in
het teertouwtje verward. Wacht ik zal je
wel even helpen."
Het was een zeeman als Bram wel toe
vertrouwd om een knoop los te maken.
maar een knoop als deze had hij nog
nooit meegemaakt. Het touw kronkelde
en bewoog onder zijn handen op een grie
zelige manier en als hij één eind had los
gepeuterd, draaide het teertouwtje zich
meteen opnieuw in de war.
„Lieve help", zei Bram beteuterd. „Het
lijkt wel of dat touwtje.lééf tl"