Nederlandse nu 75 jaar Oprichter van de houtacademie is „Ik leer nog iedere dag 'f l 1 Is? Elk jaar legt het Rijk f 100,- voor u klaar! PREMIE SPAARPLAN Mijnopruimingsdienst is dag en nacht paraat „Sloterdijk" voor sloop verkocht m Nog dagelijks vindt men explosieven MAANDAG 2 MEI 1966 9 i 111 (Van onze correspondent) DEN HAAG. ,Ze noemden mij de artiest op het gebied van de hout soorten, want ik interesseerde mij al leen voor de fijnere soorten", zegt de nog steeds actieve, 74-jarige directeur en oprichter van de Nederlandse houtacademie, dr. W. Boerhave Beek man. Hij „beëdigd internationaal houtexpert, weger en meter" is nog altijd de man in Nederland van de fijne houtsoorten: zijn lievelingshout is het kostbare, diepbruine Rio-palis- sander. Zuid-A merika Houtacademie Kennis Examens Veel foefjes -M Hier is een groot nationaal plan.het Premie Spaarplan, dat u aanmoedigt om eigen, persoonlijk bezit op te bouwen. Bezit maakt u sterker, onafhankelijker. Met bezit hebt u een reserve achter de hand, die u altijd van pas kan komen. U hoeft daarvoor eigenlijk maar zo weinig te doen.u hoeft alleen maar iets van uw inkomsten opzij te leggen. Hoeveel Over een gespaard bedrag per jaar van maximaal 500,ontvan gen u en uw vrouw1) nadat u dat bedrag vier volle kalenderjaren hebt laten staan een extra uitkering, een spaarpremie van 20%, dus maximaal f 100,2), belastingvrij! Een voorbeeld Als u samen in de loop van dit jaar het maximum van 500,spaart, krijgt u begin 1971 de spaarpremie van 100,Spaart u vol gend jaar weer, dan krijgt u begin 1972 de spaarpremie over dat be drag. Zo kunt u vanaf 1971 ieder jaar een spaarpremie van maxi maal 100,verdienen. Per deelnemer maximaal f 250,-. Spaarpremie per deelnemer maximaal f 50, Hoe? Dit zijn de mogelijkheden: spaarbewijzen ter waarde van f 25, een levensverzekering of spaarkas inschrijving; obligaties of aandelen; een hypotheek of garantiekrediet. Al deze mogelijkheden leveren u na vier jaar de spaarpremie op, extra! Er is er vast wel één die juist u past. Wie? U kunt aan het Premie Spaar plan deelnemen als: 1. uw belastbaar inkomen in het voor gaande jaar ten hoogste f 15.000, was; u ten minste 21 en nog geen 60 jaar bent (en niet deelneemt aan de Zil vervloot). Waar? U kunt ook voor inlichtingen terecht bij de Spaarbanken, Boeren leenbanken, Raiffeisenbanken, Postkan toren, Banken, Borgstellingsfondsen, Hypotheekbanken, Bouwfond sen, Spaarkassen, Levensverze keringmaatschappijen, de Soci ale Verzekeringsbank, Leden van de Verenigingen, aangesloten bij de Nederlandse Organisatie van het Effectenbedrijf. Vraag ook de gratis brochure! 2. BASIS VOOR EERSOONLIJK BEZIT DEN HAAG Bij Den Oever in Noord-Holland ligt de „Soenda", het opleidingsschip voor de Marine Bommen- en Mijnopruimingsdienst. Daar worden specialisten opgeleid voor het opruimen van explosieven. Het is een dienst die vooral tijdens en vlak na de tweede wereldoorlog een groot aantal mensen in dienst had. Algemeen werd verondersteld dat de opruimings dienst in latere jaren tot een kleine kern zou kunnen worden ingekrompen. 99 x 4 4. m- 4 4 4 *v .V-. Dr. W. Boerhave-Beekman Maandag is dr. Boerhave Beekman 75 Jaar geworden. Hij is een kleine levendige man, die in geestdrift ontsteekt als het over zijn hob by gaat: de archeologie. Zijn werkkamer is bezaaid met allerlei houten beeldjes en voorwerpen, uit vele landen afkomstig. De ouderdom van de voorwerpen vari eert echter nogal sterk, sommige zijn eeuwenoud, andere zijn souvenirs van de ze tijd. Trots wijst hij op het geschilderd por tret van een somber voor zich uit staren de man: de geneeskundige Hermanus Boerhaave, die één van zijn voorvaderen zou zijn. Hoewel dr. Boerhave Beekman bij zijn geboorte van zijn vader alleen de naam „Beekman" meekreeg, is hem „door de koningin" toestemming gegeven om de naam van zijn moeder Boer haave toe te voegen. Eén van de twee A's is echter ergens bij de burgerlijke «tand blijven hangen. Het pronkstuk van de werkkamer is een stoel, de reisstoel van de Sjah van Perzië, waarvan het inlegwerk uit een half miljoen deeltjes bestaat. Kleine gou den sterretjes flonkeren op arm- en rug leuning. Dr. Boerhave Beekman heeft de stoel via Perzische relaties gekregen, toen hij bezig was met het inrichten van een houttentoonstelling in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. „De waardigheid van de stoel wordt be paald door degene, die erin zit", staat op de rugleuning. Aan dr. Boerhave's tongval is nog te horen, dat hij is opgegroeid in het noor den. Nadat hij in de stad Groningen de toenmalige MTS had afgelopen, kwam hij, bouwkundige, als gemeenteopzichter in dienst van de gemeente Groningen. Het avontuur trok hem en een paar jaar later reisde hij voor een Engelse firma naar Zuid-Amerika. Daar raakte hij geïnteresseerd in hout. INCASSO WEEKABONNEMENTEN De incasso van het abonnementsgeld iedere week kost veel tijd en moeite, aan u en aan onze bezorgers. Er zijn twee mogelijkheden om het ongemak in dit opzicht te vermijden a. Overgang op een kwartaalabonne ment. b. Betaling aan de bezorger voor een periode van 4—5 weken. U krijgt dan een door de bezorger onder tekend ontvangstbewijs. Misver stand over de betaling is daardoor uitgesloten. Het resultaat voor u Minder geloop naar en gebel aan de deur; in uw wijk daardoor een vlottere bezorging. Voor de bezorger minder last. Probeert u het eens. DE ADMINISTRATIE. Uit de Zuidamerikaanse bossen haalde hij monsters van meer dan tweehonderd houtsoorten. De typhus maakte echter een voortijdig einde aan zijn loopbaan en hij moest naar Europa terugkeren. „Toen dacht ik: nu moet ik meer van hout te weten komen". Drie jaar lang volgde hij colleges in Delft. Intussen begon hij ook aan de import van de fijnere houtsoorten. Het eerste boek van de hand van dr. Boerhave Beekman verscheen ook indertijd. Er zouden nog een stuk of negen volgen. „En weet u wat het prettige is? Al mijn boeken zijn uitverkocht. De totale winkel waarde is een drie-en-een-kwart miljoen gulden". Tijdens de oorlogsjaren kwam hij in de gijzelaarskampen Haaren en St. Mi chielsgestel. In 1943 werd hij echter weer vrijgelaten en begon driftig te schrijven aan zijn zesdelig „Hout in alle tijden". Van laten drukken en uitgeven kwam niet veel na de oorlog. In opdracht van de Nederlandse regering reisde hij naar Noord-Amerika, Tsjecho-Slowakije, Joe goslavië en Zwitserland om hout te ko pen. In 1951 richtte hij de Nederlandse hout academie op. De hele houtbond en de bond va nhoutindustriëlen stonden er ach ter. Ze zeiden tegen mij: ga je gang. Maar als er minder dan honderd zich aanmelden moet je het ook doen. Er kwamen 280 aanmeldingen.Met als devies „Lignum superbum est" (hout is het beste) begon dr. Boerhave aan zijn schriftelijke cursussen. Thans zijn er meer dan zeshonderd cursisten. Het cursuswerk is voor hem een klein hoewel belangrijk facet. Hij is veel bezig met het onderzoeken en keuren van hout, in opdracht van regeringen of van houtondernemingen. Uit zijn tas haalt hij een stuk hout tevoorschijn, Yang-hout uit Thailand. „Kijk eens, hoe ongezond het er uit ziet. Volgens mij zit er een soort schimmel in". De heer Boerhave Beekman beschouwt zich als een van de weinige echte inter nationale houtdeskundigen in Nederland. Zijn secretaresse is het met hem eens. Hij zelf zegt: „Als het om houtsoorten van de wereld gaat, dan ben ik de man. De Holland-Amerika Lijn heeft het 9230 ton metende vrachtschip „Sloterdyk" voor de sloop verkocht aan de Revalori- zacion de Materiales te Bilbao. Het schip zal aan het begin van de volgende maand in Bilbao worden opgeleverd. De „Sloterdyk" werd gebouwd door de Odense Staalkibsvaerft te Odense en kwam in 1940 in de vaart. Bij het uit breken van de tweede wereldoorlog deed het schip dienst in de Java-New Yorkline van de rederij. In 1942 werd het schip gecharterd door het British Minstry of war Transport, waarna het in de V.S. werd verbouwd tot troepenschip. In no vember 1943 ontsnapte het in de Middel landse Zee ternauwernood aan de onder gang, toen het konvooi waarin het voer, door Duitse vliegtuigen werd aangevallen. Na de oorlog voer de „Sloterdyk", die over accommodatie voor 12 passagiers be schikte, in de verschillende vrachtdiens- tein van de Holland-Amerika Lijn. Er zijn in Amsterdam nog wel een paar houtdeskundigen, maar die zijn dat meer op het gebied van vurenhout". Hoewel hij eerlijk bekent, ook in zijn brochure van de houtacademie: „ik leer nog elke dag en het vak blijft interessant". Zijn kennis op het gebied van hout wordt ook in het buitenland gewaardeerd. In 1956 heeft hij het eredoctoraat gekre gen van de internationale academische federatie voor wetenschappelijk onderzoek in Azië, Afrika en Europa- Bij zijn voordeur wijst de heer Boerha ve Beekman vol trots op een onvolgroei de, met kleine knoppen getooide boom: voor een buitenstaander een of andere den. Het is echter een Metasequoia, waarvan voor 1944 werd aangenomen, dat dit soort was uitgestorven. In 1944 werd de Metasequoia door een Chinees heront dekt en de heer Boerhave Beekman slaagde erin een stekje te bemachtigen. Over zestig jaar is de boom volgroeid. DELFT: Ingenieurs werktuigkundig in genieur: T. Akkerman (Oldeboorn), H. J. Bok (Aerdenhout), E. T. S. Bötticher (Den Haag), G. R. Brusse (Hilversum), W. E. van Dam van Isselt (Bilthoven), F. H. M. Deurvorst (Terborg), E. F. M. Driessen (Nijmegen), J. M. J. Fray (Hollandse Ra ding), R. D. Geerdink (Apeldoorn), P. V. ten Hove (Den Haag), F. W. M. van Joost (Den Haag), H. J. A. Klein Nagelvoort (Laag-Keppel), H. W. Kockx (Haarlem), H. A. Kunkeler (Vlaardingen), C. Locher (Oegstgeest), E. C. Marico (Dordrecht), A. I. J. Nieuwenhuys (Rotterdam), P. J. Peek (Oisterwijk), F. G. P. M. Poelen (Nijme gen). J. H. J. van Ravesteijn (Rijswijk), H. M. Rooij (Delft), J. J. van Rutten (Vlaardingen), W. J. de Ruijg (Delft), J. A. A. Sweerman (Amsterdam), N. J. M. Taen (Delft), P. van der Veen (Amster dam). Ingenieurs natuurkundig ingenieur: F. van Antwerpen (Den Haag), H. van Baare (Den Haag). G. T. van Beusekom (Ooster beek), H. Brakel (Den Haag), G. Broek stra (Alkmaar), A. J. Brouwer (Delft), I. de Bruijn (Zwolle), P. M. van Bijtenen (Rotterdam), M. G. Collet (Heemstede), E. A. W. van Ebbenhorst Tengbergen (Den Haag), P. P. J. van Engelen (Delft), J. W. Haarman (Delft), H. W. M. Linssen (Weert), E. H. Maenhaut (Biervliet), A. P. Matthijsen (Midsland), E. M. A. M. van der Ouderaa (met lof) (Dordrecht), G. R. Platerink (Voorburg), L. H. M. Smulders (Schiedam), O. W. S. Veldhuyzen (Den Haag), J. R. Vermeulen (Heemstede), M. Wilk (Den Haag). Ingenieurs metaalkundig ingenieurs: P. J. Berg (Rijswijk), J. H. L. van Linden van den Heuvell (Delft), J. C. M. A. Pon- sioen (met lof) (Eindhoven), K. J. Reitsma (met lof) (Zutphen), E. Vonk (Vogelen zang), W. Wilson (Den Haag).. LEIDEN: Doet. pedagogiek: J. Hollan der (Amsterdam). AMSTERDAM (Gem. Un.): Doctoraal economie M. F. R. Kets de Vries en E. J. Visser (Amsterdam). Doctoraal natuurkunde mej. A. M. van Diepen (Amsterdam) en P. H. A. van Dam (Haarlem). Kandidaat wiskunde en natuurweten schappen W. E. Baanstra (Haarlem). Nu, ruim twintig jaar na de oorlog is men allang van dat idee teruggekomen. De bommen- en mijnopruimingsdienst is nog steeds actief, niet alleen theoretisch maar ook en vooral in de praktijk wordt men nog dagelijks geconfronteerd met de naweeën van de oorlog. Elke dag worden er nog projectielen gevonden. Dat kan zijn op de Leusder- hei, waar een niet ontplofte vliegtuigbom wordt gevonden, tijdens werkzaamheden in Flevoland, waar een hele partij gra naten wordt ontdekt en het kan aan de kust zijn. Vooral aan de kust.want daar werkt de opruimingsdienst toch nog altijd het meest. Regelmatig worden er mijnen ge vonden, diep in het zand verborgen of aangespoeld door de wispelturige zee. Vissersschepen krijgen steeds nog mij nen in de netten. Na zo'n vondst rinkelt steevast de te- lofoon op het hoofdkwartier van de bom men- en mijnopruimingsdienst in Den Helder. Vanuit dat hoofdkwartier komt dan al dadelijk het eerste advies: AF BLIJVEN. Niet aankomen, niets aan doen Als het mogelijk is de omgeving afzet ten en wachten op de opruimingsdienst. De mannen van de dienst komen onmid dellijk na een melding in actie. De dienst doende ploeg is altijd paraat, het materi aal ligt in de wagen en binnen een paar minuten na de melding zijn de deskundi gen onderweg. Een officier, een onder officier, enkele manschappen, een verple ger, stuk voor stuk deskundigen op het gebied van demontage. Maar omdat het uitgangspunt van de dienst Den Helder is, kan het toch wel eens een paar uur duren voordat men ter plaatse is. En juist in die paar uur wor den nogal eens ongelukken gemaakt. Na het ontdekken van een projectiel wordt in schrik meestal direct de dienst ge waarschuwd. Dan gaat men de zaak nog eens rustig bekijken en het lijkt eigenlijk allemaal niet zo gevaarlijk. Zo'n mijn heeft al jarenlang in zee gelegen, er zijn erbij van de eerste wereldoorlog. En soms gaat men zelf experimenteren, uit nieuwsgierigheid. Blijf er af.zouden marinemannen wel willen schreeuwen. Geen enkele mijn en geen enkele bom is ongevaarlijk al heeft hij nog zo lang onder de grond of in het water gelegen. Deze projectielen zijn gemaakt om te vernietigen en ze zijn zo gemaakt dat ze na al die jaren nog vernietiging kunnen brengen. De mijnopruimers spreken uit ervaring. Tientallen mijnen hebben ze al opgeruimd en nog steeds komen ze voor verrassingen te staan. Er zijn tal van variëteiten in de mijnen; de contactmijn bij voorbeeld, die ontploft zodra hij met een vaartuig in aanraking komt, de akoestische mijnen, magnetische mijnen, drukmijnen enz. Veelal bevatten ze 300 tot 800 kilo springstof. Het blijft echter niet bij de mijn alleen. De mannen van de demonteerploegen hebben in de loop der jaren al op veler lei manieren kermis gemaakt met de mo gelijkheden van de mijnen en de bom men. Bij de ouderwetse mijnen was het vol doende om de detonator en de aanvuur- lading van een mijn weg te nemen. Het projectiel was daarmee onschadelijk ge maakt. Het moderne vernuft heeft echter weer nieuwe trucjes bedacht om de ver nietigende kracht zo effectief mogelijk te maken. Binnen in de mijn bevindt zich een uiterst fijn instrumentarium en daarmee kan men allerlei foefjes uithalen om de mijn toch te laten exploderen. Men noemt deze kunstjes „boobytraps". Een foto- elektrische cel kan in dat opzicht wonde ren doen en zelfs het losdraaien van een schroef kan een mijn doen exploderen. Toch behoort dat draaien aan de schroe ven tot de noodzakelijke werkzaamheden van de opruimingsdienst. Gevaarlijk? Na tuurlijk is het gevaarlijk werk, maar wij weten in elk geval wat we doen, zeggen de marine-mannen. Wij weten aan welke schroef we wel en aan welke we niet kun nen draaien. Wij weten welke mijnen de montabel zijn en welke we eenvoudig moeten laten exploderen. Maar zelfs dat is geen wet van Meden en Perzen. Een mijn die normaal wel te demonteren is, kan op een bepaald mo ment kuren gaan vertonen. Daarom wordt het karwei als regel door één man opge knapt, de anderen blijven op enige af stand en slechts wanneer het noodzakelijk is zullen meer mensen aan het projectiel werken. Voor zover dat mogelijk is wor den risico's zoveel mogelijk uitgesloten. De Marine-opruimingsdienst heeft in de loop der jaren een enorme kennis vergaard op het gebied van mijnen en bommen. Al die kennis is samenge bracht in een lijvig boek, dat wel on eerbiedig de „demonteer-bijbel" wordt genoemd. In dat boek vindt men aller lei projectielen uit Amerika, Engeland, Duitsland, Nederland, Frankrijk en Ja pan. Daarom wordt er altijd eerst rustig gekeken naar zo'n projectiel. Nooit over haast te werk gaan, dat schept onnodige risico's. Het gevaarte dat daar na twin tig jaar roestig en rustig ligt, kan in een volgend ogenblik een helse machine wor den, die mensenlevens in een klap kan verwoesten. Daarom eerst kijken. Het projectiel identificeren, vergelijken met de bekende gegevens. Nagaan of er soms onbekende verrassingen in het projectiel zijn verborgen, die later weer van nut kunnen zijn en dan met overleg aan het werk. Bepaald geen karweitje voor een leek dus. Daarom nogmaals, als men denkt een gevaarlijk projectiel gevonden te heb ben, waarschuw dan de politie, zet de omgeving af en laat het over aan de spe cialisten. Ga niet eerst onderzoeken of het werkelijk wel waar is. De marine-mannen zijn gewend om ver geefse reizen te maken. Ze vinden dat niet erg. Zij huldigen de stelregel dat ze beter tien keer voor niets kunnen komen, dan een keer te laat. Ze zijn nog steeds nodig, deze specialis ten, die ondanks hun kennis toch bij elk projectiel weer hun leven wagen. Ze zul len nog tientallen jaren nodig zijn. In 1965 werden nog veertig zeemijnen onschadelijk gemaakt door demontage of ontploffing. Eenzelfde aantal vliegtuig bommen werd door die bekwame handen tot gevaarloze stukken metaal gemaakt. Ook op zee vindt men nog vaak oor logstuig. Vissers krijgen soms mijnen in hun netten of brengen granaten mee van de zeebodem. Ook voor hen geldt hetzelfde advies: waarschuw Schevenin- gen-Radio en de Marine-opruimingsdienst komt naar ze toe. Want ook ter zee is de dienst paraat. Nog al te vaak wordt een mijn door de vissers teruggezet in zee, met het risico dat een ander er het slachtoffer van wordt. Ilya Ehrenburg besloot het overhan digen van de Lenin vredesprijs aan Pablo Picasso met een stevige om helzing. Deze foto werd gemaakt in Mougins aan de Franse Riviera waar de beroemde kunstenaar woont. Advertentie J-4R

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 9